Intimidatie vreedzame actie aan Delhaize-Watersport (Gent). Foto: BBTK/ACV Puls
Interview -

‘Geen enkele burger in dit land zou kunnen doen wat Delhaize kan’

In dit uitgebreide interview gaan Hind Riad en Jan Buelens, advocaten van het Progress Lawyers Network, in op het problematische karakter van eenzijdige verzoekschriften tegen sociale acties van werknemers. 'Dit is een gevaarlijk precedent dat alle vormen van maatschappelijke actie in gevaar brengt. Rechters gaan in tegen de Europese veroordeling van België in 2011.

dinsdag 16 mei 2023 10:41
Spread the love

 

Wat zijn eenzijdige verzoekschriften?

Hind: ‘Eenzijdige verzoekschriften zijn voorzien in de wet, in ons gerechtelijk Wetboek, Artikel 584. Dat voorziet dat wanneer er een volstrekte noodzakelijkheid is, dat je dan de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van je arrondissement kunt ‘vatten’ omdat er iets zodanig dringend is dat je het niet via de gewone klassieke procedures kunt doen.’

‘Normaal leg je een verzoekschrift neer. Ik, Delhaize, leg een verzoekschrift neer tegen vakbondsafgevaardigde X of wie dan ook, want ik denk dat die persoon iets gaat doen dat mijn belangen gaat schaden. Daarom vraag ik u, rechtbank, om een zitting te organiseren waarbij wij allebei aanwezig zijn, waar wij een debat gaan voeren over het feit of de genoemde persoon effectief de belangen van Delhaize gaat beschadigen of niet. Dan heb je als betrokken partij een verdediging en wordt er gevonnist ‘op tegenspraak’.’

‘Met een eenzijdig verzoekschrift doet men dat niet. Bedrijven als Delhaize beweren dat de situatie zo dringend is, dat hun rechten gaan beschadigd worden. Ze zeggen: “We kunnen ten eerste niemand oproepen als tegenpartij, maar het is ten tweede zo dringend en zo flagrant dat we het eigenlijk niet nodig vinden dat hier een zitting met een tegenpartij over wordt gehouden”.’

‘Eigenlijk proberen zij op basis van een beweerde noodzakelijkheid deze procedure toe te passen van het eenzijdig verzoekschrift. Je kan daar nog meer over zeggen maar dit is de juridische samenvatting.’

‘Ze rechtvaardigen dat door te zeggen dat ze daarom de klassieke procedure niet gaan volgen. “Ik, Delhaize vraag u voorzitter, we leggen dit neer om 10 uur ‘s morgens, kunt u voor ons tegen deze namiddag om 16 uur een beslissing vellen die zegt dat elke persoon die dit niet respecteert een dwangsom opgelegd krijgt. Het is aan een gerechtsdeurwaarder om dat uit te voeren met behulp van de politie. Dat is het uitzonderlijke hieraan.’

‘Hoe komt het dat ze dat nu doen en vroeger bijvoorbeeld niet? Het is rond de jaren 1980 dat men dit experimenteel is beginnen te doen. Advocatenkantoren in opdracht van werkgevers begonnen te denken hoe ze het stakingsrecht kunnen beperken of, om het heel eerlijk te stellen, te verbieden.’

‘Ze hebben deze specifieke toepassing van de procedure van éénzijdig verzoekschrift voor sociale conflicten zo uitgevonden. De procedure zelf bestond al in de wet. Zij besloten toen om die procedure op sociale conflicten toe te passen en hebben daar gelijk in gekregen. Veel rechters zijn meegegaan in dat verhaal en hebben geleidelijk beslist: ‘OK, als jullie mij hier bewijzen dat men, weet ik veel, een poort in brand gaat steken of zo, dan lijkt het ons noodzakelijk om tussen te komen. Zo is die rechtspraak ontstaan.’

‘Vandaag zitten we in een situatie dat zodra een directie weet van een stakingsactie, dit traditie is geworden, zeker nu bij Delhaize. Zodra men daar wist dat er een staking ging komen, hebben zij hun advocaten verwittigd, hebben ze hen een mandaat gegeven, hebben ze preventief een juridisch initiatief genomen.’

‘Ze hebben soms al beslissingen bekomen die ze op het terrein nooit moesten opleggen aan de mensen omdat er uiteindelijk geen probleem meer was of dat ze het niet meer nodig vonden. We hebben gezien in de dossiers die we ondertussen krijgen van hun advocaten dat er bijvoorbeeld al op één maart een actie was aan een vestiging in Zellik. Daar hadden ze al een bevel voor van de rechter dat men daar geen piket en geen blokkade mocht organiseren.

