Het leek een voorteken. Ik had net de aankondiging van het nieuwste boek van Tim Schwab over de Bill & Melinda Gates Stichting gelezen toen mij ter ore kwam dat Bill Gates binnenkort naar Brussel komt. Hij zou er een Memorandum of Understanding ondertekenen met onze minister van Ontwikkelingssamenwerking. Tijd, dacht ik bij mezelf, om eindelijk dat artikel te plengen over Bill Gates – en andere gulle gevers – en hun rol in dit wereldbestel.
Booming business voor de superrijken
Ik ben van nature een koele minnares van al wat naar te veel geld ruikt. Mijn wantrouwen is de voorbije jaren zelfs uitgegroeid tot een automatische reflex: waar halen deze en gene organisatie voor het goede doel en de vrije pers hun centen vandaan?
Niet zelden stoot ik op steeds weer diezelfde filantropen en hun stichtingen. Rockefeller, Hewlett, MacArthur, Soros, Gates… Ze zijn met velen. Een studie van de Harvard Kennedy School (2018) – gefinancierd met filantropische dollars – heeft er 260.000 geïdentificeerd. Het Europese continent voert de lijst aan met 154.271 stichtingen. De VS volgen met 86.203.
Het totale filantropisch kapitaal zou zo’n 1.500 miljard dollar bedragen. 1.000 miljard is 1 gevolgd door 12 nullen. Zowat 60% hiervan (890 miljard dollar) staat op conto van de VS.
De aanwas van de filantropie houdt gelijke tred met de groei van het aantal superrijken in de wereld. Volgens Forbes zijn ze momenteel met zo’n 2.640. Hun gezamenlijk vermogen wordt geschat op een slordige 12.200 miljard dollar. Filantropie is booming business.
Menig miljardair heeft een eigen stichting waar hij of zij zijn kapitaal parkeert. Het overgrote deel van deze stichtingen, zo’n 90%, wordt beheerd als een familiebedrijf. Ik veronderstel dat de V.S. het walhallah moet zijn voor magnaten.
Voor elke filantropische dollar, derft de overheid aldaar met plezier 72 dollarcent aan belastinginkomsten. De voorwaarde is wel dat het kapitaal groot genoeg moet zijn. Voor alle duidelijkheid, opzijzetten is niet hetzelfde als besteden.
De bestedingsplicht is beperkt tot 5% per jaar en kan voor eender wat worden gebruikt: lonen, overhead, public relations, of … het oprichten van allerlei zakenconstructies via dewelke de fondsen al dan niet nuttig wordt geïnvesteerd.
Filantropen zijn niet enkel graag geziene gasten op de hoogmissen van het Wereld Economisch Forum in Davos of de G20. Ze hebben zich de voorbije jaren ook een weg gebaand naar de wereld van de VN-Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (DOD).
Zie Wat zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG) van de VN?
Meer nog, zij worden met open armen ingehaald door de VN, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Europese Commissie. In 2019 organiseerde de VN in het kader van het High Level Political Forum on Sustainable Development een speciale workshop die het “leiderschap” en de “transformationele impact” van de filantropie in de verf moest zetten.
Aanvoerder bij uitstek van deze nieuwe ontwikkelingen is zonder twijfel Bill Gates. De OESO bracht onlangs een studie uit over Private Philanthropy for Sustainable Development, 2018-2020. Het gewicht van de Bill & Melinda Gates Foundation (BMGF) weegt zo zwaar dat de OESO in haar statistieken voor Gates een speciaal vakje voorziet.
Bill Gates, de almachtige
In het jaar 2000 besliste Bill Gates om 20 miljard dollar van Microsoft over te zetten naar de Bill & Melinda Gates Foundation (BMGF), een nieuwe stichting. Oudere en meer bescheiden stichtingen van de familie Gates werden ook hierin ondergebracht. In 2006 legde Warren Buffett daar nog eens 36,1 miljard dollar bovenop. En zo werd de BMGF de allergrootste filantropische stichting ter wereld.
In 2009 richtte Gates binnen zijn BMGF een Strategic Investment Fund (SIF) op. Het startkapitaal van 400 miljoen dollar is doorheen de jaren aangegroeid tot 2,5 miljard dollar. Dit fonds wordt gebruikt voor de aankoop van aandelen, participaties in investeringsfondsen, leningen en kredieten en het verzekeren van volumegaranties.
Dit laatste gebeurt bij voorbeeld voor het vermarkten van nieuwe vaccins, geneesmiddelen en contraceptiva. De BMGF begeeft zich ook meer en meer op de markt van de biotechnologie. De stichting schrikt evenmin terug voor investeringen in de “Groene Revolutie”, al hebben zijn interventies in dit domein vooral geleid tot meer honger, schaarste en voedselgebrek in Afrika.
