Vijay Prashad
Vijay Prashad,

De weg naar de-dollarisering zal door Saoedi-Arabië lopen

Op 9 december ontmoette de Chinese president Xi Jinping de leiders van de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten (Gulf Cooperation Council, GCC) in Riyadh, Saudi-Arabië met als doel de banden tussen de Golfstaten en China weer wat aan te halen.

maandag 26 december 2022 17:14
Spread the love

 

Bovenaan de agenda stond de uitbreiding van de handelsbetrekkingen tussen China en de GCC. China beloofde ‘doorlopend en in grote hoeveelheden ruwe olie te zullen importeren vanuit de GCC’ en de invoer van aardgas te zullen opdrijven. In 1993 werd China netto-importeur van olie. In 2017 liet het de VS achter zich als grootste importeur van ruwe olie. De helft van die olie is afkomstig van het Arabische Schiereiland. Meer dan een kwart van de totale olie-export van Saudi-Arabië gaat richting China. Hoewel China een belangrijke invoerder van olie is, heeft het zijn koolstofemissies verlaagd.

Enkele dagen voor hij in Riyadh aankwam, liet Xi in al-Riyadh een artikel publiceren waarin hij een uitbreiding van de strategische en commerciële partnerschappen met de regio in het vooruitzicht stelde. Daarbij dacht hij onder meer aan ‘samenwerking in de hightechindustrie (5G-communicatie) en in sectoren als hernieuwbare energie, ruimtevaart en digitale economie’. Saudi-Arabië en China tekenden handelsakkoorden ter waarde van 30 miljard dollar. Sommige daarvan kaderen in de verdere uitbouw van de Nieuwe Zijderoute (Belt and Road Initiative, BRI). Het bezoek van Xi aan Riyadh is nog maar zijn tweede buitenlandse reis sinds de COVID-19-pandemie. Zijn eerste bracht hem in Centraal-Azië voor de top van de Shanghai-samenwerkingsorganisatie (Shanghai Cooperation Organisation, SCO) in september. Daar kwamen de negen lidstaten (die 40% van de wereldbevolking vertegenwoordigen) overeen de onderlinge handelsbetrekkingen te versterken en daarbij gebruik te maken van hun lokale valuta.

Tijdens de eerste topconferentie tussen China en de GCC drong Xi er bij de monarchen uit de Golf op aan ‘bij de verkoop van olie en gas optimaal de Shanghai Petroleum and Natural Gas Exchange als platform te benutten en daarbij gebruik te maken van de Chinese munteenheid.’ Eerder dit jaar verklaarde Saudi-Arabië dat het mogelijkerwijs Chinese yuan in plaats van Amerikaanse dollar zou accepteren als betaalmiddel voor olie. Hoewel het noch tijdens de top van de GCC, noch in de gezamenlijke eindverklaring van China en Saudi-Arabië formeel werd bevestigd, zijn er tal van aanwijzingen dat de twee landen steeds nader tot elkaar komen inzake het gebruik van de Chinese yuan bij hun handelsbetrekkingen. De overgang zal evenwel bij stukjes en beetjes verlopen omdat beide landen nog sterke banden hebben met de Amerikaanse economie. Zo heeft China bijvoorbeeld Amerikaanse staatsobligaties ter waarde van net iets minder dan één triljoen dollar in portefeuille.

Eerder dit jaar verklaarde Saudi-Arabië dat het mogelijkerwijs Chinese yuan in plaats van Amerikaanse dollar zou accepteren als betaalmiddel voor olie

De gesprekken over handel in yuan tussen China en Saudi-Arabië hebben sommigen in de VS de wenkbrauwen doen optrekken. Vijftig jaar lang heeft de VS op de Saudiërs gerekend om de dollar stabiel te houden. In 1971 haalde de Amerikaanse regering de dollar uit de goudstandaard en begon ze zich te verlaten op centrale banken over de hele wereld om geldreserves aan te leggen in Amerikaanse staatsobligaties en andere Amerikaanse financiële activa. Toen de olieprijzen in 1973 door het dak gingen, besliste de Amerikaanse regering een systeem van dollarhegemonie op te zetten dat nauw gelinkt was aan de oliewinsten van Saudi-Arabië. In 1974 reisde de Amerikaanse minister van Financiën William Simon – die net was afgezwaaid van de handelsafdeling van de investeringsbank Salomon Brothers – naar Riyadh. De toenmalige Amerikaanse president Richard Nixon had hem opgedragen om eens een duchtig gesprek te voeren met Ahmed Zaki Yamani, de Saudische minister van Olie en Mineralen.

