Filmrecensie -

Andrei Konchalovsky‘s ‘Dear Comrades!’: historisch bloedvergieten in zwart-wit

De Russische filmveteraan Andrei Konchalovsky (‘Siberiade’) blijft in zwart-wit peilen naar de historische trauma’s van zijn land. Na de wonden geslagen door Wereldoorlog II (‘Paradise’), focust ‘Dear Comrades!’ op een taboeonderwerp, de brutaal neergeslagen arbeidersopstand in het Russische plaatsje Novotsjerkassk in 1962. Resultaat is een visueel verbluffend en grimmig drama, meer een sombere tragedie dan een striemende aanklacht. Aangrijpende en verbluffende cinema, gedragen door Konchalovsky’s echtgenote en hoofdactrice Julia Vysotskaya. Na een te korte bioscoop carrière nu ook op dvd.

woensdag 9 februari 2022 12:19
Spread the love

 

“Het centrale bureau zegt dat we in de nabije toekomst een hogere levensstandaard zullen hebben,” zegt Loginov, de plaatselijke eerste secretaris van de Communistische Partij in het Russische Novotsjerkassk, met uitgestreken gezicht tegen zijn maîtresse Lyuda (Julia Vysotskaya, echtgenote van Andrei Konchalovski en afkomstig uit … Novotsjerkassk) wanneer hij in de openingsscène van Dear Comrades! (2020) ‘s ochtends koeltjes afscheid van haar neemt.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!: Drama en tragiek in de USSR.

Van cynisme of scepticisme is er geen sprake bij het tweetal, hun dialoog is behoorlijk eerstegraads en ze zijn als personages producten van hun tijd (“Ben je een Sovjet vrouw?”, zegt Lyuda tegen de bediende van een door schaarste getroffen staatswinkel). Terwijl de Russische cineast Andrei Konchalovsky (°1937) ook niet gaat voor satire, pastiche of kritische terugblik. Dear Comrades! is een tijdreis, een trip naar het verleden die een verborgen stuk geschiedenis ensceneert. In een stijl die herinnert aan de (Russische) cinema van weleer. Een ode aan levenskracht én filmkunst.

Van muziek naar film

Als oudere broer van filmmaker Nikita Mikhalkov (A Slave of Love, Oblomov) flirtte Andrei Konchalovsky even met een muzikale carrière, maar na filmstudies en een samenwerking met Andrei Tarkovski (voor Ivan’s Childhood en Andrei Rublev) debuteerde hij als regisseur met de literatuurverfilming The First Teacher (1965). Konchalovsky botste met de censuur (The Story of Asya Klyachina), draaide een absoluut meesterwerk (Uncle Vanya) en een epos dat hem internationale erkenning opleverde (Siberiade).

Jon Voight in Andrei Konchalovky’s Kurosawa actiedrama Runaway Train.

De lokroep van Hollywood bleek bijzonder sterk en Konchalovsky koos in de jaren tachtig voor een koerswijziging met internationale Engelstalige films. Een aanvankelijk gelukkige keuze want Konchalovsky tekende voor een melancholisch amour fou verhaal (Maria’s Lovers), de betere (met dank aan een scenario van Akira Kurosawa) trein-actiefilm (Runaway Train), een muzikaal melodrama (Duet for One), een mysterieus bayou drama (Shy People) en een road movie die draait rond outcasts (Homer and Eddie). Kleine maar wel beklijvende films.

Droomfabriek wordt nachtmerrie

Toen hij promoveerde naar het niveau van de grote spektakelfilm liep het echter mis. De Sylvester Stallone-Kurt Russell actieprent Tango & Cash bleek een chaotische miskleun. Mede door Konchalovsky’s aanvaring met producenten Jon Peters en Peter Guber. Konchalovsky werd ontslagen, vervangen door Albert Magnoli en ontdekte de uitdrukking “you’ll never work in this town again.” Ontgoocheld keerde hij terug naar Rusland.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!:  Bloederige repressie in zwart-wit.

