Alexander Deprez

‘En nu is het aan ons!?’, een hondenfluitje als debatfiche

maandag 13 juni 2022 16:29
Spread the love

 

‘Vlaams Belang wil in 2029 de Vlaamse onafhankelijkheid uitroepen’, met dat ballonnetje hoopte extreemrechts vorige week haar separatistische agenda vooraan in het publieke debat te krijgen. ‘En nu is het aan ons!’, zo klonk de titel van het boek van Tom Van Grieken. In Debatfiches van de Vlaamse elite (2022) schreef kunstenaar Alexander Deprez over dat fantasma van wedergeboorte. En de wolf achter de deur. Hierbij een voorpublicatie. Ook: welkom op de boekvoorstelling, nu vrijdag in het Trefpunt in Gent. DeWereldMorgen.be verzorgt de moderatie.

‘En nu is het aan ons!?’

 

Men mag niet wachten tot de sneeuwbal een lawine wordt. Men moet de rollende sneeuwbal vertrappen. Een lawine houdt niemand nog tegen. Deze rust alleen als het alles onder zichzelf begraven heeft.

Het zijn de woorden van de Duitse schrijver Erich Kästner tijdens zijn toespraak in 1958 op de bijeenkomst van de PEN-club in Hamburg, ter gelegenheid van de 25ste verjaardag van de boekverbranding. De waarschuwing klinkt vandaag nog opvallend relevant. Je zou het de mensen uit 1933 bijna niet kwalijk kunnen nemen: voor 1919 had nog nooit iemand van een ‘fascist’ gehoord.

De genocide en het geweld van de Tweede Wereldoorlog, een Hitler of Mussolini zoals we die vandaag kennen: waar fascisme effectief toe kon leiden, dat was nog niet zo duidelijk. Maar wat maakt het ons, anno 2021, toch zo moeilijk om het fascisme te herkennen?

Een fascist zou geen mens zijn zoals jij en ik maar een verpersoonlijking van het pure kwaad. Althans, dat is wat sommigen graag geloven en waar onze mediacultuur een stevig handje bij geholpen heeft.

Van mens naar monster

Een van de redenen is te vinden in hoe we sinds de Processen van Neurenberg met de term zijn omgegaan: het fascisme werd gedehumaniseerd. Een fascist, zo denken we nu dikwijls, is geen mens zoals jij en ik maar een verpersoonlijking van het pure kwaad. Of althans, dat is wat sommigen graag geloven en waar onze mediacultuur een stevig handje bij geholpen heeft. Denk maar aan de talloze boeken, films en games waarin fascisten (en dan vooral de nationaalsocialisten of nazi’s) de rol van de antagonist vervullen, vaak op zoek naar één of ander duivels wapen of naar duistere krachten om de wereld te kunnen vernietigen.

Deze denkwijze in termen van goed versus kwaad functioneert ook als een mentale barrière ten aanzien van onze eigen menselijke aard. Want als fascisten mensen zijn zoals jij en ik, dan betekent dit dat wij misschien ook wel in staat zijn om hun misdaden te plegen? En dan is onze maatschappij misschien toch niet zo immuun voor een fascistische dictatuur als we denken. Zo blijft ook het geweld dat we al structureel plegen, bijvoorbeeld op bootvluchtelingen, wat buiten beeld. Want wij leven in een democratie, wij hebben de mensenrechten ‘uitgevonden’, bij ons gebeuren die dingen niet?

Tijdens de Processen van Neurenberg werden tien vooraanstaande experts gevraagd om de resultaten van de Rorschachtest van zestien van de verdachten te analyseren. Allen weigerden ze hun bevindingen vrij te geven. Molly Harrower, een van de experten, schreef dertig jaar later in het vaktijdschrift Psychology Today: ‘Ik ben tot de overtuiging gekomen dat onze reden om geen commentaar te leveren op de testresultaten was dat zij niet aantoonden wat wij verwachtten te zien, en wat de druk van de publieke opinie eiste dat wij zouden zien: dat deze mannen gestoorde wezens waren, even verschillend van normale mensen als een schorpioen verschilt van een puppy.’

