Bron: Pexels
Opinie - Wout Mues

Zijn we bang van meertaligheid?

Naar aanleiding van de resultaten van de KOALA-test in 2022 wil minister Ben Weyts de taalachterstand tegengaan. Volgens hem ligt de oorzaak voor deze zwakke cijfers voornamelijk bij leerlingen met een andere thuistaal en heeft hun kennis van het Nederlands een grote impact op de andere leerlingen. Zo predikte hij zelfs onlangs in het parlement dat thuistaal niet aanwezig mag zijn in de klas. Maar is dit ook zo?

dinsdag 28 maart 2023 15:45
Spread the love

Thuistaal is voor thuis, niet voor in de klas” (Ben Weyts, HLN, 20 oktober 2022)

De minister van onderwijs stelt dat anderstalige leerlingen een taalachterstand ontwikkelen door thuis een andere taal te spreken dan Nederlands. Dit zou leiden tot minder goede prestaties op school. Uit onderzoek (Pulinx et al., 2017) blijkt zelfs dat leerkrachten meertaligheid als hindernis zien voor de leerkansen van leerlingen. Deze assumpties zijn op verschillende vlakken problematisch.

Het probleem met deze assumpties is dat de waarde van taal wordt gereduceerd tot één taal, het Nederlands, en dat het spreken van andere talen hierop een negatief zou hebben.  Er heerst een idee dat taalvaardigheid in de Nederlandse taal en taalvaardigheid in andere talen met elkaar in competitie staan. Men ziet Nederlands bijna exclusief als conditie voor schoolsucces in ons onderwijslandschap. Meertaligheid wordt met andere woorden naar voren geschoven als oorzaak van deze achterstand.

Voorstanders van dit eentalig onderwijs opperen graag het idee van een Nederlandstalig taalbad om leerlingen met een andere thuistaal te ondersteunen en deze “achterstand” in te halen. Een andere thuistaal wordt hier als obstakel of belemmering gezien van leerwinst. Onderzoek toont echter aan dat een taalbad weinig tot geen effect heeft op de achterstand van deze leerlingen. Sterker nog, onderzoek wijst uit dat dit nadelig kan zijn voor leerlingen omdat een taalbad de taalontwikkeling en latere integratie in de klas kan vertragen (Pulinx et al., 2017 ). Hiertegenover vinden we onderzoek dat aantoont dat taalvaardigheid in de thuistaal net een voorspeller kan zijn van goede schoolprestaties (Garcia-Vazques et al., 1997; Sierens et al., 2019).

Ondanks de sterke focus op de Nederlandse taal en het taalbadonderwijs, wordt er in België en Europa toch ook ingezet op meertaligheid. Zo zijn er verschillende initiatieven die meertaligheid in het onderwijs steunen. Een bekend voorbeeld hiervan is Pro-M (Professionals Opleiden over Vroege Meertaligheid). Dit is een website die verscheidene materialen aanbiedt om meertaligheid in te voegen in professionele en academische opleidingen. Sinds 2014 wordt in Vlaanderen “Content and Language Integrated Learning” (CLIL) aangeboden.

Dit is een vorm van immersieonderwijs waarbij 20 procent van de reguliere vakken in een tweede taal worden gedoceerd (Surmont, Struys, Van Den Noort, & Van De Craen, 2016). In Vlaanderen is het echter wettelijk bepaald welke talen in aanmerking komen voor CLIL, namelijk Frans, Duits en Engels. Tweetalig onderwijs in een niet-westerse taal, is dus niet mogelijk. Hoewel bij 29,4% van de kinderen, geboren in het Vlaamse Gewest in 2021, de taal tussen moeder en kind niet het Nederlands is. Frans is de meest gebruikte andere thuistaal (6,5%). Arabisch (3,9%) en Turks (2,3%) komen respectievelijk op de tweede en derde plaats (Vlaamse Overheid, 2023). Deze paradoxale vaststelling, tussen de cijfers i.v.m. thuistaal en de wetgeving rond CLIL, doet vragen oproepen waarom deze niet-westerse thuistalen geen ruimte krijgen in het onderwijs.

We begrijpen dat het praktisch implementeren van CLIL onderwijs in niet-westerse talen moeilijkheden met zich kan meebrengen. In een school waar er bijvoorbeeld gemiddeld meer dan vijf verschillende thuistalen worden gesproken, is het niet praktisch om zo’n programma te organiseren voor iedereen. Toch denken we dat er andere manieren zijn om meertaligheid te integreren in een klascontext, rekening houdend met thuistaal van leerlingen.

