In de lente van 2024 ging een achtste van de wereldbevolking naar de stembus, waarmee dit de grootste verkiezingsoefening ter wereld werd. Het was een stembusgang van titanische proporties, die van India echter niet “de grootste democratie ter wereld” maakt.
Verschillende internationale organisaties zoals V-dem (2023), Freedom House (2023) en de Economist Intelligence Unit (2023) hebben echter gewezen op de uitholling van de democratie en autoritaire excessen.
De gedwongen hindoeïsering van het land, met als streefdoel de suprematie van de hindoeïstische meerderheid ten koste van het principe van scheiding van godsdient en staat en ten koste van minderheden, is hiervan de eerste manifestatie.
De tweede is de trend naar illiberalisme, de neutralisering van onafhankelijke en democratische instellingen, de verstikking van de belangrijkste interne controlemechanismen van parlement en gerecht en de onderdrukking van de oppositie.
🇮🇳 Le féminicide d'une femme médecin à Calcutta soulève l' #Inde.
🧐 À lire :
Dissidences dans la « nouvelle » Indehttps://t.co/dfP83HjAqw
Inde : au nom des droits des femmeshttps://t.co/oVfB8FP97a
La « nouvelle Inde » de Modi : des enjeux et des lutteshttps://t.co/iuZu3bmVPi pic.twitter.com/YgoL7c6z4E— Centre tricontinental (@CETRI_) August 20, 2024
Staat van dienst regering-Modi qua vrouwenrechten
De Bharatiya Janata Partij (Indische Volkspartij, BJP) onder leiding van Narendra Modi heeft altijd beweerd zich in te zetten voor vrouwen, vrouwen zouden voor hem ‘centraal staan’. In 2014 beloofde het partijprogramma te werken aan de “empowerment van vrouwen”.
De partij benadrukte hun veiligheid en bescherming als voorwaarden voor hun emancipatie. Het partijmanifest somde acties op die moesten worden ondernomen om geweld tegen vrouwen te bestrijden, evenals toezeggingen op vlak van onderwijs, banen en economische en politieke participatie.
Gendergeweld en straffeloosheid
In de afgelopen tien jaar zijn de misdaden tegen vrouwen echter gestaag toegenomen, met cijfers die de BJP al als ‘onaanvaardbaar’ bestempelde toen ze vanaf 2014 de regering ging leiden.
Volgens het jaarlijkse rapport van de overheidsdienst National Crime Records Bureau werden in 2022 ongeveer 4,45 miljoen misdaden tegen vrouwen geregistreerd (Frontline, 2023). De meeste daarvan waren wreedheden begaan door echtgenoten of familieleden (31 procent), ontvoering van vrouwen (19 procent), mishandeling en aanranding (19 procent) en verkrachting (7 procent).
🇮🇳 #Inde : au nom des droits des femmes
Depuis une décennie au pouvoir, #Modi promet l’égalité et la protection des #femmes en Inde, mais la réalité est tout autre.
⬇️https://t.co/1zqygpm9cT
Par Aurélie Leroy (@CETRI_, Dissidences dans la «nouvelle» Inde https://t.co/dfP83HjAqw) pic.twitter.com/gTHbVoqMr9— Centre tricontinental (@CETRI_) June 24, 2024
Seksueel geweld wordt in India vergoelijkend behandeld. Er heerst een cultuur van straffeloosheid, ondanks de schok die met name werd veroorzaakt door massale mobilisaties na de groepsverkrachting van Jyoti Singh in 2012 (Leroy, 2013) en de Indiase MeToo-golf.
Officiële statistieken zijn bovendien onbetrouwbaar door onderrapportage van geweld, inadequate registratiepraktijken en institutionele collusie. De lichamen van vrouwen, vooral die van gemarginaliseerde gemeenschappen, zijn het doelwit van continu geweld, van de baarmoeder tot het graf, dat bijdraagt aan de bestendiging van mannelijke overheersing en de instandhouding van hiërarchieën op basis van kaste, religie, sociale klasse, verwantschap, enzovoort (Alternatives Sud, 2021).
Vandaag, met de ‘volkspartij’ (BJP) aan de macht, krijgt geweld, net als in het verleden met de andere partijen, onvoldoende aandacht van de autoriteiten.
Het komt zelfs voor dat politie en veiligheidstroepen als eerste toestaan dat folteraars hun werk doen of dat vrouwen op straat of tijdens vreedzame demonstraties worden gebrutaliseerd.
De straffeloosheid is nog sterker in gemilitariseerde regio’s als Kasjmir, Manipur en de noordoostelijke deelstaten. In deze conflictgebieden maken isolement en gebrek aan transparantie mogelijk dat seksueel geweld en misbruik kunnen uitbreiden.