Buurman Frank en tante Nancy zijn mogelijks ook in staat om gedwee mee te werken aan een systematische volkerenmoord.

Nu kan je nog zeggen dat de veroordeelden bij Neurenberg in het naziregime hoge functies bekleedden en daardoor nooit persoonlijk hebben moeten moorden en daarom misschien minder gestoord overkwamen. Maar als we kijken naar de psychologie van het voetvolk, dan zijn de resultaten even ontluisterend: slechts een klein percentage van de soldaten die betrokken waren bij de extreme misdrijven zouden psychopaten of sadisten zijn (binnen de literatuur schommelen de schattingen rond de vijf procent). Dus ja, buurman Frank en tante Nancy zijn mogelijks ook in staat om gedwee mee te werken aan een systematische volkerenmoord.

Iedereen fascist

Naast de diabolisering van ‘de fascist’ verliest de term ook zijn zeggingskracht door de semantische uitholling ervan omdat we die term vaak willekeurig inwisselbaar gebruiken met termen als dictatoriaal of totalitair en ook nog eens toepassen op alle individuen of groepen die zich autoritair opstellen. Genre: ‘Meester Jos is een fascist, want ik kreeg straf toen ik te laat kwam in de les!’ En al snel krijg je dan uitspraken als ‘links zijn de echte fascisten’, of: ‘de antifascisten van vandaag zullen de fascisten van morgen zijn’, wanneer er tegenwerk komt op racistische of haatdragende taal.

Ze zijn heel bedreven in het creëren van een respectabel imago of de fatsoencamouflage van de brave, respectvolle burger.

De semantische uitholling is ook een gevolg van de misleidende propaganda waarin fascisten excelleren. Ze zijn heel bedreven in het creëren van een respectabel imago of de fatsoencamouflage van de brave, respectvolle burger. Via de nodige marketingstrategieën willen ze zich zo aantrekkelijk en aaibaar mogelijk maken binnen een liberaal democratische sfeer. Strak in het pak, haartjes netjes geknipt en met een brede lach de journalisten tegemoet.

Daarom hanteren ze voor hun organisaties en initiatieven ook vaak termen die gelinkt zijn aan de ‘vrije democratie’. Bijvoorbeeld Partij voor de Vrijheid, Forum voor Democratie, Alliance for Peace and Freedom, Mars voor Democratie, Trump Free Speech Rally, enzovoort. Ze beweren tegen censuur en voor het recht op vrije meningsuiting te strijden. Via deze tactiek willen ze de indruk wekken dat tegenstanders van hun zaak eigenlijk de tegenstanders van democratische waarden zijn en dus gevaarlijk.

Daarnaast ontlenen ze graag ideeën die populair zijn aan de linkse kant van het politieke spectrum en geven ze er een eigen draai aan: zo zetten ze All Lives Matter tegenover Black Lives Matter of White Power tegenover Black Power. Vlaams-nationalisten scan- deren graag dat ze niet socialistisch zijn maar wel sociaal. En de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij wist ook wel waarom ze ‘socialistisch’ toevoegde aan de naam van de partij.

Een klassieke truc is dan: de linkse oppositie ook als extremistisch wegzetten om ze vervolgens in dezelfde zak als extreemrechts te kunnen steken.

De truc met het hoefijzer

Terwijl fascisten via linkse camouflage hopen een groter publiek te kunnen aanspreken en zich te kunnen profileren als een partij als een ander, merk je hoe centrumpartijen zichzelf ook graag in de markt zetten als de moreel goede partij. Een klassieke truc is dan: de linkse oppositie ook als extremistisch wegzetten om ze vervolgens in dezelfde zak als extreemrechts te kunnen steken. Door beide ‘uitersten’ tegenover ‘het redelijke midden’ af te zetten, lijkt het dan alsof je de polarisering kan overstijgen. Je kan je dan als moreel superieur profileren: als de stem van de redelijkheid, de nuance en de enerzijds-anderzijds die met iedereen rekening wil houden via ‘de consensus’, die ondertussen weliswaar steeds verder opschuift naar rechts. Dat je door het toepassen van deze strategie ondertussen zelf volop polariseert en je jezelf in democratisch opzicht extremistisch opstelt door de linkse oppositie te willen diskwalificeren, dat mag dan niet opvallen.

