Gaza oktober 2023. Foto: Wafa (Q2915969)/ CC BY-SA 3.0 DEED
Jonathan Cook, Declassified,

De handen van de westerse media zijn bevlekt met het bloed van Gaza

De afgelopen vijf maanden zijn verhelderend geweest. Wat verborgen had moeten blijven is aan het licht gekomen. Wat verdoezeld had moeten worden, is scherp in beeld gekomen. De liberale democratie is niet wat ze lijkt.

donderdag 4 april 2024 16:03
Spread the love

 

Ze heeft zichzelf altijd gedefinieerd door zich te contrasteren met wat ze niet is. Waar andere regimes wreed zijn, is zij humanitair. Waar anderen autoritair zijn, is zij open en tolerant. Waar anderen crimineel zijn, is zij gezagsgetrouw. Waar anderen oorlogszuchtig zijn, zoekt zij vrede. Althans, zo stellen het de handboeken van de liberale democratie.

Maar hoe kun je dat blijven geloven als ‘s werelds toonaangevende liberale democratieën – steevast “het Westen” genoemd – medeplichtig zijn aan de misdaad der misdaden: genocide?

Het gaat niet om zomaar een overtreding van de wet of een misdrijf, het gaat om de uitroeiing van een volk. En het gaat niet bij verrassing. Het gebeurt niet zo verbluffend snel dat we niet eens de tijd hebben om de ernst en de omvang van de misdaad in ons op te nemen en af te wegen. Neen, het gaat verder in slow motion, dag na dag, week na week, maand na maand.

Wat voor waardensysteem kan vijf maanden lang toestaan dat kinderen worden verpletterd onder puin, dat fragiele lichamen worden opgeblazen, dat baby’s wegkwijnen? Kan dat waardensysteem in die context blijven beweren humanitair, tolerant en vredelievend te zijn?

Het staat dit alles bovendien niet alleen toe, het werkt er actief aan mee, want levert het niet de bommen die deze kinderen aan stukken blazen of de huizen op hen laten instorten? Levert het niet de raketten die de enige hulporganisatie bestookt die hopeloos probeert mensen in leven te houden.

Het antwoord lijkt te liggen in het ware waardensysteem van het Westen. Het masker is niet alleen afgevallen, het is afgerukt. En wat er onder ligt is lelijk om aan te zien.

Verdorvenheid, open en bloot

Het Westen probeert wanhopig de schijn op te houden. En wanneer de verdorvenheid van het Westen in zijn volle glorie zichtbaar wordt, probeert men de publieke aandacht af te leiden naar de volgens hen écht slechte mensen.

Ze krijgen ook een naam. Ze heten Rusland. Ze heten Al Qaeda en Islamitische Staat. Ze heten China. En op dit moment heten ze ook Hamas.

Er moet immers een vijand zijn. Maar deze keer is het eigen westerse kwaad zo moeilijk te verhullen en de vijand zo schamel – een paar duizend ondergrondse strijders in een gevangenis die al 17 jaar belegerd wordt – dat de asymmetrie nog moeilijk te negeren valt. Westerse excuses zijn moeilijk door te slikken.

Is Hamas echt zo slecht, zo sluw, zo’n grote bedreiging dat er een massaslachting nodig is? Gelooft het Westen echt dat de aanval van 7 oktober het doden, verminken en verwezen van vele, vele tienduizenden kinderen rechtvaardigt als reactie?

Om dergelijke gedachten de kop in te drukken, hebben de westerse elites twee dingen gedaan. Ten eerste hebben ze geprobeerd hun publiek ervan te overtuigen dat de gruwel waar ze aan meewerken niet zo erg is als hij eruit ziet. En vervolgens omschrijven ze het kwaad dat door de vijand werd/wordt aangericht als zó uitzonderlijk, als zó gewetenloos dat een dergelijke reactie gerechtvaardigd is.

En dat is precies de rol die de westerse media de afgelopen vijf maanden hebben gespeeld.

Uitgehongerd door Israël

Om te begrijpen hoe het Westerse publiek wordt gemanipuleerd, volstaat het naar de berichtgeving te kijken. We weten wat we van de rechtse pers mogen verwachten, maar hoe zit het met de zogenaamd progressieve pers?

Hoe zijn die media omgegaan met de 2,3 miljoen Palestijnen in Gaza die geleidelijk verhongeren door een Israëlische blokkade van alle hulp – een actie die duidelijk geen enkel militair doel heeft behalve wrede wraak nemen op Palestijnse burgers? Per slot van rekening zullen de Hamas-strijders het langer uithouden dan de jongeren, de zieken en de ouderen in elk soort van barbaarse oorlog die Gaza voedsel, water en medicijnen ontzegt.

