Op 4 juni 2024 blokkeerden pro-Palestijnse actievoerders tijdens de ochtendspits een aantal rijstroken onder de fly-over in Ledeberg. Ze deden dit om de genocide in Gaza onder de aandacht te brengen en riepen de Belgische staat op om alle banden met Israël te verbreken. De politie leidde het verkeer om en besloot na twee uur om het kruispunt te ontruimen, waarbij ruim veertig actievoerders bestuurlijk werden aangehouden.
Enkele weken na de actie ontvingen deze veertig personen een GAS-boete. Onterecht, zo menen de meesten van hen, en dus hebben zij verweer ingediend. Een aantal van hen zou de weg niet hebben geblokkeerd. De meeste actievoerders beroepen zich in hun verweer echter op het recht op protest en verwijzen hierbij naar het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens.
Ze krijgen steun van LABO vzw, een organisatie die al twee jaar campagne voert tegen het gebruik van gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes) tegen activisten: “De rechtspraak van het Europees Hof is zeer duidelijk: gedragingen die een normaal onderdeel van een vreedzame demonstratie zijn, zoals het hinderen van het verkeer, kunnen niet zomaar vervolgd worden. Sterker nog, overheden hebben de plicht om dit protest te faciliteren. Dat er besloten is om het protest na verloop van tijd te beëindigen is nog te begrijpen, maar de administratieve sancties zijn onrechtvaardig, disproportioneel en simpelweg in strijd met internationale mensenrechten. Er was geen schade of andere elementen die deze boetes noodzakelijk maken. Ze hebben als enige doel om een ontradend effect te hebben op het uitoefenen van een mensenrecht”, aldus Peter Paul Vossepoel van LABO vzw.
Het is nu aan de GAS-ambtenaar om de verweren te beoordelen. Een uitspraak wordt ten laatste binnen drie maanden verwacht. In een soortgelijke recente zaak in Elsene besloot het gemeentebestuur na verweer tientallen boetes in te trekken.
Of de Gentse activisten zich zullen neerleggen bij een negatieve uitkomst, is nog maar de vraag. “We hopen dat de Stad Gent hun fout inziet. Mocht dit niet het geval zijn, dan zullen we zeker onze hulp aanbieden voor een beroepsprocedure bij de politierechtbank. Het recht op protest is een essentieel onderdeel van een gezonde democratie, en moet dus verdedigd worden”, aldus Vossepoel.