Door die afhankelijkheid van invoer uit Rusland kan dat de huidige crisis in Europa ook Syrië treffen, zegt de hulporganisatie. Voedseltekorten kunnen oplopen en voedselprijzen kunnen verder stijgen. Het afgelopen jaar zijn de voedselprijzen in Syrië al verdubbeld.

Oxfam sprak met driehonderd Syriërs in door de regering gecontroleerde gebieden. Zo’n 90 procent kan zich alleen brood, rijst en af en toe groenten veroorloven, bleek uit de gesprekken. Na ruim tien jaar van conflict hebben de opeenvolgende internationale crises – de Covid-19-pandemie, de Libanese bankencrisis en nu de oorlog in Oekraïne – verwoestende gevolgen voor de toch al zwaar getroffen economie van Syrië. De invoer van voedsel en brandstof wordt getroffen en het Syrische pond keldert in razend tempo.

Rantsoeneren

“Mensen staan aan de rand van de afgrond door de instortende economie”, vertelt Moutaz Adham, directeur voor Oxfam in Syrië. “Rond Damascus staan mensen uren in de rij om gesubsidieerd brood te halen bij bakkerijen van de staat. Kinderen scharrelen door het afval op zoek naar voedselresten. Veel families steken zich in de schulden of halen hun kinderen van school om mee te werken, alles om eten op tafel te krijgen. Ook zien we meer gezinnen hun jonge dochters uithuwelijken als noodgreep: het betekent een mond minder om te voeden.”

Volgens Adham leeft 90 procent van de Syriërs onder de armoedegrens en ligt de werkloosheid rond de 60 procent. Het minimumloon in de publieke sector schommelt ergens rond de 24 euro per maand – bij lange na niet voldoende om in de basisbehoeften te voorzien.

Syrië is voor de invoer van tarwe sterk afhankelijk van Rusland. De Syrische overheid zou volgens Adham daarom al zijn begonnen met de rantsoenering van graan, suiker, olie en rijst, uit angst voor verdere tekorten en prijsstijgingen. Gisteren waarschuwde VN-baas Antonio Guterres al voor een wereldwijde hongercrisis omdat veel arme landen graan uit Rusland importeren.