Tings Chak. Foto: Bron Twitter
Interview -

Tings Chak (34) over China en de verbluffende aanpak van extreme armoede

Op ManiFiesta, het feest van de solidariteit vorig weekend in Oostende, gaf de Chinese activiste Tings Chak (34) een uiteenzetting over armoedebestrijding in haar vaderland. Tings, die als migratiekind haar ouders volgde naar Canada, engageerde zich als adolescent in de Canadese actiegroep Migrant Justice Movement. Later werkte ze voor het Tricontinental Institute for Social Research in Zuid-Afrika en Brazilië. In 2020 keerde ze terug naar haar vaderland, waar ze werkt voor Dongsheng News. Een gesprek over armoede, imperialisme en Koude Oorlog.

vrijdag 15 september 2023 11:50
Spread the love

 

Tings, je ouders zijn afkomstig van Hong Kong. Ze emigreerden naar Canada toen je nog erg jong was. Welke herinneringen heb je aan je jeugdjaren als migratiekind in een Westers land?

“Ik werd inderdaad geboren in Hong Kong, dat is (nog) niet echt opnieuw China. Toen ik vijf was, vertrokken mijn ouders naar Canada. Als volwassene ben ik ondertussen teruggekeerd naar China. Ik heb dus een lange weg afgelegd.”

Hoe verliepen je jeugdjaren in Canada?

“Mijn ervaringen als opgroeiende jongere in het Westen, in Canada, hebben zeker bijgedragen tot mijn politieke ontwikkeling. De opvattingen waar ik vandaag voor sta, zijn er dus niet toevallig gekomen. Ik had het als kind van migratieouders erg moeilijk in dat Noord-Amerikaanse land. Ik voelde me vaak afgewezen.”

“De migratieproblematiek beperkt zich niet tot het verwerven van burgerrechten”

“Die frustraties zorgden ervoor dat ik me als jong volwassene tien jaar lang engageerde in de strijd voor migranten- en arbeidersrechten. Ik werd actief in de Canadese Migrant Justice Movement. Op die manier zette ik de eerste stappen van mijn politieke werk. Ik kwam al snel tot de conclusie dat de migratieproblematiek zich niet beperkt tot het verwerven van burgerrechten of tot ‘aanvaard worden’ in een nieuwe maatschappij.”

“Ik vroeg me ook snel af: waarom migreren mensen eigenlijk? Wat drijft migranten ertoe om alles en iedereen die ze kennen achter zich te laten en al het vertrouwde in te ruilen voor een onzekere toekomst? Welke sociale factoren liggen hiervan aan de basis?”

“Als je een ernstig antwoord zoekt op die vragen, merk je algauw dat er structurele oorzaken aan de basis liggen van de migratiestromen. Dan word je al snel een anti-imperialist. En als je eenmaal op dat anti-imperialistisch pad zit, en op zoek gaat naar effectieve oplossingen, word je al snel socialist en uiteindelijk communist. Die persoonlijke politieke ontwikkeling bracht me drie jaar geleden als vanzelf weer terug naar China.”

Laten we het dan maar eens over China hebben en meer specifiek over de manier waarop het land erin geslaagd is om ruimschoots te voldoen aan de meeste van de in 2000 gestelde Milleniumdoelen van de Verenigde Naties. Een van de belangrijkste VN-doelen destijds was een halvering van de extreme armoede. Het heeft er alle schijn van dat alleen socialistische landen, of landen die zich op het socialisme beroepen, daarin geslaagd zijn. Specifiek wat China betreft, stel je dat het land daar met vlag en wimpel in geslaagd is.

“Ik vind dat een erg belangrijk thema. Het lijkt me nuttig vooraf eerst duidelijk te maken wat het verschil is tussen armoede en extreme armoede. Aan extreme armoede ontsnap je als er minstens drie voorwaarden vervuld zijn: de honger moet het land uit, iedereen moet toegang hebben tot een goede en betaalbare basisgezondheidszorg én je kinderen moeten gratis naar degelijke scholen kunnen gaan. Niemand zal ontkennen dat er vandaag nog armoede is in China, maar extreem is die enkel nog in de verre uithoeken van het land.”

“Wat de Millenniumdoelen betreft en hun ambitie om die extreme armoede te halveren, stellen we vast dat er in heel veel landen geen sprake is van vermindering, maar dat in de meeste zuiderse landen de extreme armoede nog is toegenomen!”

