Ruth Lasters. Foto: ruthlasters.be
Ruth Lasters

Waarom ik me terugtrek als stadsdichter van Antwerpen

Antwerps stadsdichter Ruth Lasters neemt ontslag, nadat haar gedicht Losgeld geweigerd werd door de stad. Ze schreef het gedicht samen met leerlingen van het deeltijds beroepsonderwijs.

dinsdag 6 september 2022 13:52
Spread the love

 

Met veel spijt in het hart heb ik besloten om mij terug te trekken als één van de vijf Antwerpse stadsdichters.

Na twee decennia lesgeven – waarvan veertien jaar in een technische en beroepsschool waar ik ook een poos gelijkekansencoördinator was – werkte ik eind vorig schooljaar samen met leerlingen van het deeltijds beroepsonderwijs (Spectrumschool Deurne) aan het gedicht Losgeld.

In dit gedicht wordt de stigmatisering aangekaart van ons onderwijssyteem dat twaalfjarigen al zo lang letterlijk met A en B labelt. Een niet erg motiverende start voor de leerlingen van de B-categorie. A- en B-labels horen thuis in de supermarkt, niet in het onderwijs. Nergens waar het mensen betreft.

Dit gedicht werd uiteindelijk geweigerd als stadsgedicht. Dit voelt voor mij aan als de weigering om te willen luisteren naar de jongeren die erin vertegenwoordigd zijn.

Stad Antwerpen schrijft de weigering toe aan het feit dat het gedicht niet werd besteld door hen. Dit is een drogreden. Het stadsdichtersschap werkt juist met een combinatie van opdrachten door de stad en persoonlijke initiatieven. Dat is de formule. Mijn hommage aan de dichter Herman de Coninck, die 25 jaar geleden overleed, was ook niet besteld door de stad. Maar omdat dit een inhoudelijk braaf gedicht was, werd het onmiddellijk goedgekeurd.

Jammer dat de stad niet de moed heeft om toe te geven dat het gedicht Losgeld om inhoudelijke redenen werd tegengehouden.

Door zich als stad te distantiëren van dit onderwijsgedicht, geschreven samen met beroepsleerlingen, geeft het bestuur geen gehoor aan jongeren wier stem veel te weinig doorklinkt in het onderwijsdebat. Een gemiste kans.

Als de stad zelfs een onderwijsgedicht weigert dat de discriminatie van duizenden jongeren aankaart, is het voor mij zonneklaar dat de stadsgedichten louter als promo dienen voor de stad en niet als uiting van cultuur of literatuur. Ik ben geen promoschrijver. Ik ben een dichter en literair auteur. En daarnaast ben ik ook een leerkracht die het leed veroorzaakt door het elitarisme van ons onderwijssysteem al zo vaak vaststelde bij tal van jongeren. Ik zie het als mijn taak als auteur-leerkracht om hier iets mee te doen.

Als ik aan zou blijven als stadsdichter na de weigering door de stad van een onderwijsgedicht dat pleit voor het welzijn van alle jongeren, zou ik mijn integriteit verliezen. Zonder integriteit geen gemoedsrust en zonder gemoedsrust geen creatievreugde. Maar bovenal: als ik mijn integriteit verlies kan ik niet vanuit mijn hele menszijn lesgeven aan jongeren. Nu geen krachtig signaal geven zou voor mij overkomen als het laten vallen van alle leerlingen waarover ik schrijf en met wie ik samen het geweigerde gedicht Losgeld heb geschreven.

Antwerpen is een wondermooie stad en al haar inwoners verdienen een evenwichtig cultuurbeleid dat ook openstaat voor kritische reflectie op maatschappelijke tendensen.

Ik vond het een eer om stadsdichter te zijn en bedank alle fijne collega’s met wie ik heb mogen samenwerken.

Het is één september en ik wandel zo meteen door mijn geboortestad naar school. Ik heb er zin in.

Hieronder vind je het geweigerde gedicht, geschreven in samenwerking met Kelvin Kamau, Miguel Angel, Charlotte Sibaers, Amber Serresen, Nyano Van Mechelen en Inne Michiels van de Spectrumschool in Deurne. Stuur je eigen versie naar losgeld@spectrumschool.be.

Losgeld

Olie-, oliedomme staat die leerlingen vanaf twaalf jaar
nog altijd letterlijk met ‘A’ labelt of ‘B’. Welkom in het middelbaar!

Aan Vlaanderen een vraag: wanneer ligt de maatschappij volledig plat?
Is dat wanneer de notarissen en de senators staken? Of als de loodgieters,
de bakkers en de havenarbeiders niet opdagen?

Ah, inderdaad! Het land ligt op zijn gat als de dakwerkers nakateren,
als alle winkeliers hun schup afkuisen, als de onthaalmoeders
de luiers zelf aandoen, als koks hun kat sturen naar Nam Fong,
Mister Spaghetti en naar alle internaten.

En wie is nu het slimst, iemand die weet waar de Aconcagua ligt
(vraag uit De slimste mens ter wereld) of wie het hele stroomschema kan tekenen
en uitvoeren voor een schoolkeuken, het Sportpaleis, Wetstraatvergaderzalen?
Iemand die weet hoeveel een flamingo weegt of iemand die een tillift kan bedienen
zonder dat de bomma valt op koude tegels voor het licht uitgaat?

Wij moesten maar eens over A- en B-ministers praten. Dan zouden ze
misschien verstaan hoe het aanvoelt. Alsof wij tweede keus zijn,
alsof een stiel leren slechts een plan B kan zijn
voor als de A-richting iemand niet ligt, niet gaat.

Straks vraagt gij, Vlaanderen, nog losgeld voor het woord ‘intelligent’
dat gij al eeuwenlang gegijzeld houdt, alleen voor quizzers reserveert,
voor dokters, architecten, wetenschappers, voor mevrouw Michiels en advocaten.

Terwijl wij, trappenmakers, de hellingsgraad berekenen, de ideale afstand tussen treden.
Kunt gij dat, Vlaanderen? En weet gij alles, zoals wij, mecaniciens, over de juiste
spanningskracht op bouten van de nokkenas of hoe de distributieriem vervangen dient
voor een perfecte kleptiming?

Zolang gij, Vlaanderen, niet ook de vakman slim noemt
in kranten, spelprogramma’s en journaals,
zijt gij de A’s in uw naam VlAAnderen niet waard.

Invulversie gedicht Losgeld

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!