Arno Hintjens (1949-2022) bij een optreden in 2005. Foto: Tino Jacobs/CC BY-SA 2:0

Het afscheidscadeau van Arno

Met een kort eerbetoon neem Lieven De Cauter afscheid van icoon Arno.

zaterdag 23 april 2022 23:07
Spread the love

 

Ik zat onlangs te lezen op het terras van de Petit Choux de Bruxelles, aan mijn geliefkoosde Oude Graanmarkt, het dorpsplein van de Dansaert-Vlamingen. Dansaert-Vlaming is een van mijn vele identiteiten. Ik heb hem als geuzennaam eigen gemaakt. Ja, ik beken ik ben een echte Dansaert-Vlaming. Ik kwam in 1986 in Brussel wonen in de Ortsstraat, het begin van de Dansaertstraat zeg maar, recht tegenover de Beursschouwburg.

En de Dansaertstraat is al die jaren mijn biotoop gebleven, met Café Le Coq als stamcafé, de Archiduc bij de Jean-Louis, als aperitief- en afspraakplek, voor jazz concerten en heel af en toe als heerlijk danscafé. En dan is toevallig ook daar het RITCS gekomen, een van de instellingen waar ik lesgeef.

Maar ik kom ook graag in de Bonsoir Clara (of in de kasbah).  En vroeger in de Dakao, in de late jaren tachtig. Het is omdat ik al zoveel jaren rondhang in die buurt, dat ik Arno heb leren kennen. Stephane Galon, de exuberante vakbondsman, slampoet, die ooit de Belgavox-evenementen opzette,   heeft ons aan elkaar voorgesteld.

Arno in 2017. Foto: Dirk Annemans/CC BY-SA 4:0

Ik zat dus te lezen op het terras en zie ik Arno daar aankomen, hij was heel erg fragiel. Ik sprong op en legde een arm op zijn schouder en bood hem een gemakkelijke stoel van binnen aan. We begonnen te babbelen en hij was voor zijn doen heel direct, op mijn vraag hoe het ging, zei hij: “chawa ja, ik è nie lange mjee te leevn. T’is ep. Ik ben nog een ploate aan het moakn, en myn broere doe mee, en myne zeune, ben do vree content oovre.”

Ik was verbaasd over zijn openheid. Hij wou een biertje drinken, maar dat raadde ik hem onwillekeurig af. En hij knikte, en maakte zijn typisch mondbeweging. En plots zei hij, wijzend naar het dikke boek dat op tafel lag. ‘K’wistte k’ik niet da gy koste leezn’.

Ik barstte in lachen uit. De humor van Arno. Deze was wel bijzonder goed geplaatst. De vraag of ik propere sokken aan heb, of de afscheidsraad ‘en broave zyn hé’, waren typische Arno-stoplappen die het altijd deden. Maar deze was voor een intellectueel bedoeld. Ik ben heel blij met deze grap. Dankbaar bijna. Het lijkt nu wel een afscheidsgeschenk. Ik zal er nog vaak aan denken, er om lachen als een soort van totale relativering, bijna als een memento mori.

Ik zal onze korte, terloopse ontmoetingen missen. Hij was een van de oer-Dansaert-Vlamingen, een van die personages die de buurt sfeer gaven. Hij was een graag geziene gast. Iedereen in de buurt was een beetje trots op hem. Hij was heel schuchter, vandaar zijn standaardgrappen als een schild, maar ook heel begaan met de wereld, hij las twee kranten per dag (wellicht natuurlijk niet meer op het einde uiteraard) en was al jaren heel bezorgd over de opkomst van extreem-rechts.

Ik wou hem ooit eens interviewen over politiek, maar die boot heeft hij afgehouden. Hij was een volkszanger, die zijn politieke boodschappen in zijn teksten verwerkte. ‘Putain Putain,’ was voor mij zijn meest politieke geloofsbelijdenis: “C’est vachement bien, on est quand-même tous des Européens”, dat is zijn Internationale, zijn geloofsbelijdenis aan het kosmopolitisme.

Hij was een fervente anti-racist en tegenstander van de splitsing van België ook. Naast zijn volkse humor, zou de politieke betrokkenheid van Arno niet mogen ontbreken in de herdenkingen rond deze grote artiest. Tussen die twee polen ligt voor mij de poëzie van Arno.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!