Het ruimer plaatje
Het IPCC is het ‘Intergouvernementeel Paneel over Klimaatverandering’. Nagenoeg alle landen van de wereld doen er aan mee, 195 in totaal. De duizenden wetenschappers die er aan meewerken komen uit allerlei landen. Ze hebben de opdracht elke zes jaar een nieuw rapport te presenteren over de staat van het klimaat. Het eerste rapport verscheen in 1990, de volgende in 1995, 2001, 2007 en 2014.
Deze voorbije zondag, 19 maart beëindigden de afgevaardigden van het IPCC in hun 58ste zitting hun zesde synthese rapport. Ze maakten een synthese van de tienduizenden bladzijden die geproduceerd werden en vertaalden dat naar een beknoptere samenvatting voor beleidsmakers.
Ze vergaderden daarover in Zwitserland, in Interlaken. Deze 58ste zitting was oorspronkelijk voorzien van 13 tot 17 maart. Maar door de politieke discussies, die van hard tegen onzacht gingen, werd het verlengd over het weekend van 18-19 maart.
Het vijfde, vorige beoordelingsrapport dateert van 2014. Dat legde de basis voor het Akkoord van Parijs, dat stelde dat we moesten proberen de verdere klimaatopwarming onder 1,5°C te houden om veel erger te voorkomen.
Die 1,5°C is wel een gemiddelde over heel de wereld. Als je weet dat Groenland en heel het Noordpoolgebied nu al extreem opwarmen, tot 30°C boven normaal, dan weet je dat het lokaal grondig mis kan gaan.
Drie werkgroepen
Telkens bestonden de rapporteringen, van het eerste beoordelingsrapport tot het huidige, uit de verslagen van drie verschillende werkgroepen. Het eerste rapport ging over de natuurkundige wetenschappelijke basis waarmee de klimaatfenomenen onderzocht worden. Dat werd al gepubliceerd in 2020.
Het tweede over de impact van de klimaatverandering op de wereld, hoe kwetsbaar we zijn en hoe we ons kunnen aanpassen. Dat tweede werd ook al gepubliceerd in 2020.
Bij het zoeken naar compromis worden de oorspronkelijke scherpe bewoordingen vaak omzwachteld
Het derde is wel het belangrijks: hoe gaan we de klimaatverandering beperken, indijken (‘mitigation’ in het Engels)? Dit rapport werd gepubliceerd in februari 2021.
Maar zoals de aanduiding ‘intergouvernementeel’ al zegt bestaat deze vergadering niet enkel uit wetenschappers maar ook uit vertegenwoordigers van regeringen uit 195 landen, zowel rechts gezinden als links gezinden.
De discussies hoe het eindrapport er uit moet zien is dus wel een soort klassenstrijd. Bij het zoeken naar compromis worden de oorspronkelijke scherpe bewoordingen vaak omzwachteld.
Specifieke rapporten
Het Akkoord van Parijs gaf het IPCC ook de opdracht om specifieke rapporten te maken.
Een eerste specifiek rapport ging over welk verschil het zou maken als we de opwarming proberen te beperken tot 2°C, zoals de rijke kapitalistische landen opgedrongen hadden bij de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen in 2009 (COP15), of als we die opwarming zouden beperken tot maximum 1,5°C , zoals alle ontwikkelingslanden en alle progressieve krachten dat vroegen en aandrongen in de klimaatonderhandelingen van Parijs 2015 (COP 21).
Een gemiddelde opwarming tot 2°C zou zovele malen erger zijn dan een tot 1,5°C
Dat specifiek rapport kwam uit in oktober 2018. Het bevestigde de bezorgdheid van alle armere landen: een gemiddelde opwarming tot 2°C zou zovele malen erger zijn dan een tot 1,5°C. Als je weet dat op vele plekken in de wereld we al gemiddeld 2 à 5°C hoger zitten dan normaal, dan weet je ook waar al die extreme natuurfenomenen van de laatste jaren hun oorsprong hebben.
