Ik hoor het al van ver komen: “Niet alles draait om kleur, Hanane.” Was het maar zo. Het negeren van kleur is net zo problematisch als het constant overbelichten ervan.
‘Ik zie geen kleur’ vs ‘Ik zie te veel kleur’
Er lijken zich twee extremen voor te doen bij witte mensen en hun ruimtelijk bewustzijn. Enerzijds zijn er mensen die een acuut tekort hebben aan dit bewustzijn. Ze gaan niet uit de weg, noch geven ze ruimte.
Sterker nog, ze belemmeren je soms zonder enige twijfel of gêne. Alsof het de normaalste zaak is om tegen iemand aan te botsen zonder je te verontschuldigen, of mijn persoonlijke grootste ergernis: alsof het normaal is om tegen iemands rug gekleefd te staan en in hun nek te hijgen terwijl je in een rij staat.
De uitspraak “ik zie geen kleur” lijkt net iets te letterlijk te worden genomen, waardoor ze ons letterlijk niet meer zien staan. Deze zogenaamde blindheid voor sociale verschillen versterkt ze juist. Ruimte geven en ruimte nemen zijn geen banaliteiten. Het heeft altijd een hiërarchie getoond. En dat doet het nu nog steeds. Op de meest slinkse manieren.
Het negeren van kleur is net zo problematisch als het constant overbelichten ervan
Anderzijds zien sommigen juist te veel kleur, wat resulteert in een soort hyper zichtbaarheid. Als persoon van kleur hebben we allemaal wel een anekdote over iemand die opzettelijk de straat oversteekt om je niet te hoeven kruisen, of iemand die weigert naast je te zitten in de bus of trein, zelfs als dit betekent dat ze de hele rit ongemakkelijk recht moeten staan. Dit zijn micro-agressies. Ze gaan niet ongezien en zeker niet ‘on-gevoeld’ voorbij.
Micro-agressies zijn geniepig. Ze durven je soms te laten twijfelen aan jezelf. Alsof je overdrijft, alles te veel analyseert en van alles een probleem probeert te maken.
Tot je de verhalen deelt met andere mensen van kleur en beseft dat er gemeenschappelijke factoren zijn. Ben je zoals ik, en begin je ook fanatiek van alles op te zoeken, dan is er niks zo geruststellend als artikelen en onderzoek terugvinden die je ongemakkelijke ervaringen bevestigen. Het toont namelijk aan dat mijn gevoel terecht is en het meer is dan ‘gewoon’ een persoonlijk ongemak.
Onzichtbare grenzen
Alle vormen van sociaal gedrag zijn patronen die we direct of indirect aanleren. Ruimtelijk bewustzijn bij mensen van kleur gaat verder dan constant voor iedereen fysiek uit de weg gaan. We houden ons in het algemeen onbewust voortdurend bezig met hoe we door ‘de ander’ worden gezien en of we al dan niet te luid of lastig zijn.
In theorie zijn alle openbare ruimtes openbaar, maar de praktijk heeft het ruimtelijk bewustzijn dat in ons is gedrild ons bewust gemaakt dat sommige ruimtes alleen openbaar zijn voor specifieke groepen. Dit geldt niet alleen voor mensen van kleur, maar voor iedereen die van de norm afwijkt.
Denk bijvoorbeeld aan daklozen. Als samenleving hebben we besloten dat we ze niet in ons straatbeeld willen zien, want we willen alles behalve geconfronteerd worden met de lelijke waarheid dat we niet genoeg voor elkaar zorgen als samenleving. Dit leidt tot ‘vijandige’ architectuur, ook bekend als anti-daklozen-architectuur, zoals bankjes met extra armleuningen zodat er zeker niemand op kan slapen.
