Mali Frans leger
Foto: TM1972, Wikimedia Commons / CC-BY-SA-4.0
Analyse - Vijay Prashad, Globetrotter,

Frankrijk trekt zich terug uit Mali maar blijft de Afrikaanse Sahel verwoesten

De maatregelen van het IMF duwen het straatarme Mali nog verder in de afgrond. Daardoor, en door de chaos na de oorlog tegen Libië, is het land een gemakkelijke prooi voor jihadistische terreurgroepen. In plaats van het land en zijn buurlanden te helpen ontwikkelen trekt Frankrijk voluit de militaire kaart. Een straatje zonder eind.

woensdag 2 maart 2022 21:32
Spread the love

 

Verborgen doelstellingen

Op 17 februari 2022 hield de Franse president Emmanuel Macron een persconferentie in Parijs, vlak voor de zesde top van de Europese Unie (EU) en de Afrikaanse Unie (AU) in Brussel. Hij werd geflankeerd door de presidenten Macky Sall en Nana Akufo-Addo van respectievelijk Senegal en Ghana, alsook door de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel.

Macron kondigde aan dat hij de Franse troepen zou terugtrekken uit Mali. Dit betekent dat Frankrijk en zijn Europese bondgenoten hun twee anti-jihadistische operaties in Mali (Barkhane en Takuba) gaan afbouwen. De protesten in Mali tegen de aanwezigheid van de Franse troepen lijken eindelijk iets op te leveren.

De protesten in Mali tegen de aanwezigheid van de Franse troepen lijken eindelijk iets op te leveren.

Macron zei dat Frankrijk zich verplicht zag de troepen terug te trekken omdat het land liever niet langer “militair betrokken wilde blijven aan de zijde van de facto machthebbers wier strategie of verborgen doelstellingen wij niet delen”. Op de Franse regeringswebsite verscheen een verklaring, ondertekend door de EU en de AU met dezelfde inhoud, namelijk dat “de overgangsregering in Mali haar engagementen niet is nagekomen”.

President Assimi Goïta

President Assimi Goïta. Foto: Wikimedia Commons / CC0

De door Macron gebruikte taal die ook terug te vinden was in die verklaring, verhult de echte redenen voor de terugtrekking van de troepen uit Mali. De (‘de facto’ en ‘overgangs-’) regering van Mali kwam in recente jaren aan de macht dankzij twee staatsgrepen. Kolonel Assimi Goïta, leider van het Nationaal Comité voor de Redding van het Volk van Mali, pleegde de eerste staatsgreep in augustus 2020 tegen de verkozen regering en installeerde Bah Ndaw, die een militaire officier was, als interim-president van Mali.

Vervolgens werd Ndaw in mei 2021 omvergeworpen met een tweede staatsgreep en eigende Goïta zichzelf het ambt van interim-president toe. Naar juni toe drongen de Europese landen erop aan dat de nieuwe militaire junta verkiezingen zou organiseren tegen februari 2022. Goïta beloofde die tijdlijn te respecteren. Toen hij die belofte niet nakwam, gaf hij de EU en de AU het perfecte excuus om de banden met zijn regering te verbreken.

Dat is dus het excuus dat die regionale machten aangrijpen om hun operaties in Mali af te bouwen. De verklaringen die Frankrijk in dit verband heeft afgelegd, zijn echter heel wat onduidelijker. Macron had het over Goïta’s “verborgen doelstellingen” zonder evenwel die beschuldiging nader te verklaren. Wat zouden die “verborgen doelstellingen” dan wel kunnen zijn?

De problemen van Mali

De problemen van Mali begonnen en eindigden niet met de onrust in het noorden van het land, noch met de militaire staatsgreep. Als je het zou vragen aan Alpha Oumar Konaré, die president was van Mali van 1992 tot 2002, zou je een heel ander verhaal te horen krijgen. Toen Konaré in 1992 president werd, was het volk uitgeput door de schuldencrisis, veroorzaakt door het beleid van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de militaire regering.

De Malinezen wilden meer en beter. Een van Konaré’s nabije raadgevers zei hieromtrent: “We betalen elke maand op tijd de schuld van het land, tot op de laatste penny, en toch wordt het volk almaar armer en armer”.

Konaré’s regering vroeg het IMF om schuldverlichting om middelen te kunnen doorschuiven naar de ontwikkeling van het noordelijke deel van het land. De opstand, zo argumenteerde Konaré, zou beter aangepakt worden met ontwikkeling dan met oorlog. De regering van de VS en het IMF zagen het anders.

De opstand zou beter aangepakt worden met ontwikkeling dan met oorlog. De regering van de VS en het IMF zagen het anders.

Vanaf Konaré’s presidentschap tot nu zijn de Malinese regeringen — hetzij burgerlijk of militair — er niet in geslaagd een beleidskader uit te werken om de sociale en economische crises die het hele land teisteren, aan te pakken. Het noorden werd inderdaad geteisterd door een langdurige opstand die de Ifoghas-aristocraten onder de Toearegs en de uit de Algerijnse oorlog (1991-2002) en de vernietiging van (2011-2012) Libië voortgekomen facties van Al Qaeda heeft samengebracht.