🇮🇳 #India : Narendra Modi Is Preparing New Attacks on Democratic Rights.
Favorite to win the #elections launched this week, Modi has prepared a new round of repressive policies to consolidate his Hindu chauvinist project.
By Achin Vanaik in @jacobin.
➡️https://t.co/34Deadrtv9 pic.twitter.com/iv513c6uvD— Centre tricontinental (@CETRI_) May 1, 2024
De instellingen die door de staat worden opgezet dragen bij aan deze (re)productie van een symbolische en sociale orde. Men zou kunnen verwachten dat ze een deel van de oplossing zouden zijn, maar vaak bestendigen ze net vormen van geweld tegen vrouwen.
Echter, de ordehandhavers zijn, zoals het rechtssysteem, geen ‘neutrale’ instanties die boven de ongeschreven regels van mannelijke dominantie staan. Ze zijn er net een deel van.
Het Indiase rechtssysteem slaagt er dan ook niet in om vrouwen recht te doen. Het gerecht betoont maar al te vaak een vorm van medeplichtigheid met de daders van gendergerelateerd geweld door de autoriteitspersonen (van dorpshoofden tot de top van de staat)[1].
Economische participatie van vrouwen
De arbeidsparticipatie van vrouwen, die in 2014 al laag was, is tijdens de twee ambtstermijnen van Modi nog verder gedaald. Het is een van de laagste ter wereld (The Wire, 2023), wat de toenemende marginalisering van de vrouwelijke beroepsbevolking in de Indiase economie onderstreept.
Sinds de liberalisering van de economie in de jaren negentig is het percentage van de arbeidsprticipatie gekelderd van bijna 30 procent drie decennia geleden tot ongeveer 17 procent in 2018.
De laatste 4-5 jaar gaat de trend terug in stijgende lijn, maar dat is niet de facto goed nieuws. Het kan verklaard worden door de arbeid die steeds meer jonge vrouwen alleen doen op het platteland.
Hun intrede op de arbeidsmarkt is cyclisch. In tijden van crisis gaan ze meer werken om het inkomensverlies goed te maken. Vrouwen nemen dan laagbetaalde banen aan onder zware arbeidsomstandigheden, die ze weer verlaten zodra de situatie verbetert en de economie weer aantrekt.
Deze in- en uitstroom onderstreept de rol die vrouwen als opvanger van schokken in arme huishoudens spelen tijdens periodes van economische recessie (Bhandare, 2024). De toenemende bijdrage van vrouwen aan de arbeidsmarkt betekent dus concreet “een moeilijke levensstijl en druk op de bestaansmiddelen, in plaats van een situatie van vooruitgang en overvloed.
Deze trend weerspiegelt zich ook in het fenomeen van de rurale ontwikkeling, dat wil zeggen de afname van het aandeel van banen in de stedelijke industriële en dienstensectoren, wat resulteert in een groeiende afhankelijkheid van de plattelandssectoren” (Sinha, 2023).
Vrouwen hebben ook te maken met de “Patrilocal Trap” (Evans, 2023), die alleenstaande vrouwen ervan weerhoudt buitenshuis te gaan werken vanwege het “onbewaakte contact met mannen dat hun reputatie zou kunnen schaden” (Taub, 2023).
Zonder middelen om in hun levensonderhoud te voorzien en zonder “passend werk” stappen veel vrouwen in een huwelijk onder sociale druk, waarna ze gebonden zijn aan hun schoonfamilie en onder het juk leven van een soms gewelddadige echtgenoot.
Politieke vertegenwoordiging van vrouwen
De hindoenationalisten van de BJP hebben ook herhaaldelijk verklaard dat ze ‘anders’ zijn dan andere partijen wat de politieke vertegenwoordiging van vrouwen betreft.
Ze wezen daarvoor op de verkiezing van Droupadi Murmu, de eerste vrouwelijke president uit een Adivasi-gemeenschap[2], de hoger dan gebruikelijke vertegenwoordiging van vrouwen in het Lagerhuis (de Lok Sabha) van het parlement met een meerderheid van de BJP en de goedkeuring van een grondwetswijziging in september 2023 die 33 procent van de parlementszetels reserveert voor vrouwen.
De ultranationalisten hebben zich ingespannen om vrouwen aan te moedigen lid te worden van de partij of van de kring van Hindoe-nationalistische organisaties die dicht bij de regering staan, in het bijzonder het Nationaal Comité van Vrouwelijke Vrijwilligers. Er werden ook initiatieven genomen om hun status als cruciale electorale basis te verhogen.