Een kop in de New York Times, bijvoorbeeld, vertelde de lezers vorige maand, “Hongersnood achtervolgt kinderen van Gaza,” alsof het om een hongersnood in Afrika ging; om een natuurramp, of om een onverwachte humanitaire ramp. Ging het hier dan niet om een beleid dat van tevoren was uitgestippeld en zorgvuldig wordt georkestreerd door de Israëlische top?

De Financial Times bood dezelfde perverse framing: “Hongersnood achtervolgt kinderen van Noord-Gaza”. Maar het is niet die hongersnood die een actieve rol speelt in Gaza. De hongersnood is een gevolg van het Israëlisch beleid. Het is Israël dat ervoor kiest de kinderen van Gaza uit te hongeren. Het bijt zich hardnekkig vast in dat beleid, elke dag opnieuw. Bovendien is Israël zich volledig bewust van de verschrikkelijke prijs die de Palestijnse bevolking moet betalen.

Het is Israël dat ervoor kiest de kinderen van Gaza uit te hongeren

Het hoofd van Medical Aid for Palestinians waarschuwde over de ontwikkelingen in Gaza: “Kinderen worden uitgehongerd aan het hoogste tempo dat de wereld ooit heeft gezien.”

Vorige week verklaarde Unicef, het Noodfonds van de Verenigde Naties voor Kinderen, dat een derde van de kinderen onder de twee jaar in het noorden van Gaza acuut ondervoed is. De uitvoerend directeur, Catherine Russell, was duidelijk: “Een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren is de enige kans om kinderlevens te redden en een einde te maken aan hun lijden.”

Als het echt ging om een totaal onverwachte hongersnood in plaats van om de uithongering die Israël nu oplegt, zou de machteloosheid van het Westen nog enigszins begrijpelijk kunnen zijn. Allicht proberen de media hun lezers die conclusie voor te kauwen.

Maar het Westen is niet machteloos. Het Westen wordt niet in snelheid gepakt. Het maakt deze misdaad tegen de menselijkheid gewoon mogelijk – dag na dag, week na week. En het doet dat door te weigeren zijn macht in te zetten om Israël te straffen. Het weigert zelfs te dreigen alle hulp stop te zetten.

Maar het gaat nog verder: de VS en Europa hebben Israël geholpen om de kinderen van Gaza uit te hongeren door de financiering te blokkeren van de VN-vluchtelingenorganisatie UNRWA, de belangrijkste humanitaire levensader in de enclave.

Dit alles wordt verdoezeld, doelbewust verdoezeld door krantenkoppen die het agentschap voor hongerende kinderen – Israël – veranderen tot een abstract zelfstandig naamwoord in plaats van tot een land met een groot, wraakzuchtig leger.

Aanval op hulpkonvooi

Dit soort misleiding is overal terug te vinden en ze is doelbewust. Het is een draaiboek dat door alle westerse media wordt gebruikt. Het was maar al te zichtbaar toen een hulpkonvooi vorige maand Gaza City bereikte, waar de door Israël veroorzaakte hongersnood het meest extreem is.

In wat bij de Palestijnen ondertussen bekend staat als het ‘Bloedbad van de Bloem’, schoot Israël in een grote menigte die wanhopig probeerde voedselpakketten vast te krijgen uit een zeldzaam hulpkonvooi. Meer dan 100 Palestijnen werden gedood door geweervuur of verpletterd door Israëlische tanks. Anderen werden aangereden door de vrachtwagens die probeerden te ontkomen. Vele honderden Palestijnen raakten ernstig gewond.

Het ging om een Israëlische oorlogsmisdaad – schieten op burgers – die bovenop een andere Israëlische misdaad tegen de menselijkheid kwam: de verhongering van twee miljoen burgers.

Deze Israëlische aanval op de mensen die op hulp wachten was geen uitzondering

Deze Israëlische aanval op de mensen die op hulp wachten was geen uitzondering. Het is al verschillende keren gebeurd, hoewel je het nauwelijks te weten kwam door de schaarse berichtgeving. Het is bijna niet te bevatten hoe verdorven het is om hulpkonvooien als valstrik te gebruiken om Palestijnen de dood in te lokken.

Maar dat is niet de reden waarom de krantenkoppen dit afschuwelijke incident zo uniform benaderden en waarom zij de Israëlische misdaad verdoezelden of verzachtten.   Voor elke respectabele journalist had de kop vanzelfsprekend moeten luiden: “Israël beschuldigd van doden van meer dan 100 mensen terwijl menigte op hulp wacht.” Of: “Israël schiet op menigte bij hulpkonvooi. Honderden doden en gewonden”.