Jan: ‘Dus vooraleer er actie werd gevoerd!’

Hind: ‘Inderdaad, volledig preventief. Dat is het grote gevaar. Normaal gezien bestaat die mogelijkheid van eenzijdig verzoekschrift alleen voor uitzonderlijke omstandigheden waarbij dringend optreden is vereist om blijvende schade te voorkomen die door een echte rechtszaak daarna niet meer kan worden rechtgezet.’

‘Het is niet het juridisch concept van eenzijdig verzoekschrift dat problematisch is, het is het specifieke gebruik ervan in een collectief conflict, in het kader van het stakingsrecht dat zo problematisch is. Daar gaat deze strijd over.’

Jan: ‘We moeten ook benadrukken dat het gaat over fundamentele rechten, dat het eenzijdig verzoekschrift hier gebruikt wordt bij collectieve conflicten. Het probleem is dat werkgevers naar de burgerlijke rechtbank stappen die bevoegd is voor koopcontracten, eigendomsrecht en dergelijke. Zij stappen niet naar de arbeidsrechtbank.’

‘Dat is een vraag die mensen ons vaak stellen, hoe kan het dat dit voor de burgerlijke rechtbank komt. Eerst gingen werkgevers naar de arbeidsrechtbanken, maar die beslisten dat zij onbevoegd waren: “Wat jullie vragen is dat wij zouden tussenkomen in een collectief conflict. De rechtbank kan daar niet in tussenbeide komen, dat moet via overleg opgelost raken.’

‘Hoe hebben ze daar dan een mouw aan gepast? Grote bedrijven hebben beslist naar de burgerlijke rechtbank te stappen, waar ze beweren dat ze niets vragen over het collectief conflict zelf. Ze vragen niet dat Delhaize gelijk krijgt over dat franchiseplan. Ze hebben het over handelingen die zogezegd van het sociaal conflict worden losgekoppeld.’

‘Men noemt dat ‘afsplitsbare handelingen’, een moeilijk woord dat wil zeggen dat wat daar gebeurt, die acties, niets te maken zouden hebben met het conflict. Dat zouden losgeslagen, losstaande acties zijn waarbij inbreuk wordt gepleegd op het eigendomsrecht en ze zeggen daarvan: “U als burgerlijke rechter bent daar voor bevoegd”. ‘

‘Die burgerlijke rechtbanken hebben gedaan wat de arbeidsrechtbanken niet gedaan hebben, door te doen alsof sociale acties niets met een collectief conflict te maken zouden hebben, terwijl het daar alles mee te maken heeft. Men gaat justitie instrumentaliseren om stakingen te breken en om het bestaande economische machtsoverwicht nog meer af te dwingen in het nadeel  van de stakers.’

Tijdens de voorbije weken is toch één keer een eenzijdig verzoekschrift verworpen door een rechter? Als je tegen een dergelijke beslissing in beroep gaat, wordt het dan toch een tweezijdige, tegensprekelijke procedure? Dat kan lang duren veronderstel ik? Als uiteindelijk een eenzijdig verzoekschrift wordt verworpen, zijn er ondertussen allerlei dingen gebeurd. Wat gebeurt daarmee?

Hind: ‘Je kan in beroep gaan, dat heet een ‘derdenverzet’. Dit is immers alsof een derde persoon bij verstek (in zijn/haar afwezigheid) veroordeeld werd en daartegen in verzet gaat. Die is dan de derde persoon die niet betrokken was bij de procedure van het eenzijdig verzoekschrift. Het probleem is bovendien – dat komt er nog bij – dat het dan voor dezelfde rechtbank komt.’

Jan: ‘Dit is niet zoals een gewoon beroep waarbij je voor je beroep in een hogere rechtbank terechtkomt. Je komt bij dit derdenverzet tegen een éénzijdig verzoekschrift bij dezelfde rechtbank terecht. Dit is juridisch gezien geen ‘beroep tegen een vonnis’.’

Hind: ‘Je vraagt dezelfde rechtbank om de procedure over te doen, maar nu ‘op tegenspraak’, vandaar het derdenverzet. Het probleem is dat ondertussen wel die beslissing werd genomen.’

‘Met een derdenverzet ga je achteraf zeggen ‘Beste rechter, dat had u niet mogen doen en ik leg u uit waarom. Het verzoek van de werkgever was helemaal niet zo dringend, wat de werkgever vroeg gaat in tegen het stakingsrecht. Je moet dan je argumenten overmaken aan de rechter. Het probleem is dat die beslissing ondertussen blijft lopen. Die procedure van derdenverzet gaat niet snel. Het is niet alsof je om 10 uur een verzoekschrift neerlegt en om 16 uur een beslissing krijgt. Dat wordt een kwestie van weken.’