Geen enkele van de vredesverdragen heeft gewerkt, voornamelijk omdat er in de Malinese hoofdstad Bamako gewoon geen geld is om het soort ontwikkeling te beloven die een antwoord kan bieden op de miljoenen frustraties. Wat nog minder in het oog springt maar niet minder waar is, zijn de verwoestend slechte sociale indicators in de rest van het land, waar honger en analfabetisme in de sloppenwijken de normaalste zaak zijn.

Westerse interventies in veel delen van Afrika hebben de economie niet vooruit geholpen. De economische bijstand bestond enkel uit een hard bezuinigingsbeleid van het IMF en militaire hulp.

Westerse interventies in veel delen van Afrika hebben de economie niet vooruit geholpen.

De Franse militaire interventie van 2013 in Mali ging gepaard met de uitbouw in 2014 van een militair project doorheen de Sahel, ‘G5 Sahel’ genaamd (met Burkina Faso, Tsjaad, Mali, Mauritanië en Niger). De legers van die landen kregen hulp en vaak werden de officieren getraind. Het is geen verrassing dat Goïta bijvoorbeeld werd getraind door het Amerikaanse leger in Burkina Faso naast Kolonel Mamady Doumbouya, die in september 2021 een staatsgreep pleegde in Guinea.

Het is evenmin een verrassing dat luitenant-kolonel Paul-Henri Sandaogo Damiba van Burkina Faso samen met die mannen training kreeg en zijn staatsgreep in Burkina Faso pleegde in januari 2022; en dat in Tsjaad ‘Generaal Kaka’ (Mahamat Idriss Déby Itno), de zoon van de voormalige president, door de militairen aan de macht werd gebracht in wat in feite een coup was in april 2021.

Drie van de landen van het G5 Sahelproject – Burkina Faso, Tsjaad en Mali – hebben nu een militaire regering. De regering van Niger kon in maart 2021 een coup afwenden.

Al dat gezeur over de reden waarom er tegenwoordig zoveel staatsgrepen zijn in Afrikaanse landen, legt wel niet de vinger op de wonde: het Westen laat hun niet toe in te gaan tegen het bezuinigingsbeleid van het IMF. Het bouwt liever de regionale legers verder uit in plaats van een echt sociaal en democratisch proces op gang te brengen om die sleutellanden van Afrika te openen.

Ongemak met de Westerse interventies

In oktober 2021 zei Choguel Kokalla Maïga, de huidige premier van Mali, aan een Russische nieuwszender dat zijn regering ‘bewijs’ had dat de Fransen terroristische groepen trainden zoals Ansar Dine.

Het Westen bouwt liever regionale legers verder uit in plaats van een echt sociaal en democratisch proces op gang te brengen.

Uit dat interview bleek dat Frankrijk in 2013 een ‘enclave’ had gecreëerd in de Kidalregio. “Zij hebben daar militante groepen die getraind waren door Franse officiers”, zei Maïga. Kidal ligt in het noorden van het land, niet ver van de grenzen met Algerije en Niger.

Niets van wat Maïga zei had de wenkbrauwen moeten doen fronsen. De voormalige Franse ambassadeur voor Mali, Nicolas Normand, zei zowat hetzelfde in 2019 toen zijn boek Le grand livre de l’Afrique uitkwam. Normand zei aan Radio France Internationale dat Macrons regering banden smeedde met de Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad en met de aristocraten van de regio Ifoghas om te voorkomen dat ze snel naar Bamako zouden optrekken.

Frankrijk wilde de ‘goed bewapende groepen’ uitspelen tegen de ‘slecht bewapende groepen’ maar had niet door dat beide groepen verschrikkelijk waren voor Mali. Die aanpak in combinatie met de burgerslachtoffers van de Franse militaire operaties – zo lieten 22 burgers het leven bij een Frans bombardement van een huwelijk in Bounti in 2021 – maakte dat het volk van Mali zich van de Fransen afkeerde.

Frankrijk wilde de ‘goed bewapende groepen’ uitspelen tegen de ‘slecht bewapende groepen maar had niet door dat beide groepen verschrikkelijk waren voor Mali.

De Franse troepen zijn nu begonnen met hun terugtrekking uit Mali maar ze keren niet terug naar Frankrijk. Ze zullen ingezet worden in buurland Niger, waar ze hun missie om migratie naar Europa te verhinderen zullen verderzetten en het zullen opnemen tegen de geradicaliseerde slachtoffers van het bezuinigingsbeleid van het IMF. Vaak gaat het om gefrustreerde jongeren, waarvan sommigen zich tot het terrorisme bekeren.

Macron focust momenteel op de Franse presidentsverkiezingen van april van dit jaar en op de stijgende spanning als gevolg van de Russische militaire interventie in Oekraïne.

Ondertussen trok het volk van Mali de straat op om het vertrek van de Fransen te vieren. Interessant weetje: veel van de bordjes bedankten de Russen. Zijn misschien de komst van Russische hulp en huurlingen de “verborgen doelstellingen” waarnaar Macron verwees?

 

Dit analysestuk ‘France Withdraws From Mali, But Continues to Devastate Africa’s Sahel‘ verscheen eerder bij Globetrotter door auteur Vijay Prashad en werd vertaald door Marina Mommerency.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!