De opstand tegen het Westen en het nieuwe Azië
Ofschoon het lijkt dat het kolonialisme verleden tijd is, zien we het nu weer centraal staan in het gebied dat al sinds mensenheugenis een sleutelrol speelt in geopolitieke machtsverhoudingen en handelsrelaties: het Midden-Oosten met Jeruzalem als stad die de monotheïstische godsdiensten als hun stad zien en van waaruit nu de haat wordt opgepookt tussen erkenning en miskenning.
De stad waaraan de Duitse schrijver Lessing zijn toneelstuk Nathan der Weise wijdde. Mishra geeft een panoramisch overzicht over wat splijt en verbindt. Hij verschaft inzicht in wat voortkomt uit vernedering en minachting als het gaat over ‘the West and the rest’.
Af en toe kom je van die boeken tegen waarvan je denkt: hoe kan het dat ik daar niet eerder iets over heb gehoord. Daaronder valt het boek dat ik onder de aandacht wil brengen: Op de ruïnes van het imperialisme met als ondertitel: De intellectuelen van de Aziatische wederopbouw.
Het is geschreven door Pankaj Mishra en verscheen in 2017 in een tweede druk, vijf jaar na de eerste Nederlandse vertaling. De vertaling was van de hand van Jan Braks die het boek als ondertitel meegaf: De opstand tegen het Westen en het nieuwe Azië.
Mishra brengt Oosterse intellectuelen in beeld die in de negentiende eeuw, zoals bij ons Marx en Hegel, bepalend waren voor wereld- en levensvisie en van wie het gedachtegoed nog altijd doorwerkt in China, India, Japan en de islamitische landen. De invloed die Kant, Marx en Hegel uitoefenden op wat ‘de moderniteit’ wordt genoemd, zo oefenden met name al-Afghani, Liang Qichao, Kakuzo Okakura (The Awakening of Japan) en Rabindranath Tagore en Mahatma Ghandi deze uit op de ‘Verlichting’ in het Euraziatische en Arabische gebied.
Mishra brengt oosterse intellectuelen in beeld die bepalend waren voor wereld- en levensvisie in China, India, Japan en de islamitische landenZij ondernamen de poging om zowel in eigen land het zelfbewustzijn en de etniciteit te versterken alsmede het Westen begrip bij te brengen wat die Oosterse ‘renaissance’ betekende. Veelal waren ze Westers geschoold maar koppelden die scholing aan eigen traditionele en culturele grondslag. Mishra’s boek is er een waarvan je zegt: chapeau.[1]
Geopolitiek veranderingen
De negentiende eeuw was een eeuw van grote Noord-Amerikaanse en Europese expansies in het Midden en Verre Oosten. Het was de eeuw waarin herstel van eigenwaarde en zelfrespect van buitengesloten volkeren onomkeerbare veranderingen in gang zette.Het was de eeuw waarop de ‘industrieel’ ontwikkelde slavernij werd afgeschaft; het was de eeuw waarin Europa, de Verenigde Staten en het op sterven na dood zijnde Ottomaanse Rijk zich deden gelden bij de verdeling van Afrika op de Koloniale Conferentie in Berlijn en het was de eeuw van revoluties in Zuid-Amerika waarin na het optreden van Napoleon aldaar, volkeren zich probeerden vrij te vechten van imperialistisch overwicht.
Zoals de geschiedenis laat zien, gaat dat altijd op de manier van de Echternachse processie: vooruit en dan weer achteruit waarbij uiteindelijk de weg vooruit niet te stuiten is.
Waar Latijns-Amerika zich in onze eeuw tracht te verenigen onder de noemer van de bevrijdingsfilosofie en Afrika zich inzette op een dekolonisatie van het denken en de negritude, verliepen de revolutionaire ontwikkelingen in de Midden-Oosten en het Verre Oosten geheel anders.
China is na de negentiende eeuw van schaamte uitgegroeid tot een van ‘s wereld grootste mogendhedenOfschoon in Zuid-Amerika en Afrika nog volop sprake is van economische afhankelijkheidsrelaties, politieke corruptie en schuldenlast, lijkt China dat onder Xi Jinping te hebben afgewend.[2] Nieuw contrasterend voorbeeld van die afhankelijkheidsrelaties is het optreden van de econoom Javier Milei als president van Argentinië, die nu bezig is om zijn land in de uitverkoop te doen door privatisering en het vrijbaan geven aan westernization.
Inmiddels is China na de negentiende eeuw van schaamte uitgegroeid tot een van ‘s werelds grootste mogendheden en hebben Aziatische intellectuelen zichzelf op het wereldtoneel geplaatst. Ook zij kunnen denken, zoals jaren geleden Kishore Mahbubani meer dan schamper opmerkte.
Kennen wij die namen?