Het is net deze vanzelfsprekendheid die het grootste gevaar vormt
En dan hebben we het nog niet eens gehad over mensen met beperkte mobiliteit en hoe zij ruimtelijke moeilijkheden ervaren. Dit allemaal om aan te tonen dat er naast het emotionele aspect van ruimtelijk bewustzijn, ook fysieke manifestaties in onze samenleving terug te vinden zijn die de kloof alleen maar vergroten. Het probeert ons te dwingen om deze kloof en de hiërarchie die ermee gepaard gaat als een vanzelfsprekendheid te doen aannemen. Het is net deze vanzelfsprekendheid die het grootste gevaar vormt.
Als je mij zou vragen waarom witte mensen een tekort aan ruimtelijk bewustzijn lijken te hebben, zou mijn instinctieve antwoord zijn dat het te maken heeft met de historische drang om ruimte toe te willen eigenen. Dit heeft zich op de één of andere manier dan doorgesijpeld in alledaagse bewegingen waar we niet meer bij stilstaan. Is dit niet iets te kort door de bocht hoor ik je denken, maar is dat wel zo?
Zo bestond er bijvoorbeeld tot het begin van de twintigste eeuw in de Verenigde Staten tijdens de Jim Crow-periode de informele regel dat zwarte mensen verplicht waren om opzij te gaan voor witte mensen. De gevolgen waren ernstig als ze dit niet deden. Met de gedeelde geschiedenis van het Westen en de uitgewisselde ideeën, inclusief gedrag, is het plots veel minder vergezocht dan gedacht. Want opnieuw, alle vormen van sociaal gedrag zijn patronen die we direct of indirect aanleren. Het goede nieuws: wat aangeleerd wordt, kunnen we ook afleren.
Challenge accepted
Toen ik op het perron stond en opzij schoof om plaats te maken voor de man die ongegeneerd mijn plaats wilde opeisen, zei ik niets. Nadat ik mijn gedachten had geordend en besefte dat het geen vanzelfsprekendheid zou moeten zijn dat ik me bezighield met zijn ruimtelijke bewustzijn, terwijl hij mij niet eens leek te zien staan, was het al te laat. De trein was toegekomen en de man verdween in een wagon. Maar het is niet te laat om dubieuze patronen te herkennen en te doorbreken.
Het is niet te laat om dubieuze patronen te herkennen en te doorbreken
Ik heb dan ook een nieuwe challenge voor mijn mensen van kleur: ga een week lang niet automatisch uit de weg voor mensen die je in de publieke ruimte kruist. Ik garandeer je dat je tegen het einde van de week her en der blauwe plekken zult hebben van de verschillende ellebogen en schouders die je hebt moeten ontvangen, gecombineerd met verontwaardigde blikken van (witte) mensen die verwachten dat jij uit de weg gaat, verbijsterd dat je dat niet hebt gedaan.
Net zoals alle maatschappelijke onderwerpen is het gelaagder en complexer dan het lijkt. Als witte vrouw kan je namelijk exact hetzelfde experiment uitvoeren en een week lang niet automatisch uit de weg gaan voor mannen. Je zal letterlijk en figuurlijk tegen hetzelfde resultaat stoten. Het komt neer op dezelfde vanzelfsprekendheid: bepaalde groepen verwachten dat minderheden en vrouwen altijd en overal aan hun noden tegemoetkomen.
Laat me duidelijk zijn, ik zeg niet dat je niet hoffelijk moet zijn voor anderen en al helemaal niet dat elke botsing of slechte inschatting van ruimte daarom altijd sociaal geladen is. Zie je! Zelfs online probeer ik rekening te houden met het ruimtelijk bewustzijn om zeker te zijn dat ik niemand schoffeer en om te voorkomen dat iemand de verkeerde woorden in mijn mond legt. Nochtans ben ik een grote voorstander van rekening houden met elkaar, maar het moet wederkerig zijn.
Wat ik wil zeggen tegen mijn witte medemensen is: wees bewuster bezig met ruimte. En tegen mijn mensen van kleur wil ik zeggen: neem wat vaker ongegeneerd plaats in!
Hanane El Kadouri (23) is studente Conflict and Development Studies aan de UGent.