Verzwijgen van annexatie
Zoals elk jaar waren er tijdens de Ramadan van dit jaar bijna dagelijks botsingen op de Esplanade van de Moskeeën in Jeruzalem en in de Al Aqsamoskee, de heiligste plaats in de moslimreligie na Mekka en Medina.
Zoals elk jaar zwegen de media over deze botsingen, ofwel brachten ze een voorstelling van de situatie zonder context. Die botsingen worden dan gereduceerd tot een eeuwig religieus conflict tussen joden en moslims.
De bezetting van Oost-Jeruzalem is al door talrijke resoluties van de Verenigde Naties veroordeeld.
De artikels en columns van de mainstream media die deze feiten wel vermeldden, beschreven die in het algemeen, zonder de juridische status van Jeruzalem te vermelden: sedert de oorlog van 1967 houdt de zionistische staat Oost-Jeruzalem illegaal bezet. Deze bezetting is al door talrijke resoluties van de Verenigde Naties veroordeeld.
Toch besloot Israël in 1980 om Oost-Jeruzalem zonder meer te annexeren en Jeruzalem uit te roepen tot de zogenaamde “ene en ondeelbare” hoofdstad van de zionistische Staat.
Etnische zuivering
In Resolutie 476 van de VN-Veiligheidsraad van 30 juni 1980 wordt deze nieuwe koloniale annexatie als volgt veroordeeld: “De Veiligheidsraad bevestigt opnieuw de dwingende noodzaak om een einde te maken aan de langdurige bezetting van de Arabische gebieden die sinds 1967 door Israël zijn bezet, met inbegrip van Jeruzalem. De Veiligheidsraad bevestigt opnieuw dat alle maatregelen die het geografische, demografische en historische karakter en de status van de Heilige Stad Jeruzalem hebben gewijzigd, nietig zijn.”
Deze resolutie vat perfect het Israëlische koloniale project voor Jeruzalem samen: dat wil enerzijds de Palestijnen uit de stad verdrijven en anderzijds de status van de heilige plaatsen van de stad wijzigen.
Het doel is de Palestijnen te dwingen Jeruzalem te verlaten om de ‘demografische samenstelling’ van de stad te wijzigen.
Het eerste doel is de vernietiging van de woongebouwen in de wijken Silwane, Al Boustane, Batn el Awa, Wadi al Rababat, Wadi Yasoul, Sheikh Jarah, enz. De verwoestingen van Palestijnse woningen worden gerechtvaardigd met verschillende voorwendsels, zoals onbewoonbaarheid, onwettige bouw, aanleg van groene ruimten, enz.
Het doel is de Palestijnen te dwingen Jeruzalem te verlaten om de ‘demografische samenstelling’ van de stad te wijzigen, zoals in bovengenoemde VN-resolutie wordt benadrukt. Een dergelijke praktijk heeft een naam: etnische zuivering.
Aanval op de heilige plaatsen
De tweede doelstelling van Israël die de VN aan de kaak stelt, is de wijziging van de status van de heilige plaatsen. Sinds 1948 geldt voor deze islamitische heilige plaatsen een overeenkomst op grond waarvan moslims er mogen bidden, en gelovigen van andere godsdiensten ze mogen bezoeken.
Sinds de bezetting van 1967 dringen joodse fundamentalistische groeperingen aan op de schending van deze overeenkomst en eisen ze de bouw van een synagoge op deze islamitische heilige plaatsen. Elke Ramadan vermenigvuldigen ze de provocaties onder bescherming van het Israëlische leger om deze eis door te drukken.
Het zijn deze provocaties die elk jaar gewelddadige confrontaties uitlokken tussen kolonisten en Israëlische soldaten aan de ene kant en Palestijnse gelovigen die tijdens de Ramadan komen bidden in de El Aqsamoskee aan de andere kant.
De zogenaamde ‘Tempelactivisten’ roepen kolonisten op om op 5 mei, de verjaardag van de stichting van Israël in 1948, een inval te doen in de Al Aqsamoskee. Die oproep luidt: “Kom met je vlag zwaaien en zing het Israëlische volkslied”. Dit soort oproepen zijn legio en gebruiken alle denkbare voorwendselen.
Elke Ramadan vermenigvuldigen joodse fundamentalistische groeperingen de provocaties onder bescherming van het Israëlische leger.
Bij één gelegenheid ging het om het organiseren van een ceremonie voor het leggen van de eerste steen van een synagoge in de buurt van de Esplanade van de Moskeeën, met de officiële toestemming van het Israëlische Hooggerechtshof. Bij een andere gelegenheid ging het om het organiseren van een gezamenlijk joods gebed op dezelfde esplanade.
Bij nog een andere gelegenheid, zoals op 15 april, was het een oproep voor een joods ritueel lamsoffer op dezelfde esplanade. Tijdens deze laatste provocatie stelden de Israëlische politie en het leger zich op de esplanade op, drongen ze de Al Aqsamoskee binnen en schoten op de Palestijnse demonstranten die zich tegen de provocatie van de kolonisten kwamen verzetten.
In totaal raakten meer dan honderd Palestijnen gewond en werden tientallen anderen gearresteerd. Gelijkaardige gebeurtenissen vinden plaats op andere islamitische heilige plaatsen zoals Nablus en Hebron. Het scenario is altijd hetzelfde en dat geldt ook voor het optreden van het Israëlische leger: de provocateurs worden beschermd en de geprovoceerden worden onderdrukt.
Een mooi staaltje framing
Door de context weg te laten, reduceren de mainstream media deze regelmatige botsingen tot een eeuwig religieus conflict. Deze culturalistische visie verduistert de realiteit dat wij te maken hebben met een koloniaal conflict en niet met een religieus conflict.
Deze culturalistische visie verduistert de realiteit dat wij te maken hebben met een koloniaal conflict.
Een belangrijk gevolg van het reduceren van het koloniale conflict tot een religieus conflict is dat het leidt tot een logica van ‘iedereen verantwoordelijk’. Daarmee heffen ze het onderscheid op tussen provocateurs en geprovoceerden, onderdrukkers en onderdrukten, bezetters en bezetten.
Dit is de vertaling door Frans De Maegd van het eerste deel van een videoboodschap in de reeks ‘De wereld van onderuit’, verschenen op Investig’action.
Om meer te weten:
Joseph Massad, Le sionisme alimente une guerre de religion autour de la mosquée al-Aqsa.
Mahmud Muna, Jeruzalem. La porte de Damas, épicentre de la révolte palestinienne.