Gwendolyn Rutten (Open VLD) twitterde bijvoorbeeld: ‘extreemrechts en extreemlinks zijn spiegelbeelden. Symbolen van on- vrijheid en onderdrukking. Ook al begrijp je hun analyse of vind je hen sympathiek … Hun principes halen de liberale democratie onderuit. Daarom werken we er nooit mee samen. #consequent’. En Wouter Beke: ’voor @cdenv is samenwerking met PVDA geen optie. Het programma van een christendemocraat zal altijd onverenigbaar zijn met extremen.’

En toen historicus en vakbondsman Vincent Scheltiens op De Afspraak zijn boek over extreemrechts kwam voorstellen, zag MR- politica Alexia Bertrand haar kans: ‘Vreemd dat het cordon sanitaire en cordon médiatique worden toegepast op extreemrechts maar niet op extreemlinks’. De journalist van dienst doorprikte dit niet.

Het is natuurlijk niet vreemd dat politici inspelen op een onderscheid tussen vriend en vijand. Ook linkse partijen hanteren die oppositie in hun klassenstrijd: de werkende mensen versus het kapitaal. Het verschil is wel dat links dan vooral een onderscheid maakt op basis van de ideologische keuze die je als mens maakt, niet op basis van wie je bent: jouw huidskleur, afkomst, gender, seksuele voorkeur, of jouw eventuele (aangeboren) beperkingen.

Door de linkse oppositie in hetzelfde hokje te willen steken, relativeer je zo dit gevaar van extreemrechts. Die fout werd in aanloop van de Tweede Wereldoorlog overigens ook voortdurend gemaakt.

Het fantasma van de wedergeboorte herrijst als een feniks uit zijn as

Zijn de jaren 30 dan terug? In zijn analyses van het fascisme heeft de Britse historicus Roger Griffin het uitgebreid over het ‘palingenetisch ultranationalisme’. Die omschrijving is helaas ook van toepassing op heel wat hedendaagse politieke evoluties. ‘Palingenesis’ is een samenstelling van het Griekse palin (opnieuw) en genesis (geboorte) en betekent dus ‘wedergeboorte’, maar met een Bijbelse ondertoon.

Het basisidee is dat ‘wij’ een verenigd oervolk zijn. Onze voormalige glorie ging verloren, maar ‘wij’ zullen herrijzen. ‘Wij’ krijgt zo een mythische betekenis en hierbij wordt er teruggegrepen naar een bepaald moment in de geschiedenis. Hitlers Derde Rijk zou bijvoorbeeld een voortzetting zijn van het Eerste Rijk (het Heilig Roomse Rijk, van 962 tot 1806) en het Tweede Rijk (het Duitse Keizerrijk, van 1871 tot 1918). Ook de nationaalsocialistische uitdrukking ‘bloed en bodem’ legt het verband tussen de afstamming van het volk en de bodem die het volk voedt en dient als diens ‘Lebensraum’ (leefruimte).

Mussolini droomde van een herstel van het Romeinse Rijk. Premier Viktor Orbán dweept met de mythe dat Hongarije duizend jaar geleden hét christelijke bolwerk was tegen het Ottomaanse rijk. En Dries Van Langenhove (Vlaams Belang) grijpt terug naar de Guldensporenslag van 1302, ‘toen de Vlaming nog weerbaar was’.

‘Ultranationalisme’ is een heel extreme vorm van nationalisme. De nationale identiteit behoort hier tot een van de belangrijkste, of zelfs het belangrijkste kenmerk van de identiteit van een persoon.