België werd reeds in 2011 veroordeeld voor het misbruik van die eenzijdige verzoekschriften tegen sociale conflicten door het Europees Comité voor Sociale Rechten.

‘De eerste strijd gaat er om ervoor te zorgen dat het zo snel mogelijk gaat. Daarvoor moet je echt vechten bij wijze van spreken. Die voorzitter zegt dan ‘Voor mij is dit allemaal niet dringend. Ik heb tijd nodig. Ik moet luisteren naar uw argumenten. De advocaten van Delhaize zeggen eveneens dat ze tijd nodig hebben. ‘We moeten onze argumenten uitwerken’. Je moet dat eerste gevecht aangaan om ervoor te zorgen dat het snel zou gaan, maar het gaat jammer genoeg niet snel.’

‘De eerste twee beschikkingen die we hebben aangevochten, daar hebben we moeten voor vechten zodat we die een week later al konden pleiten. We zegden dan dat binnen de week het dossier klaar was om te pleiten. We vroegen de rechter om zo snel mogelijk een vonnis te vellen.

Jan: ‘Waar je dan nogmaals een week moet op wachten!

Hind: ‘Inderdaad, justitie is extreem traag op tegenspraak. Wat er kan gebeuren – wat ook gebeurd is – voor één van die aangevochten beschikkingen heeft de rechter in derdenverzet beslist: ‘Er was iets mis met die oorspronkelijke beslissing, ik vernietig die’.’

In dit video-interview (15’16) geven Hind Riad en Jan Buelens een samenvatting van het probleem van eenzijdige verzoekschriften:

 

‘Dat betekent in principe dat als mensen op het terrein die een beschikking hadden betekend gekregen door een deurwaarder, dat die voor hen niet meer geldig is. Stel dat iemand een dwangsom zou hebben opgelegd gekregen, dan kun je zeggen dat die beslissing niet meer bestaat en de dwangsom kan ook niet meer geëist worden.’

‘Wat je echter niet meer kunt herstellen is dat dit wekenlang een middel was tot intimidatie. Zelf als je achteraf wint, wat natuurlijk wel belangrijk is voor de rechtspraak en voor de mensen, maar op het terrein kan het niet meer ongedaan maken dat die ene zaterdag de deurwaarder ervoor heeft gezorgd dat die Delhaize-winkel terug is opengegaan en dat het personeel zich geïntimideerd heeft gevoeld en is weggegaan.’

‘Dat is ook het echte groot probleem bij éénzijdige procedures, dat je niet meer volledig kunt herstellen wat je is aangedaan. Je kan proberen dat achteraf goed te maken maar dat is nooit meer helemaal mogelijk.’

Jan: Heel belangrijk is te onderlijnen dat België in 2011 veroordeeld werd voor het gebruik van eenzijdige verzoekschriften door het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR). Dit is het comité dat toeziet op de naleving van het internationaal verdrag van het Europees Sociaal Handvest. Daar heeft men geoordeeld dat de praktijk van eenzijdige verzoekschriften strijdig is met het stakingsrecht, vooral omdat de rechters niet nakijken of er effectief een probleem is en niet nakijken of er geen inbreuk is op fundamentele rechten.’

‘Is er een probleem van geweld of intimidatie? Dat zou de grens kunnen zijn. Dan zou de rechter eventueel kunnen tussenbeide komen. Dat gaan veel van die rechters in kortgeding echter helemaal niet nakijken Ze verbieden sociale acties zelfs als die puur vreedzaam zijn, als er nooit sprake is van geweld of intimidatie. Ze gaan verder dan wat de internationale rechten toestaan.’

Kan of mag je een dergelijk vonnis of arrest van dat ECSR in je pleidooi gebruiken?

Hind: ‘We doen dat ook. Je gebruikt die beslissing en alle andere die een sterke duidelijke lijn trekken doorheen al die beslissingen. Er is altijd een grens geweest voor de rechter: Was er sprake van geweld of intimidatie?’

‘Als de rechter zegt ‘Ik verbied dit want jullie zijn het eigendomsrecht van Delhaize aan het schenden’ is dat de lijn die hij volgt. Dat is uiterst problematisch. Wij moeten het argument van de internationale en Europese verplichtingen gebruiken als verdediging hiertegen.’

