Klimaatmars in Oslo in 2015. Foto: kehworks / CC BY 2.0 (To view a copy of this license, visit https://creativecommons.org/licenses/by/2.0/?ref=openverse)
Analyse - Alister Doyle, IPS

Oslo heeft ambitieus klimaatdoel gemist: mikken ook andere Europese steden te hoog?

Europese steden hebben het moeilijk om klimaatdoelstellingen vast te leggen die zowel ambitieus als haalbaar zijn. Zo miste Oslo - nochtans een gidsstad op vlak van klimaatbeleid - een belangrijke doelstelling om de uitstoot te halveren tegen 2020, en de Noorse hoofdstad is niet alleen.

donderdag 11 mei 2023 13:24
Spread the love

 

De doelstelling die Oslo zich in 2016 vooropstelde was even radicaal als ongezien: de uitstoot van broeikasgassen binnen de vier jaar halveren. Stadsfunctionarissen noemden het plan zelf “veeleisend maar haalbaar”. De stad oogstte wereldwijd lof als een model voor gedurfde stedelijke klimaatactie en werd door de Europese Commissie gekroond tot de Europese Groene Hoofdstad van 2019.

Parken en fietspaden

Zonder twijfel heeft de Noorse hoofdstad van bijna 700.000 mensen sindsdien enorme stappen gezet in het elektrificeren van het openbaar vervoer, het beperken van diesel- en benzineauto’s en het aanleggen van parken en tientallen kilometers fietspaden. Toch heeft Oslo de eigen doelstelling – om tegen 2020 de uitstoot ten opzichte van 1990 te halveren – verre van behaald, zo blijkt. Ook de opgefriste doelstelling – tegen 2030 95 procent minder uitstoot dan in 2009 – staat onder druk.

Oslo is verre van uniek. Enkele andere toonaangevende groene steden in Europa hebben moeite om hun hoge klimaatambities waar te maken en hebben hun doelstellingen de afgelopen jaren herzien of geschrapt.

Aangezien meer dan de helft van de wereldbevolking in stedelijke gebieden woont, groeit de bezorgdheid over het klimaatbeleid van steden. Analisten wijzen op een gebrek aan toezicht en controle, zeker in vergelijking met klimaatbeloftes van nationale overheden en bedrijven.

Meettechnieken

“In 2016 dacht ik: ‘Ik eet mijn hoed op als ze (Oslo) dat doel bereiken”, zegt Borgar Aamaas, een ervaren onderzoeker bij Cicero, het Centrum voor Internationaal Klimaatonderzoek in Oslo. Volgens de nieuwste meettechnieken bedroeg de uitstoot van Oslo in 2020 in totaal 1,1 miljoen ton CO2-equivalent. Dat is ongeveer 10 procent minder dan de 1,2 miljoen ton in 1990 die volgens oudere – en volgens het stadsbestuur minder betrouwbare – methodes werden berekend.

Het doel van het plan van 2016 was om de uitstoot te halveren tot 600.000 ton in 2020. Daarmee blijft Oslo ver verwijderd van zijn eerdere doelstelling van een reductie met 50 procent, hoewel de stad in het algemeen nog steeds als een voorloper op gebied van klimaatactie wordt beschouwd. De jury van de Europese Groene Hoofdstad plaatste de stad in 2019 bovenaan in acht van de twaalf categorieën, waaronder plaatselijk vervoer, luchtkwaliteit en biodiversiteit.

Oslo doet “geweldig werk” naar de maatstaven van elke grote hoofdstad, zegt Stig Schjølset van de Noorse milieugroep Zero. Hij is vol lof over het beleid van de stad, onder meer over de emissievrije bouwwerven die elektrische graafmachines en kranen gebruiken. “Maar de doelstellingen (van Oslo) zijn extreem ambitieus”, zegt Schjølset, eraan toevoegend dat de stad “gedoemd is te mislukken als je kijkt naar de omvang van hun ambitie”.

Evenwicht tussen realisme en ambitie

De Verenigde Naties hebben de steden gewaarschuwd om geen loze beloften te maken op vlak van klimaatverandering en dringen aan op een evenwicht tussen realisme en ambitie. In een rapport over klimaatactie uit 2022 zegt VN-secretaris-generaal António Guterres dat elk bedrijf, investeerder, stad, staat en regio dringend “de daad bij het woord moet voegen als het gaat om hun beloften inzake netto-nuldoelstellingen”.

“We kunnen ons geen slow movers, fake movers of enige vorm van greenwashing veroorloven”, zei hij in het rapport van een VN-expertenpanel. Steden zijn verantwoordelijk voor meer dan 70 procent van de emissies. Ze zijn dus een cruciaal onderdeel van de inspanningen om de opwarming van de aarde tegen te gaan, aldus Guterres.

Uit een recente analyse van onderzoeksgroep Net Zero Tracker bleek dat meer dan de helft van de 241 steden die netto-nulbeloften hadden gedaan, geen degelijk rapporteringsmechanisme hadden om de voortgang te monitoren.