De populariteit van Modi en het succes van zijn partij zijn in de loop der jaren gegroeid onder Indiase vrouwen, tot het punt waarop de BJP bij de algemene verkiezingen van 2019 de partij werd met het hoogste aantal vrouwelijke stemmen.
Bij de regionale verkiezingen van 2022 in vijf van de 28 deelstaten, stemden meer vrouwen dan mannen op de BJP (Barooah Pisharoty, 2022).
De interesse van de BJP in vrouwen is dus onmiskenbaar. Dit betekent echter niet dat de partij zich inzet voor hun “bevrijding” of van plan is om gendergelijkheid te realiseren.
Vrouwenrechten worden door de BJP geïnstrumentaliseerd. Genderkwesties worden gekaapt door de Indiase leiders om hun discours te legitimeren, hun autoriteit te doen gelden en hun politieke agenda te dienen.
Quota voor vrouwen in het parlement
De goedkeuring van het wetsontwerp dat quota reserveert voor vrouwen in parlementaire vergaderingen is een duidelijk voorbeeld van het paradoxale gebruik van “de zaak van de vrouw”.
Het wetsvoorstel, dat voor het eerst was ingediend in 1996, is de afgelopen drie decennia onderwerp geweest van felle debatten, zonder ooit een meerderheid te behalen. Ondanks dit lange en bewogen traject werd het uiteindelijk bijna unaniem aangenomen in september 2023, amper twee dagen na zijn indiening.
Deze goedkeuring was niet het resultaat van een plotselinge convergentie van meningen over de tekst. Het was het resultaat van een politieke “coup” georchestreerd door de regering-Modi in haar eigen voordeel. Er was vooraf geen enkele discussie of overleg toegestaan over deze wet.
Dit wetsvoorstel verscheen niet in het Staatsblad op de ochtend dat het werd ingediend. Het werd dus, net als vele andere voorstellen, er door “gebulldozerd” omdat de Modi-regering daartoe had besloten. Dit illustreert nog meer verzwakking van het parlement en de wurggreep van de uitvoerende macht op de wetgevende macht illustreert.
Hoewel de goedkeuring van deze wet op het eerste gezicht reden tot vreugde is, roept ze dus ook een aantal vragen op. Eerst en vooral is er de kwestie dat deze ‘betere’ vertegenwoordiging van vrouwen plaatsgrijpt in een verzwakt parlement met weinig bewegingsruimte.
Op welke politieke veranderingen ten gunste van gelijkheid kan worden gehoopt in een context die nauwelijks bevorderlijk is voor de eerbiediging van mensenrechten en democratische rechten, een context waarin het leiderschap van het land expert is geworden in de kunst van ‘democratisch praten, autocratisch handelen’?
Ten tweede is de uitvoering van deze wet niet zonder problemen. De vaststelling van quota werd gekoppeld aan een algemene volkstelling, waarvan de datum nog niet is vastgesteld en die onderwerp is van debat tussen de meerderheidspartijen en de oppositie. Tot slot de laatste vraag: waarom zo’n haast om deze wet aan te nemen?
De redenen die de premier ertoe hebben aangezet om op deze manier te handelen, zijn vooral opportunistisch en electoraal. Quota voor vrouwen zijn een oude verkiezingsbelofte van de BJP en het wetsvoorstel werd aangenomen aan de vooravond van de verkiezingen van 2024. De timing was dus perfect.
Modi wilde ook over een paradepaardje beschikken om mensen samen te brengen voor de inhuldiging van het nieuwe parlementsgebouw ter gelegenheid van 75 jaar onafhankelijkheid van India. Wat is daar beter voor dan deze Women’s Reservation Bill?
Dit voedt het narratief van een “nieuw India” met een “glorieuze toekomst” waarin vrouwen een plaats hebben. Maar wat is die plaats in feite? Hoe bekijkt de partij het concept van gendergelijkheid?
Normatief discours, morele orde
Modi, de sterke man van het land geniet zeer brede steun onder de bevolking. Hij postuleert het bestaan van een Indiaas seksueel model dat vrouwen en mannen herleidt tot traditionele en culturele karakteristieken.
Het hindoe-nationalisme verdedigt een “beschavingsagenda” die seksuele kwesties politiseert. Het is gebaseerd op regressieve gendernormen en een traditioneel patriarchaal model. Het propageert een “respectabele” hindoeïstische vrouwelijke identiteit die de moraliteit en zuiverheid van het gezin en de natie hoort te belichamen.
Vrouwen uit de meerderheid van de bevolking die achter Modi staat, krijgen te horen dat ze zich moeten conformeren aan traditionele gedragscodes en moeten optreden als beschermers tegen een verdorven moraal.