‘In principe zou elke Belgische rechter die lijn moeten volgen. België heeft die verdragen immers ondertekend. Wij volgen als advocaten van de verdediging deze internationale engagementen van België en erkennen de beroepsorganen die daar juridisch dan bevoegd voor zijn.’

Jan: Het probleem is dat deze verplichtingen niet rechtstreeks afdwingbaar zijn. Dat is op zich niet zo belangrijk, want een rechter zou normaal gezien moeten stellen dat hij als rechter deze fundamentele rechten erkent en als leidraad neemt. We stellen vast dat men zelfs de arresten van het  Hof van Cassatie, waarmee men altijd schermt niet respecteert.’

‘Het Hof van Cassatie beschermt het stakingsrecht en het recht  op tegenspraak beter dan deze burgerlijke rechters, die helemaal alleen op één dag een beschikking beslissen op éénzijdig verzoekschrift. Die trekken zich weinig tot niets aan van de uitspraken van het Hof van Cassatie of van de uitspraken van die internationale rechtshoven. Dit is heel verregaand, want je moet eerst op Belgisch niveau tot op het hoogste niveau bij het Hof van Cassatie in beroep gaan om gelijk te krijgen. Tegen dan is een staking al lang voorbij.’

Ik veronderstel dat de advocaten van Delhaize ook wel weten dat zij in de verre toekomst na heel lang procederen ongelijk zullen krijgen. Is hun strategie niet dat deze rechtsgang zelf de doelstelling is, niet zozeer de vonnissen en de beschikkingen?

Ik bedoel dat ze de procedures gebruiken als strategie om sociale acties te ondermijnen. Ik vergelijk dat met wat onder andere in Latijns-Amerika gebeurt, waar rechtszaken werden gevoerd tegen presidenten Rousseff en Lula in Brazilië, met als objectief hen tijdens de rechtsgang te verhinderen deel te nemen aan verkiezingen, zoals is gebleken.

De rechtsgang was daar niet het middel om een bepaald doel, een bepaalde uitspraak, te bekomen. De rechtsgang zelf was de doelstelling, wat men ‘lawfare‘ noemt (een samenvoeging van warfare en law). Mijn indruk is dat dit ook hier gebeurt.

Men gebruikt alle rechtsmiddelen om een sociale strijd te fnuiken door de tegenpartij uit te putten in een juridische strijd. Tegen de tijd dat die rechtsgang wordt veroordeeld is de strijd reeds lang gestreden. De overwinning voor Delhaize tegen zijn personeel is dan een voldongen feit. Mag ik zeggen dat dit hier gebeurt?

Jan: Absoluut! Dat vat het goed samen. Wat wij zien is dat het doel van deze verzoekschriften niet zozeer de deurwaarder is die op pad wordt gestuurd om dwangsommen op te leggen en die van de lonen te laten aftrekken via de werkgever. Die dwangsommen worden in de praktijk trouwens zo goed als nooit geïnd.’

‘Die dwangsommen zijn puur een vorm van intimidatie, om de winkels open te houden, zodat de mensen ontmoedigd raken en hun strijd opgeven. Daarom ook is Delhaize naar een rechtbank in de hoofdstad gegaan die een verbod heeft opgelegd voor heel het land.’

‘Bovendien moet je weten dat Delhaize in dit geval de rechter kiest die haar het best ligt en vermijden om eventueel ongelijk te krijgen bij een rechter die hen geen gelijk zou geven. Er is inderdaad één keer een rechter geweest die na derdenverzet een beschikking geschrapt heeft. Dat was op basis van een procedurefout van de eerste rechter die had beslist dat hij niet alleen in Brussel maar ook in Antwerpen een verbod kon opleggen wat echter niet zijn bevoegdheid was op zijn niveau.’

Hind: ‘Wij vermoeden dat ze zoveel als mogelijk hun rechters kiezen.  Je weet echter niets van verzoekschriften die afgewezen worden.’

‘In theorie komt je zaak voor de rechter die van wacht is op de dag dat je je verzoekschrift indient. Nogmaals in theorie weet je niet op voorhand wie rechter van wacht is, maar wij vermoeden dat ze dat wel weten. Dat is de indruk die wij hier over hebben.’

‘Wanneer wij derdenverzet indienen komt dat voor diezelfde rechter. Dat is eveneens zeer problematisch want je staat in een situatie waarbij je aan een rechter moet zeggen waarom hij zich vergist heeft, waarom hij een fout heeft gemaakt.’