In zijn boek Op de ruïnes van het imperialisme werkt Pankaj Mishra uit welke intellectuelen grote invloed hadden op veranderingen die wij nu, in onze tijd, in de wereld zien. Een verandering in mensbeeld dat totaal anders is dan dat van een van de belangrijkste Europese denkers van de negentiende eeuw, de filosoof Hegel: ‘De geschiedenis van China vertoont geen ontwikkeling, zodat we ons er verder niet mee bezig hoeven te houden. China en India bevinden zich als het ware buiten de koers van de wereldgeschiedenis’.Hegel: “De geschiedenis van China vertoont geen ontwikkeling, zodat we ons er verder niet mee bezig hoeven te houden”Het is dezelfde denigrerende toon waarop hij sprak over volkeren in Latijns-Amerika en Afrika. Hoe zou dat in de eeuw daarop worden weerlegd? Naast Hegel was Marx een invloedrijk denker in Europa, zoals José Martí het was in Zuid-Amerika en zoals het Ubuntu[3] doorwerkt in het Afrikaanse denken.
Anders dan wij veelal doen, kijkt Mishra niet naar de invloed van het werk van Edward Said als het gaat over de Westerse perceptie van het Oosten – het Oriëntalisme – maar richt hij zijn blik op voor ons veelal onbekende sleutelfiguren in het Oosten.
Zijn boek geeft inzicht in het effect dat de overwinning in 1905 van Japan op Rusland op het gevoel van zelfverzekerdheid en zelfbewustzijn van Aziaten had. Vanaf dat moment begint na de knechting, de wederopstanding in het Euraziatische gebied en de islamistische wereld. Geloofsopvattingen, etniciteit en gevoel voor traditie dat zowel in gesproken als in geschreven taal werd uitgedragen door gedreven denkers, begon aan invloed te winnen. Mondigheid won het van onderdanigheid.
In de islamistische wereld roffelt vooral Jamal al-Din al-Afghani de trommel. Hij is diplomatiek, opportunistisch en weet de aanzet te geven tot een pan-islamitisch denken dat nog altijd doorwerkt. In alles is daarbij Istanboel het scharnierpunt zoals het dat nog altijd is. In Turkije – ooit eeuwenlang centrum van het Ottomaanse Rijk – kruisen de wegen tussen Oost en West. Het is het land dat zich autocratisch plaatst tegenover de grote economische macht van de olierijke Golfstaten maar zich tegelijkertijd verbonden weet met Europa en de NATO. In het oplossen van de huidige conflicten rondom zijn land wil Recep Erdogan meetellen.
Al-Afghani behoorde, zoals Mishra schrijft, ‘tot de nieuwe groep van ontwikkelde leken, de eerste mensen van buiten de traditionalistische wereld van islamistische geleerdheid die zich rekenschap gaven van de neergang waaraan de moslims’ – na de val van Granada en de verdeeldheid tussen soenieten en shjiiten – ‘ten prooi waren.
Als zodanig was hij een voorloper van de Indiër Muhammad Iqbal (filosoof en stichter van Pakistan), de Egyptenaar Sayyid Outb en de Saoediër Osama bin Laden. Hij trachtte islamistische reacties op het Westen met elkaar te verbinden tot een pan-islamisme of pan-arabisme. Hij probeerde een geopenbaarde religie weerbaarder te maken tegen het probleem van de Westerse kennis en macht, en zocht wegen naar de realisatie van een utopische en revolutionaire interpretatie van de islam waarin spiritualiteit en broederschap bindmiddel is.
Liang
Verder oostwaarts zochten India en China een uitweg uit Westerse overheersing. In China vonden op het eind van de negentiende eeuw belangrijke revoluties plaats. Eén daarvan was de zogenaamde Bokser-opstand. De opstand was gericht tegen de buitenlandse aanspraken en de buitenlandse Westerse zendelingen die de Chinese waarden en gewoonten ondermijnden en kwetsten. De opstand preludeerde op het definitieve einde van de Mantsjoe dynastie.In de ogen van de radicale nationalisten was de Mantsjoe- of ‘buitenlandse’ heerschappij over China een groter kwaad dan het Westerse imperialisme’. In aansluiting op de ideeën van Frantz Fanon schreef Zou Rong:
‘Revolutie is een universele wet van de evolutie. Revolutie is een universeel beginsel in de wereld. Revolutie is het wezen van de strijd om overleving of vernietiging in een overgangsperiode. Revolutie geeft gehoor aan de hemel en komt tegemoet aan de behoeften van de mensen. Revolutie verwerpt wat verdorven is en behoudt het goede. Revolutie is een stap voorwaarts van barbarij naar beschaving. Revolutie verandert slaven in meesters.’