“Onder Lula was er in Brazilië een significante vooruitgang in de strijd tegen extreme armoede”

China vormt daarop een uitzondering?

“Zeer zeker! Laat me een vergelijking maken tussen China en Brazilië. Ik heb in Brazilië gewoond en beschouw het land als mijn tweede vaderland. Ik weet dus waarover ik het heb. Tijdens de vorige presidentiële mandaten van Lula (2003 – 2011, JR) was er een significante vooruitgang in de strijd tegen extreme armoede. Lula kon uiteindelijk zero-hongercijfers voorleggen.”

“Er werden onder zijn bewind geweldige inspanningen geleverd op het vlak van sociale huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen. Maar onder de rechtse regering van Bolsonaro (2019 – 2023, JR) die kon rekenen op de volle steun van de VS, viel het land helemaal terug. Vandaag lijden 30 miljoen Brazilianen opnieuw honger!”

“China is verantwoordelijk voor 75 procent van de wereldwijde reductie van extreme armoede”

Hoe komt het dat sommige landen er wél in geslaagd zijn die extreme armoede uit te bannen en andere niet?

“China is erin geslaagd om in vier decennia, tussen 1980 en nu, 800 miljoen mensen uit de extreme armoede te redden waarin ze al eeuwen gevangen zaten. Dat resultaat is spectaculair. China is daardoor op zijn eentje verantwoordelijk voor 75 procent van de wereldwijde reductie van extreme armoede. Het land is dan ook resoluut zijn eigen soevereine weg gegaan, terwijl andere zuiderse landen – vaak daar manu militari toe gedwongen – bleven steken in hun imperialistische slachtofferrol.”

“Wie beweert dat extreme armoede met een vingerknip kan worden opgelost, is ongeloofwaardig”

Om dat resultaat te bereiken voerde China veertig jaar strijd, zeg je. De resultaten mogen dan spectaculair zijn, de weg ernaartoe was lang …

“Iemand die beweert dat extreme armoede met een vingerknip kan worden opgelost, is ongeloofwaardig. De strijd tegen extreme armoede is bijzonder complex. Een structurele oplossing vinden voor het hongerprobleem in een zuiders land, vergt een grondige reorganisatie van je landbouwbeleid. De productiviteit moet structureel worden verbeterd. Dat kan alleen door een grootschalig, efficiënter landbouwbeleid waar iedereen zich achter schaart.”

“Om dat te kunnen uitbouwen en perfectioneren, moet je tegelijkertijd ook industrialiseren: je hebt meer machines nodig, meststoffen, irrigatiemolens, … Als dat proces eenmaal op gang is gekomen, moet je het ook nog consolideren én ervoor zorgen dat de boeren effectief méé zijn met de ontwikkelingen. Dat laatste vergt een grote openheid voor hun bekommernissen én een grondig vormingsproces.”

“Zo beland je meteen bij de uitbouw van een degelijk onderwijssysteem. Dat moet gratis zijn en mogelijk tot op het allerlaagste niveau van de allerkleinste dorpen. En dan ben je er nog steeds niet, want er stellen zich in zo’n zuiders land ook onnoemelijk veel menselijke problemen die via sociale hulp een oplossing moeten krijgen. Zet je daar maar eens aan … Je zal merken dat er gauw enkele decennia voorbij zijn.”

Staat dat hele proces onder leiding van de Communistische Partij van China?

“Uiteraard. De CPC heeft op dat vlak uitstekend werk verricht. En ze doet dat al veel langer dan de laatste tien jaar onder Xi Jinping. De introductie en de specifieke Chinese invulling van socialistische marktprincipes onder Deng Xiaoping heeft die relatief snelle aanpak van extreme armoede mogelijk gemaakt.”

“De uitbouw van erg productieve bedrijven in het oosten van het land, werd gekoppeld aan de vooruitgang van de meer primitieve zones in de westelijke provincies. Snel groeiende bedrijven in de geïndustrialiseerde zones, werden verplicht dorpen te adopteren in het westen van het land. Op die manier kwamen de ‘winsten’ van het oosten ten goede aan de mensen in het westen. Ik noem dat efficiënte socialistische solidariteit.”

