Amerikaanse Big Tech-bedrijven hebben in wezen de wereld gekoloniseerd. De digitale infrastructuur waarop de moderne economie in bijna elk land op aarde is gestoeld, is eigendom van en wordt gecontroleerd door een handjevol monopolies, grotendeels gevestigd in Silicon Valley.
Net zoals de feodale heren in het middeleeuwse Europa al het land bezaten, en bijna alle andere mensen lijfeigenen waren die hun rug braken om voedsel voor hun meesters te produceren, zo fungeren de Amerikaanse Big Tech-monopolies van de eenentwintigste eeuw als corporate feodale heren, die al het digitale land controleren waarop de digitale economie is gebaseerd.
Elk ander bedrijf — niet alleen de kleine, maar zelfs relatief grote bedrijven — moet huur betalen aan deze leenheren. Amazon ontvangt meer dan de helft van de inkomsten van de verkopers op zijn platform, volgens een studie van het e-commerce inlichtingenbedrijf Marketplace Pulse.
Amazons aandeel in de opbrengst van zijn verkopers steeg gestaag van ongeveer 35 procent in 2016 tot iets meer dan de helft vanaf 2022.
In feite bepaalt Amazon de prijs van een product op de markt door gebruik te maken van de beruchte buy box. Het platform verwijdert de knop om op te drukken, als een gebruiker een product verkoopt voor een hogere prijs dan die op concurrerende websites.
Bij een duizelingwekkende 80 tot 90 procent van de aankopen op Amazon wordt gebruik gemaakt van de buy box. Als een bedrijf dus niet de prijs vermeldt die Amazon verlangt, krijgt het de buy box niet en zal de verkoop dalen.
Neoklassieke economen veroordeelden steeds opnieuw de inefficiëntie van de centrale planning in de Sovjet-Unie, maar hebben blijkbaar geen kritiek op de feitelijke prijsbepaling door neofeodale bedrijfsmonopolies zoals Amazon.
Een monopolist uit de twintigste eeuw zou graag de controle hebben verworven over de levering van bijvoorbeeld koelkasten in een land. Maar de Big Tech-monopolisten van de eenentwintigste eeuw gaan nog een stap verder en controleren alle digitale infrastructuur die nodig is om die koelkasten te kopen — van het internet zelf tot de software, cloud hosting, apps, betalingssystemen en zelfs de bezorgdienst.
Deze neofeodale bedrijfsheren domineren niet slechts een of een paar verwante markten; ze beheersen de wereldmarkt. Ze kunnen complete markten creëren en vernietigen.
Hun monopolistische controle reikt veel verder dan één land, tot bijna de hele wereld. Als een concurrent erin slaagt een nieuw product te creëren, kunnen de Amerikaanse Big Tech-monopolies het laten verdwijnen.
Stel je voor dat je een ondernemer bent. Je ontwikkelt een product, ontwerpt een website en biedt het aan voor online verkoop. Maar dan zoek je ernaar op Google, en het verschijnt niet. In plaats daarvan beveelt Google een ander, vergelijkbaar product aan in de zoekresultaten. Dit is niet hypothetisch; het gebeurt al.
Amazon doet precies hetzelfde: het promoot Amazon Prime producten bovenaan de zoekresultaten. En als een ander product goed verkoopt, kopieert Amazon het soms, maakt er zijn eigen versie van en dreigt de oorspronkelijke verkoper failliet te laten gaan.
Reuters meldde in 2021: “Een goudmijn aan interne Amazon-documenten onthult hoe de e-commerce gigant een systematische campagne voerde om producten na te maken en de zoekresultaten te manipuleren om zijn eigen productlijnen te promoten.” Dit gebeurde in India, maar verkopers in andere landen hebben Amazon ervan beschuldigd hetzelfde te doen.
(Speelgoedfabrikant Molson Hart maakte een fascinerende documentaire die de dystopische monopoliemacht van Amazon illustreert. Hij interviewde eigenaren van kleine bedrijven wiens producten werden weggeduwd door de megaonderneming).