Simon stelde voor dat de VS grote hoeveelheden Saudische olie in dollar zou aankopen, met dien verstande dat de Saudiërs die dollars vervolgens zouden aanwenden om Amerikaanse staatsobligaties en wapens aan te kopen en om te investeren in Amerikaanse banken. Op die manier zouden de immense oliewinsten van Saudi-Arabië terugvloeien naar de bron. Dat was het begin van de petrodollar, de sluitsteen van het nieuwe wereldwijde op de dollar gebaseerde handels- en investeringssysteem. Als de Saudiërs nog maar zouden hinten op het opzeggen van deze overeenkomst – waarvan de implementatie minstens 10 jaar in beslag nam –, dan zou dat het monetaire privilege dat aan de VS werd vergund ernstig compromitteren. Zoals Gal Luft, mededirecteur van het Institute for Analysis of Global Security, tegen The Wall Street Journal zei: “De oliemarkt, en bij uitbreiding de hele wereldmarkt van basisproducten, is de verzekeringspolis voor de status van de dollar als sleutelvaluta. Als dat blokje uit de muur wordt gehaald, dan begint de muur in te storten.”

“De oliemarkt, en bij uitbreiding de hele wereldmarkt van basisproducten, is de verzekeringspolis voor de status van de dollar”

Het petrodollarsysteem kreeg twee opeenvolgende klappen te verwerken.

De eerste klap was de financiële crisis van 2007-2008. Toen werd duidelijk dat het westerse bankensysteem niet zo stabiel is als gedacht. Vele landen, waaronder grote ontwikkelingslanden, zochten in zeven haasten naar andere mogelijkheden voor hun handel en investeringen. De oprichting van de BRICS-groep door Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika illustreert deze urgentie om ‘te praten over parameters voor een nieuw financieel systeem’. Sommige BRICS-landen voerden experimenten uit zoals het opzetten van een BRICS betalingssysteem.

De tweede klap was het gevolg van de manier waarop de VS, als onderdeel van zijn hybride oorlogvoering, zijn dollarmacht gebruikte om aan meer dan 30 landen sancties op te leggen. Vele van die landen, van Iran tot Venezuela, gingen toen voor hun normale handelsaangelegenheden op zoek naar alternatieven voor het door de VS gedomineerde financiële systeem. Toen de VS in 2014 sancties begon op te leggen aan Rusland en in 2018 zijn handelsoorlog met China opvoerde, was dat voor die twee machten het sein om meer werk maken van het zoeken naar mogelijke pistes voor dollarvrije handel. Andere door sancties getroffen landen waren uit noodzaak al aan een gelijkaardige zoektocht begonnen. Op dat moment riep de Russische president Vladimir Poetin op tot de dedollarisering van de oliehandel. Inderhaast begon Moskou zijn belangen in dollar af te bouwen en zijn activa meer en meer in goud en andere valuta te steken. In 2015 werd 90% van de bilaterale handel tussen China en Rusland nog in dollar gevoerd. Tegen 2020 was dit cijfer gedaald tot onder de 50%. Toen westerse landen de tegoeden van de Russische centrale bank in hun portefeuille begonnen te bevriezen, stond dit maneuver volgens de economist Adam Tooze gelijk met ‘het oversteken van de Rubicon’. “Daardoor ontstaat er een conflict in het hart van het internationale monetaire systeem. Als de centrale-bankreserves van een lid van de G20 toevertrouwd aan de rekeningen van de centrale bank van een ander lid van de G20 niet heilig zijn, dan is niets in de financiële wereld dat nog. Dan zijn we financieel in oorlog.”