Maar dat soort koppen zou Israël – dat Gaza al meer dan een halve eeuw bezet en de afgelopen 17 jaar ook nog eens belegert – de schuld geven van de dood van de mensen die het onderdrukt en belegert.  En laat dat nu uitgerekend onpubliceerbaar zijn voor de westerse media. Dus moest de aandacht ergens anders op worden gericht.

BBC verdraaiingen

De verdraaiingen van The Guardian waren bijzonder spectaculair: “Biden zegt: doden bij voedselhulp in Gaza bemoeilijken besprekingen over staakt-het-vuren”.

Het bloedbad dat door Israël was aangericht, verdween in het mysterieuze “doden bij voedselhulp”. Dat werd op zijn beurt nog eens ondergeschikt gemaakt aan de focus van The Guardian op de diplomatieke fall-out.

Door die kop werden de lezers in de veronderstelling gebracht dat de echte slachtoffers niet de honderden Palestijnen waren die door Israël waren gedood en verminkt. Neen, het ging om de vrijlating van de Israëlische gijzelaars: hun kansen om te worden vrijgelaten waren plots “bemoeilijkt” door “doden bij voedselhulp”.

De kop van een BBC-analyse van dezelfde oorlogsmisdaad – geherformuleerd als een  “tragedie” met onbekende dader – herhaalde de truc van de New York Times: “Angst voor hongersnood leidt tot tragedie in Gaza”.

Een ander favoriet manoeuvre, wederom gepionierd door The Guardian, betreft het verdoezelen van de verantwoordelijkheid voor een duidelijke oorlogsmisdaad. De kop op de voorpagina luidde: “Meer dan 100 Palestijnen sterven in chaos rond hulpkonvooi Gaza”.

Israël was niet eens meer aanwezig op de plaats delict. Erger nog, zelfs de plaats delict werd verwijderd. Palestijnen “stierven” blijkbaar als gevolg van de slechte organisatie van het hulpkonvooi. Wie weet was UNRWA wel de schuldige?

Chaos en verwarring werden nuttige refreinen voor mediakanalen die erop gebrand waren om de schuldige in de doofpot te stoppen. De Washington Post kopte: “Chaotische hulpverlening dodelijk. Israëlische en Gazaanse functionarissen schuiven schuld af op elkaar”. CNN volgde dezelfde lijn en verlaagde een oorlogsmisdaad tot een “chaotisch incident”.

Maar zelfs deze tekortkomingen waren nog beter dan de snel tanende interesse van de media naarmate het aantal Israëls bloedbaden op hulpzoekende Palestijnen routine werd– en daardoor moeilijker te mystificeren.

Een paar dagen na “het Bloedbad van de Bloem” doodde een Israëlische luchtaanval tegen een hulpkonvooi in Deir al-Balah minstens negen Palestijnen. Vorige week kwamen meer dan 20 hongerige Palestijnen om het leven door geweerschoten van Israëlische helikopters terwijl ze op hulp stonden te wachten.

“Voedselhulpgerelateerde” bloedbaden – die al snel net zo “normaal” werden als de Israëlische invallen in ziekenhuizen – kregen algauw geen serieuze aandacht meer. Een zoekopdracht suggereert dat de BBC online geen noemenswaardige aandacht meer besteedde aan beide incidenten.

De show van de voedseldroppings

Ondertussen hebben de media Washington handig bijgestaan in de verschillende manieren om de aandacht af te leiden van de gezamenlijke Israëlische misdaden tegen de menselijkheid. Dat Israël een hongersnood organiseert in Gaza wordt nog eens verergerd door het feit dat de VS en Europa de UNRWA hebben gedefinancierd. Het gaat hier dus om de enige organisatie die de hongersnood nog kon lenigen.

Britse en VS-omroepen schaarden zich wel opgewonden achter hun vliegtuigbemanningen die tegen hoge kosten met zware transportvliegtuigen over de sGazaanse tranden vlogen om eenmalige kant-en-klare maaltijden te droppen voor de uitgehongerde Palestijnen daar beneden.

Omdat er dagelijks vele honderden ladingen vrachtwagenhulp nodig zijn om te voorkomen dat Gaza verder wegzakt in de hongersnood, waren de droppings niet veel meer dan theater. Elke dropping leverde in het beste geval een enkele vrachtwagenlading hulp op – en dan nog alleen als de paletten niet in zee vielen of de Palestijnen verpletterden voor wie ze bedoeld waren.