Amazon is machtiger dan een negentiende-eeuwse roofridder zich kon voorstellen. Het brengt exorbitante kosten in rekening aan leveranciers die goederen verkopen op zijn platform (goederen waarbij Amazon geen enkele rol speelde in de creatie ervan) en kopieert hun product door een eigen versie te produceren als dat winstgevend lijkt.
Het neofeodale eerbetoon van Apple
Dit probleem gaat veel verder dan Amazon alleen. Apple, het grootste bedrijf op aarde qua marktkapitalisatie (3,41 biljoen dollar op 1 augustus 2024), gebruikt veel van dezelfde tactieken.
Amazon, dat meer dan 50 procent van de inkomsten opstrijkt van de verkopers die zijn platform gebruiken, kan dat op zijn minst nog proberen te rechtvaardigen met het argument dat deze forse vergoedingen de kosten van reclame en fulfillment (d.w.z. opslag, verwerking, levering, enz.) omvatten.
Apple, aan de andere kant, brengt maar liefst 30 procent kosten in rekening op alle aankopen die worden gedaan in apps die via de iOS-winkel zijn gedownload.
Met andere woorden: als een gebruiker van een iPhone, iPad of Mac via de App Store een app downloadt voor een derde partij, vraagt Apple 30 procent huur voor de activiteiten uitgevoerd door die andere bedrijven, ondanks het feit dat Apple met die hele handel niets te maken heeft. De andere bedrijven beheren de commercie en onderhouden hun apps; Apple is slechts de neofeodale heer die zijn eerbetoon opeist.
In een absoluut schandalige aankondiging in augustus, onthulde de crowdfundingwebsite Patreon dat Apple 30 procent opeist van de inkomsten van alle nieuwe lidmaatschappen die via de iOS-app worden geregistreerd.
Apple levert geen significante dienst, het stelt mensen gewoon in staat om een app te downloaden die het zelf niet beheert. Het enige wat Apple doet, is de app hosten. Het is een digitale verhuurder. Maar omdat Apple het monopolie heeft, kan het 30 procent van de inkomsten opstrijken die ontwerpers op Patreon ontvangen voor al hun harde werk.
Patreon brengt zelf al 8 tot 12 procent van de inkomsten van gebruikers in rekening. Nu wil Apple nog eens 30 procent extra.
Wij van het Geopolitical Economy Report koesteren uiteraard enig eigenbelang bij dit debat: als onafhankelijk mediakanaal zijn we voor ons werk uitsluitend afhankelijk van donaties van onze lezers, kijkers en luisteraars. We gebruiken Patreon om fondsen te werven voor onze activiteiten. We zijn onze supporters erg dankbaar voor hun vrijgevigheid.
Deze verplichte tienden die worden opgeëist door onze overheersers bij de Big Tech monopolies, hebben een grote economische impact op onafhankelijke journalisten en makers zoals wij, onze vrienden en collega’s.
Maar de Patreon-vergoedingen van Apple zijn slechts één voorbeeld van een groot probleem dat niet alleen de Verenigde Staten, maar het grootste deel van de wereldeconomie teistert. Het is het perfecte symbool van de toekomst van de economie: neofeodaal winstbejag door bedrijfsmonopolies.
Neo-feodalisme
In een artikel uit 2012 getiteld The Road to Debt Deflation, Debt Peonage, and Neofeudalism schreef Hudson het volgende:
“Het eindproduct van het huidige Westerse kapitalisme is een neorentenier economie — precies wat het industriële kapitalisme en de klassieke economen wilden vervangen gedurende het progressieve tijdperk van het einde van de negentiende tot het begin van de twintigste eeuw.
Een financiële klasse heeft de rol overgenomen die landheren vroeger speelden — een klasse die leeft van speciale privileges. Economische winst wordt nu hoofdzakelijk uitgekeerd als rente. Deze afzetterij verbreekt de circulaire stroom tussen productie en consumptie en veroorzaakt economische inkrimping — een tegenovergestelde dynamiek van de oorspronkelijke impuls door het industriële kapitalisme. Het ‘wonder van de samengestelde interest’, nu versterkt door de creatie van fiatkredieten, kannibaliseert zowel het industriële kapitaal als het rendement op arbeid.”
