Smog boven Napels - de ERT wil gemeentelijke initiatieven voor zero-uitstoot verhinderen. Foto: Ivo Pop/shutterstock.com
Analyse - Olivier Hoedeman, Social Europe,

Grote bedrijven lobbyen obsessief voor EU-eenheidsmarkt zonder regels

Door de pandemie en de Russische invasie in Oekraïne is er minder aandacht voor alle andere processen die onverminderd doorgaan. Via hun lobby-organisatie ERT blijven de grote bedrijven en multinationals hun agenda doordrukken voor een Europese neoliberale eenheidsmarkt zonder sociale en ecologische bescherming voor de burger. Deze analyse is een waarschuwing voor ieder Europees burger en elke Europese organisatie die begaan is is met klimaat en sociale rechtvaardigheid. De vijand slaapt niet.

vrijdag 18 maart 2022 12:24
Spread the love

 

De pandemie heeft aangetoond hoe belangrijk overheidsinstellingen zijn voor het maatschappelijk welzijn – zoals een goed gefinancierde gezondheidszorg en een welvaartsstaat die bescherming biedt tegen economische schokken en ontberingen.

We aanvaarden niet langer dat sociale en milieu-uitdagingen zomaar aan de markten en aan reusachtige ondernemingen worden overgelaten zoals dat de afgelopen drie decennia in Europa het geval was. In plaats daarvan moeten regeringen een krachtige leidersrol op zich nemen bij het veiligstellen van sociale en milieuambities.

De EU-Commissie werkt eraan…

Toch zou het voorbarig zijn om de ‘dood van het neoliberalisme’ aan te kondigen: het neoliberalisme is meer dan een reeks ideeën van economen van de Chicago School. Het heeft zich diep verankerd in het Europese politieke establishment, in de EU-verdragen en in belangrijke wetgeving.

Machtige krachten, met name de bedrijfslobby van de European Round Table of Industrialists (Europese Ronde Tafel van Industriëlen – ERT), blijven niet alleen de neoliberale doctrines verdedigen, maar willen hun greep op de Europese samenlevingen nog verstevigen.

Een belangrijk voorbeeld is hun obsessie voor de ‘voltooiing van de interne markt’ die in 1993 van start ging en die het onbeperkte verkeer van goederen en diensten tussen de EU-lidstaten mogelijk maakt.

De Europese Commissie (in hoofdzaak haar departement DG GROW1) probeert voortdurend de regels van de interne markt uit te breiden naar alle gebieden van de samenleving en tegelijkertijd de handhaving van die regels te verscherpen.

Het logische eindpunt zou een Europa zijn waar zelfs water, gezondheidszorg en onderwijs worden opengesteld voor privatisering en expansie van bedrijven. De overheid zou daarentegen steeds minder ruimte krijgen om de economie te reguleren ten bate van het algemeen belang.

Dienstenrichtlijn

Exemplarisch is het voorstel van de EU-Commissie uit 2017 over ‘hervorming van de procedure voor kennisgeving van diensten’. Die onschuldig klinkende omschrijving verbergt potentieel zware sociale gevolgen.

Dit voorstel zou de richtlijn van 2006 betreffende diensten op de interne markt (de zogenaamde ‘Bolkestein-richtlijn’) nog veel krachtiger hebben gemaakt dan de boost die deze eerste richtlijn reeds wilde geven. Het voorstel moest zowat alle obstakels voor de ‘vrijheid van vestiging’ en voor het ‘vrije aanbieden van diensten’ in de hele EU van de kaart vegen.

De Europese Commissie en het Europese Hof van Justitie proberen voortdurend de invloedssfeer van deze richtlijn uit te breiden en de 15 jaar geleden ingevoerde vrijstellingen voor openbare diensten te ondermijnen.

De ‘markt’ van de Europese Commissie bedreigt de volksgezondheid. Foto: www.corporateurope.org

De Commissie doet dat via zogenaamde procedures van overtreding, ‘met redenen omklede adviezen’ en andere stappen tegen specifieke regels en voorschriften die zij – in haar maximalistische neoliberale interpretatie – strijdig acht met de richtlijn. Recente uitspraken van het Hof hebben het werkingsgebied van de richtlijn eveneens uitgebreid tot ouderenzorg, stadsplanning en brandweer.

