Werktijd - vrije tijd. Foto: Carol Green/CC BY-SA 2:0
Boekrecensie - Wil Heeffer

‘Samen leven’ is ‘samen delen’, het nieuwe boek van Guy Standing

Het nieuwe boek 'The Politics of Time, Gaining control in the age of uncertainty' van Guy Standing verschijnt in een reeks die pleit voor een beter bestaan door aandacht voor het precariaat: een ander woord voor alle mensen die het gevaar lopen om in de armoedeval terecht te komen of daar al zijn beland.  Wil Heeffer: “Hopelijk wordt dit boek spoedig in het Nederlands vertaald. Terug tijd om te leven, daar gaat het om”.

maandag 11 december 2023 11:18
Spread the love

 

Het boek The Politics of Time, Gaining control in the age of uncertainty van Brits arbeidseconoom Guy Standing duidt een relatie tussen vadertje tijd en moeder natuur. Zijn boek loopt uit op een pleidooi voor commoning, het Engelstalige begrip dat verwijst naar ‘samen delen’.

Guy Standing is een gerenommeerd en sociaal bewogen econoom en medeoprichter van het Basic Income Earth Network (BIEN). Veel van zijn boeken gaan over het precariaat, de steeds groter wordende groep mensen met een gebrek aan bestaanszekerheid.

Veel personen en gezinnen in de westerse landen raken net als daarbuiten in financiële problemen door toenemende lastenverzwaring bij achterblijvende looninkomsten. De kloof tussen kapitaal en arbeid groeit door een overheidsbeleid dat aan de leiband van multinationals is gaan lopen.

Standings opvattingen daarover zijn uitgemond in zijn pleidooi voor een basisinkomen dat niet kan worden los gezien van de noodzaak tot ‘nationalisering’ – het onder controle brengen van een gemeenschap – van private instellingen zoals die er zijn op het gebied van zorg, onderwijs, vervoer en energieleverantie.

Het terug onder overheidsbeleid brengen van wat werd geprivatiseerd heet met een Engels woord commoning. Het doel kan worden samengevat in een citaat van Sammuel Yisrael dat Standing aanhaalt: “Ons doel is dakloze en kwetsbare volwassenen samen te brengen met Moeder Aarde om het mentaal en fysisch welzijn van de mensen te verbeteren, terwijl ze ook iets teruggeven aan de natuur”.

 

Sammuel Yisrael – Award Winning Social Entrepreneur (Engels – 2:38):

 

Guy Standing staat als geen ander op de bres voor socialisering – een sociaal dividend – van wat in de loop der tijd geprivatiseerd werd. In Engeland[1] is dat natuurlijk een groot punt omdat het land daar van oudsher werd toebedeeld aan de adel waardoor al dat adellijk volk nog altijd baas is over veel van het Engelse grondbezit.

Woordvervuiling

Voor Standing in zijn boek ingaat op hoe tijd in de loop der eeuwen het leven heeft gestructureerd, loopt hij eerst de woorden na die we zo vanzelfsprekend gebruiken zonder ons nog af te vragen wat ooit hun oorspronkelijke betekenis was.

Voorop staat het woord gemeenschap. Onder verwijzing naar Aristoteles schrijft hij dat opvattingen over civiele vriendschap (philia) en burgerschap samenvielen in het begrip gemeenschap (community).

In het Grieks werd, zoals hij schrijft, koinonia afgeleid uit het werkwoord koinoneo dat delen betekent. En bij burgerschap ging het daarbij onder andere over een gemeenschappelijke invulling van werk en vrije tijd.

Britse vrouwen klokken hun arbeidsdag af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto: Imperial War Museum/Public Domain

Zo ook verwijst het begrip consensus, de instemming om iets gezamenlijk te gaan doen, niet naar rationaliteit, maar naar gevoel: consensus. Oftewel empathie.