‘Een rechter vragen om zijn eigen beslissing te herzien is ongemakkelijk. Qua ‘onpartijdigheid’ kan dat tellen. Het kan ook zijn dat je voor een collega van de eerste rechter komt, maar het is altijd een van de voorzitters van de rechtbanken van eerste aanleg die je zaak behandelt.’

‘De advocaten van Delhaize hebben na die ene verwerping in Brussel aanvaard dat die eerste rechter in Brussel niet bevoegd was voor de winkels in Antwerpen, maar ze hebben vervolgens gepleit voor wat ze ‘samenhang’ noemen. ‘Wij denken dat de situatie in Brussel en Antwerpen eigenlijk dezelfde is.’

Klopt het dat over de verwerping van een eenzijdig verzoekschrift niets naar buiten komt?

Jan: Dat klopt. Dat is geheim, ook dat is dus een probleem.

‘Wat ook opvallend is, wij hebben dus gelijk gekregen voor die Antwerpse winkels op derdenverzet bij de Antwerpse collega van die eerste Brusselse rechter. De advocaten van Delhaize zijn dan teruggegaan naar die eerste rechter. Die heeft de uitspraak van zijn collega gewoon genegeerd en beslist ‘Ik verbied het nu in heel het land voor een hele maand, van 28 april tot 26 mei.’ Elke sociale actie is nu verboden van Oostende tot Eupen.

Hind: ‘Het standpunt van de vakbonden blijft dat burgerlijke rechtbanken niet bevoegd zijn over sociale conflicten. Daar dienen het sociaal overleg en de bestaande overlegorganen voor.’

Jan: ‘Er is ook een fundamenteel probleem met ons rechtssysteem dat vakbonden eindeloos, soms jarenlang, moeten procederen voor de rechten van de werknemers, dikwijls om bestaande wetten te doen respecteren. Werkgevers worden daarentegen zoals in de 19de eeuw op hun woord geloofd. Die komen met hun verhaal en twee uur later hebben die al een uitspraak.’

‘Ze moeten niets bewijzen, alleen maar stellen dat er mogelijk toekomstige schade zou kunnen geleden worden, zo zonder dat ze dat concreet moeten bewijzen, zonder enige motivering. Op één pagina staat in zo een beschikking ‘Gezien het verzoekschrift verbied ik alle acties. Dat kan je nog moeilijk eerlijke rechtspraak noemen. Eerder politiek-ideologische uitspraken. Dit is echt wel belangrijk om mee te geven. Geen enkele burger in dit land zou kunnen doen wat Delhaize kan.

Waarom is het zo belangrijk dat vakbonden geen rechtspersoonlijkheid hebben? Wat betekent dat begrip eigenlijk?

Hind: ‘Een rechtspersoonlijkheid is wat iedere burger heeft, namelijk het recht om als partij op te treden in een rechtbank. Dat recht kan ook worden toegekend aan bedrijven, diensten, de overheid. Het is een juridische constructie die niet-fysieke entiteiten als ‘een persoon’ aanvaardt.’

‘Als vakbonden dat statuut van rechtspersoonlijkheid zouden hebben zouden bedrijven niet aarzelen om zaken aan te spannen tegen de vakbonden en tegen elk vakbondslid voor zaken waar de vakbonden niet verantwoordelijk voor zijn. In plaats van mistoestanden aan te klagen zouden vakbonden dan veroordeeld worden voor het aanklagen van sociaal onrecht, wat een van hun voornaamste bestaansredenen is.’

‘Verbetering van de koopkracht eisen of betere, veilige werkomstandigheden eisen zou dan veroordeeld kunnen worden omwille van de ‘economische schade’ die bedrijven daardoor lijden. Het zijn niet voor niets de rechtse partijen die wetsvoorstellen indienen om rechtspersoonlijkheid op te leggen aan de vakbonden. Daar staat letterlijk in dat zij de vakbonden willen kunnen vervolgen voor wat hun leden doen.’

Jan: ‘Een recent voorstel van het Vlaams Belang daarover werd door de Raad van State volledig afgekraakt. We zien dat dit een reëel gevaar is ook in andere landen. Kijk maar naar Groot-Brittannië, waar de huidige regering nog strengere wetten gaat afkondigen die vakbonden miljoenenboetes gaat opleggen voor hun acties voor leefbare lonen en werkomstandigheden.’

‘De vakbonden rechtspersoonlijkheid opleggen gaat het nog gemakkelijker maken om aan werkgevers de mogelijkheid te geven hen financieel te raken. Dit wordt geëist door politieke partijen die zelf ook geen rechtspersoonlijkheid hebben en bovendien veel minder leden tellen dan de vakbonden.’

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!