Je zei eerder dat niemand zal ontkennen dat er nog steeds armoede is in China. Waar situeert die zich dan?

“De weg van het Chinese communisme met zijn specifieke marktgerichte aanpak had niet alle problemen opgelost. In de meest afgelegen gebieden van het enorme land leefden in 2010 nog steeds zo’n 100 miljoen mensen in extreme armoede. Daarom hebben regering en partij toen, verdeeld over zowat alle bevolkingslagen, zo’n drie miljoen partijleden gerekruteerd om specifiek in die gebieden te gaan helpen.”

Zij gingen er leven en werken tussen de arme boeren. Ze kregen van de overheid de nodige middelen mee om die onderontwikkelde gebieden uit hun moeilijke levensomstandigheden te bevrijden. Het is hen gelukt om de extreme armoede bij die 100 miljoen uit te roeien.”

“Die partijvrijwilligers – drie miljoen van hen, ik herhaal het hier nog eens – bestonden uit dokters, professoren, leraars, verplegers, sociaal werkers, landbouwingenieurs, mecaniciens, … Zij beoefenden concrete solidariteit in het kader van het socialisme met Chinese kenmerken. Welk ander land zou in staat zijn iets dergelijks succesvol op te zetten? Zonder een partij die zich verzet tegen het imperialisme en dit soort projecten stimuleert en organiseert, is er geen vooruitgang mogelijk.”

“Als je wat er in China gebeurt, vergelijkt met wat andere zuiderse landen doen, kan je alleen maar vaststellen dat een soevereine koers en het geloof in solidariteit via een goed geoliede Communistische Partij de armoedeproblematiek langzaam maar zeker uitbant.”

“Het socialisme in China werkt en is bijzonder effectief”

Tot zo ver het thema armoede. Zullen we het ook even hebben over China in de internationale politiek? De VS hebben China ondertussen helemaal omsingeld met militaire bases en ze lijken, via het probleem Taiwan, een nieuwe Koude Oorlog te willen aanstoken …

“Washington en de Westerse imperialisten gunnen China geen successen. Zij merken ook dat het socialisme in China werkt en bijzonder efficiënt is. Het duurt niet lang meer of de Chinese economie overtreft die van de VS. De absolute wereldmacht van de VS wordt daardoor ernstig bedreigd.”

“Werk je los uit de invloedssfeer van het westers imperialisme en het zal je beter gaan”

“Voor vele landen uit het Zuiden klinkt de boodschap naar Chinees voorbeeld: werk je los uit de invloedssfeer van het Westers imperialisme en het zal je beter gaan. China krijgt binnen de nieuw-geïndustrialiseerde BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika, JR) een almaar belangrijkere rol. Dertig landen uit het Zuiden staan te trappelen om toe te treden en dat ziet Washington niet graag gebeuren.”

“De VS willen Taiwan gebruiken als mogelijke aanleiding voor een conflict, omdat China – én de VN – Taiwan ziet als een opstandige provincie van het historische China en niet, zoals de VS, als een ‘onafhankelijke, vrije natie’. Over de hereniging van Taiwan met China werden in 1970 overigens afspraken gemaakt met de VS; afspraken die nadien gewoon met de voeten werden getreden.”

“Taiwan is nog steeds een erfenis van 200 jaar imperialisme in China. Die nieuwe Koude Oorlog-stokerij van de VS wil de klok terugdraaien, maar dat zal niet lukken. China is ondertussen de grootste handelspartner van bijna elk land op deze planeet. Het is absoluut geen geïsoleerd land, al zetten de VS onder Trump en nog meer onder Biden hun militaire omsingeling van het land verder.”

“Recent hebben de VS opnieuw militaire bases geopend in de Filipijnen; bases die ze 30 jaar geleden gesloten hadden. Het zou voor iedereen ondertussen duidelijk moeten zijn dat een mogelijke escalatie van de problemen niet van China zal komen. China concentreert zich verder op de strijd tegen armoede en op de verdere opbouw van het socialisme. Het heeft geen enkele ambitie om zich waar dan ook te bemoeien met de interne aangelegenheden van andere landen.”

 

Dit is de transcriptie van een interview van Radio ManiFiesta. Maniefiesta is het solidariteitsfeest dat doorging op 9 en 10 september in Oostende. De audio-opnames vind je hier.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!