Naar eigen zeggen heeft de BMGF sinds haar oprichting al 59,1 miljard dollar besteed aan het goede doel in 141 landen. Een niet onaanzienlijk deel hiervan is bestemd voor ontwikkelingssamenwerking. Volgens berekeningen van de OESO gaat het om 22,476 miljard dollar (2017-2021), een bedrag dat neerkomt op 42,75% van de totale filantropische uitgaven voor ontwikkelingslanden.
Ter vergelijking: in 2021 spendeerde de BMGF 4,8 miljard dollar aan ontwikkelingssamenwerking, de Belgische Federale Overheidsdienst FOD Ontwikkelingssamenwerking 1,31 miljard € (1,39 miljard dollar).
Een belangrijk verschil met de klassieke ontwikkelingsprogramma’s is dat de BMGF zelf op zoek gaat naar mogelijke gegadigden en niet opereert via competitieve oproepen voor projectvoorstellen. De databank van de OESO laat zien dat slechts een fractie van de middelen van de BMGF naar de publieke sector gaat.
Gates heeft een duidelijke voorkeur voor universiteiten, onderzoekscentra en denktanks, alsook voor niet-gouvernementele organisaties en agentschappen van de VN. Samenwerken met de overheid doet hij het liefst via publiek-private partnerschappen.
Het is mijn persoonlijke ervaring dat het bij dit soort partnerschappen niet altijd even duidelijk is óf en in welke mate de betrokken overheden kunnen beslissen waarvoor, hoe en door wie de fondsen worden gebruikt. Ook bij de financiering van middenveldorganisaties kunnen belangrijke kanttekeningen gemaakt worden.
Meer dan driekwart van de BMGF-steun wordt gekanaliseerd via internationale ngo’s en ngo’s die hun zetel hebben in donorlanden. Bovendien is die steun gericht op de eigen prioriteiten van de BMGF, waardoor Gates meteen ook handig de agenda van het maatschappelijk middenveld kan bespelen.
Het steeds weerkerende mantra van Gates luidt dat investeringen tot tastbare resultaten moeten leiden voor de armsten in de wereld. Uiteraard is dit nobel op zich, maar toch blijft het moeilijk om te geloven dat investeringen in de pharma, digitalisering en biotechnologie inderdaad zo onbaatzuchtig zijn als men ons wil doen geloven.
De BMGF werkt graag samen met de pharma en heeft zich via schenkingen en financieringen allerhande ingebed in zowat alle noemenswaardige nationale en internationale netwerken platformen waar gezondheid, en in het bijzonder de gezondheid van moeder en kind, bovenaan op de agenda staat.
De Covid-19 pandemie was in deze zin een godsgeschenk. Pfizer, AstraZeneca, Novavax, Sanofi, Novartis, Curevac, Covax, Cepi … overal heeft de BMGF een vette vinger in de pap. Erger nog, de organisatie “KFF Health News” heeft onthuld hoe Gates druk zette op de Universiteit van Oxford die van plan was om het patent op haar pas ontwikkeld covid-vaccin vrij te geven. Enkele weken na de tussenkomst van Gates tekende de universiteit een exclusiviteitscontract met AstraZeneca. Oxford staat al jaren op het lijstje van de BMGF nobele doelen.
Op zijn blog “Gates Notes” prijst Gates zichzelf aan als een “trouw lid van de fanclub van het kapitalisme.” Maar, voegt hij daaraan toe, “het lukt het kapitalisme niet om tegemoet te komen aan de noden van de heel armen.” Hij noemt zichzelf een “katalytische filantroop” die talenten en opportuniteiten ontdekt daar waar overheden en bedrijven het laten afweten.
Dat dit hem geen windeieren legt, mag geweten zijn. De “Non-profit Quarterly” verwijst naar een artikel in het tijdschrift The Nation dat stelt dat de BMGF 28,5 miljard dollar heeft verdiend aan zijn investeringen (2015-2019). Dat is meer dan wat ze in diezelfde periode heeft geschonken aan het goede doel, met name 23,5 miljard dollar.
Dit kan je gezondheid schaden
Gezondheid is Gates’ favoriete speelterrein. Het volstaat om een blik op de website van de BMFG te werpen. Die staat bol van jonge moeders, kindjes en zwangere buiken. In al zijn gulheid laat Gates alle andere gezondheidsfilantropen ver achter zich. Van de zowat 4,8 miljard dollar die filantropen wereldwijd veil hadden voor de VN-Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 3 Gezondheid, is 56% afkomstig van de BMGF.
Het is allang geen geheim meer dat de BMGF als tweede belangrijkste financier ook een belangrijke stem heeft bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Met 751 miljoen dollar (2020-2021) plaatst Gates zich na Duitsland (1,268 miljard dollar) maar vóór de VS (693 miljoen dollar), het VK (487 miljoen dollar) en de Europese Commissie (466 miljoen dollar). Het gaat om “earmarked funding” of gespecifieerde bijdragen.