‘Ultranationalisme’, vervolgens, is een heel extreme vorm van nationalisme. De nationale identiteit behoort hier tot een van de belangrijkste, of zelfs het belangrijkste kenmerk van de identiteit van een persoon. Dit is ook waar Vlaams Belang sterk op inspeelt. Want ‘hier bij ons’, zijn ‘wij’ geen studenten, mannen, vrouwen, dokters, intellectuelen, bouwvakkers, schoolkinderen, bejaarden, fans van Niels Destadsbader, filmfanaten, kunstenaars, voetballers, enzovoort. ‘Wij’ zijn Vlamingen, in een ideologische betekenis.

Die identiteitsinvulling vormt een belangrijk onderdeel in het wij-zij-verhaal dat die partij nodig heeft om te kunnen bestaan. ‘Zij’ zijn dan iedereen die ideologisch niet in hun kermiskraam past en die ‘ons’ onderdrukken. Denk aan slogans van Vlaams Belang zoals Vlaanderen weer van ons’ en ‘Eerst onze mensen’. Maar wanneer je aan leden van Vlaams Belang vraagt wie ‘onze men- sen’ dan precies zijn, blijft het antwoord vaag.

In een interview met Veto antwoordt Van Langenhove: ‘Er is geen checklist en ik ga daar ook geen checklist voor maken. Je mag me ook niet vragen “wanneer is iemand een Vlaming?” Je kunt niet zeggen: “Is die persoon een Vlaming, ja of nee?” Zo werkt het niet.’ Dit is natuurlijk een strategisch antwoord. Na de horror van de jaren 30 en 40 werden racistische of xenofobe uitspraken strafbaar. Extreemrechtse politici hoeden zich dus voor expliciete uitspraken. Die zijn ook niet echt nodig want hun volgelingen hebben de impliciete boodschap wel begrepen. ‘Wij’, dat zijn ‘niet zij’. Hondenfluitjes volstaan.

‘Nu is het aan ons’ was niet toevallig ook een slogan van de extreemrechtse demonstranten tijdens de ‘Unite the Right Rally’ in Charlottesville in augustus 2017. Dat evenement kreeg bekendheid nadat een neonazi met zijn auto inreed op een tegenbetoging, met een dode en meerdere zwaargewonden als gevolg. De gescandeerde slogan luidde ‘Tomorrow belongs to us’, een verwijzing naar het nummer ‘Tomorrow belongs to me’ uit Bob Fosse’s Cabaret (1972), een film die losjes gebaseerd is op de gelijknamige Broadway musical uit 1966. In de film wordt het nummer gezongen door een jonge aanhanger van de Hitlerjugend. Het lied verspreidt trots en vaderlandsliefde onder de aanwezige landgenoten die gloedvol beginnen mee te zingen.

Reductio ad Hitlerum

Maar wie vergelijkingen met de jaren 30 maakt, krijgt al snel het verwijt de nazi-kaart te trekken en dat zou elk debat onmogelijk maken. Natuurlijk herhaalt de geschiedenis zich nooit op dezelfde manier en kan je het fascisme van de vorige eeuw dus niet zomaar gelijkstellen aan de hedendaagse vormen van extreemrechts. Maar wordt die kritiek dat je je schuldig zou maken aan een reductio ad Hitlerum ook niet al te gemakkelijk als een kaart getrokken om de ernst van de zaak uit de weg te kunnen gaan? Het is niet zomaar dat deze tegenwerping, die een aantal jaren geleden te pas en te onpas op tafel kwam te liggen, vandaag met heel wat meer terughoudendheid gepaard gaat. De gelijkenissen met de jaren 30 zijn de laatste jaren immers alleen maar duidelijker geworden.

Ons onderwijs zou vergeven zijn van de ‘linkse indoctrinatie’, de cultuursector wordt bevolkt door ‘subsidieslurpers’ met hun decadente creaties.

