De G7-top in het Duitse Elmau van 26 tot 28 juni, en de NAVO-top in het Spaanse Madrid twee dagen later, waren praktisch nutteloos als het erom ging werkelijke oplossingen te bieden voor de aanhoudende crisissen in de wereld – de oorlog in Oekraïne, de dreigende hongersnood, de klimaatverandering en nog veel meer.
Deze twee bijeenkomsten waren niettemin belangrijk, omdat zij duidelijk illustreren hoe weinig macht het Westen nog heeft, tegen de achtergrond van de snel veranderende mondiale dynamiek.
Zoals het geval was sinds het begin van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, probeerde het Westen zijn eenheid te tonen, hoewel het meermaals duidelijk was dat die eenheid niet bestaat. Terwijl Frankrijk, Duitsland en Italië een zware prijs betalen voor de energiecrisis die het gevolg is van de oorlog, gooide de Brit Boris Johnson olie op het vuur in de hoop dat hij zijn land na de vernedering van Brexit weer relevant kon maken op het wereldtoneel.
Intussen maakt de regering-Biden van de oorlog gebruik om haar geloofwaardigheid en het leiderschap van Washington over de NAVO te herstellen – vooral na de rampzalige ambtstermijn van Donald Trump, die het historische bondgenootschap bijna uit elkaar had geslagen.
Zelfs het feit dat verscheidene Afrikaanse landen kwetsbaar worden voor hongersnood leek de leiders van enkele van de rijkste landen ter wereld niet te verontrusten.
Zelfs het feit dat verscheidene Afrikaanse landen kwetsbaar worden voor hongersnood – als gevolg van de onderbreking van de voedselaanvoer vanuit de Zwarte Zee en de daaropvolgende prijsstijgingen – leek de leiders van enkele van de rijkste landen ter wereld niet te verontrusten.
Zij houden nog steeds vol dat ze de wereldvoedselmarkt niet willen verstoren, hoewel de torenhoge prijzen al tientallen miljoenen mensen onder de armoedegrens hebben geduwd.
Het Westen had al niet bijster veel geloofwaardigheid meer en de huidige obsessie van de Westerse leiders om duizenden sancties tegen Rusland te handhaven, de NAVO verder uit te breiden, nog meer ‘dodelijke wapens’ in Oekraïne te dumpen en hun wereldhegemonie tot elke prijs te handhaven, heeft die geloofwaardigheid naar een nieuw dieptepunt geduwd.
Vanaf het begin van de oorlog in Oekraïne heeft het Westen hetzelfde ‘morele’ dilemma opgeworpen als dat wat president George W. Bush aan het begin van zijn zogenaamde ‘oorlog tegen het terrorisme’ aan de orde stelde. “Je bent of met ons of met de terrorist”, verklaarde hij in oktober 2009.
Men kan perfect willen dat de oorlog stopt en toch tegen het unilateralisme van de VS en het Westen zijn.
Maar het voortdurende conflict tussen Rusland en de NAVO kan niet worden teruggebracht tot eenvoudige zelfbedieningsclichés. Men kan perfect willen dat de oorlog stopt en toch tegen het unilateralisme van de VS en het Westen zijn.
De reden dat Amerikaanse dictaten in het verleden werkten, is echter dat, in tegenstelling tot de huidige geopolitieke sfeer, maar weinigen zich durfden te verzetten tegen de politiek van Washington.
China en andere landen begrijpen dat het huidige conflict niet over Oekraïne versus Rusland gaat, maar over iets veel belangrijkers. Als Washington en Europa als overwinnaars uit de strijd komen, en als Moskou achter het spreekwoordelijke ‘ijzeren gordijn’ wordt teruggedrongen, zou Peking geen andere keus hebben dan pijnlijke concessies te doen aan een sterker Westen. Dat zou dan weer een rem zetten op China’s wereldwijde economische groei, en zijn strijdpunt voor het één-China-beleid verzwakken.
China heeft geen ongelijk. Vrijwel onmiddellijk na de grenzeloze militaire steun van de NAVO aan Oekraïne en de daaropvolgende economische oorlog tegen Rusland, begonnen Washington en zijn bondgenoten China te bedreigen met Taiwan.
Vele provocerende verklaringen, samen met militaire manoeuvres en bezoeken op hoog niveau van Amerikaanse politici aan de hoofdstad Taipei, waren bedoeld om de Amerikaanse dominantie in de Stille Oceaan te onderstrepen.
Twee hoofdredenen dreven het Westen ertoe verder te investeren in de huidige confrontatie met China, op een ogenblik dat het misschien nuttiger zou zijn geweest een zekere mate van diplomatie en compromisbereidheid aan de dag te leggen.
Het Westen heeft China altijd beschouwd als een onderdaan, niet als een partner.