Deze operatie verdient weinig meer dan hoon

Afgewisseld met uitingen van bezorgdheid over hoe moeilijk het wel was om de “humanitaire crisis” in Gaza aan te pakken, leidden dramatische beelden van heldhaftige piloten, erg efficiënt de aandacht van de kijkers af. De belangstelling werd niet alleen afgeleid van de nutteloosheid van de operaties, maar ook van het feit dat, als het Westen echt vastbesloten was om te helpen, het Israël veel beter had kunnen dwingen meer hulp via een landcorridor toe te laten.

De media werden ook in beslag genomen door het tweede, nog meer bizarre plan van de regering Biden om hongerende Palestijnen te helpen. De VS gaat een tijdelijke, drijvende pier bouwen voor de kust van Gaza zodat hulpgoederen vanuit Cyprus kunnen worden aangevoerd.

Het plan lekt aan alle kanten. Het duurt twee maanden of langer om de pier te bouwen, terwijl de hulp nu nodig is. In Cyprus, net als bij de grensovergangen naar Gaza, zal Israël de leiding hebben over de voorafgaande inspecties en laat dat nu precies de belangrijkste oorzaak zijn van oponthoud.

En als de VS nu vinden dat Gaza een haven nodig heeft, waarom dan niet ook meteen aan de slag voor een meer permanente haven?

Het antwoord zou het publiek natuurlijk kunnen herinneren aan de situatie van voor 7 oktober, toen Gaza 17 jaar lang werd belegerd door Israël – de context die de aanval van Hamas inspireerde; een context waar de westerse media nooit ruimte voor vinden.

Tientallen jaren lang heeft Israël Gaza elke verbinding met de buitenwereld ontzegd die het niet kan controleren. Het verhinderde ook de bouw van een zeehaven en bombardeerde de enige luchthaven van de enclave in 2001, kort nadat ze was geopend.

Tegelijkertijd wordt in de mediaberichtgeving kritiekloos geaccepteerd dat Israël Gaza weliswaar niet langer bezet houdt, maar het sinds 2005 wél vanop afstand doet.

Wat als Washington zou besluiten die invloed effectief aan te wenden en zijn miljardenhulp zou stopzetten?

Nogmaals, de VS hebben beslissende invloed op Israël, het is immers een VS-cliëntstaat. Wat als Washington zou besluiten die invloed effectief aan te wenden en zijn miljardenhulp zou stopzetten? Wat als het zou ophouden zijn diplomatieke veto te gebruiken dat het zo regelmatig hanteert namens Israël?

De vraag die door de media gesteld moet worden bij elk stuk over “hongersnood in Gaza” is waarom de VS die invloed niet gebruiken.

In een typisch stuk onder de kop “Hoe de VS een pier plant om voedsel naar Gaza te brengen”, negeerde de BBC het groter geheel om enthousiast in te gaan op de details van de “enorme logistieke” en “veiligheidsuitdagingen” waar Bidens project vast mee te maken krijgt.

Het artikel verwees naar precedenten, van noodhulpoperaties in Somalië en Haïti tot de landing in Normandië tijdens D-Day in de Tweede Wereldoorlog.

Geloofwaardige journalisten

Ter ondersteuning van al deze afleidingsmanoeuvres moesten de media ook de wreedheden van de Hamasaanval van 7 oktober benadrukken. Er viel niet te ontsnappen aan de noodzaak om die organisatie bij elke gelegenheid te veroordelen. Stel je voor dat je die misdaad niet zou afzetten tegen wat dan nog ergere Israëlische wreedheden zouden lijken.

Dat alles eist een ongewoon grote dosis goedgelovigheid van journalisten die zich gewoonlijk als hardvochtige sceptici presenteren.

Baby’s die worden onthoofd, of in ovens worden gestopt, of aan waslijnen worden opgehangen. Geen enkel verzonnen schandaal van Hamas was te onwaarschijnlijk om niet op de voorpagina te belanden. Toen later bleek dat het om verzonnen berichten ging, werden ze geschrapt en werd er verder over gezwegen. Had niet elke verslaggever die bekend is met de manier waarop propagandisten oorlogsmist spuiten iets kritischer moeten berichten?

Op dezelfde manier heeft het hele westerse perskorps maanden van onthullingen in de Israëlische media angstvallig genegeerd. Het ging om onthullingen die de verantwoordelijkheid voor enkele van de gruwelijkste incidenten van 7 oktober – zoals het verbranden van honderden lichamen – van de schouders van Hamas naar die van Israël verschoven.