Recent heeft de econoom Yanis Varoufakis dit systeem ‘techno-feodalisme’ genoemd en in 2024 een boek onder deze titel gepubliceerd.
Nutsbedrijven en geprivatiseerde digitale infrastructuur
Hoe zijn deze monopolies zo machtig geworden?
Het begon allemaal met Amerikaanse Big Tech bedrijven die aanvankelijk zogenaamd ‘gratis’ diensten aanboden (betaald door de verkoop van informatie over de gebruikers). Deze ‘gratis’ platforms evolueerden snel tot monopolies en waren zo diep in de economie verankerd dat ze digitale, zij het geprivatiseerde nutsbedrijven werden.
Een twintigste-eeuwse economie had nutsvoorzieningen nodig zoals een elektriciteitsnet, watercentrales, riolering, en snelwegen. Deze natuurlijke monopolies zouden zich in overheidshanden moeten bevinden en door de staat worden geleverd als publieke goederen om rentenierschap door corporate landheren te voorkomen.
(Natuurlijk hebben neoliberalen er lang naar gestreefd om ook deze openbare voorzieningen te privatiseren en zijn ze daar in sommige landen ook in geslaagd — met onvermijdelijk desastreuze gevolgen, zoals torenhoge rekeningen en rioolwater dat in het geprivatiseerde watersysteem van het Verenigd Koninkrijk wordt gedumpt).
Een economie van de eenentwintigste eeuw heeft al deze basisvoorzieningen nodig plus een nieuwe digitale infrastructuur. Maar het zit zo: alle noodzakelijke digitale infrastructuur waarop onze economie berust, is geprivatiseerd! Er zijn internetproviders, Microsoft Windows, iOS, Apple App Store, Play Store, Google, Amazon, YouTube, Facebook, Instagram, WhatsApp, Apple Pay, Google Pay, enz.
Dan is er nog de infrastructuur van de cloud waar apps en websites gebruik van maken, die wordt gedomineerd door enkele, vooral Amerikaanse bedrijven. Amazon Web Services (AWS) had 31 procent van het wereldwijde marktaandeel vanaf het eerste kwartaal van 2024, gevolgd door 25 procent voor Microsoft Azure en 11 procent voor Google Cloud.
Samen beheersen deze drie grote Amerikaanse bedrijven in Silicon Valley 67 procent van de wereldwijde markt voor cloudcomputing. Dit is een soort van monopolistische wurggreep op het internet zelf.
Veel succes met het runnen van een moderne economie, in welk land dan ook, zonder deze geprivatiseerde internetproviders, besturingssystemen, appstores, sociale media-apps, berichtenapps, enz.
Deze digitale infrastructuur is nu bijna even belangrijk als openbare voorzieningen zoals het elektriciteits- en waternet.
Als je een klein bedrijf wilt opzetten, zul je vrijwel zeker heel snel failliet gaan als je Amazon niet gebruikt om je product te verkopen; Apple App Store of Google Play Store om uw app te downloaden; Facebook, Instagram en YouTube om uw product of dienst op de markt te brengen; of WhatsApp om een bestelling te plaatsen (vooral in vele landen in het Globale Zuiden, waar WhatsApp gebruikelijker is dan in de VS).
Dan hebben we het nog niet eens over particuliere ISP’s voor een internetverbinding, of particuliere telecommunicatiebedrijven die hoge datakosten in rekening brengen.
Als je bedrijf een app ontwerpt die niet beschikbaar is in de Apple App Store of Google Play Store, kun je net zo goed niet bestaan. Veel succes met het downloaden ervan door de overgrote meerderheid van jouw klantenbestand.
Nu de monopolies van de Amerikaanse Big Tech zonder echte concurrenten diep verankerd zijn in het weefsel van de wereldeconomie, drijven ze de huurprijs op. Het gebeurt overal. De vergoeding van 30 procent door Apple voor aankopen gedaan in apps gedownload in de App Store, is nog maar het begin.
