Over één van deze drie wereldleiders bestaan bewijzen dat hij direct en doelbewust bevel tot genocide gaf op volkeren onder zijn bewind die hij 'minderwaardig' achtte. Postdam-conferentie juli 1945. Foto: Imperial War Museum/Public Domain
Boekrecensie - Johan Depoortere,

Critici ‘Koude Oorlogsbuit’ bevestigen ongewild dat de auteur gelijk heeft

De ontvangst die Koude Oorlogsbuit van Charles Ducal in de mainstream van media en historici te beurt viel, zegt veel over hoe ideologie geschiedschrijving en onze kijk op het verleden kleurt. Een boek dat 'de verschrikkingen van het Sovjet-regime' volledig bevestigt krijgt zo het verwijt die te ontkennen. Vanwaar die bewuste/onbewuste omkering van de inhoud van een boek?

maandag 8 mei 2023 14:09
Spread the love

 

De recensie hieronder werd door het literaire tijdschrift De Reactor geweigerd met als opgave van reden onder andere de negatieve evaluatie van de Nederlandse historicus en assistent prof Nederlandse literatuur Lucas van der Deijl.

“Wat een vreemd boek,” vindt van der Deijl en hoewel hij het niet heeft gelezen meent hij “tussen de regels door een bagatellisering of zelfs een ontkenning van de misdaden van de Sovjet-Unie,” te ontwaren. En: “met welk doel wordt er zoveel twijfel gezaaid over de verschrikkingen van het Sovjet-regime?”

Nu slooft Ducal zich in talloze bladzijden uit om net die conclusie te ontkrachten. Het boek is geen goedpraten laat staan ontkennen van de gruwelijke repressie in de jaren dertig in de Sovjet-Unie en de ultieme verantwoordelijkheid van Stalin daarvoor.

Als ideologie de bovenhand haalt doen feiten er niet meer toe. Maar feiten zijn hardnekkig en niet zo makkelijk te negeren door “tussen de regels” te lezen. Wie zich een oordeel wil vormen over “Koude Oorlogsbuit” leze het boek.

In De Standaard maakt de uitgever Harold Polis het nog bonter door te verklaren dat Ducal de omvang van de hongersnood in 1932-33 in Oekraïne ontkent. Ducal beklemtoont integendeel met cijfers en documenten de gruwelijke realiteit van wat onder invloed van Oekraïense nationalisten de “holodomor” is gaan heten, maar zet grote vraagtekens bij de interpretatie die ervan uitgaat dat de hongersnood door een genocidaire Stalin was georganiseerd.

En Ruslandkenner Johan De Boose verwijt in hetzelfde blad de auteur het lijden van Stalins slachtoffers te ontkennen, maar negeert totaal de in het boek aangehaalde feiten en analyses die nochtans steunen op degelijk wetenschappelijk onderzoek.

Deze kritieken bevestigen onbedoeld het centrale thema van Koude Oorlogsbuit, namelijk dat de periode van de Koude Oorlog een ideologische erfenis heeft nagelaten die het vrijwel onmogelijk maakt met een onbevangen blik naar de geschiedenis van de Sovjet-Unie en het communisme te kijken.

Als ideologie de bovenhand haalt doen feiten er niet meer toe. Maar feiten zijn hardnekkig en niet zo makkelijk te negeren door “tussen de regels” te lezen. Wie zich een oordeel wil vormen over “Koude Oorlogsbuit” leze het boek.

Wat weten we van de geschiedenis?

‘Wat feitelijk is gebeurd’ ligt onder een dikke laag vooroordeel, ideologie, mythe, legende en hagiografie begraven en als dat voor één historische figuur geldt, dan zeker voor Stalin en bij uitbreiding voor de voormalige Sovjet-Unie.

Door die dikke laag heendringen, dat is de opzet van Koude Oorlogsbuit, een politiek essay van de hand van voormalig Dichter des Vaderlands Charles Ducal. Ducal is geen historicus en hij pretendeert niet dé waarheid over Stalin en de Sovjet-Unie te onthullen. Hij houdt een aantal populaire vaststaande waarheden over Stalin en Hitler, over communisme en nazisme en over totalitarisme tegen het licht en komt tot verrassende conclusies.

Of beter: hij laat de conclusies aan de lezer over maar helpt daarbij door op tegenstrijdigheden, grove vertekeningen en ontkenning van de archieven te wijzen bij de populaire en gevierde auteurs die in grote mate het beeld bepalen van de geschiedenis van de twintigste eeuw. Dat beeld is het paradigma, het politiek en historisch kader dat de Koude Oorlog ruimschoots heeft overleefd, de Koude Oorlogsbuit.

