Tunis viert tweede verjaardag Arabische Lente (2013)
IPS

Tunesiërs begraven Arabische Lente voorgoed met nieuwe grondwet

De Tunesische bevolking heeft in een referendum - met lage opkomst maar een overweldigende meerderheid - een nieuwe grondwet goedgekeurd die de macht van president Kais Saied consolideert. Volgens critici keert het land daarmee terug naar het autoritair bewind van voor de Arabische Lente.

maandag 1 augustus 2022 14:41
Spread the love

 

Bijna 95 procent van de kiezers stemde maandag voor de nieuwe grondwet, maar minder dan een derde van de stemgerechtigden daagde op in het stemhokje. De volksraadpleging werd dan ook geboycot door de oppositie, die het resultaat “ongeloofwaardig” noemt.

Premier Kais Saied, die in 2019 verkozen werd, riep in juli van vorig jaar de noodtoestand uit. Daarmee stuurde hij regering en parlement wandelen, en eigende hij zichzelf verregaande bevoegdheden toe.

Het referendum van afgelopen maandag verandert het politiek systeem van een – zij het gebrekkige – parlementaire democratie naar een constellatie waarbij de president de touwtjes strak in handen heeft.

Hoogste autoriteit

Volgens een doorlichting van de wettekst door de Internationale Federatie voor Mensenrechten (FIDH) markeert de grondwet een duidelijke breuk met het parlementair systeem, en wordt de rechterlijke macht aanzienlijk afgezwakt.

De president krijgt nagenoeg absolute macht als hoofd van het leger en met bevoegdheden om eenzijdig wetten goed te keuren en referenda in te richten. Het maakt van Saied de hoogste autoriteit van de staat, en stelt hem in staat om alle andere instellingen te ontbinden zonder enige verantwoordingsprocedure.

Iets meer dan tien jaar nadat Tunesiërs de eerste massa-opstand hebben ontketend waarbij een langzittende Arabische autocraat werd afgezet – en daarbij de zogeheten Arabische Lente inluidden – is dus een nieuwe sterke man opgestaan.

“We erkennen bitter dat dit een stap achteruit is na alles wat de Tunesiërs hebben bereikt sinds ze in 2011 in opstand kwamen tegen het Ben Ali-regime voor sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, waardigheid en vrijheden zoals de scheiding der machten”, schrijft de FIDH in haar analyse.

Economische malaise

In het decennium na de Tunesische opstand is de jonge democratie er echter nooit in geslaagd om de voornaamste eisen van de revolutie – aanpak van corruptie, hoge inflatie en werkloosheid – in te willigen. Het bbp per hoofd van de bevolking ligt nu bijvoorbeeld lager dan in 2011. Volgens onderzoek lagen bezuinigingsmaatregelen, doorgevoerd in opdracht van de Europese Unie en internationale instituten zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), mee aan de basis van dat falen.

Daardoor is het land sterk verdeeld over de autocratische neigingen van Kais Saied. Sinds hij vorig jaar de noodtoestand afkondigde, kwamen veel Tunesiërs op straat in zowel voor- als tegendemonstraties over zijn persoon.

Intussen is de Tunesische economie in een rampzalige toestand, de chronische problemen zijn uitvergroot door de impact van de Oekraïnecrisis. Het land is meer dan ooit afhankelijk van noodleningen van het IMF en EU-landen. Of een sterke man met verzwakte staatsinstellingen de ontberingen van de Tunesiërs kan verlichten, zal moeten blijken.

IPS

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!