Nog meer onzekerheid en onduidelijkheid voor het personeel duwt mensen over de rand
Beide onderwijsverstrekkers willen dat je niet langer aan één school benoemd wordt en dat de prestatienoemer (20, 21 of 22) verdwijnt (de prestatienoemer legt vast hoeveel uren of lestijden een voltijdse lerarenopracht omvat, per onderwijsniveau en per ambt, red.) Of je daar het personeel mee overeind houdt, betwijfelt ACOD Onderwijs sterk. “Door de laatste houvast van het personeel weg te nemen wordt het beroep zeker niet aantrekkelijker”, reageert de vakbond.
“Iedereen wéét dat leerkrachten meer dan het dubbele van hun contacturen presteren.” Daarom is het volgens ACOD Onderwijs relevanter om ons af te vragen hoe we de opdracht van leerkrachten van 43 klokuren naar 36 kunnen brengen.
De kans dat dit lukt volgens via een jaaropracht, schat de vakbond gering. “Of mag een leraar in de toekomst aangeven dat in de maand april zijn jaarlijkse klokuren zijn gepresteerd?” De heisa rond de prestatienoemers is niet relevant in de discussie over het lerarentekort, zo stelt de vakbond.
Over het meenemen van 20 jaar anciënniteit wanneer je naar het onderwijs instroomt vanuit een ander vakgebied, daar is ACOD Onderwijs het mee eens, “want de verloning is absoluut belangrijk”. Maar, zo benadrukt de vakbond, “die verloning is niet enkel voor de zij-instromers een stimulans om te komen of – belangrijker – ook daadwerkelijk te blijven.”
Naast het uiten van kritiek wil ACOD Onderwijs constructief mee nadenken. Daarom formuleerde ze nog enkele vragen die er écht toe doen:
- Waarom kiest een 18-jarige niet voor de lerarenopleiding?
- Waarom stopt diegene die gekozen heeft voor het lerarenberoep, tijdens de opleiding?
- Waarom stapt 30 procent van de beginnende leerkrachten de eerste 5 jaar uit de job?
- Waarom zit 20 procent van het personeel thuis met een burn-out, depressie of een andere psychosociale aandoening ?
“De antwoorden op die vragen moeten aan de grondslag liggen voor het uitschrijven van een visie en een plan op lange termijn voor het aanpakken van het lerarentekort”, aldus de vakbond.
Onderwijsverstrekkers mogen ook in eigen boezem kijken naar wat ze zelf (al jaren hadden) kunnen doen
ACOD Onderwijs kijkt ook naar de onderwijsverstrekkers en directeurs. De taakinvulling van beginnende leerkrachten wordt door hen bepaald en niemand anders, vertelt de vakbond. “En in geen enkel decreet staat geschreven dat startende leerkrachten de moeilijkste klassen moeten krijgen. Geen regelgeving legt op dat je leerkrachten een zeer versnipperde opdracht moet geven. Wat hebben de onderwijsverstrekkers op dit vlak gerealiseerd? Bitter weinig, als je het ons vraagt.”
Planlast en werkdruk moet je volgens ACOD Onderwijs dus op school- en bestuursniveau aanpakken. Niet de Vlaamse regering, maar de onderwijsverstrekkers leggen de hoeveelheid werkgroepen in scholen, de afvinklijsten en de absurde administratieve rompslomp die moeten tegemoetkomen aan de gigantische verantwoordingsdrang, op.
Het lerarentekort is geen virus
Tot slot een woordje bij het idee achter de nooddecreten. Die dienen volgens de vakbond om onverwachte, onvoorziene en plotselinge gebeurtenissen het hoofd te bieden zoals bij de coronacrisis. Voor ACOD Onderwijs is het lerarentekort geen virus dat je plotseling met een nooddecreet moet oplossen.
“Inspraak van het personeel om tot een gedragen oplossing te komen is geen overbodige luxe. Heel wat getalenteerde collega’s zouden blijven als er net wat méér inspraak zou komen en wat meer rekening gehouden wordt met hun inbreng.”
“Mensen hebben een mening en bij ons krijgen ze een stem. Wij gingen een jaar geleden al met de input aan de slag en kwamen met een 9-puntenplan“, aldus de vakbond.