Wat we over Stalin weten hebben we grotendeels te danken aan de beroemde ‘geheime toespraak’ van Nikita Chroesjtsjov na afloop van het twintigste partijcongres op 24 februari 1956 en aan het zogenaamde Smolenskarchief, dat in 1941 door de nazi’s is buitgemaakt. Dat is de bron van het paradigma, het overheersende denkkader over Stalin en de Sovjet-Unie.

De archieven die na de val van de Sovjet-Unie zijn opengegaan bieden een schat aan informatie, maar daar zit hem het probleem: die schat is nauwelijks ontgonnen en de auteurs die wél uit die nieuw vrijgekomen gegevens putten worden nogal eens weggezet als revisionisten, als het al geen “onverbeterlijke stalinisten” zijn.

Dat is nochtans niet wat gezegd kan worden van Arch Getty en Roberta Manning, de auteurs van Stalinist Terror – New Perspectives. Zij vatten het heersende denkkader als volgt samen:

‘Het Sovjetsysteem onder Stalin was een […] hiërarchische dictatuur waarin bevelende autoriteit alleen aan de top van de politieke machtspiramide bestond. Ideologie en geweld waren het monopolie van de heersende elite, die haar orders naar beneden zond via een pseudo-militaire keten. […] aan de top van die keten stond een autocratische Stalin.’

Evenmin als andere ‘revisionisten’ hebben Getty en Manning ook maar enigszins de bedoeling het geweld en de terreur onder Stalin wit te wassen of te vergoelijken, stelt Ducal: ‘Hun afwijken van het heersende paradigma is niet het gevolg van het principieel in vraag stellen ervan, maar van de constatering dat onderzoek anomalieën aan het licht bracht die binnen het paradigma niet verklaard kunnen worden.’

Wat zijn die anomalieën? De Grote Terreur die Sovjet-Rusland in de jaren 1930 overspoelde – met een hoogtepunt in 1937-1938 – wordt meestal voorgesteld als een pletwals bestuurd door een oppermachtige centrale overheid die over het platteland rolde.

Die voorstelling klopt doodeenvoudig niet met de feiten, concludeert de onderzoekster Lynne Viola op basis van justitieel archiefmateriaal. In plaats van een centraal gestuurde campagne van repressie bleek het veel meer te gaan om de initiatieven van plaatselijke en regionale bonzen.

Volgens Getty bewijst de terreur veel meer dan de almacht van een dictatoriaal centrum net hoe onzeker het regime was over de steun van onderuit. De verklaring ziet Getty in de samenzweringsmentaliteit van de bolsjewieken, die gevormd waren door de wreedheid en de gewelddadigheid van de burgeroorlog, die rijk was aan echte samenzweringen en een constant en vretend gevoel van onveiligheid creëerden.

De lokale baronnen lagen voortdurend met elkaar en met het centrum in de clinch. Ze wedijverden in repressieve daadkracht wellicht ook in de hoop daarmee op een goed blaadje te komen staan bij Stalin.

Maar wat blijkt? Stalin ging volgens Getty meer dan eens op de rem staan om te voorkomen dat aangeklaagde partijkaders werden uitgesloten of doorverwezen naar de NKVD zoals onder meer in het geval van Boecharin.

Chroesjtsjov deed zijn onthullingen tijdens een besloten bijeenkomst waarop buitenlandse vertegenwoordigers van andere communistische partijen en journalisten werden geweerd. Daar deed hij een boekje open over de conclusies van de Pospelov-commissie die bewezen had dat gedurende 1937 en 1938 meer dan anderhalf miljoen mensen waren gearresteerd, van wie er 681.692 werden geëxecuteerd.

Maar Chroesjtsjov was een van die baronnen die – zo leren we uit de archieven – hard hun best deden om hun ijver in de repressie van echte of vermeende vijanden aan te tonen. Chroesjtsjov was op het hoogtepunt van de repressiegolf partijleider van achtereenvolgens Moskou en Oekraïne en pleitte bij het Centraal Comité voor méér, niet voor minder repressie.

Zou het kunnen dat hij de schuld van de excessen zoveel mogelijk in de schoenen van Stalin probeerde te schuiven om zijn eigen verantwoordelijkheid voor de arrestaties en liquidatie van talrijke partijgenoten in Moskou en Oekraïne te minimaliseren?

