De Zuid-Koreaanse econoom en hoogleraar aan de University of London Ha-Joon Chang1 kwam reeds meermaals aan bod op deze nieuwssite. In juli 2014 was hij in Brussel en spraken we met hem (zie het nog steeds zeer lezenswaardige interview Ha-Joon Chang: ‘Bankiers waren verrast dat ze in 2008 niet met stokken uit hun kantoren werden gejaagd’).
Uitstekende geloofsbrieven
In 2014 verscheen ook zijn boek Economie: de gebruiksaanwijzing, nog steeds aanbevolen literatuur. Hij is een van de zeer weinige economen ter wereld die, zonder ooit neerbuigend te klinken, zijn wetenschappelijk werk weet om te zetten in begrijpelijke taal voor de geïnteresseerde leek. Op die manier legt hij de werkelijkheid van het kapitalisme bloot (zie de recensie Ha-Joon Chang: ‘Economie: de gebruiksaanwijzing’).
Vier jaar eerder, in 2010, verscheen zijn 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, eveneens een zeer aanbevolen boek over de echte economie, niet die van academici en ideologen. (hier hebben we eveneens een recensie over, zie: 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme). Uit dat boek citeer ik hier mijn vijf favorieten:
- 5. Ga uit van het ergste in je medemens en je krijgt het ergste
- 10. De VS heeft niet de hoogste levensstandaard in de wereld
- 15. De bevolking van de Derde Wereld heeft meer zin voor ondernemerschap dan die van de rijke landen
- 19. Ondanks de val van het communisme leven wij nog altijd in planeconomieën
- 23. Voor een goed economisch beleid heb je geen goede economen nodig
Die boeken bevielen me zo goed dat ik een ouder boek van hem uit 2002 ging opzoeken, dat enkel in de Engelse versie bestaat Kicking Away the Ladder – Development Strategy in Historical Perspective (zie de recensie Onderontwikkeling nog nooit zo eenvoudig uitgelegd).
Daarin legt Ha-Joon Chang uit waarom de Derde Wereld is wat hij is. Onderontwikkeling is geen afwijking, maar een logisch gevolg en een essentieel bestanddeel van ons economisch systeem.
Alle methodes en systemen die de huidige Eerste Wereld toepaste om zijn economie te ontwikkelen tot zijn hedendaagse niveau zijn exact dezelfde methodes die diezelfde Eerste Wereld afraadt – of beter gezegd, verwijt en verbiedt – aan de Derde Wereld.
Protectionisme, tariefbarrières, industriële spionage, koloniale uitbuiting en corruptie hebben het Westen gemaakt tot wat het vandaag is, niet de vrije markt of creatief ondernemerschap.
Met zeven economen aan de tafel…
Ha-Joon Chang schrijft zeer overtuigend. Hij is met zijn kritiek op het kapitalisme allesbehalve een rooie rakker. Integendeel, hij gelooft in een sociale vorm van kapitalisme.
Bovendien kan hij goed schrijven, wat zeer uitzonderlijk is bij economen. Wie zich bijvoorbeeld door Kapitaal in de 21ste eeuw van Thomas Piketty heeft geworsteld, heeft weliswaar een bijzonder relevant boek gelezen, maar vlot, laat staan aangenaam leesbaar is het in geen geval.
Niet zo met Ha-Joon Chang. Hij combineert wetenschappelijk onderbouwde én toegankelijke uitleg over economie met praktische voorbeelden uit het dagelijkse leven, waartussen hij als kruidenmengsel wat persoonlijke anekdotes verwerkt. Je voelt de keukenmetafoor al komen.
Negen jaar gingen voorbij sinds zijn laatste boek. Economie om van te smullen was nochtans als idee ouder dan zijn voorgaande boeken 23 dingen en Economie: de gebruiksaanwijzing. De eerste aanzet had hij al klaar in 2007.
Academische verplichtingen en de opportuniteit om over andere aspecten te schrijven schoven het idee echter op de lange baan. Op die baan heeft hij nu zijn eindbestemming bereikt.
Het idee achter het boek is eenvoudig. Er bestaan ontelbaar veel culinaire tradities in de wereld, de een al lekkerder en gevarieerder dan de ander. Een keuze voor de beste is onbegonnen werk, er is teveel goeds in elk van hen om er ook maar één te verwerpen.
Zo moet je ook over economische theorieën denken, meent Ha-Joon Chang. Zelfs de neoklassieke theorieën, die hij in zijn boeken nochtans het hardst afkraakt omwille van de zelfingenomen blindheid voor de echte gevolgen van hun gedachtengoed, zelfs die theorieën hebben een aantal verdiensten.
Waar het op neerkomt is dat de echte economie, die daar buiten de academische leerstoelen en neoliberale denktanks, moet gebruik maken van de goede en toepasbare elementen van alle beschikbare economische modellen.
Economy versus economics
Economie, de dagelijkse praktijk, en economie, de wetenschappelijke studie, tweemaal hetzelfde woord. De Engelse taal, niet toevallig de taal waarin voor het eerst traktaten werden geschreven over de ‘politieke economie’ zoals het domein aanvankelijk werd genoemd, heeft er twee woorden voor: ‘economy’ is de praktijk, ‘economics’ de wetenschap.