Samen met enkele door sancties getroffen landen is de BRICS-groep begonnen met de uitbouw van nieuwe instrumenten om zo de afhankelijkheid van de dollar te omzeilen

Samen met enkele door sancties getroffen landen is de BRICS-groep begonnen met de uitbouw van nieuwe instrumenten om zo de afhankelijkheid van de dollar te omzeilen. Tot nu toe stelden banken en regeringen hun vertrouwen in het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunications (SWIFT) dat wordt beheerd door de Amerikaanse centrale bank via de Clearing House Interbank Payment Services en zijn Fedwire Funds Service. Landen zoals Iran en Rusland die vanwege de VS eenzijdige sancties opgelegd kregen, werden van het SWIFT-systeem afgesneden. SWIFT verbindt 11 000 financiële instellingen over de hele wereld met elkaar. Toen de VS in 2014 sancties tegen Rusland afkondigde, zette Rusland het SPFS (System for Transfer of Financial Messages) op. Dit systeem richt zich in de eerste plaats op binnenlandse gebruikers maar heeft ondertussen ook al de interesse gewekt van centrale banken uit Centraal-Azië, China, India en Iran. In 2015 ging China van start met het CIPS (Cross-Border Interbank Payment System). Dit systeem wordt beheerd door de Chinese Volksbank en in toenemende mate gebruikt door andere centrale banken.

Naast deze initiatieven van de kant van Rusland en China zijn er nog andere opties zoals betalingsnetwerken geënt op innovatieve toepassingen in de financiële technologie (fintech) en digitale valuta aangeboden door centrale banken. Hoewel Visa en Mastercard nog altijd de grootste spelers van de industrie zijn, dienen zich nieuwe concurrenten aan zoals het Chinese UnionPay, het Russische Mir en Chinese private kleinhandelsmechanismes zoals Alipay en WeChat Pay. Zowat de helft van alle landen ter wereld experimenteert met vormen van digitale valuta aangeboden door centrale banken. De digitale yuan (e-CNY), op dit moment een van de meer prominente monetaire platformen, geeft via Digital Silk Roads, het digitale programma dat parallel loopt met de Nieuwe Zijderoute (BRI), de dollar nu al de wind van voren.

Vanuit hun bekommernis om ‘valutamacht’ zijn vele landen in het Globale Zuiden druk doende met het uitwerken van handels- en investeringssystemen waarbij de dollar niet meer in het stuk voorkomt. Fernando Haddad, vanaf 1 januari 2023 de nieuwe minister van Financiën van Brazilië, was een van de drijvende krachten achter de sur (Spaans voor ‘zuiden’), een Zuid-Amerikaanse digitale munteenheid. Op die manier wilde hij meer stabiliteit brengen in de interregionale handel en zorgen voor ‘monetaire souvereiniteit’. De sur zou voortbouwen op het Local Currency Payment System (SML), een mechanisme dat al door Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay gebruikt wordt.

De cijfers wijzen erop dat beheerders van reserves van centrale banken meer diversiteit brengen in hun portefeuilles

Uit een rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van maart 2022 met de titel ‘The Stealth Erosion of Dollar Dominance’ (de onzichtbare erosie van de dollardominantie) blijkt dat “sinds de eeuwwisseling het aandeel van reserves in Amerikaanse dollar bij centrale banken 12 procentpunten is gedaald, van 71 procent in 1999 naar 59 procent in 2021.” De cijfers wijzen erop dat beheerders van reserves van centrale banken meer diversiteit brengen in hun portefeuilles. Zo kopen ze bijvoorbeeld meer Chinese renminbi (goed voor een kwart van de verschuiving) en niet-traditionele reservemunten zoals de Australische, Canadese, Nieuw-Zeelandse en Singapore dollar, de Deense en Noorse kroner, de Zweedse krona, de Zwitserse frank en de Koreaanse won. Het IMF besluit als volgt: “Als er een einde komt aan de dominantie van de dollar, zou het wel eens kunnen dat hij niet onderuit gehaald wordt door zijn belangrijkste rivalen maar door een brede groep alternatieve valuta.”

