foto: https://www.belgiumwwii.be/
Opinie - Hans Claus

Nationalisme en socialisme, een gevaarlijke cocktail

Hans Claus is gevangenisdirecteur in Oudenaarde, kunstenaar en één van de initiatiefnemers van de 'Novemberverklaring', een manifest voor een leefbare wereld. Hij blikt terug op zijn jeugd waar hij opgroeide met de Ijzertoren en later kennismaakte met de klassenstrijd. Hij waarschuwt voor een herhaling van de geschiedenis.

maandag 22 mei 2023 12:28
Spread the love

Ik ben van thuis uit bekend met het nationalisme.  Zoals veel Vlamingen riep ik als jongeling in de prille jaren zeventig luidkeels in koor om ‘Amnestie’ aan de voet van de Ijzertoren.  In vier talen las ik daar ‘Nooit meer oorlog’ en ik kreeg het warm van binnen. Het katholicisme werd in die dagen gekleurd door denkers als de oecumenische Küng en de bisschop en de toen nog als bevrijdingstheoloog gelabelde Dom Helder Camara.  In het college zat de priester titularis in Jeansbroek op het altaar gitaar te spelen.  ‘The answer is blowing in the wind.’ Aan het stuur van mijn fiets wapperde een leeuwenvlagje als protest tegen het oprukkende Frans in de rand rond Brussel.  De repressie werd aan de keukentafel als een groter kwaad afgedaan dan de Duitse bezetting.

Ik voelde dat nationalisme aan als een ontvoogdingsstrijd.  Een opstand tegen onderdrukking van de Vlaamse taal en cultuur. Het was een verbindende kracht om overheersers te lijf te gaan.  Het ideaal van een onafhankelijk Vlaanderen baadde in de jaren zeventig in hetzelfde licht als waarin we ons uit de paternalistische gezinsmoraal los rukten.

Tijdens mijn universiteitsjaren kreeg ik moeilijke literatuur over de klassenstrijd te verwerken. Opnieuw laaide mijn gemoed op.  Het bleek historisch een moeilijke klus om solidariteit te kweken met klassegenoten die in andere streken en landen op dezelfde manier onder de duim gehouden werden, ook daar lange dagen moesten werken voor een karig loon, met het risico vroegtijdig ziek of kinderloos oud te worden, onder de latente dreiging van armoede en ontbering. Maar ooit waarde het spook van het communisme door Europa. Na de Russische revolutie scheten de patroons overal in de wereld maar al zeker hier, vlak naast het ijzeren gordijn, in hun broek. Ze deden toegevingen om een stukje van hun steeds groeiend kapitaal in een sociale zekerheid te pompen, als dam tegen het gevaar van het klassengeweld.

Ik voelde dat socialisme aan als een ontvoogdingsstrijd.  Een opstand tegen de onderdrukking van het werkvolk, een verbindende kracht om de geglobaliseerde macht van het kapitaal te temmen.

Ik heb er een tijd over gedaan om te begrijpen waarom het een hel wordt wanneer beide ontvoogdingsbewegingen de handen in elkaar slaan.  Waarom was de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij een vrijgeleide voor oorlog en autoritair fascisme ?

Wanneer de arbeidersklasse evenwel desolidariseert met haar lotgenoten in andere landen en in tegendeel nationaliseert, neemt de kapitalist in wezen het roer over.  Hij belooft zijn eigen arbeidskrachten een beter leven en duidt vreemde arbeiders aan als hun concurrenten. Uit angst om dat beetje beter leven terug te verliezen is de kleine man al vlug bereid te mobiliseren tegen wat als een vreemde, kwade en bedreigende kracht wordt voorgesteld.  De Oostblokkers die onder de prijs komen werken, de gelukzoekers uit Afrika, de rondtrekkenede daderbendes, één voor één krijgen ze de schuld voor het mogelijks kapzeisen van de sociale zekerheid, terwijl op de belastingbrief van de bedrijfsleiders de aftrekposten aanzwellen en er allerlei constructies goedgekeurd worden om geen sociale lasten meer te moeten betalen, zoals maaltijdchecks en bedrijfswagens. De criminalisering van rechtstreekse concurrenten op de arbeidsmarkt wordt in het nationalistisch discours gretig gehanteerd om mensen tegen anderen op te zetten en om zodoende de krimpende lonen en de groeiende winstmarges buiten het zicht te houden.

Als het nationalisme van zijn kant de sociale strijd mee op de kar laadt, wordt het echt gevaarlijk. De strijd met de vijanden van het werkvolk moet dan immers ook binnen de natie aangesneden worden.  Steuntrekkers, langdurig werklozen, eeuwige studenten, culturele subsidieslurpers, maar ook het vermoedelijk vrijdenken en de verdachte seksuele moraal van een complotterenede elite komen in het vizier.  Minderheidsgroepen die afwijken, zeker als zij zich al te luidruchtig manifesteren, krijgen groeiende tegenwind te verwerken. Al wat hen kenmerkt wordt geleidelijk als ontaard bekeken en bestempeld.  Armoezaaiers zowel als kinderen van verwende rijke luizen die met kaviaarsocialisten aanpappen, worden als vijanden van de werkende klasse op het hoopje gegooid waar ook de bakfiets Vlaming, de gegoede hogere-middenklasse-veganist en de kwade woker zich schuil houden.

Als het socialisme nationaal gaat en de nationalisten van de weeromstuit de sociale strijd omarmen, groeien zowel de spanning met de werkers van andere landen, als de spanning met wie hier te lande niet naar behoren werkt. Het zal niet helpen dat een bepaald deel van de nationalisten, om zich tegen de Islam af te zetten of om de idealen van de Verlichting te sacraliseren, zweert bij LGBTQ+ rechten.  Die krachten worden binnen hun eigen kamp in de kortste keren overklast door wie ronduit straight is. Wie zijn oor een beetje te luisteren legt, op café of tijdens een zonnige met bier overgoten rommelmarkt, weet goed genoeg van waar de wind komt als nationalisten en socialisten elkaar vinden.

Wie zijn geschiedenis een beetje kent, weet waar dat huwelijk toe kan leiden.  Het kan serieus ontaarden.  Het gebeurt geleidelijk.  De moraal schuift zachtjes op.  Schandaal na schandaal. Dan volgt een overwinning met éénenvijftig procent, de trouw van de ordediensten wordt geïnstalleerd door het promoveren van enkele haviken, de corporatistische solidariteit met wie een betoging hardhandig onderdrukt wordt ter bescherming van de nationaal-sociale droom bekrachtigd, enzovoort. We weten hoe het lopen kan.

Mensen, socialisme hoort internationaal te gaan en nationalisme heeft niets te zoeken bij volkeren die door niemand onderdrukt worden.  Samen evenwel vormen ze een gevaarlijke cocktail. In de overwinningsroes dreigen wie te ver voorop lopen of teveel achterop hinken te worden afgemeten en afgesneden op de maat van een archetypisch ideaal gemiddelde. Fundamentele mensenrechten dreigen te eindigen op een vlot, dobberend op de baren van een wrede en kolkende oceaan die stikt van de hongerige en gulzige zeemonsters.

We wezen gewaarschuwd.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!