Nancy Pelosi en President Tsai Ing-wen van Taiwan. Foto: publiek domein (bureau Nancy Pelosi)
Vijay Prashad, Tricontinental Institute,

Kunnen we alstublieft een volwassen gesprek over China hebben?

Toen de Amerikaanse wetgevende leider Nancy Pelosi Taipei binnenwaaide, hielden mensen overal ter wereld hun adem in. Haar bezoek was een daad van provocatie. Vijay Prashad kijkt voorbij de vooringenomen mainstream ideeën en stelt een volwassen gesprek voor over en mét China.

dinsdag 23 augustus 2022 14:48
Spread the love

 

In december 1978 erkende de regering van de VS – na een besluit van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1971 – de Volksrepubliek China, waarmee zij haar eerdere verdragsverplichtingen jegens Taiwan opzij zette.

Desondanks ondertekende de Amerikaanse president Jimmy Carter de Taiwan Relations Act (1979), die Amerikaanse functionarissen in staat stelde nauwe contacten met Taiwan te onderhouden, onder meer door de verkoop van wapens. Dit besluit is opmerkelijk omdat Taiwan van 1949 tot 1987 onder staat van beleg stond en dus een vaste wapenleverancier nodig had.

Pelosi’s reis naar Taipei maakte deel uit van de stroom aan Amerikaanse provocaties ten aanzien van China. Deze campagne omvat de ‘pivot to Asia’ van voormalig president Barack Obama (red: Obama kondigde aan het zwaartepunt van het Amerikaanse buitenlandbeleid te verleggen naar de Aziatische kant van de Stille Oceaan, wat gepaard ging met een grote troepenconcentratie in Azië en de Pacific), de ‘handelsoorlog’ van voormalig president Donald Trump, de oprichting van veiligheidspartnerschappen zoals de Quad (red: Australië, Japan, VS en India) en AUKUS (Australië, Verenigd Koninkrijk en VS), en de geleidelijke omvorming van de NAVO tot een instrument tegen China.

Nancy Pelosi ontmoet de parlementsvoorzitter van Taiwan. Foto: publiek domein.

Deze agenda hoor je ook terug als president Joe Biden vindt dat China moet worden verzwakt omdat het de enige concurrent is die potentieel in staat is het door de VS gedomineerde wereldsysteem uit te dagen via een combinatie van zijn economische, diplomatieke, militaire en technologische macht.

China heeft zijn militaire macht niet gebruikt om Pelosi en andere leiders van het Amerikaanse Congres te verhinderen naar Taipei te reizen. Maar bij hun vertrek kondigde de Chinese regering de stopzetting aan van de samenwerking met de VS op acht belangrijke gebieden, waaronder militaire uitwisselingen en civiele samenwerking op een aantal gebieden, zoals klimaatverandering. Dat is wat Pelosi’s reis heeft opgeleverd: meer confrontatie, minder samenwerking.

Voorstanders van meer samenwerking met China worden in de westerse media en in met het Westen geallieerde media van het Zuiden verguisd als “agenten” van China of promotoren van “desinformatie”. Op 7 augustus 2022 heb ik in de Zuid-Afrikaanse krant The Sunday Times op een aantal van deze aantijgingen gereageerd. De rest van deze post is een weergave van dat artikel.

Haat tegenover China

Een nieuw soort waanzin sijpelt door in het mondiale politieke discours, een giftige mist die de rede verstikt. Deze mist, die lang is gemarineerd in oude, lelijke ideeën van blanke suprematie en westerse superioriteit, vertroebelt onze ideeën over menselijkheid.

De algemene kwaal die daaruit voortvloeit is een diep wantrouwen en haat jegens China, niet alleen tegenover het huidige leiderschap of het Chinese politieke systeem, maar jegens het gehele land en de Chinese beschaving – haat tegenover zo ongeveer alles wat met China te maken heeft.

Deze waanzin heeft het onmogelijk gemaakt om een volwassen gesprek over China te voeren. Woorden en uitdrukkingen als “autoritair” en “genocide” worden in het rond geslingerd zonder zich om de feiten te bekommeren.

Woorden en uitdrukkingen als “autoritair” en “genocide” worden in het rond geslingerd zonder zich om de feiten te bekommeren.

China telt 1,4 miljard inwoners, het is een oude beschaving die, net als een groot deel van het Zuiden, een eeuw van vernedering heeft ondergaan, in dit geval ten gevolge van de door de Britten veroorzaakte Opiumoorlogen (die in 1839 begonnen) tot de Chinese Revolutie van 1949, toen leider Mao Zedong doelbewust aankondigde dat het Chinese volk was opgestaan.

Sindsdien heeft de Chinese samenleving een grondige transformatie ondergaan. Ze heeft haar sociale rijkdom gebruikt om de eeuwenoude problemen van honger, analfabetisme, moedeloosheid en patriarchaat aan te pakken.

Zoals bij alle sociale experimenten zijn er grote problemen geweest, maar die zijn te verwachten bij elke collectieve menselijke actie. In plaats van China te bekijken vanuit het perspectief van zijn successen en tegenstrijdigheden, tracht de waanzin van onze tijd China te reduceren tot een oriëntalistische karikatuur – een autoritaire staat met een genocidale agenda die streeft naar wereldwijde overheersing.

Deze waanzin vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten, waar de heersende elites zich bedreigd weten door de vooruitgang van het Chinese volk – met name op het gebied van robotica, telecommunicatie, hogesnelheidstreinen en computertechnologie.