Westerse media merkten de betekenis van de Israëlische woordvoerder Mark Regev niet op toen die toegaf dat het aantal Israëlische doden van 7 oktober met 200 moest worden verminderd omdat veel van de zwaar verkoolde stoffelijke overschotten Hamas-strijders bleken te zijn.

Getuigenissen van Israëlische commandanten en functionarissen tonen aan dat de Israëlische strijdkrachten, verblind door de Hamas-aanval, wild om zich heen schoten met tankgranaten en Hellfire-raketten, waarbij Hamas-strijders en hun Israëlische gevangenen zonder onderscheid werden verkoold. De opgestapelde verbrande auto’s die werden geshowd als een visueel teken van Hamassadisme leverden in feite het bewijs van – op zijn best – de incompetentie van Israël en – op zijn slechtst – van Israëls wreedheid.

Noch The Guardian, noch de BBC leken bij hun berichtgeving over 7 oktober op de hoogte van het geheime militaire protocol dat aan de basis lag van de Israëlische tactiek. Ze zwegen over de beruchte Hannibal-procedure die moest voorkomen dat Israëliërs gevangen worden genomen.

Ondanks hun eindeloze herhalingen van de gebeurtenissen van 7 oktober, vond geen van beide het nodig verslag te doen van de groeiende eisen van Israëlische families voor een onderzoek naar de dood van hun geliefden ten gevolge van de Israëlische Hannibal-procedure.

Noch de BBC, noch The Guardian hebben bericht over de opmerkingen van het diensthoofd van de ethische vleugel van het Israëlische leger, Prof. Asa Kasher. HIj betreurde dat het leger op 7 oktober zijn toevlucht had genomen tot de Hannibal-procedure en omschreef die reactie als “afschuwelijk” en “onwettig”.

Massaverkrachtingen?

In plaats daarvan hebben progressieve westerse media herhaaldelijk beweerd dat ze over bewijzen beschikken – die ze niet willen delen – dat Hamas zijn strijders de opdracht gaf verkrachting systematisch als oorlogswapen te gebruiken. De nauwelijks verholen implicatie is dat dergelijke, diepgaande verdorvenheid de omvang en de wreedheid van Israëls reactie niet alleen verklaart, maar mogelijk ook rechtvaardigt.

Merk op dat deze bewering iets heel anders is dan het argument dat er op 7 oktober mogelijks gevallen van verkrachting waren.

Daar is een goede reden voor: Er zijn immers ook aanwijzingen dat Israëlische soldaten regelmatig verkrachting en seksueel geweld gebruiken tegen Palestijnen. Een VN-rapport in februari over beschuldigingen dat Israëlische soldaten en functionarissen sinds 7 oktober seksueel geweld tegen Palestijnse vrouwen en meisjes hebben gebruikt als wapen, leidde echter niet tot de krantenkoppen en de verontwaardiging van de westerse media over Hamas.

Om aannemelijk te maken dat Hamas die dag de regels van de oorlog heeft veranderd, is een veel grotere afwijking en zondigheid vereist. En de progressieve westerse media hebben gewillig hun rol gespeeld door beweringen over massale, systematische verkrachtingen door Hamas te recyclen, gecombineerd met lugubere beweringen over necrofiele perversiteiten – terwijl iedereen die om bewijs vraagt, wordt afgedaan als iemand die dergelijke bestialiteiten vergoelijkt.

Maar de beweringen van de progressieve media over “massale verkrachtingen” door Hamas – begonnen met een agendabepalend stuk van de New York Times en weken later overgenomen door The Guardian – zijn bij nader inzien in elkaar gestuikt.

Onafhankelijke media zoals Mondoweiss, Electronic Intifada, Grayzone en anderen hebben geleidelijk aan het verhaal over de massale verkrachtingen door Hamas naar de prullenmand verwezen.

Maar misschien wel het meest schadelijke van alles, is een onderzoek van The Intercept dat onthulde dat de senior redacteuren van de Times een beginnende Israëlische journaliste rekruteerden om het veldwerk te doen. De vrouw is een voormalige Israëlische inlichtingenofficier met een geschiedenis van steunverlening aan genocidale verklaringen tegen de Gazanen.

Nog schokkender is dat het de redactie van die krant was die haar onder druk zette om dat specifieke verhaal te brengen. In strijd met de onderzoeksnormen werd het verhaal omgekeerd gemanipuleerd: het werd opgelegd van bovenaf, niet gevonden door verslaggeving ter plaatse.