De globale valutahandel vertoont kenmerken van een monopolie dat is ontstaan vanuit een netwerkeffect. Uit een streven naar meer efficiëntie en beperking van de risico’s kwam een universeel medium voort dat de bovenhand haalde op systemen waarin landen onderling handel dreven met gebruik van verschillende valuta. Jarenlang was goud de standaard.

Een universeel mechanisme kan maar moeilijk buiten werking worden gesteld zonder een vorm van geweld te gebruiken. Voorlopig blijft de Amerikaanse dollar wereldwijd de belangrijkste munt, goed voor iets minder dan 60% van de officiële reserves aan deviezen. Als de yuan in de plaats van de dollar wil komen als globale valuta, dan moet China zich onder de geldende voorwaarden van het kapitalistische systeem akkoord verklaren met de volledige convertibiliteit van de yuan. Verder zou het ook zijn kapitaalcontroles moeten stopzetten en zijn financiële markten moeten liberaliseren. Dit zijn onwaarschijnlijke opties voor een land als China. De onttroning van de dollar zal dus nog niet voor morgen zijn; het is nog te vroeg om nu al van een ‘petroyuan’ te spreken.

De onttroning van de dollar zal dus nog niet voor morgen zijn; het is nog te vroeg om nu al van een ‘petroyuan’ te spreken

In 2004 knoopte de Chinese regering besprekingen aan met de GCC om tot een vrijhandelsakkoord te komen. Nu de Golf meer betrokken geraakt bij de Nieuwe Zijderoute (BRI), ligt dit akkoord – na opschorting van de gesprekken in 2009 vanwege spanningen tussen Saudi-Arabië en Qatar – opnieuw op tafel. In 1973 zeiden de Saudiërs tegen de Amerikanen dat ze “naar manieren zochten om de opbrengsten (van hun olieverkoop) nuttig te investeren in hun eigen industriële diversificatie en in andere projecten die iets bijdroegen tot hun nationale toekomst.” Onder de voorwaarden van het petrodollarregime was echte diversificatie geen optie. Nu het einde van koolstof mogelijk in zicht komt, willen de Arabieren van de Golf maar al te graag diversifiëren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Saudi Vision 2030, een strategisch kader dat werd geïntegreerd in de Nieuwe Zijderoute (BRI). China heeft drie troeven die de Amerikanen niet hebben en die deze diversificatie in de hand werken: een allesomvattend industrieel systeem, een nieuw type van productiekrachten (projectbeheer en -ontwikkeling van zeer grootschalige infrastructuurwerken) en een immense groeiende verbruiksmarkt.

Tijdens de reis van Xi naar Riyadh waren de westerse media opvallend stil over het voor het westen beschamende verlies aan economisch prestige en overwicht. China kan nu tezelfdertijd complexe relaties onderhouden met Iran, de GCC, Rusland en staten van de Arabische Liga. Ook kan het westen niet meer naast de expansie van de SCO (Shanghai Cooperation Organisation) in West-Azië en Noord-Afrika kijken. Egypte, Saudi-Arabië, Iran, Turkije en Qatar zijn al lid van of voeren besprekingen met de SCO, een organisatie die steeds meer op de voorgrond treedt.

China kan nu tezelfdertijd complexe relaties onderhouden met Iran, de GCC, Rusland en staten van de Arabische Liga

Om de verwaterde relaties tussen de VS en Saudi-Arabië weer wat op te krikken, bezocht de Amerikaanse president Joe Biden vijf maanden geleden Riyadh. Hij deed dat met minder pracht en praal, en met veel minder substantie op de onderhandelingstafel. Toen hem gevraagd werd om een reactie op de reis van Xi naar Riyadh, zei de woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken het volgende: “We gaan landen over de hele wereld niet vertellen dat ze moeten kiezen tussen de VS en de Volksrepubliek China.” Misschien is die verklaring op zich wel een teken van zwakte.

 

Deze tekst verscheen op The Tricontinental. Vertaling: Ronald Decelle.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!