Deze vooruitgang vormt een existentiële bedreiging voor de voordelen die westerse bedrijven lange tijd hebben genoten, en die te danken zijn aan eeuwenlang kolonialisme en het keurslijf van wetten op intellectuele eigendom. Angst voor zijn eigen kwetsbaarheid en de integratie van Europa in de Euraziatische economische ontwikkelingen heeft het Westen ertoe gebracht een informatieoorlog tegen China te beginnen.

Angst voor zijn eigen kwetsbaarheid en de integratie van Europa in de Euraziatische economische ontwikkelingen heeft het Westen ertoe gebracht een informatieoorlog tegen China te beginnen.

Deze ideologische vloedgolf overweldigt ons vermogen om serieuze, evenwichtige gesprekken te voeren over de rol van China in de wereld. Westerse landen met een lange geschiedenis van bruut kolonialisme in Afrika, bijvoorbeeld, hekelen nu regelmatig wat zij het Chinese kolonialisme in Afrika noemen, zonder enige erkenning van hun eigen verleden of de verankerde Franse en Amerikaanse militaire aanwezigheid op het continent.

Beschuldigingen van “genocide” zijn altijd gericht tegen de donkerder volkeren van de wereld – of het nu in Darfur of in Xinjiang is – maar nooit tegen de VS, wier illegale oorlog tegen Irak alleen al de dood van meer dan een miljoen mensen tot gevolg had. Het Internationaal Strafhof, doordrenkt van eurocentrisme, klaagt de ene Afrikaanse leider na de andere aan voor misdaden tegen de menselijkheid, maar heeft nog nooit een westerse leider aangeklaagd voor de eindeloze agressieoorlogen.

Informatieoorlog

De mist van deze Nieuwe Koude Oorlog omhult ons vandaag. Onlangs werd ik er in de Daily Maverick en The Mail & Guardian van beschuldigd “Chinese en Russische propaganda” te verspreiden en nauwe banden te onderhouden met de Chinese partijstaat. Wat is de basis van deze beweringen?

Ten eerste proberen de westerse inlichtingendiensten elk meningsverschil met de westerse aanval op China te brandmerken als desinformatie en propaganda. In mijn rapport van december 2021 uit Oeganda ontkrachtte ik bijvoorbeeld de valse bewering dat een Chinese lening aan het land tot doel had de enige internationale Oegandese luchthaven over te nemen, als onderdeel van een kwaadaardig ‘schuldenvalproject’ – een verhaal dat ook herhaaldelijk is ontkracht door vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers.

Vijay Prashad

Via gesprekken met Oegandese regeringsfunctionarissen en publieke verklaringen van minister van Financiën Matia Kasaija kwam ik er echter achter dat de deal door de staat slecht werd begrepen, maar dat er geen sprake was van de inbeslagname van Entebbe International Airport. Ondanks het feit dat het hele verhaal van Bloomberg over deze lening op een leugen berustte, werden zij er niet van beschuldigd “waterdrager voor Washington” te zijn. Dat is de kracht van de informatieoorlog.

Ten tweede wordt beweerd dat ik banden zou hebben met de Chinese Communistische Partij, op grond van het simpele feit dat ik contacten onderhoud met Chinese intellectuelen en een onbezoldigde post heb bij het Chongyang Institute for Financial Studies van de Renmin Universiteit, een vooraanstaande denktank in Peking.

Veel van de Zuid-Afrikaanse publicaties die deze schandalige beweringen hebben gedaan, worden hoofdzakelijk gefinancierd door de Open Society Foundations van George Soros. Soros ontleende de naam van zijn stichting aan het boek van Karl Popper, The Open Society and Its Enemies (1945), waarin Popper het principe van de “onbeperkte tolerantie” ontwikkelde. Popper pleitte voor een maximale dialoog en het weerleggen van andere meningen “met rationele argumenten”.

Waar zijn de rationele argumenten hier, in een lastercampagne die zegt dat een dialoog met Chinese intellectuelen op de een of andere manier verboden is, maar dat een gesprek met Amerikaanse regeringsfunctionarissen volkomen aanvaardbaar is? Welke mate van apartheid tussen beschavingen wordt hier geproduceerd, waarbij liberalen in Zuid-Afrika een “botsing tussen beschavingen” bevorderen in plaats van een “dialoog tussen beschavingen”?

Leren van China

Landen in het Zuiden kunnen veel leren van de Chinese experimenten met het socialisme. De uitroeiing van extreme armoede tijdens de pandemie – een prestatie die door de Verenigde Naties wordt geprezen – kan ons leren hoe wij soortgelijke hardnekkige feiten in onze eigen landen kunnen aanpakken (daarom heeft Tricontinental: Institute for Social Research een gedetailleerde studie gemaakt van de technieken die China heeft gebruikt om dit te realiseren).

Geen enkel land ter wereld is volmaakt, en geen enkel land staat boven kritiek. Maar het is maatschappelijk gevaarlijk om een paranoïde houding ten opzichte van één land te ontwikkelen en te proberen het te isoleren. Muren moeten worden neergehaald, niet opgebouwd.

Muren moeten worden neergehaald, niet opgebouwd.

De VS lokken een conflict uit vanwege hun eigen bezorgdheid over de economische vooruitgang van China: we moeten ons er niet als nuttige idioten bij laten betrekken. We moeten een volwassen gesprek over China voeren, niet een gesprek dat ons wordt opgedrongen door machtige belangen die niet de onze zijn.

Mijn artikel in The Sunday Times gaat niet in op alle kwesties die spelen in het conflict tussen de VS en China. Het is echter een uitnodiging tot een dialoog. Wie over deze kwesties iets te zeggen heeft, kan mij e-mailen.

 

Deze tekst verscheen op The Tricontinental Institute. Vertaling: Ann Dejaeghere.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!