Het vergeten conflict, zo noemt men het geweld dat gaande is in Oost-Congo. Terwijl er de afgelopen 20 jaar miljoenen burgerslachtoffers vielen, lijkt er namelijk bijzonder weinig aandacht voor te zijn bij Westerse media en politici.
Een wespennest?
De interesse is zo gering dat de meeste commentatoren niet eens de moeite doen om te vermelden dat er eigenlijk twee conflicten gelijktijdig plaatsvinden.
Enerzijds is er het conflict in Noord-Kivu, waar vooral de in Oeganda ontstane Allied Democratic Forces (ADF) mensen van hun akkers drijven of in hun huis vermoorden. Anderzijds is er het conflict in het Zuiden dat nu escaleert met de M23 rebellenbeweging die gesteund wordt door Rwanda. Door de belangrijkste aanvoerroutes naar Goma voor voedingsmiddelen en andere levensmiddelen af te snijden organiseren zij een humanitaire catastrofe.
Naast de ADF en de M23 zijn er nog tal van andere kleine en grotere bewegingen en rebellengroepen actief. Die complexiteit is voor veel waarnemers aanleiding om de situatie voor te stellen als ‘een wespennest’ of een niet te ontwarren knoop waarbij het moeilijk is om een eenduidige oorzaak van de problemen te vinden.
Grondstoffen
Nochtans is er weldegelijk een heel heldere rode draad: grondstoffen. Wat dat betreft is Congo rijker dan Europa. “De ondergrondse rijkdom in Congo is echter recht evenredig met de bovengrondse armoede”, legt Reginald Moreels uit. De voormalig CVP-minister is als chirurg actief in Congo.
“De ondergrondse rijkdom in Congo is recht evenredig met de bovengrondse armoede”
Congo herbergt de grootste voorraden van strategische materialen zoals goud, kobalt, niobium, diamanten, tin, tantaal, wolfraam en nog veel meer. De meeste van die voorraden bevinden zich in Oost-Congo, in de provincie Kivu. Het is niet toevallig dat de rebellengroepen daar net actief zijn, grondstoffen roven en op illegale wijze verkopen voor geld waarmee ze zich verder kunnen bewapenen om meer grondstoffen te roven.
Die grondstoffen worden vervolgens via de buurlanden aan lage prijzen verkocht aan westerse multinationals. “Hoe verklaar je dat Rwanda zoveel coltan exporteert, maar geen coltan in zijn bodem heeft?”, stelt Placide Nzilamba een retorische vraag. Hij is technisch secretaris van de provinciale coördinatie van het maatschappelijk middenveld in Noord-Kivu, waar zo’n 700 verschillende verenigingen lid van zijn.

Kivu. Kaart: Milenioscuro, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0
Valse geruchten?
Bij de bevolking in Oost-Congo groeit ondertussen het protest. De bevolking vraagt aandacht voor de humanitaire crisis die ze ondergaan en richt haar daarbij haar pijlen ook op het Westen. “Veel Congolezen zien Rwanda als de politiemacht van het Westen die dient om ons zwak te houden”, legt mensenrechtenactivist en voorzitter van het comité voor de vrede in Noord-Kivu, Tim Kasai, uit.
Mede omdat er tijdens die betogingen ook een Belgische vlag in brand werd gestoken, werden ze dan toch ook opgepikt door de VRT. “Valse geruchten doen de boosheid van de bevolking ten aanzien van het Westen opflakkeren”, zo klonk het daar bij monde van Stijn Vercruysse, Afrikakenner van de openbare omroep.
De schijnbare desinteresse in de humanitaire catastrofe in Oost-Congo gaat samen met de grote interesse in de goedkope grondstoffen die er worden leeggeroofd
Nochtans is die boosheid ook zonder valse geruchten best goed te begrijpen. Daarvoor hoeven we het niet eens te hebben over de geschiedenis van kolonisatie of hoe bewezen is dat ons land medeplichtig is aan de moord op de eerste president van Congo. Het volstaat te kijken naar hoe de schijnbare desinteresse in de humanitaire catastrofe in Oost-Congo samengaat met de grote interesse voor de goedkope grondstoffen die eruit worden leeggeroofd.
EU medeplichtig
Vorige maand nog sloot de Europese Unie een akkoord met Rwanda over de toelevering van kritieke grondstoffen. Concreet gaat het om 34 verschillende metalen die essentieel zijn voor de productie van zaken zoals mobiele telefoons, windturbines, robots en radars. De helft van deze metalen worden als strategische grondstoffen beschouwd, omdat hun vraag de komende jaren zal exploderen.
Toegang tot deze strategische grondstoffen tegen de laagst mogelijke kostprijs is daarom van vitaal belang voor multinationals en voor geïndustrialiseerde economieën. Terwijl Rwanda rebellengroepen steunt in ruil voor grondstoffen, verkoopt het deze grondstoffen vervolgens door aan de EU in ruil voor investeringen in de infrastructuur die nodig is om deze vuile handel te organiseren.
Misschien is dat wel de reden waarom er sprake is van een vergeten conflict, omdat de vaststelling dat onze overheden medeplichtig zijn er één is waarvan bepaalde krachten liever willen dat we ze vergeten.