De eerste reden is dat het Westen bang is dat Peking het westers optreden verkeerd zou interpreteren als zwakte en een vorm van appeasement; en de tweede dat de historische relatie van het Westen met China altijd gebaseerd is geweest op intimidatie, zo niet regelrechte vernedering.
Van de Portugese bezetting van Macau in de 16de eeuw, via de Britse Opiumoorlogen in het midden van de 19de eeuw, tot de handelsoorlog van Trump tegen China, heeft het Westen China altijd beschouwd als een onderdaan, niet als een partner.
De tijden zijn veranderd
Rusland, China, India, samen met vele andere landen in Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika zijn alle beschikbare ruimten aan het benutten om de verstikkende westerse overheersing tegen te gaan. Deze landen hebben duidelijk gemaakt dat zij niet zullen deelnemen aan het isoleren van Rusland ten behoeve van de expansionistische agenda van de NAVO.
Integendeel, zij hebben vele stappen ondernomen om alternatieven te ontwikkelen voor de door het Westen gedomineerde wereldeconomie, en met name voor de Amerikaanse dollar, die al vijf decennia lang de rol van handelswaar en niet die van munteenheid op zich heeft gediend.
Deze laatste is het meest doeltreffende wapen van Washington geweest, dat in verband gebracht is met vele door de VS georkestreerde crisissen, sancties en, zoals onder andere in het geval van Irak en Venezuela, massale honger.
Volgens de Duitse Frankfurter Allgemeine Zeitung werken Peking en Moskou aan de verdere ontwikkeling van de BRICS-club van grote opkomende economieën om als tegenwicht te dienen voor de G7.
Dit is precies de reden waarom Peking zich niet heeft aangesloten bij het koor van westerse veroordelingen van Rusland. Hoewel de huidige oorlog in Oekraïne geen direct voordeel voor China oplevert, zouden de geopolitieke resultaten van de oorlog van doorslaggevend belang kunnen zijn voor de toekomst van China als wereldmacht.
Terwijl de NAVO blijft aandringen op uitbreiding om haar duurzaamheid en eenheid te illustreren, is het de alternatieve wereldorde onder leiding van Rusland en China die serieuze aandacht verdient.
Volgens de Duitse Frankfurter Allgemeine Zeitung werken Peking en Moskou aan de verdere ontwikkeling van de BRICS-club van grote opkomende economieën om als tegenwicht te dienen voor de G7.
De Duitse krant heeft gelijk. De jongste top van de BRICS op 23 juni laatstleden was bedoeld als boodschap aan de G7 dat het Westen niet langer aan het roer staat, en dat Rusland, China en het Zuiden zich opmaken voor een lange strijd tegen de westerse dominantie.
De komende wereldstrijd is misschien wel de meest ingrijpende sinds de Tweede Wereldoorlog.
In zijn toespraak op de BRICS-top stelde de Russische president Vladimir Poetin de oprichting voor van een “internationale reservemunt op basis van de korf van valuta’s van onze landen”. Het feit dat de roebel als enige heeft kunnen overleven, ja zelfs floreren, onder de recente westerse sancties, geeft hoop dat de gecombineerde BRICS-valuta’s erin kunnen slagen de Amerikaanse dollar uiteindelijk op een zijspoor te zetten als dominante wereldvaluta.
Naar verluidt was het de Chinese president Xi Jinping die had gevraagd om de datum van de BRICS-top te verschuiven van 4 juli naar 23 juni, zodat het niet zou lijken alsof het een reactie zou zijn op de G7-top in Duitsland.
Dit onderstreept nog eens hoe de BRICS zichzelf beginnen te zien als een directe concurrent van de G7. Het feit dat Argentinië en Iran het lidmaatschap van de BRICS hebben aangevraagd, illustreert ook dat de economische alliantie zich aan het omvormen is tot een politieke, in feite geopolitieke, entiteit.
De komende wereldstrijd is misschien wel de meest ingrijpende sinds de Tweede Wereldoorlog. Terwijl de NAVO zal blijven vechten voor relevantie, zullen Rusland, China en anderen investeren in verschillende economische, politieke en zelfs militaire infrastructuren, in de hoop een permanent en duurzaam tegenwicht tegen de westerse dominantie te kunnen vormen. De uitkomst van dit conflict zal waarschijnlijk de toekomst van de mensheid bepalen.
The Rise of BRICS: The Economic Giant that is Taking on the West werd vertaald door Gaston Vandyck.
Ramzy Baroud is journalist en redacteur van The Palestine Chronicle. Hij is de auteur van vijf boeken. Zijn nieuwste is ‘These Chains Will Be Broken: Palestinian Stories of Struggle and Defiance in Israeli Prisons’ (Clarity Press, Atlanta). Dr. Baroud is niet-resident Senior Research Fellow aan het Center for Islam and Global Affairs (CIGA), Istanbul Zaim University (IZU). Zijn website is www.ramzybaroud.net.