Deze Big Tech monopolisten zijn in werkelijkheid digitale verhuurders. Zij bezitten het terrein waarop de rest van de digitale economie is gestoeld. Zij zijn de eenentwintigste-eeuwse versie van de feodale heren uit het Middeleeuwse Europa, die eigenaar waren van het land waarop lijfeigenen zwoegden.
Nu vragen deze neofeodale bedrijfseigenaren steeds hogere vergoedingen voor het gebruik van hun ‘gratis’ infrastructuur.
Monopoliekapitaal
Paul Sweezy en Paul Baran schreven in de jaren 1960 al over het Amerikaanse monopoliekapitalisme.
Rudolf Hilferding beschreef in zijn opus Finance Capital uit 1910 de snelle groei van de monopolies in het begin van de twintigste eeuw, wat op zijn beurt Lenins analyse van het imperialisme inspireerde.
Maar in de eenentwintigste eeuw is het Amerikaanse monopoliekapitaal mondiaal geworden en werd het grootste deel van de wereld erdoor gekoloniseerd.
Uber is het schoolvoorbeeld. Toen Uber voor het eerst op het toneel verscheen, probeerde het de taxivakbonden in de grote steden kapot te maken door zeer lage tarieven in rekening te brengen. Ritten waren zo goedkoop dat Uber jarenlang verlieslatend was.
Maar dankzij de goedkope leningen die in het tijdperk van ZIRP (nul-rentebeleid) werden verstrekt, kon Uber zijn schulden blijven doorschuiven, met verlies opereren en zijn concurrenten ondermijnen in een moordende strijd om marktdominantie.
Nadat Uber met succes de taxi-industrie in de grote steden (met veel vakbonden) had vernietigd en een monopolie had gevestigd, verhoogde het zijn tarieven. Er was niet echt sprake van noemenswaardige concurrentie. (In 2023 domineerde Uber 74 procent van de Amerikaanse markt, vergeleken met slechts 26 procent voor Lyft.)
Uber verspreidde dit monopoliemodel ook wereldwijd en voerde een oorlog van verschroeide aarde tegen taxivakbonden in tientallen landen.
Techno-feodalisme en de nieuwe koude oorlog van Washington tegen China
Het enige grote land waarvan de economie niet volledig door de Amerikaanse Big Tech werd gekoloniseerd, is China. Daar waren de leiders van de Communistische Partij verstandig genoeg om te beseffen dat ze hun eigen elektronische infrastructuur moesten ontwikkelen om digitale soevereiniteit te behouden, zodat ze niet volledig afhankelijk werden van de Amerikaanse monopolies.
Dit is een van de redenen voor de nieuwe koude oorlog van Washington tegen Peking: in plaats van Google is Baidu de belangrijkste zoekmachine in China. In plaats van YouTube (eigendom van Google) heeft China Bilibili. In plaats van Facebook en Twitter, Weibo. In plaats van Instagram is er Xiaohongshu. In plaats van Amazon zijn er bedrijven als Taobao en Jingdong (ook bekend als JD.com).
In plaats van WhatsApp of andere berichtenapps gebruikt China WeChat — dat samen met AliPay ook wordt gebruikt voor betalingen, als alternatief voor Google Pay en Apple Pay. Vervolgens creëerde China natuurlijk TikTok, een van de populairste sociale-mediaplatforms ter wereld. (Hoewel China zijn eigen aparte versie heeft, genaamd Douyin.)
TikTok werd zelfs zo populair — wat de hegemonie van Silicon Valley bedreigde — dat de Amerikaanse regering aankondigde de app te verbieden, tenzij het moederbedrijf ByteDance ermee instemde TikTok aan een Amerikaans bedrijf te verkopen. Washington tolereert geen concurrenten van zijn Big Tech monopolies.
