De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) hield haar jaarlijkse top op 11 en 12 juli in Vilnius, de hoofdstad van de Baltische staat Litouwen. In het communiqué dat na de eerste dag werd uitgegeven, werd beweerd dat ‘de NAVO een defensieve alliantie is’, een uitspraak die goed weergeeft waarom velen moeite hebben om de ware essentie van de NAVO te begrijpen.
Een blik op de meest recente militaire uitgavencijfers laat integendeel zien dat NAVO-landen (en de landen die er nauw mee verbonden zijn) bijna driekwart van de totale jaarlijkse wereldwijde bewapeningsuitgaven voor hun rekening nemen. Veel van deze landen bezitten ultramoderne wapensystemen die kwalitatief veel vernietigender zijn dan die van de meeste niet-NAVO-landen.
Zeven miljard mensen op een totale wereldbevolking van acht miljard vragen zich af waarom de NAVO de Verenigde Naties zou mogen verdringen
In de afgelopen 25 jaar heeft de NAVO haar militaire macht gebruikt om verschillende staten te vernietigen, zoals Afghanistan (2001) en Libië (2011), waarbij samenlevingen werden verbrijzeld door de ruwe spierballen van deze agressieve alliantie.
Ze maakte ook een einde aan de status van Joegoslavië (1999) als één natie. Deze staat van dienst toont aan dat de NAVO alles behalve een ‘defensieve alliantie’ is.
Een beetje geschiedenis
Momenteel telt de NAVO eenendertig lidstaten, met als meest recente lid Finland, dat in april 2023 toetrad. Het aantal leden is meer dan verdubbeld sinds de twaalf oprichtende leden – alle Europese en Noord-Amerikaanse landen1 die de Tweede Wereldoorlog hadden uitgevochten tegen de Asmogendheden2 – op 4 april 1949 de NAVO boven de doopvont hielden (het Verdrag van Washington of het Noord-Atlantisch Verdrag).
Het is veelzeggend dat Portugal, een van de stichtende leden, tijdens die oprichting onder een fascistische dictatuur leefde, bekend als de Estado Novo (van 1933 tot 1974).
Artikel 10 van dit Verdrag verklaart dat NAVO-leden – ‘met unanieme instemming’ –‘elke andere Europese staat’ kunnen uitnodigen om lid te worden van de militaire alliantie. Gebaseerd op dat principe verwelkomde de NAVO Griekenland en Turkije (1952), West-Duitsland (1955) en Spanje (1982), waardoor het lidmaatschap in die periode werd uitgebreid tot zestien landen.
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie3 en de communistische staten van Oost-Europa4 – de vermeende dreiging die de NAVO aanvankelijk nodig had – hief de noodzaak van het bondgenootschap niet op. In plaats daarvan heeft het groeiende aantal leden van de NAVO, via Artikel 5, de ambitie verdubbeld om via haar militaire macht iedereen te onderwerpen die het Atlantisch Bondgenootschap durft uit te dagen.
In de afgelopen 25 jaar heeft de NAVO haar militaire macht gebruikt om verschillende staten te vernietigen
Dit Atlantisch Bondgenootschap, een begrip dat onderdeel is van de naam van de NAVO, maakte deel uit van een breder netwerk van militaire verdragen die door de VS waren afgesloten tegen de Sovjet-Unie en, na oktober 1949, tegen de Volksrepubliek China.
Dit netwerk omvatte het Pact van Manilla in september 1954 dat de Zuidoost-Aziatische Verdragsorganisatie (SEATO)5 creëerde, en het Pact van Bagdad Pact in februari 1955, dat de Centrale Verdragsorganisatie (CENTO)6 oprichtte.
Turkije en Pakistan tekenden in april 1954 een militaire overeenkomst die hen samenbracht in een alliantie tegen de Sovjet-Unie en verankerden dit netwerk via het meest zuidelijke lid van de NAVO (Turkije) en het meest westelijke lid van de SEATO (Pakistan).
De VS ondertekenden een militaire overeenkomst met elk van de lidstaten afzonderlijk van CENTO en SEATO en zorgden ervoor dat Washington in deze overlegstructuren altijd mee aan tafel zat.
Op de Aziatisch-Afrikaanse conferentie in Bandung, Indonesië van april 1955 reageerde de Indiase premier Jawaharlal Nehru fel tegen de oprichting van deze militaire allianties die de spanningen tussen de VS en de Sovjet-Unie over heel Azië exporteerden.
De karakterisering in april 1955 door Indiaas eerste minister Nehru van de NAVO als wereldwijde oorlogsstoker en verdediger van het kolonialisme blijft vandaag grotendeels intact
Het concept van de NAVO, zei hij toen, ‘heeft zich op twee manieren uitgebreid’. Ten eerste ‘beperkt [de NAVO] zich niet meer tot de Atlantische Oceaan en heeft ze andere oceanen en zeeën bereikt’ en ten tweede is ‘de NAVO vandaag een van de machtigste beschermers van het kolonialisme.’
Als voorbeeld noemde Nehru de Indiase enclave Goa, die nog steeds in handen was van het fascistische Portugal en waarvan de machtsgreep was bekrachtigd door de andere NAVO-lidstaten wat Nehru een daad van ‘grove onbeschaamdheid’ noemde.
Deze karakterisering van de NAVO als wereldwijde oorlogsstoker en verdediger van het kolonialisme blijft vandaag grotendeels intact.
De SEATO werd ontbonden in 1977, deels vanwege de nederlaag van de VS in Vietnam en de CENTO werd opgedoekt in 1979 na de Iraanse Revolutie in datzelfde jaar. De militaire strategie van de VS verschoof daarop van het hanteren van dit soort militaire pacten naar het vestigen van directe militaire aanwezigheid met de oprichting van het US Central Command in 1983 en de revitalisering van het al bestaande US Pacific Command in datzelfde jaar.
VS bouwen wereldwijd net van militaire basissen
De VS breidden de macht van hun eigen wereldwijde militaire voetafdruk nog verder uit, inclusief hun vermogen om overal ter wereld toe te slaan dankzij een structuur van militaire bases en extensieve oorlogsvloten (waarop internationaal-rechtelijk geen beperkingen meer bestonden toen het Tweede Verdrag Ter Zee van Londen uit 1936 in 1939 afliep zonder opvolging.
Hoewel de NAVO altijd al mondiale ambities heeft gehad, kreeg het bondgenootschap pas materiële realiteit door de machtsprojectie van het Amerikaanse leger en de creatie van deze nieuwe structuren. Die bonden de geallieerde staten nog meer aan de VS met programma’s als Partnership for Peace (1994) en concepten als ‘mondiale NAVO-partner’ en ‘niet-NAVO-bondgenoot’, zoals bijvoorbeeld Japan en Zuid-Korea.
Elke volksstrijd die opkomt voor soevereiniteit en waardigheid botst vroeg of laat met de NAVO-wapenmachine
In haar Strategisch Concept van 1991 schreef de NAVO dat ze zou ‘bijdragen aan wereldwijde stabiliteit en vrede door troepen te leveren voor VN-missies,’ wat met dodelijk geweld werd gerealiseerd in Joegoslavië (1999), Afghanistan (2003) en Libië (2011). Op de NAVO-top van Riga (2006) was de organisatie ervan overtuigd dat ze opereerde ‘van Afghanistan tot de Balkan en van de Middellandse Zee tot Darfur.’
Nehru’s focus op kolonialisme lijkt nu misschien anachronistisch, maar in feite is de NAVO een instrument geworden om het verlangen te kelderen van de mondiale meerderheid naar soevereiniteit en waardigheid – twee belangrijke antikoloniale concepten. Elk volksproject dat deze twee concepten uitdraagt, botst vroeg of laat met het NAVO-wapensysteem.