Dat betekent dat Gates bepaalt waar, wanneer en waarvoor het geld gebruikt wordt, zoals de uitroeiing van polio. Het polioprogramma was gedurende vele jaren het best gefinancierde programma van de WHO, ook al lag de prioriteit van de organisatie bij het versterken van het gezondheidssysteem en de pandemieparaatheid in het Globale Zuiden.
Ingevolge de chronische onderfinanciering van de WHO door de lidstaten, is de organisatie voor 80% afhankelijk geworden van dit soort vrijwillige bijdragen. Het spreekt voor zich dat dit een enorme hypotheek legt op haar functioneren.
Dat was ook één van de conclusies van Kelley Lee, professor volksgezondheid aan de Simon Fraser University: “Men moet zich ernstige vragen stellen bij het goed bestuur (van de WHO), onder meer wat betreft het afleggen van verantwoording, representativiteit en legitimiteit wanneer één enkel stichting (BMGF, MB.) zoveel invloed heeft. Het huidige systeem is ronduit ondemocratisch.”
Democratisch deficit
Linsey McGoey, sociologe aan de Universiteit van Essex, doet al jarenlang onderzoek naar “filantrokapitalisten” zoals zij hen noemt. Liefdadigheid en filantropie zijn van alle tijden, maar hun rol in de samenleving heeft de voorbije decennia dermate buitensporige proporties aangenomen dat de rol van de overheid – die tenslotte toch verantwoordelijk is voor het bevorderen van meer sociale en economische gelijkheid – hoe langer, hoe meer wordt uitgehold. En dat terwijl diezelfde filantropen door hun doen en laten zelf aan de grondslag liggen van de groeiende ongelijkheid in de wereld.
Filantropen die zich inlaten met kwetsbare groepen, richten zich liever op de symptomen dan op de grondoorzaken. Zij geven geen steun aan groepen die het kapitalistisch systeem in vraag stellen.
Paul Vallely, een gerenommeerd expert in ontwikkelingssamenwerking en filantropie, is zo mogelijk nog strenger. Hij waarschuwt in niet mis te verstane woorden voor de gevaren van de filantropie voor de democratie. “Sommige vormen van filantropie zijn niet enkel ondemocratisch,” stelt hij, “maar ronduit antidemocratisch.”
Vallely stelt vast dat de meeste filantropen die zich inlaten met kwetsbare groepen in de samenleving, zich liever richten op het remediëren van de symptomen dan op de grondoorzaken. Zij staan niet te springen om groepen te steunen die het reilen en zeilen van het kapitalistisch systeem in vraag stellen.
Wat opvalt is dat niet enkel critici zich zorgen maken over het toenemende democratisch deficit van de filantropie. Ook in het kamp van de pleitbezorgers wordt die vraag gesteld. Vallely verwijst naar David Callahan, stichter van Inside Philanthropy, een initiatief dat filantropen en organisaties die geld zoeken, bij elkaar brengt. Callahan vraagt zich af “of het wel OK is dat filantropen zoveel macht hebben dat zij hun eigen visie op wat een betere samenleving zou moeten zijn, kunnen opdringen.”
Ook Rhodri Davies, bezieler van de denktank Giving Thought van de Charities Aid Foundation, geeft toe dat hij kan meegaan in de kritiek dat filantropie antidemocratisch is. Hij voegt er wel in één adem aan toe dat filantropie fundamenteel deel uitmaakt van een modern democratisch bestel, al zou meer transparantie en verantwoording niet slecht zijn.
Gelijkaardige klanken zijn te horen in het bankwezen, al zij het minder fel. In 2021 bracht de Citigroup, de op twee na grootste bank in de VS, een studie uit waarin de economische én sociale voordelen van de filantropie worden bejubeld. Volgens deze studie is filantropie in landen met een sterk ontwikkelde economie goed voor 10% en meer van het BNP.Filantropie wordt voorgesteld als het summum van publiek-private partnerschappen. Maar tegelijkertijd voegt de bank er in een kort zinnetje aan toe dat de steeds grotere concentratie van giften en schenkingen in filantropische stichtingen “mogelijkerwijs de relatie tussen filantropie en democratie verzwakt”.
Filantropie in ontwikkelingssamenwerking gaat om veel meer dan steun voor het goede doel. Het gaat om een uitgekiend business model, om macht en controle in handen van een kleine groep enkelingen.
Is het niet hoogtijd om hierover een breed en openbaar debat te voeren? In de aankondiging van het boek van Tim Schwab las ik: “ Het Probleem Bill Gates laat zien hoe Gates met zijn miljarden een nooit eerder geziene controle heeft verworven over het openbaar beleid, de privé-markten, het wetenschappelijk onderzoek en de media. (…) Op vele plaatsen schaadt Bill Gates die mensen van wie hij zegt dat hij ze wil helpen.” Ik heb alvast een exemplaar besteld.