Stalin probeerde de machtspositie van de regionale secretarissen te breken met de bedoeling de centrale macht te versterken en kwam niet altijd als winnaar uit dat conflict. Pleit deze ontdekking op basis van de oorspronkelijke verslagen van het Politbureau en het Centraal Comité Stalin vrij van de willekeur en de onnoemelijke wreedheden die werden begaan?

Helemaal niet: Stalin bleef de eindverantwoordelijke voor wat gebeurde in het hele land. Maar het beeld van de almachtige en alwetende Stalin moet op basis van rigoureus historisch onderzoek ernstig worden bijgesteld.

Dat is breken met een taboe. Stalin was immers – in de woorden van Joël De Ceulaer, senior writer bij De Morgen – ‘een totalitaire massamoordenaar die thuishoort in de historische schuif waar ook lieden als Adolf Hitler en Mao Zedong moeten worden ondergebracht’. Dat hebben historici voor eens en voor altijd vastgelegd, zo riep De Ceulaer de jonge PVDA-volksvertegenwoordiger Jos d’Haese met een belerend vingertje tot de orde. d’Haese had op de vraag wat hij van Stalin vond geantwoord: ‘Ik ga die historische balans niet maken.’

Holodomor

Dat geschiedenis als wetenschappelijke discipline voortdurend aan herinterpretatie en verandering toe is, daar hebben lieden als De Ceulaer geen boodschap aan. Erger wordt het als de politiek zelf ‘de historische balans’ opmaakt en in wetteksten of resoluties vastlegt ‘wat werkelijk is gebeurd’.

Dat is wat het Europees parlement op 12 december 2022 deed toen het met een zeer grote meerderheid een resolutie goedkeurde waarin het de hongersnood in Oekraïne in 1932 en 1933 ‘volkenmoord’ noemt. Volgens het parlement werd de Holodomor, zoals de hongersnood in Oekraïne wordt genoemd, veroorzaakt door het Sovjetregime.

Het parlement ziet een parallel met de huidige Russische misdaden in Oekraïne en roept alle landen en organisaties op de Holodomor te erkennen als genocide. Een groot aantal Europese en niet-Europese landen hadden dat eerder al gedaan.

Het woord ‘Holodomor’ is op zich problematisch. Het is een samentrekking van ‘Holocaust’ en het Oekraïense woord voor hongerdood, een evidente verwijzing naar de massamoord op de Europese Joden in nazi-Duitsland.

Het gebruik van de term werd volgens Grover Furr – over wie later meer – in de jaren 1950 bedacht en gepopulariseerd in kringen van de Oekraïense diaspora die zwaar onder invloed stonden van Oekraïense nationalisten zoals de Veteranen van de 14de Waffen SS-divisie Galicië en het met Hitler collaborerende verzetsleger, de OUN-UPA die naar het Westen waren gevlucht nadat het nazi-leger zich had teruggetrokken. De Britse historicus Richard Sakwa noemt het Holodomor-verhaal het fundament van de Oekraïense natievorming.

De bedoeling is duidelijk: zoals Hitler de Joden wou uitroeien, zo wou Stalin het Oekraïense volk uitroeien door middel van de hongersnood die gecreëerd werd door de gewelddadige collectivisering van de landbouw.

Het probleem met die versie is alweer dat ze wordt tegengesproken door de feiten zoals die in de archieven zijn terug te vinden en door eminente wetenschappers die het fenomeen hongersnood zowel in de voormalige Sovjet-Unie als in andere landen hebben bestudeerd.

Dat de benadering van Ducal tot felle kritieken zou leiden en tot de obligate verdachtmaking van stalinisme en vergoelijking van dictatuur stond in de sterren geschreven. Ook wie het boek niet heeft gelezen en verklaart het ook niet te zullen doen heeft zijn of haar vernietigend oordeel klaar.

De bekendste is Mark Tauger, zowat het tegendeel van een harde stalinist, maar internationaal erkend als expert in de materie. Volgens Tauger is er maar één mogelijke verklaring voor de hongersnood en dat is ‘dat de oogstopbrengsten in de jaren dertig in de eerste plaats door milieufactoren werden bepaald. Ernstige droogte verminderde de opbrengst drastisch in 1931 en 1936 […] en een combinatie van natuurrampen maakte de oogst van 1932 tot de laagste van het decennium en dat was de hoofdoorzaak van de hongersnood.’ ‘Het was net de bedoeling van de collectivisering’, zo schrijft Tauger, ‘om een einde te maken aan de periodiek terugkerende hongersnoden.’