Konchalovsky had nochtans in de droomfabriek puik werk geleverd met films die vooral aandacht hadden voor het inwendige leven. Heel andere koek dan het eighties actiegedreven popcornentertainment, want bij Konchalovsky stonden personages centraal. Mensen en hun emoties. Hevige emoties gevat in een niet opdringerige filmstijl die niet verklaart maar toont. Wat ambiguïteit én extremisme opleverde. Mensen die elkaar verscheuren (Maria’s Lovers), vernietigen (Runaway Train) of negeren (Shy People). Maar die soms ook een dreigend verlies ombuigen in een positieve kracht (Duet for One, Homer and Eddie). Steeds met bezetenheid, levend tegen 200 km per uur.

Emotie als leidraad

Voor muziekfan Konchalovsky is film als medium verwant met muziek en moet elke film benaderd worden als een muzikale partituur. Het narratieve ritme is voor hem cruciaal terwijl de emoties van personages ‘verteld’ worden in termen van harmonie, breuk en dissonantie. Wat vaak terugkeert is dat een complexe, explosieve inhoud op een kalme, eenvoudige wijze wordt gepresenteerd tot er iets mis blijkt te zijn, de rust doorbroken wordt en enkel de essentie overblijft: rauwe emotie.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!: Krachtig moeder-dochter verhaal als spiegel van de samenleving.

Na zijn ‘vlucht’ uit Hollywood in 1989 maakte Konchalovsky de laatste 30 jaar, op sporadische Amerikaanse tv-excursies na (The Odyssey in 1997, The Lion in the Winter in 2003), Russische films en Europese co-producties. Films als The Inner Circle, Assia and the Hen with the Golden Eggs, House of Fools en Gloss.

Na het floppen van het ambitieuze The Nutcracker 3D (2010) leek zijn filmcarrière evenwel voorbij. De verwachting was dat hij zich zou werpen op zijn andere passies, opera en theater. Konchalovsky sloeg echter terug met twee in Venetië bekroonde films: het tragikomische drama The Postman’s White Nights (2014) en het sprookjesachtige oorlogsdrama Paradise (2016). Hij verhuist naar Italië, draait er het kunstenaarsportret Sin/Il peccato (2019), maar blijft ook tijdens de pandemie lesgeven aan de Moskouse filmschool.

Van de doofpot naar het scherm

“In de Sovjet-Unie wisten we precies welke onderwerpen we niet moesten aanraken in films, maar daarna kon je doen wat je wilde,” vertelt Konchalovsky in De Filmkrant, “als het toch misging, kon de film verboden worden en achter slot en grendel belanden, maar dan had je hem wel gemaakt. Je werd dan een beroemde dissident. Toen in 1966 mijn tweede film The Story of Asya Klyachina, werd verboden, werd ik een beroemdheid.” Maar de slachtpartij van Novotsjerkassk was andere koek. Het gebeuren belandde meteen in de doofpot en Aleksandr Solzjenitsyn (in De Goelag Archipel) was lang de enige die er melding van maakte.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!: Verkrampte reactie van een mannenbastion.

Konchalovsky liep al van in de jaren negentig rond met het idee om in een film te tonen hoe het Russische leger en sluipschutters van de KGB in 1962 een bloedbad aanrichtten in een poging het arbeidersprotest tegen lage lonen en stijgende voedselprijzen te onderdrukken. Een meteen als staatsgeheim weggemoffelde actie waarbij tientallen doden en honderden gewonden vielen terwijl onder de arrestanten nog zeven mensen de doodstraf kregen. Dear Comrades! kwam pas tot leven toen Konchalovsky het idee kreeg om de escalatie vanuit het perspectief van de lokale apparatsjik Lyuda te bekijken. Een staliniste in hart en nieren, heilig overtuigd van het communisme, die in verwarring geraakt wanneer haar dochter tijdens de protesten verdwijnt en ze tijdens een gevaarlijke zoektocht op dood en repressie stuit.

Dramatiek en tragiek

“Lyuda is een tragische figuur,” benadrukt Konchalovsky in De Filmkrant, “haar onvermijdelijke lot walst als een tank over haar heen en vernietigt haar. