"Foto in de terminus. De LED-verlichte bovenkanten van de zitplaatsen tonen van ver waar nog een zitje vrij is". Foto DAKP
Opinie - De Andere Kris Peeters

Ik ben openbaar-vervoergebruiker en daar ben ik fier op

Mobiliteitsdeskundige Kris Peeters reed mee met het gratis openbaar vervoer in Groothertogdom Luxemburg en zag dat het goed was. Gratis alleen helpt niet, maar gratis én een degelijk, regelmatig en stipt openbaar vervoer wél. Het is geen financiële kwestie, maar gewoon politieke wil. Een idee dat promotie verdient.

dinsdag 30 mei 2023 10:31
Spread the love

 

‘Ongelooflijk hoeveel chauffeurs er hier rijden met een ‘L’ achteraan.’

De eerste indruk was inderdaad niet positief.

Pas toen we beseften dat we ons in Luxemburg bevonden, kwam daar verandering in. Niet alleen omdat we er in geslaagd waren om werkelijk in Luxemburg te zijn. Cabaretier Freek de Jonge zette jaren geleden al dik in de verf hoe moeilijk dat wel is: “Dan ben je weer in Frankrijk, dan weer in Duitsland, dan weer in België.” Ook omdat het land zich van zijn beste kant liet zien: sedert enkele jaren is het openbaar vervoer er nogal hip en dat bleek geen toeval te zijn.

Tellersensor aan elke deur. Foto DAKP

Om te beginnen is het gratis. Dat wil zeggen dat de overheid alle kosten op zich neemt. Daarmee heeft die zowel een drempel (voor de minder kapitaalkrachtigen) als een excuus (voor de kapitaalkrachtigen) om het openbaar vervoer niet te gebruiken weggenomen. Dat er in één beweging ook flink bespaard kan worden op controleurs, is mooi meegenomen. Toch wordt elke reiziger geteld, via een eenvoudig ‘oog’ aan elke tram- en busdeur (zie foto).

Gelukkig beseften de Luxemburgers dat zelfs ‘gratis’ alleen maar kan werken als de dienstverlening aantrekkelijk is. En dus profiteerden we op een doordeweekse zondag van een 8 minuten-frequentie. In de week zijn de Luxemburgers pas echt zondagskinderen: dan komt er om de 4 minuten een tramstel voorbijgereden en dat tot middernacht – en bij evenementen nog langer.

Aan boord kregen we niet het bij ons meer en meer gebruikelijke staal van niet-keuzereizigers (mensen die buiten het openbaar vervoer geen alternatief hebben en dus gedwongen zijn alle ongemakken voor lief te nemen) te zien. Alle lagen van de bevolking bleken vertegenwoordigd en dat is vaak de beste graadmeter. Dat wist Enrique Peñalosa, burgemeester van de Colombiaanse hoofdstad Bogota, lang geleden al. “Een ontwikkeld land”, zei hij, “is geen plaats waar de armen auto’s bezitten, wel een waar de rijken het openbaar vervoer gebruiken.”

Gelukkig beseften de Luxemburgers dat zelfs ‘gratis’ alleen maar kan werken als de dienstverlening aantrekkelijk is

De woordvoerster van Luxtram stond ons fier te woord – een trots die gedeeld werd door alle ingezetenen die we verder nog tegen het lijf liepen, binnen en buiten de organisatie. Openbaar vervoer dat uitgroeit tot een soort van ‘nationale trots’, daar kunnen wij voorlopig alleen maar van dromen.

“Altijd een goed teken als de bedenkers een naam krijgen: dan is er iets om fier op te zijn”. Foto DAKP

Het is waar: last van de wet van de remmende voorsprong hadden ze niet, die Luxemburgers. Het tramnet werd pas in 2017 uitgerold. Maar je moet het ze nageven: er werd nagedacht over alle details. Zo kreeg elke halte haar eigen, herkenbaar wachtmuziekje (van componist Michel Reis). Dat is méér dan alleen maar leuk. Voor slechtzienden is het een handig hulpmiddel om zich te oriënteren.

En wie zei daar dat trams er alleen maar vrolijk mogen uitzien als de reclame-van-de-maand daar toevallig voor zorgt? Alle deuren kregen een ander, fris kleurtje. Aantrekkelijk, maar ook alweer méér dan dat, want handig als je onderweg met iemand wil afspreken: ‘We zien elkaar aan de paarse deur.’

Ik werd er groen van jaloezie van.

 

Deze bijdrage werd overgenomen van De Andere Kris Peeters – Zonder dwarsliggers rijden er geen treinen (je kan zijn blog volgen door je e-mail in te vullen in de rechterkolom op zijn website).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!