Het gedachtegoed van Van Langenhove en zijn Schild & Vrienden spreekt boekdelen. De voorman van het Vlaams Belang valt voortdurend ons justitiesysteem aan (dat zou ‘incompetent’ zijn, met ‘wereldvreemde rechters’, enzovoort). Overigens, ook Theo Francken en Bart De Wever richten tegenwoordig hun pijlen meer en meer op onze rechters en rechten. Het kan snel gaan. Onze media? ‘Leugenpers!’, aldus Dries, zo mocht hij komen vertellen op de VRT. Ons onderwijs zou vergeven zijn van de ‘linkse indoctrinatie’, de cultuursector wordt bevolkt door ‘subsidieslurpers’ met hun decadente creaties. ‘Ons politiek systeem zou ook niet meer werken’, het parlement is ‘een dure poppenkast’.

Ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens neemt hij onder vuur: ‘de mensenrechten worden als argument aangehaald om alles zomaar goed te praten, maar die mensenrechten zijn een beetje de golden card om gelijk welk argument te winnen’. Dit ongenoegen ligt eveneens in de lijn van de uitspraken van voormalig staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken, een vroege fan van Dries. Francken vindt dat we het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens moeten herzien. Zo zou bijvoorbeeld artikel 3 van het EVRM – dat verhindert dat mensen worden gefolterd – ‘omzeild moeten worden’ om pushbacks van vluchtelingen legaal te kunnen maken. Zijn dat onze westerse waarden?

Het was de Duits-joodse filosoof Leo Strauss die de uitdrukking ‘reductio ad Hitlerum’ afleidde van de logica-term ‘reductio ad absurdum’, die verwijst naar redeneringen die hun waarheid willen bewijzen door aan te tonen dat het tegendeel absurd zou zijn. In de versie van Strauss gaat het om redeneringen die op basis van één specifieke gelijkenis, zoals een uitspraak, de foute conclusie willen trekken dat je van dezelfde orde zou zijn als iemand als Hitler. Genre: Hitler was tegen roken, dus iedereen die tegen roken is, is een nazi. Het gaat dus om ad hominem argumenten waarbij je niet alleen de gesprekspartner in diskrediet wil brengen maar meteen ook misdaden van het nazisme relativeert.

Strauss wou ons dus terecht waarschuwen voor de woorden die we gebruiken. Want anders zullen we de spreekwoordelijke wolf niet meer herkennen als die uiteindelijk dan toch voor de deur staat. Maar het is tragisch hoe vervolgens zijn woorden worden gebruikt om diegenen die ons willen waarschuwen voor alarmerende evoluties, die wel degelijk wijzen op een reveil van het fascisme, het zwijgen op te leggen.

Extreemrechts vandaag, dat gaat nochtans niet om één of twee toevallige gelijkenissen met de jaren 30. Het discours is duidelijk terug, enkel moet ‘de jood’ voorlopig plaatsmaken voor ‘de moslim’.

Extreemrechts vandaag, dat gaat nochtans niet om één of twee toevallige gelijkenissen met de jaren 30. Het discours is duidelijk terug, enkel moet ‘de jood’ voorlopig plaatsmaken voor ‘de moslim’. De ‘kwaadaardige communisten’ mogen hun plaatsje behouden. In 1932 behaalde de NSDAP 33 procent van de stemmen. Op 30 januari 1933 werd Hitler benoemd tot rijkskanselier. Vier maanden later vond de boekenverbranding plaats in Berlijn. Het kan snel gaan. Hoe is het toch zover kunnen komen? – klinkt het achteraf, als het te laat is.

 

Alexander Deprez is kunstenaar en theatermaker. Samen met collectief ZUIDPARK maakte hij de voorstelling ‘The importance of Being Flemish’ (2020).

Inschrijven voor de boekvoorstelling op 17 juni in Gent kan via deze link.

Een link naar de Facebook-pagina van de boekvoorstelling vind je hier.

Ter info: als slotact van de boekvoorstelling brengt de auteur een performance samen met Jesse Vandamme, Jan Marcoen, Eran de Vlam, Celestes de Vlam & Maria Luiza Malú Grymonprez – een teaser voor ‘Edelweiss Piraten’, de theaterfilm van Nathalie Nijs & Alexander Deprez.

Alexander Deprez heeft eerder in maart dit artikel, ‘KVHV: kweekvijver voor verrechtsing’, bij ons gepubliceerd

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!