Heel wat mediacommentatoren die zich beroepen op een of andere hoge graad in ‘economics’ hebben totaal geen kaas gegeten van de ‘economy’. Hun beweerde kennis van ‘economics’ is dikwijls zelfs een hinderpaal voor enig begrip van de ‘economy’.
Ze fungeren meestal als handig inzetbare ideologen en goeroe’s voor één theorie, die dan allesomvattend en alles-oplossend is. Als die in de praktijk niet blijkt te werken, dan is ze niet fout, ze werd verkeerd toegepast, zo eenvoudig is dat.
Niet zo bij deze econoom. Met knoflook, eikels (de vruchten, niet de mensen), okra en kokosnoot helpt Ha-Joon Chang je vooroordelen overwinnen (hoewel, mijn vooroordeel tegen kokosnoot ben ik niet kwijt, niet te vreten). Ansjovis, garnaal, noedels en wortels (de groente) maakten ons productiever. Rundvlees toont aan dat vrijhandel niet voor iedereen vrij is.
Wij denken bij banaan aan die ene gele kromme soort (die soort is Cavendish) en negeren zo de tientallen andere varianten van deze bessen (want dat zijn ze) en eten in werkelijkheid een geïndustrialiseerd eenheidsproduct dat de smaakvergelijking met zijn andere onterecht niet bekende soorten met afstand verliest.
De gruwelijke gevolgen van de massaproductie van frisdranken voor ontwikkelingslanden, met Coca-Cola als voornaamste symbool, zijn ons bekend.
Rogge, kip en chilipeper zeggen veel over het soort samenleving waarin we leven. Limoen moet ons doen nadenken over de klimaatverandering. Voor specerijen werden ook oorlogen en genocidaire kruisvaarten gevoerd. De handel in deze producten werd de wieg van ons hedendaags kapitalisme.
Wie lust geen aardbeien? Dat de industriële productie en consumptie van deze zeer moeilijk te plukken vruchten alleen kan bestaan dankzij erbarmelijke uitbuiting van seizoenarbeiders vinden we wat minder lekker, maar we laten de korfjes toch niet staan in de supermarkt. Om te eindigen met chocolade (niet de Belgische) en de kracht van de Zwitserse economie.
Klinkt allemaal nogal bizar. Wat dat dan in hemelsnaam met economie te maken heeft? Om die vraag te beantwoorden is er slechts één oplossing. Lees dit kleinood van 218 pagina’s (zonder inhoudstafel, voetnoten en index).
De hoofdstukken zijn tevens een reis rond de wereld over alle continenten. Smaken verschillen, er staan zelfs een paar dingen in vermeld die ik absoluut niet te pruimen vind (kokosnoot, ik zei het al, in eender welke vorm, zonder meer niet te doen).
Ha-Joon Chang heeft in de loop der jaren heel wat economische watertjes doorzwommen. Hij haalt er bij elk het beste uit en laat de rest liggen, terwijl hij tussendoor van de lokale keuken geniet. Geen enkele keuken (‘cuisine’ klinkt zoveel deftiger, maar betekent uiteindelijk slechts dat: keuken) heeft echter recht op de eerste ereplaats. Net zo met economische theorieën.
Overigens, net als economie, een zuivere originele keuken bestaat niet. Elke culinaire traditie is een mengeling van andere tradities die in een eigen vorm werden gegoten.
Hoed je voor economen die beweren originele, unieke, nooit eerder gehoorde ideeën te hebben. Ze stelen als de raven, mengen alles door elkaar en kruiden het vervolgens met wat wetenschappelijk klinkend jargon et voilà: dit is mijn persoonlijke, beste oplossing.
Wat ik uit dit boek leer is dat je op je hoede moet zijn voor de zoveelste zelfverklaarde expert die komt uitleggen hoe het zou moeten. Als er één domein is waar je wantrouwig moet staan tegenover de brenger van ‘de ideale oplossing’ is het de economie.
Tip aan de auteur: verken ook eens de Georgische keuken. Te weinig bekend, nochtans een van de meest gevarieerde, smakelijke keukens ter wereld. Via de Zwarte Zee kwamen mediterrane eetgewoontes er aan land, uit het noorden zakten de Slavische – op zich al zeer diverse – keukens af. Via zijn zuidelijke grens kwamen de Turkse, Arabische en Perzische kooktradities binnengluren en vanuit het oosten en de Kaspische Zee vervolledigde de Centraal-Aziatische keuken de Georgische keuken tot wat hij vandaag is. Zonder meer van het beste ter wereld.
Een boek over economie dat niet saai is? En bovendien heel wat leuke weetjes verzamelt over de wereldkeukens? Het kan: Deze economie is om van te smullen!
Ha-Joon Chang. Economie om van te smullen – Met voedsel de wereldeconomie verklaard. Nieuw Amsterdam, 2022, 256 pp. ISBN 978 9046 8292 95
Note:
1 Koreaanse namen beginnen altijd met de familienaam, die uit één lettergreep bestaat, gevolgd (meestal) door de voornaam van de vader en de eigen voornaam.