Samenzwering van de stilte

Het verhaal van de New York Times verscheen eind december onder de kop “’Gillen zonder Woorden’: Hoe Hamas op 7 oktober seksueel geweld inzette als wapen.” Het vervolgverhaal van The Guardian van half januari leunde zo nauw aan bij de berichtgeving van de Times dat de krant beschuldigd werd van plagiaat. De kop was: “Bewijs van systematisch gebruik van verkrachting en seksueel geweld door Hamas tijdens de aanvallen van 7 oktober”.

Maar na een reeks vragen van The Intercept trok een woordvoerder van de New York Times de oorspronkelijke zekerheid snel in. Hij gaf zelfs toe dat “er sprake zou kunnen zijn geweest van systematisch gebruik van seksueel geweld”. Allicht is zelfs deze conclusie nog te sterk.

Gaten in de verslaggeving van de Times bleken al snel zo flagrant dat de populaire dagelijkse podcast, na een eigen feitencontrole, een aflevering schrapte die aan het verhaal was gewijd.

De beginnende NYT-verslaggeefster, Anat Schwartz, heeft ondertussen toegegeven dat ondanks haar speurwerk bij relevante Israëlische instellingen – medische instituten en centra voor opvang van verkrachtingsslachtoffers – ze niemand heeft gevonden die ook maar één voorbeeld van seksueel geweld op die dag kon bevestigen. Ze was ook niet in staat om enige forensische bevestiging te vinden.

Later vertelde ze in een podcast met het Israëlische Channel 12 dat ze het gebrek aan bewijs zag als het bewijs van “een samenzwering van de stilte”.

In plaats daarvan baseerde Schwartz zich op een handvol ongeloofwaardige getuigenverklaringen. Erger nog, hun verklaringen over gevallen van seksueel misbruik bleken niet overeen te komen met de bekende feiten.

Eén paramedicus beweerde bijvoorbeeld dat twee tienermeisjes waren verkracht en vermoord in Kibboets Nahal Oz. Toen duidelijk werd dat niemand daar aan die beschrijving voldeed, veranderde hij de plaats delict naar de Kibboets Be’eri. Ook daar voldeed geen van de doden aan zijn beschrijving.

Toch geloofde Schwartz dat ze eindelijk haar verhaal vast had. Ze vertelde Channel 12: “Eén persoon zag het gebeuren in Be’eri, dus het kan niet om één persoon gaan, want het zijn twee meisjes. Het zijn zussen. Het gebeurde in de kamer. Iets hieraan is systematisch, iets hieraan voelt voor mij dat het geen toeval is.”

Schwartz kreeg verdere bevestiging van Zaka, een particuliere ultraorthodoxe reddingsorganisatie. Van ambtenaren van Zaka was al bekend dat ze de gruweldaden van Hamas op 7 oktober hadden verzonnen, inclusief de verschillende beweringen over verdorven wandaden tegen baby’s.

Geen forensisch bewijs

Hoewel de geruchten gingen dat het verkrachtingswapen door Hamas hoofdzakelijk zou zijn ingezet op het Nova muziekfestival, bleek Schwartz aanvankelijk – en me reden – sceptisch dat er daar sprake zou zijn geweest van enig seksueel geweld.

Zoals Israëlische verslaggeving heeft onthuld, veranderde het festival al snel in een slagveld, waarbij Israëlische veiligheidsagenten en Hamas geweervuur uitwisselden en Israëlische gevechtshelikopters overvlogen en schoten op zowat alles wat bewoog.

Schwartz concludeerde: “Iedereen waarmee ik sprak onder de overlevenden vertelde me over een achtervolging, een soort race, over rennen van hier naar daar. Hoe zouden ze [de tijd hebben gehad] om met een vrouw te rotzooien – dat is onmogelijk. Of je verstopt je, of je sterft. Het gebeurde ook in open lucht, de Nova… zo’n open ruimte.”

Maar Schwartz liet haar scepsis varen van zodra Raz Cohen, een veteraan van de Israëlische speciale strijdkrachten, ermee instemde om met haar te praten. Hij had in eerdere interviews een paar dagen na 7 oktober al beweerd dat hij getuige was geweest van meerdere verkrachtingen bij Nova, waaronder zelfs de verkrachting van lijken.

Maar toen hij met Schwartz sprak, kon hij zich maar één incident herinneren – een gruwelijke aanval waarbij een vrouw werd verkracht en daarna doodgestoken. Hij schreef de verkrachting echter niet toe aan Hamas maar aan vijf burgers, Palestijnen, die Israël binnenstroomden nadat Hamasstrijders door het hek rond Gaza braken. De centrale stelling van de New York Times werd daarmee ondermijnd.