Er wordt in de visie van Ben Weyts niet alleen verkeerdelijk uitgegaan van een belemmering van andere talen voor het Nederlands. Meertaligheid brengt ook andere voordelen met zich mee. Zo kunnen we niet ontkennen dat meertaligheid een duidelijk sociaal-economisch karakter heeft. Het beheersen van meerdere talen zorgt voor het beschikken van sociaal kapitaal dat kan ingezet worden voor meerdere doeleinden. Deze visie sluit enorm hard aan bij de visie van het CLIL onderwijs. Maar toch houden we in Vlaanderen er niet dezelfde visie op na wanneer het gaat over niet-westerse talen.

Het meertalige repertoire dat aanwezig is in de rugzak die kinderen met een andere thuistaal meebrengen naar school kan maar beter benut worden in plaats van het te negeren of te bannen. Men kan de meertaligheid van de leerlingen beschouwen als didactisch kapitaal dat expliciet wordt aangesproken om onderwijs- en ontwikkelingskansen te verhogen voor de gehele klas. Hiervoor is geen talenkennis nodig van de leerkracht maar uiteraard wel monitoring of mediatie.

Wetenschappelijk onderzoek toont recent veelbelovende resultaten voor het functioneel gebruiken van thuistaal in de klas (Sierens & Van Avermaet 2014). Verschillende studies in verschillende landen concluderen dat wanneer scholen verschillende taalrepertoires herkennen en gebruiken, studenten een grotere kans hebben op educationeel succes (f.e. Jaffe, 2003; Martin-Jones & Saxena, 2001; Moodley, 2007; Moschkovich, 2002; Olivares & Lemberger, 2002; Olmedo, 2003; Peterson & Heywood, 2007; Verhelst & Verheyden, 2003).

Voorbeelden van het functioneel gebruik van meertaligheid ontstaan door aspecten van de doeltaal, het Nederlands in ons geval, te vergelijken met de thuistalen van leerlingen. Concreet kunnen leerlingen die dezelfde thuistaal beheersen, elkaar helpen bij onduidelijkheden. Daarnaast kan er bij actualiteit aandacht gegeven worden aan verschillende achtergronden. Zelfs het in kaart brengen van de talige achtergronden in de klas via infokaarten, kan meewerken aan een meer rijke talige omgeving. In tegenstelling tot de negatieve berichtgeving die rondgaat over het gebruik van thuistaal, kan het erkennen ervan ook zorgen voor een gevoel van thuisvoelen op school, wat positief kan bijdragen aan de schoolresultaten van leerlingen (Van Der Wildt et al., 2017). Kortom, het strategisch inzetten van meertalige repertoires kan helpen het Nederlands en andere leerstof te verwerven (Sierens & Van Avermaet 2014).

Het belangrijkste is tenslotte dat we de diversiteit die zich aandient op school (in dit geval talige diversiteit) niet als een ‘probleem’ of een ‘achterstand’ zien maar als een meerwaarde, als een rijkdom. Onze mening, gestaafd door meervoudig wetenschappelijk onderzoek,  is dan ook dat thuistaal wel een plaats moet en kan hebben in het onderwijs. We moeten diversiteit zoveel mogelijk benutten, zodat alle jongeren maximale leerkansen krijgen. Taal is tenslotte niet de enige voorspeller van schoolsucces, integendeel. Meertaligheid is de sleutel tot een succesvolle toekomst in een steeds meer globaliserende maatschappij.

 

 

Wout Mues is master student pedagogische wetenschappen KU Leuven                                    

 

 

Bronnen:

https://www.opgroeien.be/kennis/cijfers-en-onderzoek/taal-en-nationaliteit

https://www.hln.be/binnenland/ben-weyts-thuistaal-is-voor-thuis-niet-voor-in-de-klas~a4c89461/

Haijma, A. (2013). Duiken in een taalbad; onderzoek naar het gebruik van doeltaal als voertaal. Levende Talen Tijdschrift, 14(3), 27–40. Geraadpleegd van https://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltt/article/view/543

Reinhilde Pulinx, Piet Van Avermaet & Orhan Agirdag (2017) Silencing linguistic diversity: the extent, the determinants and consequences of the monolingual beliefs of Flemish teachers, International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 20:5, 542-556, DOI: 10.1080/13670050.2015.1102860

Anouk Van Der Wildt, Piet Van Avermaet & Mieke Van Houtte (2017) Multilingual school population: ensuring school belonging by tolerating multilingualism, International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 20:7, 868-882, DOI: 10.1080/13670050.2015.1125846

Sierens, S., & Van Avermaet, P. (2014). Language diversity in educa- tion: Evolving from multilingual education to functional multilingual learning. In D. Little, C. Leung, & P. Van Avermaet (Red.), Managing diversity in education: Languages, policies, pedagogies (pp. 201–224). Bristol: Multilingual Matters.

 

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!