Het tweede ging over het verband tussen klimaatverandering, verwoestijning, bodemdegradatie, duurzaam landgebruik, voedselveiligheid en broeikasgas stromen in landelijke ecosystemen. Dat kwam uit in augustus 2019.
Het maakte duidelijk dat we in de kapitalistische wereldorde bezig zijn met heel ons voedselsysteem om zeep te helpen. Al werd het niet met die bewoordingen gezegd. Het was wel duidelijk voor wie de ellenlange teksten en statistiek doornam.
De gebruikelijke sociale verwijzing die er wel doorkwam en bij velen bekend is: de grootste slachtoffers zijn zij die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatontaarding.
In september 2019 volgde dan een derde specifiek rapport over de oceanen en de sneeuw- en ijslanden, de zogenaamde cryosfeer, of ijskappen, gletsjers, poolgebieden. De oceanen zijn het belangrijkste element in het bufferen van de opwarming. Maar door de absorptie van de overmatige CO2 verzuren zij en sterven ecosystemen als koralen af.
De grootste slachtoffers zijn zij die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatontaarding
Door de opwarming boven 30°C wordt het water te zuurstofarm en ontstaan er dode zones, waar geen leven meer is. Waar de oceanen opwarmen boven de 26°C ontstaan orkanen. Zie de abnormale stijging van gevaarlijke orkanen met enorme kracht de laatste 10 jaar.
Het huidige synthese rapport van de drie werkgroepenverslagen en de drie specifieke rapporten kwam er nu met een vertraging van anderhalf jaar. De inhoud kenden we dus al maanden tot jaren, in stukjes en brokjes. Maar de alarmkreet die er vanuit gaat werd niet vertaald in de grote media.
De meeste regeringen negeerden de besluitvorming. Want impliciet is dit een kritiek op het huidig kapitalistisch sociaaleconomisch systeem.
In voorzichtige bewoordingen zegt het IPCC dat we alles grondig en anders moeten aanpakken, dat de landen moeten samenwerken over de grenzen heen, dat we voor collectieve oplossingen moeten gaan in plaats van individuele. En vooral, dat het nu de hoogste tijd is om het roer om te gooien.
In hun commentaar zeggen ze wel dat ze niet bevoegd zijn om politieke antwoorden voor te schrijven. Die zullen wij moeten formuleren voor een klimaatvriendelijke energietransitie en voor een sociaalrechtvaardige transformatie van de maatschappij.
Wat staat ons te doen?
Nooit in de geschiedenis van de mensheid heeft de wereld met zoveel bedreigingen voor het milieu te maken gehad. We zitten in een regelrechte ‘klimaatnoodtoestand’.
Het goede nieuws is dat we weten wat we moeten doen. VN-secretaris-generaal António Guterres benadrukt dat we onder 1,5°C moeten blijven en roept de beleidsmakers in het Westen op om niet tegen 2050 maar al tegen 2040 klimaatneutraal te worden.
Guterres: “We naderen het point of no return”
Het slechte nieuws is dat we niet veel tijd meer hebben. Binnen zes à zeven jaar is ons koolstofbudget[1] opgebruikt. Volgens Guterres naderen we “het point of no return”, waarbij de klimaatopwarming niet meer te stoppen valt.
Het VN-rapport is ronduit alarmerend. Zonder snelle actie zullen de gevolgen voor de planeet dramatisch zijn. Het “is een ontnuchterende wake-up call”, aldus Joeri Thijs van Greenpeace.
Wat moet er gebeuren opdat onze beleidsmakers wakker schieten? Het is een belangrijke, zo niet de belangrijkste vraag waar we voor staan.
Note:
[1] Het koolstofbudget is de hoeveelheid CO2 die er in de atmosfeer nog bij mag komen om de klimaatopwarming tot 1,5°C te beperken.