In zijn boek uit 2024 over ‘techno-feodalisme’ beschreef econoom Yanis Varoufakis deze nieuwe vorm van gemonopoliseerd technologisch kapitaal als ‘cloudkapitaal’, eigendom van oligarchen die hij ‘cloudalisten’ noemde.
Varoufakis merkte op dat Amazon niet alleen de markt domineert; het bedrijf creëert vraag naar producten waarvan klanten niet eens wisten dat ze bestonden, door het algoritme te manipuleren.
Hoewel ik het niet altijd eens ben met Varoufakis, vooral wat betreft zijn kritiek op China, deel ik grotendeels zijn analyse van het techno-feodalisme.
Varoufakis heeft absoluut gelijk als hij zegt dat een van de factoren die de nieuwe koude oorlog van Washington tegen Peking aandrijven, de wens is van de Amerikaanse Big Tech monopolies om hun enige concurrenten te vernietigen, die toevallig Chinees zijn.
Zoals Varoufakis opmerkt:
“Nu cloudkapitaal het aardse kapitaal domineert, eist het behoud van de Amerikaanse hegemonie meer dan te voorkomen dat buitenlandse kapitalisten Amerikaanse kapitalistische conglomeraten opkopen, zoals Boeing en General Electric. In een wereld waar het cloudkapitaal mondiaal en grenzeloos is en in staat om de cloudhuur van om het even waar over te hevelen, vereist het behoud van de Amerikaanse hegemonie een directe confrontatie met de enige cloudalistische klasse die geldt als een bedreiging voor hun eigen klasse: die van China.”
Ik ben het niet eens met Varoufakis’ bewering dat China, net als de VS, techno-feodaal aan het worden is. Er is een fundamenteel onderscheid tussen de twee: in de VS controleert het kapitaal de staat, in China controleert de staat het kapitaal.
In China’s unieke systeem, waarnaar gerefereerd wordt als een socialistische markteconomie en ‘socialisme met Chinese kenmerken’, is grofweg een derde van het bbp afkomstig van enorme staatsbedrijven (SOE’s), die geconcentreerd zijn in de meest strategische sectoren van de economie zoals het bankwezen, de bouw, de infrastructuur, het transport en de telecommunicatie.
Hoewel het zo is dat vele technologiebedrijven in China op papier privaat zijn, is de realiteit veel gecompliceerder. De Chinese overheid heeft een krachtig ‘gouden aandeel’ (officieel bekend als een ‘speciaal managementaandeel’) in grote bedrijven als Alibaba en Tencent, waardoor zij het vetorecht heeft over belangrijke beslissingen.
Hoewel deze grote technologiebedrijven misschien geen volledige staatseigendom zijn, zorgt de Chinese socialistische regering ervoor dat ze handelen in het belang van het land en het volk, en niet alleen in dat van rijke aandeelhouders. Het Amerikaanse systeem is precies het tegenovergestelde. Grote bedrijven controleren de overheid en creëren een beleid ten gunste van vermogende aandeelhouders.
Sommige socialisten houden niet van de termen ‘neofeodalisme’ of ‘techno-feodalisme’, omdat ze bang zijn dat dit de aandacht afleidt van de ernstige problemen veroorzaakt door het kapitalisme.
Maar deze concepten zijn niet vergelijkbaar met het zogenaamde ‘vriendjeskapitalisme’ of ‘bedrijfskapitalisme’ — wat inderdaad eufemismen zijn voor het gewone, oude kapitalisme — omdat ze daadwerkelijk in de echte wereld bestaan.
Het neofeodalisme lijkt steeds meer op een verschillende, afzonderlijke productiewijze. Ja, het kapitalisme heeft in het monopolietijdperk weinig betekenisvolle concurrentie gekend, maar de markten waarop deze bedrijven actief waren, werden nog steeds grotendeels begrensd door de openbare nutsbedrijven.
Walmart kon lokale winkels failliet laten gaan, maar het kon niet effectief voorkomen dat mensen naar andere plaatsen reizen om producten van concurrenten te kopen. Amazon en Google kunnen dat in principe wel.