Om hun zogenaamd bedreigde identiteit te behouden, menen veel mannelijke en vrouwelijke activisten dat het “de goddelijke plicht van Hindoe-vrouwen is, niet alleen om kinderen ter wereld te brengen die de Hindoe Rashtra (de Hindoe-staat) zullen dienen, maar ook om hen de ‘samskar’, of ‘sociale waarden’, mee te geven die zullen bijdragen aan het proces van de opbouw van de Hindoe-natie” (Dhingra, 2023).
De verdorvenheid van de moraal en de strijd om waarden zijn thema’s die het autoritaire regime van India gebruikt om status en legitimiteit te verwerven. Ze stellen Modi niet alleen in staat om zich op te werpen als een bolwerk van de Indiase identiteit tegenover de verspreiding van westerse waarden die als “decadent” en “neokoloniaal” worden beschouwd, maar ook om op te komen tegen de vermeende “bedreiging” van de vrouwenrechten door de islam.
In dit discours worden moslimvrouwen systematisch gestigmatiseerd als weerloze slachtoffers, mishandeld door moslimmannen, die worden voorgesteld als vrouwenhaters en roofzuchtigen.
Laten we twee voorbeelden nemen van het misbruik van vrouwenrechten. Ten eerste de absurde “triple talaq”-wet, die een vorm van echtscheiding onder moslims strafbaar stelde (Leroy, 2018). Deze tekst was nooit bedoeld om moslimvrouwen te beschermen, aangezien de procedure al ongeldig en juridisch nietig was verklaard!
Dit initiatief, gesteund door Modi, was meer gericht op het denigreren van de islamitische traditie, die werd voorgesteld als onderdrukkend en seksistisch, in tegenstelling tot de hindoeïstische cultuur die werd beschreven als deugdzaam en die respect voor “haar” vrouwen garandeert.
Ten tweede voerden extreemrechtse hindoewachten operaties uit tegen de “liefdesjihad”. Deze zijn gebaseerd op het idee dat moslimmannen verraderlijke en vijandige wezens zijn die Hindoevrouwen willen verleiden om hen te bekeren en de Indiase samenleving te islamiseren. In deze islamofobe kruistocht zijn moslimmannen gelyncht en in het openbaar gedood zonder dat de daders van deze haatmisdaden ooit zijn vervolgd.
Conclusie
Modi’s zelfbenoemde retoriek van “redder van de vrouw” is onderdeel van een nationalistische uitsluitingsagenda. Vrouwenrechten zijn niet zijn prioriteit, maar er wordt rekening mee gehouden zolang ze de belangen van zijn partij en zijn regering dienen.
Voor de BJP is handelen in naam van de vrouw vaak “een bijzonder effectief legitimerend discours” gebleken (Idem). Op het moment dat vrouwenbewegingen (van alle religies, kasten of klassen) de politieke agenda van de regeringspartij in twijfel trokken, hebben de “beschermende” impulsen van de regering echter, zoals verwacht, geleid tot woeste repressie.
Dit was te zien in Shaheen Bagh, toen moslimvrouwen weigerden de rol van het “goede slachtoffer” op zich te nemen door te vechten tegen de wijziging van de wet op het staatsburgerschap, of toen vrouwen uit de meerderheidsgroep de sociale en gendernormen verwierpen die aan hen werden opgelegd.
Modi’s herverkiezing voor een derde termijn roept cruciale vragen op over vrouwenrechten. Terwijl de sterke man van het land zal blijven pleiten voor hindoe-suprematie en de uitsluiting van minderheden, zullen vrouwenbewegingen hun inspanningen moeten verdubbelen om hun stem te laten horen, solidariteit en een verenigende dynamiek te creëren om hun rechten te verdedigen en zich te verzetten tegen discriminerend beleid.
Het artikel Inde: au nom de droits des femmes werd vertaald door Ann Dejaeghere
Notes:
[1] Voorbeelden te over: de vrijlating van de verkrachters van Bilkis Bani, het slachtoffer van een groepsverkrachting tijdens de moslimpogrom in Gujarat in 2002, Modi’s stilzwijgen over de seksuele aanrandingen in Manipur, de intimidatie van Indiase worstelvrouwen die intimidatie aankloegen door de voorzitter van de Indiase worstelbond, die tevens BJP-parlementslid is.
[2] De president heeft in India een protocollaire functie zonder echte macht, omdat hij/zij verplicht is het advies van de eerste minister op te volgen, die verantwoording verschuldigd is aan het parlement en samen met de regering de uitvoerende macht heeft. De Adivasi zijn heterogene groep die wordt beschouwd als de oorspronkelijke bevolking van het Indisch subcontinent.