Steden als Amsterdam, Berlijn, Madrid, Barcelona, Boedapest en Riga stonden in rep en roer over deze voorgestelde hervorming. De lokale, regionale en nationale overheden zouden erdoor gedwongen zijn de Commissie drie maanden van tevoren (in plaats van achteraf) in kennis te stellen van alle voorgenomen regelingen die gevolgen zouden hebben voor de dienstenrichtlijn.

Hun burgemeesters schreven de EU-onderhandelaars een brief waarin zij stelden dat hun mogelijkheden om in het algemeen belang te handelen en regels op te stellen hierdoor werden ingeperkt.

De bepaling zou niet alleen tot vertragingen hebben geleid: zij zou de Commissie verregaande bevoegdheden hebben gegeven om haar bedrijfsvriendelijke interpretatie van de wetgeving over de interne markt op te leggen en om te controleren wat overheidsinstanties nog mogen doen.

Banner: corporateurope.org

En dat zou de Commissie kunnen doen voor een breed scala aan diensten, waaronder kinderopvang, water, onderwijs en opleiding, gezondheidszorg, gas- en elektriciteitsvoorziening.

Amsterdam omschreef het in een resolutie van 2018 als “een bedreiging voor de lokale democratie”. Het zou de commissie bijvoorbeeld de bevoegdheid hebben gegeven om Amsterdam, Parijs en andere steden ervan te weerhouden ambitieuze maatregelen in te voeren om Airbnb en andere platformbedrijven die de expansie van betaalbare huisvesting in gevaar brengen, te reguleren.

Een open brief tegen het voorstel verzamelde begin 2019 meer dan 160 handtekeningen van maatschappelijke groeperingen, vakbonden, burgemeesters en progressieve lokale partijen. Daardoor trok de commissie het ontwerp in oktober 2020 in. Dat was een belangrijke overwinning.

Toch blijft de neoliberale kern van de richtlijn onaangetast: zij legt publieke ondernemingen zonder winstoogmerk belemmeringen op, hoewel ze absoluut nodig zijn om algemeen toegankelijke diensten te verlenen en remt belangrijke specificaties af voor dienstverlenende bedrijven, zoals bijvoorbeeld minimale personeelsvereisten voor particuliere zorg.

Flashy slogan van de ERT-lobby. Wiens integratie? Die van de gewone mensen?

Veel voorschriften zijn alleen toegestaan als ze kunnen worden gerechtvaardigd door een ‘dwingende reden van algemeen belang’ en als een alternatief ontbreekt.

Hoewel haar ‘hervorming’ uiteindelijk werd verworpen, heeft de Commissie een van de belangrijkste eisen van de bedrijfslobby toch in praktijk gebracht: ze heeft ‘belanghebbenden’ het recht geven om nieuwe, door de overheid geplande maatregelen vooraf in te zien en er opmerkingen over te maken.

De Commissie lanceerde een website waarop zij alle aankondigingen van dienstenverordeningen plaatst die zij van de lidstaten ontvangt. In november 2019 wees zij de detailhandelslobby EuroCommerce er actief op dat belangengroepen “worden uitgenodigd om commentaar te leveren”.

Ondernemingsgroepen stellen veel van hun eisen voor alsof zij ‘regelgevingsbarrières’ uit de eengemaakte markt willen bannen of nieuwe regelneverij willen verhinderen.

De meeste politici hebben het dan over ‘de voltooiing van de interne markt’ en zijn er blijkbaar van overtuigd dat dit de hoeksteen is van de EU. Voor hen heeft die immers welvaart en voorspoed gebracht voor iedereen. Zij negeren daarbij schaamteloos de aanzienlijke nadelen en risico’s van de vrije markt.

Multinationale ondernemingen

In december 2021 werd een spraakmakende campagne gelanceerd door de ERT, die bestaat uit de toplui van zo’n 50 multinationals. De ERT beschikt over een ongeëvenaarde toegang tot regeringen en tot de Commissie en was dan ook belangrijke agendasetter die in de jaren 1980 en 1990 een marktgestuurde integratie heeft versneld zoals de invoering van de interne markt en de gemeenschappelijke munt.