“Revolutie is een stap voorwaarts van barbarij naar beschaving. Revolutie verandert slaven in meesters”
Een intellectuele voortrekker in al die ontwikkelingen was Liang Qichao. Hij zou mede de aanzet geven tot het pan-azianisme waarvan heden ten dage invloed zo op geopolitieke machtsverhoudingen inwerkt.
In Aziatische landen gingen het verzet tegen imperialistische machtsuitoefening en het afhankelijk maken van landen door schuldenlast niet zonder slag of stoot. China dankt zijn wederopstanding aan Mao Tse-tung en het pragmatisme van Deng Xiaoping wiens uitspraak: het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, als die maar muizen vangt, gevleugeld werd.
Vietnam, waaruit in 1975 de Amerikanen – net als recent uit Afghanistan – hals over kop vertrokken, weerde zich door toedoen van Hò Chi Min wiens tunnels wellicht een voorbeeld waren voor de Palestijnse Hamás, een beweging die je niet kunt begrijpen zonder weet van de Moslimbroederschap.
Liang schreef het invloedrijke boek: Het boek van de grote gemeenschap. Daarin schetste hij het utopische beeld van een post-nationalistische, harmonieuze samenleving. ‘In de toekomst zou, zo dacht hij, een universele morele gemeenschap ontstaan waarin niet langer onderscheid gemaakt zou worden op grond van ras, etniciteit en taal …’
Wat hij bovenal nodig vond, was een revolutie in het bewustzijn: een ware Nieuwe Cultuur. Iets wat heden ten dage de dekolonisatie van het denken wordt genoemd. Die Nieuwe Cultuur-beweging, die wars was van krijgsheren en imperialisme, ‘zou China de weg wijzen naar de moderniteit’.
Vernedering en minachting voerden in Azië en in islamitische landen tot toenemend antiwesters sentimentLiang nam in 1918 deel aan de Vredesconferentie in Parijs als een van de onofficiële vertegenwoordigers van China. Hij wilde dat de opgelegde schadevergoeding als gevolg van de Bokser-opstand werd geschrapt en hij hoopte dat China zijn plaats kon innemen te midden van soevereine natiestaten die de nieuwe wereldorde vorm zouden gaan geven.
Maar noch China noch Japan kregen een plaats in het overleg toegedeeld. Vernedering en minachting voerden aldus tot toenemend anti-Westers sentiment. Hetzelfde vond plaats in de islamitische invloedssfeer. Daar werd de Koran, zoals al-Afghani het uitdrukte in toenemende mate ‘de beschermer van de bezitloze slaaf’.
Balans of onbalans
De Verenigde Staten kwamen uit de Eerste Wereldoorlog als de grootste financiële macht en zouden vanaf dan een prominente rol op het wereldtoneel gaan spelen en die uiteindelijk – in onze tijd – gaan overspelen.Ze vielen ten prooi aan de arrogantie van de macht zoals eerder Europa dat had gedaan. De Verenigde Staten wilden wereldwijd als politieagent de wereldorde herstellen, een waangedachte die in hun optreden na de Tweede Wereldoorlog nog verder zou doorwerken en waarvan we misschien heden ten dage de laatste stuiptrekkingen zien omdat ook, buiten de toonaangevende media, vele Amerikanen zich tegen het optreden van eigen politici keren.
Luizen in de pels zoals Noam Chomsky krijgen toenemend gehoor. Daarnaast hebben de Verenigde Staten, nadat zij een centrale plaats op het wereldtoneel hadden ingenomen, een achilleshiel: het veelkoppige ‘monster’ van het socialisme. Bij alles dat maar in de verte rook en ruikt naar socialisme moest de kop worden afgehakt.
Maar het is zoals met de Hydra uit de Griekse mythologie: wat afgehakt werd, groeide dubbel terug. Nog altijd werken Mccarthyistische verdachtmakingen door op Noord-Amerikaanse politieke besluitvorming.
In al die ontwikkelingen nam Japan na de overwinning op Rusland in 1905 een bijzondere plaats in. Ook dat land viel ten prooi aan imperialistische grootheidswaan en wist zijn tentakels ver in het Aziatische vasteland uit te steken. Het land speelde in het interbellum een centrale rol in het gebied van de Stille Oceaan en wilde een leidende natie worden in Zuidoost Azië:
‘In ongeveer negentig dagen tijd, te beginnen op 8 december 1941, liep de Japan de koloniale gebieden van Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Nederland in Oost- en Zuidoost-Azië onder de voet. In een verbluffend tempo veroverde het de Filipijnen, Singapore, Malakka, Hongkong. Nederlands-Indië, een groot deel van Siam en Frans-Indochina, en Birma en begin 1942 stonden de Japanse strijdkrachten klaar om de Indiase grens over te trekken. Het is in de geschiedenis zelden voorgekomen dat gevestigde grootmachten zo enorm vernederd werden.’
De verrassingsaanval op Pearl Harbour – op 7 december 1941 – leidde tot de oorlog tussen Japan en de Verenigde Staten en vormde de aanleiding voor Hitler om de oorlog aan de Amerikanen te verklaren.
Na de Tweede Wereldoorlog was het met de onderdanigheid van oosterse landen aan Europese mogendheden gedaanNa de Tweede Wereldoorlog was het met de onderdanigheid van Oosterse landen aan Europese mogendheden gedaan. Het Westen zag niet in wat het ontstaan van nationalisme dat door de Japanners was ontketend, betekende. Ook hadden ze nauwelijks een idee hoe de kritiek op de moderniteit alom in Azië werd gedeeld door zowel liberale intellectuelen en islamistische modernisten als door marxistische revolutionairen en traditionalisten.
‘Het ontstond uit een gedeelde ervaring van Westerse hegemonie en beantwoordde aan een gemeenschappelijke reeks dilemma’s die waren voortgevloeid uit de wereldwijde verbreiding van de culturele, politieke en economische normen en waarden van het Westen, maar hierbij werden daarnaast vragen geherformuleerd die Westerse filosofen al honderden jaren hadden gesteld: Wat is een goed leven? Wat houden gezag, rechtvaardigheid en gelijkheid in? Wat bindt een individu aan de samenleving?’
Tegenover het neoliberalisme van het Westen plaatste zich het traditionalisme van het Oosten waarin, zeker in China harmonie en confuciaanse moraliteit opgang maakte, zoals dat ook gebeurde in de gebieden waar het volksgeloof van de islam leidend was, waar religie sturend werd voor politieke ontwikkelingen.
Zal de wraak zoet zijn?
Pankaj Mishra schreef een boek dat ons Westerlingen inzicht geeft in het intellectuele denken dat in onze geschiedenisboeken nauwelijks besproken wordt. Het zou daarom ook goed zijn eens kennis te nemen van de geschiedenisboeken die leerlingen zowel in China als India als in het Midden-Oosten onder ogen krijgen. Waarin hun waarheid centraal staat.Mishra geeft inzicht in hoe een op marxistische, hindoeïstische en islamitische leest geschoeide Aziatische resurrectie vorm kreeg en hoe een pan-islamitische ideologie in het Midden-Oosten als een veenbrand sluimert. Zijn boek sluit af met een bibliografisch essay waarin de belangrijkste werken over de gebeurtenissen vanaf de negentiende eeuw kort worden gememoreerd.
“De strijd tegen terrorisme is misschien slechts de voorbode van grotere en bloederige conflicten over kostbare hulpbronnen en grondstoffen die onontbeerlijk zijn voor moderniserende en reeds moderne economieën”Een rijke bron voor wie meer wil weten. Daar voorafgaand klinkt in zijn nawoord onder de titel Een ambigue wraak, een niet al te optimistisch vooruitzicht. Zoals hij schrijft:
‘In het eerste decennium (van de eenentwintigste eeuw) heeft de strijd tegen terrorisme al een hoop ellende teweeg gebracht, maar achteraf gezien is dit misschien slechts de voorbode van grotere en bloederige conflicten over kostbare hulpbronnen en grondstoffen die onontbeerlijk zijn voor moderniserende en reeds moderne economieën.
De hoop die het streven naar eindeloze groei voedt – dat miljarden consumenten in India en China zich op een dag dezelfde levensstijl kunnen permitteren als de Europeanen en Amerikanen – is net zo’n absurde en gevaarlijke fantasie als de hersenspinsels van Al Qaida.
Het milieu op aarde zal daardoor nog sneller dan al het geval is ten gronde gaan en onder honderden miljoenen bezitlozen zullen reservoirs van nihilistische woede en teleurstelling ontstaan, het bittere resultaat van de wereldwijde triomf van de Westerse moderniteit, waardoor de wraak van het Oosten iets ambigues en duisters krijgt en het feitelijk louter pyrrusoverwinningen zal blijken te hebben behaald.’
Notes:
[1] Zie daarover ook het boek van de in ons land meer bekende publicist Vijah Prashad: A People’s History of the Third World (New York, 2007)[2] Zie ook in het onlangs in december uitgekomen Filosofie Tijdschrift het interessante artikel: Xi Jinping, Zoon van de Hemel?, geschreven door Rik Pulles (jrg 33, nr.6, 2023)
[3] Ubuntu is een ethische of humanistische filosofie uit het zuidelijke deel van Afrika, die wijst op het gegeven dat je als individu deel uitmaakt van een grotere en belangrijkere relationele, gemeenschappelijke, maatschappelijke, ecologische en spirituele wereld. (nvdr)