Foto: Vinnie De Craim

Jurist levert felle kritiek op Sanda Dia-arrest in De Juristenkrant

Maxim Smets, doctoraatsonderzoeker aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen van de KU Leuven, stelt in De Juristenkrant vragen bij de wijze waarop het Hof van Beroep van Antwerpen op 26 mei tot de conclusie kwam dat de 18 Reuzegommers onschuldig zijn aan het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen met de dood van Sanda Dia tot gevolg en aan schuldig verzuim.

woensdag 2 augustus 2023 13:01
Spread the love

Het Hof vond de beklaagden enkel schuldig aan onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg, mensonterende behandeling en inbreuken op de dierenwelzijnswet en legde werkstraffen op tussen 200 en 300 uur, 400 euro boete en een schadevergoeding.  Het openbaar ministerie had zoals bekend effectieve gevangenisstraffen van 18 tot 80 maanden gevorderd. Smets pleit onder meer voor onderzoek “naar de legitieme vraag of er in België klassenjustitie bestaat”.

Het Hof oordeelde “dat geen der beklaagden kennis had van het schadelijk karakter van het overmatig toedienen van visolie, noch de wil had om daarmee de persoonlijke integriteit van de schachten aan te tasten”. Dat is volgens Smets een veel te strikte lezing van wat de artikelen 392, 402 en 404 van het strafwetboek voorschrijven. ”Deze artikelen vereisen geenszins dat de beklaagden wisten wat de gevolgen zijn van een overmatige hoeveelheid visolie aangezien die hoeveelheid ook voor ieder individu anders is. Ze vereisen enkel dat de beklaagden wisten dat ze een schadelijke stof toedienden. Het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen is volgens artikel 402 ook zonder het oogmerk om te doden in ieder geval een misdrijf”.

Visolie schadelijk 

De Reuzegommers waren wel degelijk op de hoogte dat visolie schadelijk was. “De visolie werd doelbewust oneigenlijk aangewend om braken en misselijkheid bij de schachten te induceren. De oneigenlijke aanwending van visolie – zeker gelet op de enorme toegediende hoeveelheid – getuigt inherent van de wil om de persoonlijke integriteit aan te tasten”.

De interpretatie van het Hof om zich te beperken tot kennis over de schadelijke gevolgen van een overmatige dodelijke hoeveelheid dreigt volgens Smets bovendien “een gevaarlijke vrijbrief te worden voor het wetens en willens toedienen van allerhande schadelijke stoffen zolang men maar voldoende onwetend is over de mate waarin de stof schadelijk is”. Smets stelt ook vragen bij de keuze van het OM om het extreem toedienen van alcohol buiten beschouwing te laten.

Hij begrijpt ook niet waarom het Hof de beklaagden onschuldig vond aan schuldig verzuim. Dit is volgens artikel 422bis van het strafwetboek de situatie waarbij een persoon verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert of met andere woorden nalaat om onmiddellijk hulp te bieden.

“Uit het arrest blijkt dat de beklaagden omstreeks 20u15 met zekerheid wisten dat Sanda Dia zich in een gevaarsituatie bevond en hij medische hulp nodig had. Het is dan ook opmerkelijk dat het evenwel tot 20u50 duurt alvorens de beklaagden naar het ziekenhuis vertrekken en gepaste actie ondernemen om effectief medische hulp te bieden. Een 35 minuten durende onmiddellijkheid is een contradictio in terminis”.

Negeren medische waarschuwing

Smets wijst ook op de vaststelling een dag voordien door een professor arts van de KU Leuven dat Sanda Dia al op dat ogenblik hulpbehoevend was omwille van alcoholintoxicatie en een van de Reuzegommers loog over de eigen medische competenties en vertelde dat de doop bijna teneinde zou zijn. “Men kan zich de vraag stellen of de Reuzegommers op dat ogenblik al niet behoorden te weten dat Sanda Dia in groot gevaar verkeerde.

Dat de beklaagden de medische waarschuwing bewust negeerden krijgt te weinig aandacht in het arrest. Minstens even schrijnend is dat de Reuzegommers de rangen gesloten houden en niet bekendmaakten wie de betrokkene was. “Die collectieve verzwijging lijkt haaks te staan op de spijtbetuigingen waarvan beweerd wordt dat ze oprecht zouden zijn”, aldus Smets.

Klassenjustitie

Naar aanleiding van de verontwaardiging over het arrest pleit Smets in zijn conclusie voor een maatschappelijk debat over welke instanties in onze samenleving voor gerechtigheid kunnen en moeten zorgen. Zo pleit hij voor een wetgeving die de rechterlijke macht bijstaat in de zoektocht naar gerechtigheid door studentendopen wettelijk structureel aan banden te leggen en minstens in een keurslijf te gieten door de focus weg te halen van vernedering en oneerbare praktijken.

“Een andere optie is meer rechtssociologisch onderzoek naar de legitieme vraag of er in België zoiets bestaat als klassenjustitie. De jammerlijke vaststelling bij dit alles is dat het een mensenleven heeft gekost om deze debatten op gang te trekken”.

Art. Maxim Smets, Arrest Reuzegom toont functionele grenzen van de rechterlijke macht, in De Juristenkrant, 14juni 2023.”.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!