Hoe komt het dan dat de versie van de Oekraïense nationalisten gemeengoed is geworden, zozeer zelfs dat ze als enige verklaring voor de tragische hongersnood in de jaren 1930 bij wet wordt vastgelegd?

Zo’n dertien jaar geleden verscheen het boek Bloodlands van de Amerikaanse historicus Timothy Snyder. Het was een daverend commercieel succes. In een tiental gereputeerde kranten en tijdschriften waaronder The Economist en The Financial Times kreeg het de titel van ‘boek van het jaar’.

Bloodlands werd wereldwijd geprezen en met lof overladen. Het is inderdaad een indrukwekkend werk. ‘Wie Bloodlands (Bloedlanden in Nederlandse vertaling) leest’, schrijft Ducal, ‘kan niet anders dan geschokt zijn over zoveel wreedheid, zoveel verwoeste mensenlevens door de twee politieke monsters die de volkeren van Midden- en Oost-Europa in de jaren dertig en veertig van vorige eeuw over zich heen hebben gekregen: Hitler en Stalin.’

Snyder is niet de eerste historicus die een indringend rekwisitoor schrijft tegen Stalin en hem op gelijke hoogte stelt als Hitler. Robert Conquest en Richard Pypes – om er maar twee te noemen – hadden eerder hetzelfde gedaan en het algemeen gangbare beeld gevestigd van Stalin als bloeddorstig monster die in niets verschilt van Hitler.

Conquest mag de vader worden genoemd van de genocidetheorie die beweerde dat Stalin een hongersnood wilde en dat de Sovjets niet wilden dat de hongersnood met succes zou worden bestreden.

Robert Conquest, een voormalige communist, ging na de Tweede Wereldoorlog werken voor het Information Research Department (IRD), de propaganda-afdeling van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken die als taak had “een propaganda-tegenoffensief” te voeren tegen de Sovjet-Unie. Conquest schreef boek na boek over de ”gruwelen van het communisme” en wordt tot vandaag als een deskundige opgevoerd.

Snyder bevestigt de stelling van Conquest dat de hongersnood in Oekraïne bewust door Stalin werd georganiseerd. Maar behalve veel lof kreeg Snyder dit keer ook kritiek over bijvoorbeeld de manier waarop hij met bronnen omgaat.

Grover Furr schreef zelfs een heel boek onder de titel Blood Lies waarin hij de stellingen van Snyder in 583 bladzijden één voor één op basis van gedegen archiefonderzoek weerlegt en beweert te bewijzen ‘that every accusation against Joseph Stalin and the Soviet Union in Timothy Snyder’s Bloodlands is false’.

Furr is geen historicus maar professor Engelse middeleeuwse literatuur. Bovendien wordt hij in vakkringen weggezet als een stalinist en een ‘volstrekt schaamteloze gek’. Maar wie of wat moeten we geloven, vraagt Ducal zich af: ‘de analyse die in discussie gaat, de archieven bestudeert en op basis daarvan meent te kunnen aantonen dat bepaalde veronderstellingen niet kloppen of de analyse die steunt op ideologisch gekleurde bronnen, het archiefmateriaal zo goed als volledig negeert, tegensprekelijke studies verzwijgt, bronnen oneerlijk gebruikt en de discussie vermijdt?’

Stalin is Hitler

Zijn Stalin en Hitler twee verschijningsvormen van hetzelfde fenomeen: totalitarisme? Op zoek naar het antwoord op die vraag komt Ducal in Koude Oorlogsbuit bij Hannah Arendt terecht. Arendt is duidelijk: in Totalitarianism uit 1951 schakelt ze Stalin en het sovjetcommunisme zonder meer gelijk met Hitler en het nazisme.

Voor Arendt zijn nazisme en bolsjewisme de erfgenamen van het racisme en de bureaucratie van het imperialisme. Niet hun tegengestelde houding tegenover de koloniale uitbuiting is voor haar doorslaggevend, maar de bureaucratische onverschilligheid, de ideologie die de plaats inneemt van de werkelijkheid, het verdwijnen van de politiek als een op wettelijkheid gestoelde regeling van het samenleven en de terreur.

In haar historische uitweidingen slaat Arendt vreemde wegen in. ‘De kolonisering van Noord-Amerika en de republikeinse regering van de Verenigde Staten vormen misschien wel de grootste, in ieder geval de stoutmoedigste ondernemingen van de Europese mensheid’, schrijft ze.

Over het lijdend voorwerp van die stoutmoedigste onderneming, de native Americans’, aldus Ducal, geen woord. Arendt staat bijzonder huiverig tegenover een politiek die zich laat leiden door ‘de wil van het volk’.