Een spoor van gebroken beloftes
De ineenstorting van de Sovjet-Unie en het Oost-Europese communistische staatsbestel veranderde de Europese realiteit. De NAVO negeerde al snel de ‘ijzersterke garanties’ die de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken James Baker op 9 februari 1990 in Moskou bood aan de Sovjetminister van Buitenlandse Zaken Eduard Shevardnadze: de garantie dat NAVO-strijdkrachten zich niet verder oostwaarts zouden verplaatsen ‘dan de grens van het te verenigen Duitsland’.
Verscheidene staten die aan de NAVO-zone grensden hadden het zwaar te verduren in de periode vlak na de val van de Berlijnse Muur. De Oost-Europese economieën raakten in het slop omdat verregaande privatiseringen een waardig leven voor hun bevolking uitsloot.
Veel Oost-Europese landen, die wanhopig naar lidmaatschap van de EU streefden (die beloofde op zijn minst toegang tot de gemeenschappelijke markt), begrepen snel dat de toegangsprijs toetreding tot de NAVO was.
In 1999 sloten Tsjechië, Hongarije en Polen zich aan bij de NAVO, in 2004 gevolgd door de Baltische staten Estland, Letland en Litouwen, Bulgarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije. Gretig op zoek naar investeringen en markten, walsten veel van deze landen tegen 2004 het Atlantisch Bondgenootschap van de NAVO en de EU binnen.
De NAVO bleef uitbreiden en nam Albanië en Kroatië op in 2009, Montenegro in 2017 en Noord-Macedonië in 2020. De context veranderde echter grondig na de ineenstorting van een aantal Amerikaanse banken in 2008. Daardoor verloren de VS hun aantrekkingskracht als markt van de laatste redding en belandde de Atlantische wereld in een meedogenloze economische depressie.
Atlantische staten waren niet langer betrouwbaar als investeerders of als markt. Na 2008 daalden de EU-investeringen in infrastructuurwerken met 75 procent door de verminderde overheidsuitgaven. De Europese Investeringsbank waarschuwde algauw dat de overheidsinvesteringen het laagste punt in vijfentwintig jaar zouden bereiken.
Door de komst van Chinese investeringen en de mogelijkheden die een integratie in de Chinese economie bood, begonnen veel economieën, vooral in Centraal- en Oost-Europa, zich te heroriënteren, weg van de Atlantische Oceaan.
In 2012 vond in de Poolse hoofdstad Warschau de eerste topontmoeting plaats tussen China en Midden- en Oost-Europese landen (de China-CEEC-top). Zestien landen uit de regio namen er aan deel.
Er waren ook vijftien NAVO-leden bij waaronder Albanië, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Estland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Noord-Macedonië, Montenegro, Polen, Roemenië, Slowakije en Slovenië (in 2021 en 2022 trokken Estland, Letland en Litouwen zich uit het initiatief terug).
China wordt een economische wereldmacht
In maart 2015 sloten zes toenmalige EU-lidstaten Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Zweden en Groot-Brittannië – zich aan bij de in Chinese hoofdstad Beijing gevestigde Aziatische Investeringsbank voor Infrastructuur. Vier jaar later werd Italië het eerste G7-land dat zich aansloot bij het Belt and Road Initiative (BRI) van de Chinese overheid. Twee derde van de EU-lidstaten maakt nu deel uit van het BRI.
Deze manoeuvres in de richting van China dreigden het Atlantisch Bondgenootschap te verzwakken. In zijn nationale defensiestrategie van 2018 omschreef Washington China als een ‘strategische concurrent’ – een zinsnede die duidt op een verschuivende focus van de VS naar de zogenaamde ‘dreiging’ van China.
In november 2019 verklaarde NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg nog steeds dat ‘er geen plannen, geen voorstellen of voornemens zijn om de NAVO te verplaatsen naar bijvoorbeeld de Zuid-Chinese Zee.’ Maar in 2020 was de sfeer al veranderd.