Opmerkelijk genoeg gaf Schwartz tegenover Channel 12 toe dat geen enkele van de vier andere mensen die zich samen met Cohen in de rimboe hadden verstopt, de aanval zagen. “Alle anderen keken een andere richting uit,” zei ze.

En toch wordt Cohens verhaal in de Times bevestigd door Shoam Gueta, een vriend van hem, die sindsdien uitgezonden is naar Gaza waar hij, zoals Intercept opmerkt, video’s post van zichzelf terwijl hij door vernielde Palestijnse huizen snuffelt.

Een andere getuige, alleen geïdentificeerd als Sapir, wordt door Schwartz geciteerd als getuige van de verkrachting van een vrouw bij Nova terwijl haar borst werd geamputeerd met een stanleymes. Dat verhaal stond centraal in het vervolgverslag van The Guardian in januari. Toch is er geen enkel forensisch bewijs geleverd dat dit verhaal ondersteunt.

Verzonnen verhaal

Maar de meest vernietigende kritiek op de verslaggeving van de Times kwam van de familie van Gal Abdush, het belangrijkste slachtoffer in het “Gillen zonder Woorden-verhaal”. Haar ouders en broer beschuldigden de New York Times ervan het verhaal dat ze was verkracht op het Nova festival te hebben verzonnen.

Net voor ze werd gedood door een granaat, had Abdush haar familie nog een bericht gestuurd waarin ze geen melding had gemaakt van een verkrachting of zelfs maar van een directe aanval op haar groep. De familie had geen enkele suggestie gehoord dat verkrachting een factor was in de dood van Abdush.

Een vrouw die de krant foto’s en video’s had bezorgd van Abdush die diezelfde dag nog waren genomen, zei dat Schwartz haar onder druk had gezet om dit verhaal te doen met het argument dat ze hulp zou krijgen van de “Israëlische hasbara” (een Israëlische propagandadienst om het buitenlandse publiek te beïnvloeden).

Schwartz zei dat er volgens het Israëlische ministerie van Welzijn, na 7 oktober, vier overlevenden waren van seksueel geweld. Meer details kwam ze van het ministerie blijkbaar niet te weten.

Begin december, vóór het verhaal in de Times, beloofden Israëlische functionarissen dat ze “tienduizenden getuigenissen van seksueel geweld door Hamas” hadden verzameld. Geen van die getuigenissen is ooit gepubliceerd.

“Er is niets. Er is geen bewijs verzameld op de plaats delict”

Volgens Schwartz’ gesprek met Channel 12 zal dat ook nooit gebeuren. “Er is niets. Er is geen bewijs verzameld op de plaats delict,” zei ze.

Desondanks blijven Israëlische functionarissen de rapporten van de New York Times, The Guardian en andere media gebruiken om de belangrijkste mensenrechtenorganisaties zo ver te krijgen dat ze ermee instemmen dat Hamas systematisch seksueel geweld gebruikt.

Dat kan verklaren waarom de media gretig gebruik maakten van de kans om hun versleten verhaal nieuw leven in te blazen toen VN-functionaris Pramila Patten – speciale vertegenwoordiger voor seksueel geweld in conflicten – enkele van hun in diskrediet gebrachte beweringen opnam in een rapport dat deze maand werd gepubliceerd.

De media negeerden echter vrolijk het feit dat Patten geen onderzoeksmandaat had en dat ze aan het hoofd staat van wat in feite een belangengroep binnen de VN is. Terwijl Israël VN-organen met dergelijke onderzoeksbevoegdheden altijd al heeft tegengewerkt, verwelkomde het land Patten, vermoedelijk in de veronderstelling dat ze plooibaar zou zijn.

In feite deed ze weinig meer dan het herhalen van dezelfde onbewezen Israëlische beweringen die de basis vormden van de in diskrediet gebrachte verslaggeving van de Times en The Guardian.

Verklaringen ingetrokken

Toch had Patten in de kleine lettertjes van haar rapport een belangrijk voorbehoud ingelast; voorbehoud dat de media maar al te graag over het hoofd zagen.

Tijdens een persconferentie herhaalde ze dat ze geen bewijs had gezien van een gedragspatroon van Hamas of van het gebruik van verkrachting als oorlogswapen – precies het omgekeerde van de beweringen die de westerse media al weken benadrukten.

Ze concludeerde in het rapport dat ze niet in staat was om “de prevalentie van seksueel geweld vast te stellen”. Verder gaf ze toe dat het niet duidelijk was of seksueel geweld op 7 oktober de verantwoordelijkheid was van Hamas; van andere groepen of van individuen.