Evenmin gelooft ze in het bestaan van universele rechten van de mens. De grote fout van de Franse Revolutie was dat de revolutionairen zich – in een latere fase – de armoede van het volk aantrokken. Wat in de analyse van Arendt totaal ontbreekt is de notie van klassenstrijd. Als ze klassenstrijd al vermeldt, noemt ze het ‘een loos begrip’, net als het begrip ‘uitbuiting’.

Toch is, aldus Ducal, ‘klassenstrijd de streep door het gelijkteken tussen fascisme en communisme’. De gelijkschakeling van het nazisme en het communisme is absurd, schrijft hij: ‘Het eerste was een systeem van raciale discriminatie en verregaande uitschakeling van politieke en sociale rechten. Het tweede afficheerde zich als antikapitalistisch, antikoloniaal en antiracistisch en gaf net door die kenmerken de strijd voor ontvoogding de wind in de zeilen, zowel in de westerse metropolen als in de kolonies.’

De Sovjet-Unie had als ambitie het kapitalistische systeem voorgoed uit te schakelen, Hitler versterkte het kapitalistisch systeem en werd door de kapitalisten aan de macht gebracht uit angst voor het communisme dat hun privileges bedreigde. ‘Het fascistisch systeem is niet van buitenaf, laat staan vanuit het luchtledige de maatschappij binnengedrongen, het is gegroeid uit de liberale democratie door politieke keuzes, in dienst van economische belangen. Wie het op die manier benadert ziet als vanzelf dat er meer bruggen lopen tussen westerse democratie en fascisme dan tussen fascisme en communisme.’

Ducal is dus behoorlijk kritisch voor Hannah Arendt, die tegenwoordig door prominente verdedigers van de liberale democratie nagenoeg heilig wordt verklaard. Haar historische analyses zijn in het beste geval dubieus en in het slechtste geval ronduit reactionair. Toch besluit Ducal op een positieve toon.

In Eichmann in Jeruzalem: de banaliteit van het kwaad koppelt Arendt Hitlers misdaden aan de opkomst van moderne bureaucratie ‘die op zoek gaat naar optimale oplossingen waarbij ideeën en acties ondergeschikt worden gemaakt aan pragmatisme en efficiëntie’.

Voor Ducal moet dat ons ‘doen nadenken over hoe in de wereld van vandaag ambtelijke molens mensen vermalen en plichtsgetrouwe functionarissen inzetten om menselijke catastrofes te reduceren tot “beheersbare problemen”. Waarin het mensen zo moeilijk mogelijk wordt gemaakt om te vluchten uit mensonwaardige toestanden, met als gevolg duizenden doden in zee en in de woestijn, onbeschrijfelijke ellende in kampen, criminalisering van onschuldigen en verregaande politieterreur’.

En hij besluit: ‘In plaats van de kreupele vergelijking tussen communisme en nazisme ontstaat op die manier uit Arendts werk een krachtig appel en kan zij ook iemand die het in vele opzichten fundamenteel oneens is met haar historische analyses, inspireren.’

Hoewel Koude Oorlogsbuit een groot aantal bladzijden aan de figuur wijdt, is dit geen boek over Stalin. ‘Stalin op zich interesseert mij niet’, schrijft Ducal. Wat hem interesseert is de vraag hoe het kan dat een revolutie die tot doel had ongelijkheid uit te schakelen en het moordende kapitalisme te vernietigen de weg is opgegaan van dictatuur en repressie.

Dat die benadering tot felle kritieken zou leiden en tot de obligate verdachtmaking van stalinisme en vergoelijking van dictatuur stond in de sterren geschreven. Ook wie het boek niet heeft gelezen en verklaart het ook niet te zullen doen heeft zijn of haar vernietigend oordeel klaar.

De linkse historicus Jan Dumolyn schrijft op Facebook: ‘Ik heb echt geen tijd om het werk van dilettanten met een politieke agenda te lezen, ik ben een echte historicus.’

Charles Ducal wist wat hem aan kritiek en bagger te wachten stond toen hij het manuscript naar de uitgever zond. Dat beiden, auteur en uitgever, de moed hebben gehad dit werk toch op de markt te brengen, daar kunnen we als lezers alleen maar dankbaar om zijn.

 

Charles Ducal. Koude Oorlogsbuit-Totalitarisme, over Stalin, archieven en Hannah Arendt. Vrijdag Antwerpen, 2023, 312 pp. ISBN 978 9464 3416 38

Deze recensie werd overgenomen van het Salon van Sisyphus.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!