Slechts zeven maanden na zijn vorige uitspraak zei Stoltenberg: ‘De NAVO ziet China niet als een nieuwe vijand of tegenstander, maar wat we wél zien is dat de opkomst van China het mondiale machtsevenwicht fundamenteel verandert.’
Stoltenberg voegde daar nog aan toe dat de NAVO in die context wil gaan samenwerken met haar partners – waaronder Australië, Japan, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea – ‘om de veiligheidsrisico’s van de Chinese opkomst aan te pakken’.
Het gesprek over een wereldwijde NAVO en een Aziatische NAVO staat vervolgens centraal in deze beraadslagingen. Stoltenberg verklaarde onlangs op de top in Vilnius dat het idee van een verbindingskantoor in Japan ‘op tafel ligt’.
Oorlog op het Europees vasteland
De oorlog in Oekraïne heeft het Atlantisch Bondgenootschap nieuw leven ingeblazen, waardoor verschillende tot dan nog aarzelende Europese landen zoals Zweden zich bij het militair bondgenootschap hebben aangesloten. Toch zijn er ook onder inwoners van de NAVO-lidstaten groepen die sceptisch staan tegenover de doelstellingen van het bondgenootschap. De top in Vilnius werd dan ook gekenmerkt door anti-NAVO-protesten.
Het communiqué van de top in Vilnius onderstreepte dat de deur tussen Oekraïne en de NAVO open staat. Het besluit verscherpte ook het door de NAVO zelf gedefinieerde universalisme. Verder verklaart het communiqué dat China ‘onze belangen, veiligheid en waarden’ uitdaagt, waarbij het woord ‘onze’ niet alleen staat voor NAVO-landen, maar voor de hele internationale orde.
Langzaam maar zeker positioneert de NAVO zich als een substituut voor de VN door te suggereren dat zij en niet de echte internationale gemeenschap de scheidsrechter en behoeder zouden zijn van ‘s werelds ‘belangen, veiligheid en waarden’.
Deze visie wordt echter betwist door de overgrote meerderheid van de wereldbevolking, waarvan er zeven miljard zelfs niet in een van de NAVO-lidstaten wonen. De totale bevolking van de NAVO-lidstaten bedraagt niet eens één miljard.
Die andere zeven miljard vragen zich terecht af waarom de NAVO de VN wil verdringen.
If Everybody’s Going to Join NATO, Then Why Have the United Nations? is de 29ste Newsletter van Tricontinental en werd vertaald door Jan Reyniers.
Notes (nvdr):
1 De stichtende NAVO-lidstaten zijn België, Canada, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, IJsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Portugal en de VS.
2 Duitsland, Italië en Japan, waar Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Roemenië, Slowakije zich bij aansloten. Roemenië liep in 1944 over naar de Geallieerden. Kroatië was door Duitsland van het Koninkrijk Joegoslavië afgescheurd en was in feite geen onafhankelijke staat. Thailand, Finland en Vichy-Frankrijk vochten mee aan de zijde van de Asmogendheden zonder er lid van de worden, net als Manchukuo, het door Japan bezet deel van China dat alleen door Japan als ‘staat’ werd erkend.
3 De Sovjet-Unie omvatte Azerbeidzjan, Belarus (Wit-Rusland), Estland, Georgië, Kazakhstan, Kirgizië, Letland, Litouwen, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, Tadzjikistan en Turkmenistan.
4 De Oostbloklanden waren Bulgarije, de Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland), Hongarije, Roemenië, Tsjechoslowakije en Polen. Joegoslavië werd na WOII ook een communistische republiek maar was in tegenstelling tot de Oostbloklanden onafhankelijk van Moskou.
5 Australië, Filipijnen, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, Thailand, Pakistan en de VS.
6 Irak, Iran, Pakistan en Turkije.