Strijd tegen rassendiscriminatie
Harry Belafonte werd geboren in New York en groeide op in Harlem. Zijn vroege jeugd bracht hij door in Jamaica. Hij was knap en vriendelijk en begon zijn carrière als jazzzanger in nachtclubs. Al vroeg in zijn zangcarrière werd hij bekend als de ‘King of Calypso’.
Hij volgde acteerlessen en speelde in verschillende films. Zijn artistieke carrière combineerde hij met politiek activisme. Hij was een persoonlijke vriend van Martin Luther King met wie hij samen campagne voerde in de strijd tegen rassendiscriminatie.
Harry Belafonte was de eerste zwarte persoon die in veel chique nachtclubs mocht optreden en hij doorbrak raciale taboes in de filmwereld in een tijd waarin segregatie hoogtij vierde in een groot deel van de Verenigde Staten.
Hij doorbrak raciale taboes in de filmwereld in een tijd waarin segregatie hoogtij vierde
In Island in the Sun uit 1957 speelde zijn personage met het idee van een relatie met een blanke vrouw, gespeeld door Joan Fontaine. Omdat zij een liefdesscène speelde Met Harry Belafonte ontving deze actrice een brief met gif en bedreigingen van de Ku Klux Klan. Omwille van deze film werd in het Zuiden van de VS ook gedreigd om filmzalen in brand te steken.
In de jaren tachtig werkte hij aan het beëindigen van de apartheid in Zuid-Afrika. Hij coördineerde het eerste bezoek van Nelson Mandela aan de Verenigde Staten.
We are the world
Belafonte reisde in 1987 de wereld rond als UNICEF Goodwill Ambassador en richtte later een aids-stichting op. In 2014 ontving hij een Oscar voor zijn humanitaire werk. Hij stond aan het hoofd van We Are the World, de all-star muzikale samenwerking uit 1985 die geld inzamelde voor hongersnood in Ethiopië.
“Woede is een noodzakelijke brandstof. Opstand is gezond”
Na het zien van een sombere reportage over de humanitaire catastrofe, wilde hij iets doen dat leek op het nummer Do They Know It’s Christmas? van de Britse supergroep Band Aid, die een jaar eerder geld had ingezameld. Supersterren als Michael Jackson, Stevie Wonder, Bruce Springsteen, Bob Dylan, Ray Charles en Diana Ross deden mee, en het bracht miljoenen dollars op.
“Veel mensen vragen me: ‘Wanneer heb je besloten om activist te worden?’ zei Belafonte in een interview op National Public Radio in 2011. “Ik zeg je: ik was een activist lang voordat ik artiest werd.” In 2001 zei hij tegen de New York Times: “Ik moet deel uitmaken van de rebellie die dit alles probeert te veranderen. Woede is een noodzakelijke brandstof. Opstand is gezond.”
Zelfs toen hij ver in de 80 was, sprak Belafonte zich nog steeds uit over inkomen en rassengelijkheid en drong hij er bij president Barack Obama op aan meer te doen om de armen te helpen. Hij was medevoorzitter van de Women’s March on Washington, de dag na de inauguratie van Donald Trump als president in januari 2017.
Belafonte’s politieke ijver haalde de krantenkoppen in januari 2006 tijdens een reis naar Venezuela toen hij president George W. Bush “de grootste terrorist ter wereld” noemde. Diezelfde maand vergeleek hij het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de VS met de Gestapo in nazi-Duitsland.
Harry Bellafonte was een grote vriend van Cuba. Zo heeft hij zich o.a. heel erg in gezet in de vrijlating van de Cuban Five.
“George W. Bush is de grootste terrorist ter wereld”
Ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag, op 1 maart 2017, verscheen een bloemlezing van zijn muziek. Een paar weken voor de release vertelde Belafonte aan het tijdschrift Rolling Stone dat zingen voor hem een manier was om het onrecht in de wereld uit te drukken. “Het gaf me de kans om sociale uitspraken te doen, om te praten over dingen die ik walgelijk vond… en dingen die ik inspirerend vond,” zei hij.
Bronnen: Cubadebate, Wikipedia, Teller Report.