“Nationale overheid werkt niet mee”

Uit studies is gebleken dat Noord-Europese steden het voortouw nemen bij het groene streven, omdat milieu en klimaat er vaak een prioriteit is. Zo stond Oslo in 2022 bovenaan een duurzaamheidsranglijst van 100 steden in 47 landen van het Nederlandse ingenieursbureau Arcadis – voor Stockholm, Tokio, Kopenhagen en Berlijn.

Sirin Hellvin Stav, schepen voor Milieu en Transport en lid van de Groene Partij in Oslo, zegt dat de doelstellingen van 2016 in overeenstemming waren met het Klimaatakkoord van Parijs. Maar daarbij is de Noorse nationale regering “niet ambitieus of eerlijk genoeg geweest”, zegt ze. “We hebben ons steentje bijgedragen aan de opvolging van het Klimaatakkoord van Parijs, maar we zijn er volledig van afhankelijk dat Noorwegen op nationaal niveau zijn deel doet om steden en provincies te helpen”, aldus Stav.

Ze merkt op dat het stadsbestuur van Oslo in het plan van 2016 als voorwaarde stelde dat de overheid snel moest investeren in het afvangen van CO2 in de afvalverbrandingsinstallatie van de hoofdstad. Die is namelijk verantwoordelijk voor 17 procent van de uitstoot van de stad.

De toenmalige centrumrechtse regering deed dat niet. De nieuwe centrumlinkse regering beloofde vorig jaar om het project van 9 miljard kroon (840 miljoen euro) te helpen financieren. Het zal echter ten vroegste in 2027 van start gaan.

Een van de klimaatsuccessen is dat Oslo nog dit jaar de eerste hoofdstad wordt met een emissievrij openbaar vervoer, aldus Stav. Oslo heft ook forse belastingen op voertuigen die op fossiele brandstoffen rijden. In het hele land is dan ook 79 procent van de nieuwe auto’s die in 2022 werden verkocht volledig elektrisch – het hoogste aandeel wereldwijd.

Het succes van Stockholm, het falen van Kopenhagen

Van de andere Europese groene hoofdsteden is Stockholm, de eerste winnaar in 2010, volgens klimaatfunctionaris Björn Hugosson goed op weg om de uitstoot tegen 2030 terug te brengen tot 1,5 ton per hoofd van de bevolking, tegenover 5,4 ton in 1990. In Hamburg, de winnaar van 2011, zijn de emissies tegen 2020 met ongeveer 36 procent gedaald ten opzichte van 1990, iets minder dan de doelstelling van 40 procent. De stad streeft nu naar eigen zeggen naar een emissiereductie van 70 procent tegen 2030

Kopenhagen, de winnaar in 2014, was van plan om tegen 2025 de eerste koolstofneutrale stad ter wereld te worden. Het moest die doelstelling vorig jaar echter laten varen nadat een gemeentelijke afvalfabriek er niet in slaagde overheidsfinanciering voor het afvangen van CO2 in de wacht te slepen.

De C40-groep – een netwerk van burgemeesters van bijna 100 grote steden die allemaal een groen beleid nastreven – zegt dat driekwart van de C40-steden de uitstoot per hoofd van de bevolking sneller doen dalen dan hun respectieve nationale overheden. C40 maakt zich echter zorgen over onhaalbare beloften en eist dat elk lid in 2024 “op schema blijft om zijn klimaatactieplan uit te voeren, goede resultaten te behalen en de totale uitstoot van C40 tegen 2030 te halveren”. In het geval van Oslo betekent de nieuwe doelstelling – tegen 2030 95 procent minder uitstoot tegenover 2009 – dat de stad tegen het einde van het decennium jaarlijks minder dan 75.000 ton moet uitstoten.

CO2-afvang 

Volgens de klimaatbegroting van de stad is het echter onwaarschijnlijk dat de tussentijdse reductiedoelstelling van 52 procent voor 2023 wordt behaald. Uit de laatste beschikbare gegevens – over 2021 – blijkt dat Oslo 1 miljoen ton uitstoot, een daling van 30 procent ten opzichte van 2009.

“De emissies zullen aanzienlijk dalen, maar 95 procent is een zeer indrukwekkend getal”, zegt Aamaas van Cicero. Hij voegt eraan toe dat de doelstelling van het stadsbestuur voor 2030 – net als de doelstelling van 2016 – berustte op onrealistische veronderstellingen over financiering door de nationale overheid en nieuwe technologieën zoals CO2-afvang.

Aamaas grapte dat hij zijn hoed zou opeten als Oslo de doelstelling voor 2016 zou halen. Indien de stad de doelstelling voor 2030 zou behalen zou hij nog een stap verder gaan. “Ik eet mijn bunad-hoed (Noorse traditionele klederdracht) op als het ze lukt”, zegt hij.

 

Dit stuk is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner Thomson Reuters News Foundation

IPS

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!