In de loop der eeuwen zijn woorden als deze eufemistisch geneutraliseerd. De oorspronkelijke taalkundige verwijzingen zijn van zichzelf vervreemd geraakt. De VS-stand-upcomedian George Carlin (1937-2008) zei daarover ooit dat taal een gereedschap is om de ware of barre werkelijkheid te verbloemen.

Dat betreft ook de woorden die met armoede en uitbuiting te maken hebben.  Een woord als honger is daar in talrijke figuurlijke jasjes een voorbeeld van. Maar mensen die lijden onder tekort en honger hebben niets aan mooie woorden.

  • Zij willen verandering zien.
  • Zij worden niet aan tafel gevraagd voor een consensus op luxe-conferenties in Davos.
  • Zij zitten niet gelijkwaardig naast de masters of the universe om over hun welzijn te spreken.
  • Zij bezitten niet het vermogen om zich te laten overvliegen om de wereld naar hun wensen in te richten.

Waarschuwing voor frauduleus klokken. Foto: Imperial War Museum/Public Domain

En wie ooit zijn stem verhief, zoals Greta Thunberg komt er op de klimaatconferentie COP28 in Qatar al niet meer aan te pas. Maar op al die conferenties wordt wel het lot bepaald van de uitgeslotenen, de niet-genodigden. Daar wordt de leefbaarheid van de aarde teruggebracht tot abstracte modellen en cijfers.

Men vertrekt er met toezeggingen voor wat die waard zijn. Wat zoveel betekent als: we dronken een glas en deden een plas en alles bleef zoals het was.

Even leek, aldus Standing, COVID19 roet in het consumentisme te gooien, maar nauwelijks twee jaar later lijkt die pandemie en wat voor ideale wereld er voorspeld werd in de tijd daarna, vergeten. De economie boomt weer en de schuldenlast, och de schuldenlast…?

Wie het goed heeft, deert het niet. Er wordt gesproken over AI, kunstmatige intelligentie, en over wat algoritmes voor nieuwe werkverhoudingen – de relatie tussen arbeid en kapitaal – en nieuwe controlemogelijkheden betekenen. Maar dan komt Standing om de hoek.

Versnelling, massificatie en zelfbehoud

In zijn nieuwe boek analyseert Standing de wereld waarin we terecht zijn gekomen aan de hand van tijdmeting. Wat doet tijdmeting met ons mensen? Niet voor niets spreekt hij over de politiek van tijdsbepaling. Hij bespreekt de verandering in tijdsopvatting door de eeuwen heen die heeft geleid tot grip op burgers en arbeiders.

Tijd is de bepalende factor als het gaat over ‘tijd’ in relatie tot ‘inkomen’. Tot geld. Een relatie die wordt vastgesteld door leidinggevenden, zij die de verdeelsleutel in handen hebben. Wat vroeger stukloon heette, heet nu tijdloon. Een tijd die in milliseconden kan worden gemeten.

Opvattingen over tijd begonnen ooit met verwondering over het opkomen en het ondergaan van de zon, waarbij men de daglengte periodiek in duur zag wisselen. Het leidde tot opvattingen over seizoenen en het opstellen van kalenders die te maken hadden met landbouwactiviteiten zoals we dat kennen uit oude culturen.

Ticking away… (Westminister Tower, London). Foto: Chris Downer/CC BY-SA 2:0

Het leven, en zeker het agrarische leven, werd op dat ritme afgestemd en het aanbreken van de lente werd in vele culturen als een feest gevierd. Dat ging eeuwen goed, totdat de kloosterklok en de kerkklok het dagelijkse ritme gingen bepalen. In de nacht waakte de klok over uur en tijd.

Over die standaardisering geeft Standing een mooi voorbeeld uit de tijd dat het spoor als infrastructuur werd ontwikkeld: verschillende halteplaatsen hadden voor de opkomst van de trein een plaatselijke tijd maar omdat er overeenkomsten tussen aankomst- en vertrektijd noodzakelijk waren, werden de tijden gestandaardiseerd en werd uiteindelijk de Greenwich-tijd een uniform gegeven. Net zoals daarvoor de kerk van Rome de jaartelling vorm gaf.

