Uit interne documenten is vroeger al gebleken dat de energiereus Exxon vanaf de jaren zeventig al op de hoogte was van de gevaren van de opwarming van de aarde. Exact vijftig jaar geleden, in 1973, verwierf Exxon een patent voor een olietanker die gemakkelijk over de smeltende noordpool kon varen. Het bedrijf was er vrij zeker van dat de aarde snel zou opwarmen en dat het noordpoolijs zou smelten.
Meer nog, Exxon wist dat die opwarming het gevolg was van zijn eigen activiteiten. Tijdens een bijeenkomst in het hoofdkantoor in 1977 zei James F. Black, een vooraanstaand wetenschapper van het bedrijf, het volgende: “Er is algemene wetenschappelijke consensus dat de meest waarschijnlijke manier waarop de mensheid het wereldklimaat beïnvloedt gebeurt door het vrijkomen van koolstofdioxide door de verbranding van fossiele brandstoffen. … Er zijn een aantal potentieel catastrofale gebeurtenissen waarmee rekening moet worden gehouden.
Exxon wist al in de jaren 70 dat de klimaatopwarming het gevolg was van zijn eigen activiteiten.
“In sommige regio’s kan de regenval heviger worden en op andere plaatsen kan de woestijn ontstaan. Sommige landen zouden hun landbouwproductie zien verminderen of vernietigen.”
“De mens heeft een tijdspanne van vijf tot tien jaar voordat de noodzaak van harde beslissingen met betrekking tot veranderingen in energiestrategieën kritiek kan worden. Zodra de effecten meetbaar zijn, zijn ze misschien niet meer omkeerbaar.”
Exxon was lang niet het enige bedrijf dat daarvan op de hoogte was. Reeds in 1971 was Total op de hoogte van de effecten van zijn eigen activiteiten voor de opwarming van de aarde. Texaco en Chevron kregen in 1974 een patent voor een mobiel boorplatform in een smeltend noordpoolgebied. Bij de steenkoolindustrie, de meest schadelijke op dat vlak, wist men zelfs al minstens vanaf de jaren zestig dat hun koolstofuitstoot de planeet opwarmde.[1]
Wetenschappers van Exxon hadden zelfs berekend hoe snel die opwarming zich zou voltrekken. Zij kwamen uit op een stijging van ongeveer 0,2°C per decennium als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van olie, kolen en andere fossiele brandstoffen.
Volgens een recente studie zijn die voorspellingen vrij accuraat gebleken. De kennis over de klimaatopwarming van de energiereuzen stemde vrij nauwkeurig overeen met vergelijkbare studies van overheden en universiteiten.
VS president Lyndon Johnson werd bijna zestig jaar geleden al door de wetenschappers gewaarschuwd voor de klimaatcrisis, maar hij deed er niets mee.
Die kennis werd ook gedeeld met de politieke verantwoordelijken. VS president Lyndon Johnson werd bijna zestig jaar geleden al door de wetenschappers gewaarschuwd voor de klimaatcrisis, maar hij deed er niets mee, net zoals vele andere regeringsleiders.
Het verhaal is nog straffer. De energiereuzen waren perfect op de hoogte van de gevaren van hun activiteiten en ze wisten dat de kennis daarover de toekomstige ontginning van fossiele brandstoffen in gevaar kon brengen. Dat verzwegen ze niet alleen, ze probeerden ook te verhinderen dat deze kennis zou doorsijpelen bij de publieke opinie.
Daartoe zetten ze een heuse ‘fabriek van onwetendheid’ op poten. Gedurende minstens 27 jaar gaf Exxon meer dan 30 miljoen dollar uit aan denktanks en onderzoekers die klimaatontkenning propageerden. Ze zaaiden opzettelijk twijfel over de wetenschappelijkheid van de opwarming van het klimaat. Ze bagatelliseerden ook het verband tussen allerhande extreme weerfenomenen en de klimaatopwarming.
De energiereuzen zetten een heuse ‘fabriek van onwetendheid’ op poten.
Een andere belangrijke strategie om de aandacht af te leiden van hun eigen schadelijke activiteiten was de focus te leggen op de rol van het individu bij het oplossen van de klimaatverandering. Het concept van een ‘individuele ecologische voetafdruk’ was iets dat bijvoorbeeld de oliemaatschappij BP midden jaren 2000 promootte. BP lanceerde zelfs een van de eerste persoonlijke CO2-voetafdruk-calculators, waarschijnlijk als onderdeel van een grotere public relations-inspanning om het bedrijf te profileren als de milieubewuste oliemaatschappij.[2]
In 1977 stelde James F. Black dat we een tijdspanne hadden van 5 tot 10 jaar om harde beslissingen te nemen. Het heeft bijna veertig jaar geduurd, meer bepaald tot 2015 met de klimaatconferentie in Parijs, vooraleer er een aanzet – niet meer dan dat – werd gegeven tot zulke beslissingen.
Binnen het kapitalisme moet het algemeen belang blijkbaar wijken voor de winsthonger.
Binnen het kapitalisme moet het algemeen belang blijkbaar wijken voor de winsthonger. De energiecrisis en de klimaatrampen van de afgelopen jaren hebben in elk geval duidelijk gemaakt dat energie en klimaat te belangrijk zijn om over te laten aan winstbejag en privébelangen. Hoog tijd voor een ommekeer en tijd ook om de energiereuzen (financieel) ter verantwoording te roepen.
Notes:
[1] Mann Michael, The New Climate War, New York 2021, p. 24.
[2] Ibid., p. 63.