Dit alles werd genegeerd door de media. Op typische wijze bracht The Guardian een artikel over haar rapport met als (flagrant foute) kop: “VN vindt ‘overtuigende informatie’ dat Hamas Israëlische gijzelaars verkracht en gemarteld heeft”.

Patten’s belangrijkste bron van informatie, gaf ze toe, waren Israëlische “nationale instellingen” – staatsambtenaren die er dus alle belang bij hadden haar te misleiden om de Israëlische oorlogsdoelen te bevorderen, zoals ze eerder al hadden gedaan met andere, al te volgzame media.

Zoals de Amerikaanse-Joodse geleerde Normal Finkelstein opmerkte, baseerde Patten zich ook op open bronnen: 5.000 foto’s en 50 uur aan videobeelden van bodycams, dashcams, mobiele telefoons, CCTV- en verkeersbewakingscamera’s. Toch leverde dat visuele bewijs geen enkel beeld van seksueel geweld op. Of zoals Patten het uitdrukte: “Er konden geen tastbare aanwijzingen van verkrachting worden geïdentificeerd.”

Ze gaf toe dat ze geen forensisch bewijs van seksueel geweld had gezien en geen enkele overlevende van verkrachting of aanranding had ontmoet.

Verder merkte ze op dat de getuigen en bronnen waar haar team mee sprak – dezelfde personen waar de media zich op baseerden – onbetrouwbaar bleken. Ze “namen na verloop van tijd een steeds voorzichtiger en omzichtiger houding aan met betrekking tot hun verhalen uit het verleden. In sommige gevallen trokken zij eerder afgelegde verklaringen in”.

Medeplichtigheid aan genocide

Als er iets systematisch blijkt te zijn in dit hele verhaal, dan zijn het de tekortkomingen in de berichtgeving van de westerse media over de genocide die zich in Gaza voltrekt.

Vorige week onthulde een computeranalyse van de berichtgeving van de New York Times dat de krant zich sterk liet beïnvloeden door Israëlische perspectieven, en dat ze dat zelfs bleef doen nadat de dodentol mathematisch aantoonde dat er in Gaza 30 keer zoveel Palestijnen door Israël waren gedood dan dat Hamas Israëli’s had omgebracht op 7 oktober.

De krant citeerde veel vaker Israëli’s en Amerikanen dan Palestijnen, en als er naar Palestijnen werd verwezen, was dat steevast in de passieve vorm.

In Groot-Brittannië heeft het Centrum voor Mediamonitoring van de Britse Moslimraad bijna 177.000 fragmenten van tv-uitzendingen geanalyseerd over de eerste maand na de aanval van 7 oktober. Het ontdekte dat Israëlische perspectieven er drie keer vaker in voorkwamen dan Palestijnse.

Een vergelijkbaar onderzoek door de Glasgow Media Group toonde aan dat journalisten regelmatig afkeurende adjectieven gebruikten voor het doden van Israëli’s (“moorddadig”, “massamoord”, “brute moord” en “genadeloze moord”), maar dat ze dat nooit deden wanneer de slachtoffers Palestijnen waren. “Bloedbaden, “wreedheden” en “slachtingen” werden alleen aangericht tegen Israëli’s, zelden of nooit tegen Palestijnen.

Geconfronteerd met een overduidelijk geval van genocide – een genocide die al maandenlang op televisie wordt uitgezonden – hebben zelfs de progressieve publicaties van de westerse media laten zien dat ze geen serieuze toewijding hebben aan de liberale democratische waarden die ze zogenaamd hoog moeten houden.

De media zijn er om de Israëlische slachtpartij te verhullen en wit te wassen en om ze acceptabel te laten lijken

Ze zijn geen waakhond van de macht, noch van de macht van het Israëlische leger, noch van westerse staten die medeplichtig zijn aan de Israëlische slachting. De media spelen eerder een centrale rol bij het mogelijk maken van dat complot. Ze zijn er om de Israëlische slachtpartij te verhullen en wit te wassen en om ze acceptabel te laten lijken.

De waarheid is dat zonder die hulp Israëls bondgenoten allang tot actie zouden zijn overgegaan om een einde te maken aan de slachting en aan de hongersnood. De handen van de westerse media zijn bevlekt met het bloed van Gaza.

 

Dit artikel verscheen op Declassified, en werd vertaald door Jan Reyniers

Jonathan Cook is auteur van drie boeken over het Israëlisch-Palestijnse conflict en winnaar van de Martha Gellhorn Special Prize for Journalism.

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!