En daarmee zijn we aangekomen in de tweede grote transitie die Standing bespreekt: de kloktijd als meetinstrument voor uitkering van loonarbeid in het industriële tijdperk.

In een derde, daaropvolgende transitieperiode ging de prikklok na de digitale revolutie op in real-time. Een tijdmeting die verder werd geperfectioneerd door de zogenaamde platformbedrijven. Vanaf de industriële revolutie werd tijd ter (gedrags)controle en als rekeninstrument ingezet.

Alles ging draaien om efficiëntie en effectiviteit in dienst van de verhoging van de productieversnelling en output van massa-artikelen. Aan de wieg stonden de Amerikanen Taylor en Ford. De lopende band werd gerobotiseerd.

Sleutelwoorden bij regeringsbeleid werden jobs, jobs, jobs en groei, groei, groei. Zoals de Iron Lady[2] het zei: ‘there is no such thing as society’. En daarmee is het gemeenschapsbegrip en het gemeenschapsgevoel verworden tot het ikke, ikke ikke en de rest kan stikken.

Het organische begrip groei transformeerde tot ongebreidelde vormen van zelfverrijking. Belasting was iets voor de middenklasse en de onderlaag, terwijl wie meer dan genoeg had de vluchtweg wist te vinden. Winstaccumulatie en groei van vermogen onttrok zich aan het zicht van een groot deel van de wereldbevolking.

De rijken werden rijker en de armen armer. Zoals dat heet, groeide de kloof tussen mensen. Het klinkt zo makkelijk, maar je zult maar aan de verkeerde kant van die kloof zitten. Je zult maar wonen in achterstandswijken ver van het centrum. Je zult maar geboren worden in bidonvilles. Voor hen die daar wonen krijgt die naam een werkelijkheid die velen niet willen zien.

Commoning

In een periode waarin de economie op alle fronten het leven dicteert en men in steden – in ‘onderkomens zonder tuin’ zoals Standing dat zegt – onderdak vindt, in steden waarin men niet kan overleven zonder geld, is alles veranderd in geld.

Want het opeenstapelen van mensen is dat waartoe tijdmeting heeft geleid. Tot massificatie voortkomend uit versnelling zoals Lewis Mumford het ooit uitvoerig beschreef in The City in History.

Of zoals het in andere culturen wel luidt: wij hebben de tijd maar jullie de klok. Alleen brengt die zee aan tijd niets op. Terwijl vrije tijd, vrijheid al eeuwenlang het streven is voor velen. Wat rest in achterstandswijken en achterstandslanden is het informele circuit: de zwarte wereld van het geld. Vaak ook nog vervuild door mensenhandel en drugs.

Tijdverlies, tijdwinst en ‘geen tijd verdoen’, 24/7 actief zijn, zijn begrippen die wij hebben geduid als vooruitgang. Leveringen in real time is wat bedrijven vragen om just in time te kunnen leveren.

Schuldenlasten worden aangegaan om te kunnen investeren – niet langer is er sprake van sparen – en kennen hypotheken naast zekerheidstelling een tijdslot waarbinnen moet worden afbetaald. Wat in alle westerse landen klinkt en geldt als het succes van een regering is de roep om de groei van privaat gestuurde ondernemingen en wie voor hen niet werkt, zal boeten.

In dat licht werkt Standing uit hoe de begrippen arbeid, werk en baan uiteen zijn gegroeid. Zo wordt bijvoorbeeld in het Bruto Nationaal Product – lange tijd een meetinstrument – onbetaald werk zoals huishouden en mantelzorg niet meegeteld.

Aan de hand van hoe dat zit tussen moedermelk en babyvoeding illustreert hij dat treffend. Het één is beter, gratis en natuurlijk, het andere kost geld. Tegenwoordig is voor borstvoeding te weinig tijd, dus dan maar aan de fles.

