Is het verwonderlijk dat er een tekort aan basisschool-leerkrachten is, wanneer bijna de helft van de bevolking deze mogelijkheid bij voorbaat terzijde schuift?
Dat de verhouding tussen mannen en vrouwen in het basisonderwijs scheef zit, is geen nieuw gegeven. Evenzeer als dat het aantrekken van meer mannen naar het onderwijs belangrijk is, ongeacht de aanwezigheid van een tekort. Het rechttrekken van deze verhouding zorgt namelijk voor (beter) gebalanceerde lerarenteams, een correctere weerspiegeling van de diversiteit van de samenleving die voor alle leerlingen bijdraagt aan het doorbreken van (gender)stereotypen, de aanwezigheid van rolmodellen …
Meer kleur? Ja. Meer “blauw”? Ook ja!
Discussies over het dragen van hoofddoeken in (stage)scholen en initiatieven zoals “Teach for Belgium” en “Meer kleur voor de klas” tonen dat bovenstaande argumenten leven. Verschillende stemmen benadrukken dat studenten met een migratieachtergrond ook kunnen helpen om het lerarentekort weg te werken.
Ja, hoor ik u denken, dat is toch anders. Dat klopt, dat ga ik niet ontkennen. Elk aspect van diversiteit heeft zijn eigenheid. En voor u allemaal onmiddellijk in de pen kruipt: de aandacht voor het etnisch divers team is broodnodig. Dat neemt niet weg dat de ondervertegenwoordiging van mannen evenzeer een kwestie is die – nog meer in tijden van een tekort – de nodige aandacht verdient.
Diepe genderwortels …
Een mogelijke schuldige voor de stilte omtrent dit onderwerp zijn de genderstereotypes. Wanneer stereotypes negatief zijn, leggen we al snel de link met negatieve fenomenen zoals stereotypedreiging. Het probleem is dat we bepaalde genderstereotypes niet zozeer als negatief noch als stereotypen beschouwen. Denk maar aan het stereotype dat ‘vrouwen zorgen’. Een argument dat in menige discussie gehanteerd wordt als “natuurlijke verklaring” voor de ondervertegenwoordiging van mannen in zorgberoepen.
Toch is het ook maar dat: een stereotype, weliswaar een heel diep gewortelde. Het feit dat die genderstereotypes zo diep geworteld zijn, is mede het resultaat van het lerarenteam op de basisschool. De bekende socioloog Nancy Chodorow benadrukt immers dat deze genderassociatie al vanaf het prille begin ontstaat. De vele vrouwelijke zorgfiguren thuis, in de crèches, in de kinderopvang en op de basisschool creëren het idee dat vrouwen moederen of zorgen. Omringd worden door vrouwelijke zorgfiguren vormt een zaadje dat gedurende de gehele onderwijscarrière water krijgt. Het wordt een sterke plant met diepe genderwortels.
… creëren uitgebreid wortelnetwerk
En die wortels vormen al snel een geheel netwerk. Denk maar aan concepten zoals “ambitie”, “carrière maken” en “de kostwinner zijn”. Hoewel we als maatschappij graag benadrukken dat we deze niet associëren met een bepaald geslacht, maken ze nog steeds (onbewust) deel uit van de keuzes die we maken. En laat die woorden nu net voortdurend vallen als afwezigen in het imago van de leerkracht dat onze samenleving naar voren schuift.
Onderzoek van Mieke Van Houtte (UGent) toont de kracht van dit wortelnetwerk aan: genderstereotypes spelen namelijk een cruciale rol bij het maken van studiekeuzes. En op die manier is de cirkel helaas rond.
Maak van de olifant weer een mug
De vraag is: hebben we dan wel mannen nodig om de cirkel te doorbreken? Kunnen fenomenen zoals genderbewust lesgeven deze stereotypes niet ontwortelen? En is deze kwestie in tijden van een tekort belangrijk genoeg?
Ja, Ja, Ja … Driemaal ja. Natuurlijk is genderbewust lesgeven waardevol. Toch is het maar een deel van de oplossing. Net omwille van alle argumenten omtrent het rechttrekken van de verhouding is het onvoldoende om hier te stoppen.
Niet belangrijk genoeg in tijden van een tekort? Meer mannen wil niet zeggen dat vrouwen niet meer welkom zijn. Het aanmoedigen van mannen voor het (basis)onderwijs kan alleen maar een meerwaarde zijn in tijden van een tekort. Dus nee, deze oproep is geen gevalletje van een mug een olifant maken.
De vraag van één miljoen
Maar hoe pakken we die olifant aan? Ik moet u teleurstellen, net als het onderwijs zelf, is dit een complexe kwestie. Eén magische oplossing is er dus niet. Maar één voorwaarde is wel cruciaal om te slagen: we moeten allemaal willen inzien dat het nodig is om hierin – en voor een lange termijn – te investeren … nu misschien meer dan ooit!
Hoe dan? Inspiratie vind ik door een parallel te trekken met andere beroepen waar de genderverhouding scheef zit en waar de laatste tijd wel veel actie ondernomen is: meisjes in STEM. De afgelopen jaren werd volop geïnvesteerd in het stimuleren van meisjes om te kiezen voor STEM-richtingen. Een vroege kennismaking met STEM, rolmodellen in de kijker, het vieren van de internationale dag van meisjes en vrouwen in de wetenschap, het extra benadrukken van bepaalde aspecten in de opleiding … allemaal manieren om het mannelijk beeld van STEM te nuanceren.
Ja, hoor ik u opnieuw denken: STEM, dat is toch anders. U heeft gelijk: dat is anders en toch ook weer niet. We kunnen in het onderwijs ook aandacht hebben voor hoe het is om als minderheid te functioneren in een studierichting of team en leerkrachten hiermee leren omgaan. We kunnen investeren in aandacht voor genderbewust lesgeven in de lerarenopleiding. We kunnen erkennen dat het imago van de leraar ook anders ingevuld kan worden door te benadrukken hoe aspecten zoals “carrière maken” wel een (andere) invulling krijgen in het onderwijs. We kunnen inzetten op inspirerende voorbeelden en initiatieven die de kwestie onder de aandacht brengen. We kunnen als samenleving de waarde van deze diversiteit dragen en benadrukken. We kunnen … maar we moeten willen.
Stoel gereserveerd
De aandachtige lezer zal doorhebben dat veel van die ideeën waardevol zijn voor alle leerkrachten. Dat is maar goed ook, we hebben ze in tijden van dit tekort allemaal nodig. Toch ben ik ervan overtuigd dat we moeten vertrekken vanuit het stimuleren van mannen. Pas daarna moeten we kijken hoe dit waardevol is voor alle leerkrachten. Net zoals we dit ook (moeten) doen voor andere aspecten van diversiteit. Enkel zo krijgen we de cirkel doorbroken.
Dat wil niet zeggen dat we hiermee uitgebabbeld zijn. Thema’s zoals de combinatie van minderheden – gender en etniciteit – en de verdeling in geslachten binnen verschillende posities op school, blijven nog interessante vraagstukken.
Maar het onderwerp ligt tenminste al terug op tafel. Nu wordt het dringend tijd om het gesprek te voeren én voorbij dit spreken te gaan. Een tafel biedt immers ook een oppervlak om krijtlijnen uit te tekenen, in actie te schieten. Laten we van de olifant voor eens en altijd een mug maken. Bij deze reserveer ik, als pedagoog in spe, alvast graag een plaats aan deze actieve tafel.