Het kapitalisme was aanvankelijk een progressieve kracht in vergelijking met het feodalisme. Marx en Engels schreven halverwege de negentiende eeuw hoe “de bourgeoisie, historisch beschouwd, een zeer revolutionaire rol heeft gespeeld” bij het omverwerpen van de feodale orde.
“De bourgeoisie heeft, waar ze ook de overhand heeft gekregen, een einde gemaakt aan alle feodale, patriarchale, idyllische verhoudingen”, schreven ze in Het Communistisch manifest, eraan toevoegend dat de kapitalistische klasse “meedogenloos de bonte feodale banden heeft verscheurd die de mens aan zijn ‘natuurlijke superieuren’ bond, en heeft geen enkel ander verband tussen mensen overgelaten dan naakt eigenbelang, dan gevoelloze ‘contante betaling’.”
Maar deze progressieve elementen van het kapitalisme zijn in het monopolietijdperk zo sterk uitgehold dat op winst beluste megabedrijven de samenleving terug hebben gesleept naar een meer primitieve productiewijze.
Het fanatisme uit het neoliberale tijdperk heeft tot zulke excessen geleid dat vandaag, onder het neofeodalisme van de eenentwintigste eeuw, de samenleving zelf is geprivatiseerd.
Nationaliseer de digitale nutsvoorzieningen
De oplossing is duidelijk: de digitale infrastructuur waarop de moderne economie is gestoeld, moet genationaliseerd worden en omgezet in openbare voorzieningen, net zoals water, elektriciteit en snelwegen.
Dat gezegd zijnde, zelfs indien de Amerikaanse overheid de Big Tech bedrijven in Silicon Valley zou nationaliseren, is het probleem van het gebrek aan digitale soevereiniteit in andere landen niet opgelost.
Indien Amazon, Apple, Google en Meta werden genationaliseerd, zou dit nog steeds betekenen dat de Verenigde Staten een enorme macht kunnen uitoefenen over landen waarvan de economie afhankelijk is van een door de VS gecontroleerde digitale infrastructuur (die opnieuw bijna alle landen ter wereld omvat, met de nobele uitzondering van China).
Het is niet realistisch dat elk land op aarde zijn eigen sociale-mediaplatforms en zoekmachines zou creëren. Dit zou ook een aparte reeks problemen opleveren, en het moeilijker maken voor mensen om te communiceren met hun vrienden, familieleden, collega’s en klanten in een sterk geglobaliseerde wereld.
In plaats daarvan zouden deze digitale nutsbedrijven mondiaal kunnen blijven, maar andere landen zouden de lokale dochterondernemingen en/of activiteiten van deze Big Tech bedrijven kunnen nationaliseren. Hoe dat precies mogelijk is, moet nog worden uitgewerkt.
Misschien is het antwoord te vinden in het vreemde gedoe van Apple in Ierland. Het Amerikaanse Big Tech monopolie rapporteert zijn winsten vooral in Ierland, waar het vennootschapsbelastingtarief van 12,5 procent lager is dan dat van de VS.
In 2022 rapporteerde de Ierse dochteronderneming van Apple meer dan 69 miljard dollar aan winst en betaalde slechts 7,7 miljard dollar aan belastingen. Maar het gaf 20,7 miljard dollar aan dividenden aan het Californische moederbedrijf.
Als Apple wil dat de wereld gelooft dat zijn activiteiten in Ierland zoveel belangrijker zijn dan die in de VS, is het dan werkelijk een Amerikaans bedrijf, of een Iers?
Het antwoord is natuurlijk dat Apple mondiaal is, zoals de meeste grote multinationals. Elk land waarin deze monopolies opereren zou dus het recht moeten hebben om zijn soevereiniteit te verdedigen en zijn lokale dochterondernemingen te nationaliseren.
Dit is een ernstig probleem waarover wereldwijd gedebatteerd moet worden. Er bestaan waarschijnlijk wel enkele potentiële, creatieve oplossingen. Maar dat is een onderwerp voor een heel ander artikel.
Dit artikel verscheen op Geopolitical Economy. Vertaling Hanna Vandercammen