In zijn rapport van december beweerde de ERT dat er zich een groot probleem stelde met oude en nieuwe ‘regelgevingsbarrières” in de interne markt. Volgens hen was er een veel sterker EU-beleidssysteem nodig om dergelijke ‘obstakels’ uit de weg te ruimen.

Hoe mager de inspraak van de burger in de EU ook is, de ERT-lobby doet er alles aan om die inspraak te verhinderen. Foto: citizensforeurope.eu

Hoewel er vaak iets te zeggen valt voor harmonisatie binnen de EU, zijn veel van de bestaande belemmeringen echter legitieme en vooruitstrevende regels. Voorbeelden zijn: maatregelen voor betaalbare huisvesting, initiatieven voor schone lucht, wetgeving inzake stadszonering en klimaatregelgeving.

In het rapport wordt bijvoorbeeld gevraagd de “protectionistische beperkingen voor de detailhandel op regionaal en lokaal niveau op te heffen”. Gemeentelijke regels om de uitbreiding van hypermarkten aan de rand van steden aan banden te leggen zijn echter van essentieel belang om gezonde stadscentra en lokale economieën te beschermen.

De ERT verwijst naar het herstel na de pandemie en de groene en digitale transitie om haar pogingen te verhullen om alle sociale en milieu-initiatieven op EU-, nationaal en lokaal niveau af te zwakken van zodra ze niet op één lijn liggen met de bedrijfsagenda.

Er wordt gepleit voor meer macht voor de Commissie (gezien haar bedrijfsvriendelijke interpretatie van de wetgeving over de werking van de interne markt) en voor een veel strengere handhaving van de dienstenrichtlijn, wat meteen een heropleving zou betekenen van de dereguleringsagenda achter de mislukte hervorming van de dienstenrichtlijn.

Bijzonder problematisch is de eis van de ERT dat het Europees Semester en de bijbehorende landenspecifieke aanbevelingen moeten worden gebruikt om regeringen en andere overheidsinstanties te dwingen meer werk te maken van “het wegnemen van de belemmeringen voor bedrijven”. De Commissie kan regeringen beboeten als zij deze aanbevelingen niet opvolgen.

Verregaander dan de VS

Er bestaat al een uitgebreid, hecht systeem om de interne markt te handhaven: de SOLVIT-procedure, de klachtenbehandelingsregeling CHAP, het EU Pilot-project, het Scorebord van de Eenheidsmarkt en het Informatiesysteem voor Technische Regelgeving.

De overgrote meerderheid van de klachten over vermeende ‘belemmeringen’ wordt in een vroeg stadium aangepakt. Officiële inbreukprocedures zijn daardoor ook zeldzaam geworden en rechtszaken voor het Hof van Justitie van de EU nog zeldzamer. Bovendien werd in maart 2020 een actieplan voor de handhaving van de interne markt gelanceerd via een Taskforce voor de Interne Markt.

Uit een studie uit 2021 blijkt immers dat de eenmaking van de Europese markt veel verder gevorderd is dan die van de VS. De auteurs wijzen erop dat de EU “een steeds langer wordende lijst van interstatelijke belemmeringen heeft afgeschaft die de Amerikanen nog steeds behouden” en dat “de EU ondubbelzinnig meer autoriteit opeist en actiever optreedt dan de VS (…), om interstatelijke openheid te eisen”.

De regelgevingsruimte waarover staten en steden in de VS beschikken is veel groter dan in de EU, maar het discours over ‘onvoldoende liberalisering’ bepaalt voortdurend de EU-agenda. Het op klachten gebaseerde Europese handhavingssysteem voor de interne markt is allesbehalve een papieren tijger.

Bedrijfslobby’s maken er gebruik van om nieuwe milieu- en sociale beschermingsregels tegen te houden die op nationaal niveau tot stand komen. Een recent voorbeeld is de klacht die door Franse en EU-luchthavengroepen is ingediend tegen het verbod van de Franse regering op binnenlandse vluchten van minder dan 250 kilometer (reizen die gemakkelijk per trein kunnen worden afgelegd).