Een ander voorbeeld illustreert hoe dat zit met vervuiling. Rijken en welgestelden reizen meer per vliegtuig en vervuilen een veelvoud van wat loonwerkers vervuilen. Zij beschikken over motorboten en zeiljachten en gebruiken geprivatiseerd openbaar water zoals jachthavens en vergeten dat niets zo smerig is als wat hun boten verbrassen.

Al die ontwikkelingen binnen het systeem waarin tijd als meetbare factor centraal staat en een politieke factor is geworden, hebben ertoe geleid dat vermogens groeien en dat wie werkt al werkend verarmt.

Belastingstelsels zijn zo ingericht dat wat met z’n allen wordt opgebracht niet aan iedereen ten goede komt. Daarnaast ontneemt privatisering volkeren het recht op inkomen uit eigen grondstoffen.

Sociaal dividend?

In slechts enkele landen wordt nagedacht over zoiets als ‘sociaal dividend’. De roep om een universeel basisinkomen klinkt nog altijd als een vloek. Iets waarvoor Standing al jaren op de bres staat.

Het is een vorm van sociale rechtvaardigheid die dient samen te gaan met voor iedereen vrij toegankelijke gemeenschappelijke voorzieningen zoals vrije toegang tot zorg, tot onderwijs, tot energievoorzieningen en tot vervoer.

In feite komt het pleidooi van Standing erop neer, dat mensen niet zonder elkaar kunnen, dat we gezamenlijk een ecosysteem delen waarvoor een gezamenlijke verantwoordelijkheid geldt en dat samen leven samen delen impliceert. In die zin is economie ook altijd politieke economie.

Op het einde van zijn boek bepleit hij bovendien een leefwijze waarin een vorm van zelfonderhoud (het begrip oikos) en samenwerking centraal staan. In de stad hebben mensen geen of nauwelijks nog een tuintje.

Met zijn roep om herstel van de commons wil hij politiek verantwoordelijken aanzetten tot meer natuurbeleving als noodzakelijke rustpauze in een wereld vol stress. Het gezamenlijk te delen grondbezit – de commons – zou onder andere kunnen leiden tot eigen voedselbeheer via moestuinen waardoor de relatie tussen natuur, voeding, seizoenswisseling en samen zorgdragen voor gezonde etenswaar nieuw leven wordt ingeblazen.

Guy Standing (BIEN Congress 2013). Foto: stanjourdan/CC BY-SA 2:0

Daarnaast zouden andere gebieden kunnen worden opengesteld voor wandelen en ontspanning in een wereld vol onrust.

Trekken we dat van moestuinen door naar onderwijs, dan zou het in het licht van ‘samenwerken is samen delen’, wel eens zinvol kunnen zijn om elke school te zien omringd door een moestuin die leerlingen en docenten samen onderhouden en gebruiken om samen te koken en samen te eten. Het zou de grondslag kunnen zijn voor ethisch-ecologische vorming die kan doorwerken in beter sociaal contact en zorg voor de natuur.

Laat me afsluiten met de hoop dat ook dit boek van Guy Standing spoedig in het Nederlands wordt vertaald. Dat het dient tot inzicht in een wereld en een lifestyle die verandering behoeft. Dat het bovenal dient tot gevoel en besef van meer medemenselijkheid. Tijd van en tot leven, daar gaat het om.

 

Guy Standing, The Politics of Time, Gaining Control in the Age of Uncertainty. Penguin Random House, London, 2023, 432 pp. ISBN 978 0241 4759 11

Notes:

[1] Standing heeft het over het historische ‘Engeland’, niet het Engeland dat dikwijls verkeerd wordt gebruikt voor Groot-Brittannië.

[2] Brits eerste minister (1979-1990) Margaret Thatcher (1925-2013) was de eerste Westerse regeringsleiders om voluit voor het sociale afbraakbeleid te gaan, dat nu bekend staat als neoliberalisme.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!