Twee klimaatactivisten besmeuren de Zonnebloemen van Van Gogh in The National Gallery in Londen. Bron: VRT Nws
Opinie - Kobe De Peuter

Het drama achter de besmeurde zonnebloemen

Kobe De Peuter is beeldend kunstenaar en zag in mijn circuit, online tenminste toch, veel verontwaardiging omtrent een recent gebeuren: 2 jongeren die een blik tomatensoep op het met glas beschermde schilderij Zonnebloemen van Van Gogh gegooid hebben. De jongeren worden blind en misplaatst fanatisme verweten, hier en daar gaan er zelfs vergelijkingen op met ISIS. Bij deze hoopt hij dat beeld ietwat te nuanceren.

dinsdag 18 oktober 2022 16:53
Spread the love

 

Ogenschijnlijk lijkt het dat we de daling van de gausscurve van vooruitgang hebben ingezet. De pandemie drukte ons dan ook nog eens met de neus op het feit dat voorspelde, doch abstract klinkende bedreigingen, reëel kunnen worden en dat de mens controle kan verliezen (als ze die ooit al gehad heeft). Filosoof John N. Gray doet er een schepje bovenop en zegt dat we de gehele wereld tot een reusachtig experiment in vivo gereduceerd hebben, waarvan we de consequenties op langere termijn niet eens kunnen beginnen in te schatten. De idee dat we zeker weten waar we mee bezig zijn, is een geloof.

Wat dat weten betreft, echter, is er niet alleen een wetenschappelijke consensus: er groeit zowaar paniek in wetenschappelijke kringen. De klimaatsverandering is een beschavingsbedreigend feit, de 6de massa-extinctie heeft zich ingezet, beide fenomenen versnellen en het is slechts een kwestie van decennia dat ze van apocalyptische omvang zullen zijn. Het doemscenario in alle varianten van deze voorspellingen, is dat een kettingreactie zich reeds heeft ingezet.

De religie, met alle respect, lijkt mij dus eerder een struisvogelpolitiek van rancune en onverschilligheid te zijn, die moedwillig blijft weigeren in te zien dat het wiegeliedje van permanente groei wellicht (dra) afgelopen is, en dat we hoognodig volwassen moeten worden om onder ogen te zien wat we aangericht hebben en waar we aan toe zijn.

Er waart veel wrok en bitterheid rond omtrent alles wat de gemoedsgesteltenis onrustig kan maken, omtrent de steeds luider klinkende vraag om aan introspectie te doen … zelfs omtrent de onvermijdelijke verandering op zich zou ik durven stellen. Al te vaak met een anti-wetenschappelijke teneur in het gezeur.

Het nieuwe religieuze fanatisme in onze regionen is de ‘conspirinoia’-variant hiervan, die achter alles een samenzwering gaat zoeken: escapisme in een fantasiewereld waar alle werkelijke globale bedreigingen (op de globale samenzwering voor totalitarisme na) fictief zouden zijn.

De illusoire oplossing is dan het escapisme op zich, een vlucht in een fantasiebeeld waarin de mens het stuur nog in handen heeft. De consequentie is een groeiende ‘beweging’ van ‘samenzwevers’: spiritualisme en extreem-rechts die gezamenlijk op zoek gaan naar de roes van een groepsgeest met als doel de angsten en frustraties die gegroeid zijn uit atomisering of een ervaring van onbeduidendheid en in de steek gelaten te zijn, te bezweren of net bot te vieren in een bandeloos streven naar een collectieve (en enigszins carnavaleske) catharsis … zonder werkelijk te moeten veranderen.

“Wat is een Picasso waard wanneer men van honger crepeert?”

(De vergelijking tussen de samenzweringstheorieën achter het Dreyfus-antisemitisme of ‘de Protocollen van de Wijzen van Zion’ en QAnon is hier niet te ver gezocht)

Hoewel ik de actie van deze jongeren niet goedkeur, heb ik dus eerder de neiging om 2 paniekerige, mistroostige jongeren te zien die met de moed der wanhoop aandacht proberen te trekken voor een reëel existentieel probleem – in het allerergste geval met een vleugje empathisch narcisme erbij – dan 2 fundamentalisten die met ISIS kunnen vergeleken worden.

Slavoj Zizek, in navolging van Albert Camus, beschouwt in zijn laatste boek hoop als een gevaarlijke paradox: een verblindende, verbloemende spiegel. Hij argumenteerde zelfs dat we allemaal zouden moeten panikeren en alle hoop laten varen. Omdat dan eindelijk de illusie van redelijkheid zou blootgesteld worden als de escapistische, nostalgische, quasi-religieuze gehechtheid aan de ‘normale gang van zaken’ dat het is. Pas dan zouden we volgens hem collectief bereid kunnen zijn om het huidige systeem los te laten en het probleem te zien voor wat het werkelijk is … om vervolgens, voor het eerst, naargelang te handelen.

Als Zizek gelijk heeft, zouden we aan deze jongeren, in zekere zin, een voorbeeld mogen nemen.

Tenslotte gaat het hier maar over een schilderij, via inmiddels talloze verhalen omtrent de schilder verheerlijkt tot een relikwie die een romantische fantasie van menselijkheid celebreert. De collectieve verontwaardiging is een aangeleerde, systemische verontwaardiging. Ik hou persoonlijk meer van de ontnuchterende benadering in Takeshi Kitano’s ‘Achilles and the Tortoise’ waarin de vraag gesteld wordt: “Wat is een Picasso waard wanneer men van honger crepeert?”

Anders gezegd: “Wat zijn verhalen van menselijke grootsheid nog waard wanneer het water aan onze lippen staat?”

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!