Het verbod maakt deel uit van de Franse wet ‘Klimaat en Veerkracht’ die in juli 2021 werd aangenomen. Die wet was voor een deel een reactie op de Citizen Climate Convention. Luchthavenlobby’s beweerden dat het in strijd was met “een van de grondbeginselen van Europa, namelijk de vrijheid om diensten te verlenen”.

In december 2021 startte de Commissie een onderzoeksprocedure, wat betekent dat het verbod wordt opgeschort totdat de Commissie beslist heeft of de Franse wet “evenredig” en “niet-discriminerend” is. Het uiteindelijke besluit zal een belangrijke aanwijzing vormen over hoe de Commissie de wetgeving op de interne markt interpreteert en of ze (dus) een broodnodige klimaatinitiatief wil verhinderen.

Het Franse verbod is slechts een van de vele voorbeelden van grote en kleine initiatieven op nationaal en lokaal niveau die de overgang naar koolstofvrije samenlevingen met een betere levenskwaliteit willen versnellen.

De voorbije jaren – vooral door de pandemie – hebben honderden Europese steden strenge maatregelen ingevoerd om de vervuiling door het autoverkeer te verminderen en meer ruimte te creëren voor fietsers en voetgangers.

Je zou kunnen veronderstellen dat een dergelijk beleid dat honderdduizenden vroegtijdige sterfgevallen als gevolg van slechte luchtkwaliteit moet voorkomen, onomstreden was. De ERT beschouwt deze gemeentelijke initiatieven daarentegen als een probleem en pleit voor “een geharmoniseerde en gecoördineerde aanpak voor de invoering van emissievrije stadszones”.

Initiatieven van steden, regio’s en regeringen zijn van cruciaal belang voor de ecologische transitie, omdat ze zorgen voor echte veranderingen in het veld en omdat ze inspirerende voorbeelden zijn. Deze dynamiek mag niet worden belemmerd door de logge handhaving van de regels van de interne markt of door bedrijven nog meer macht te geven om lokale regelgeving aan te vechten.

Democratische legitimiteit

De campagne van de ERT is de bijdrage van de lobbygroep aan de Conference on the Future of Europe (Conferentie over de Toekomst van Europa – CoFoE). Aan de CoFoE, waarvan de slotconferentie in mei 2022 is gepland, nemen willekeurig gekozen EU-burgers deel met de bedoeling de democratische legitimiteit van de EU te vergroten.

“EU-burgers [moeten] zien en voelen dat zij invloed kunnen uitoefenen op het EU-beleid”, stelde Dubravka Šuica, vicevoorzitter van de Commissie voor Democratie en Demografie, eind januari 2022. Tegen deze achtergrond zijn de zelfbedieningsvoorstellen van de ERT een gênante poging van het bedrijfsleven om een burgerfeest te dwarsbomen.

Verdere deregulering van de interne markt zou niet alleen schadelijk zijn voor de democratie, maar zou ook de ecologische overgang die Europa zo hard nodig heeft in de kiem smoren. De heerschappij van de interne markt is verre van te zwak. Ze is veeleer te rigide en geeft buitensporige macht aan ondernemingen.

Een Europa dat het neoliberalisme de rug toekeert, moet dit beleid moderniseren om de democratie nieuw leven in te blazen. Het moet de openbare diensten stevig beschermen en een enorme groei mogelijk maken van krachtige nationale en lokale maatregelen die nodig zijn voor sociale rechtvaardigheid en voor een radicale ecologische transitie.

 

The obsession to ‘complete the single market’ werd vertaald door Jan Reyniers. Olivier Hoedeman is onderzoeker en campaigner voor Corporate Europe Obeservatory, die zich specifiek richt op onderzoek van de lobby-activiteiten van de grote bedrijven en sectoren bij de EU-instellingen.

Note:

1   DG GROW: voluit Directorate General for the Internal Market, Industry, Entrepreneurship & Small and Medium Entreprises

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!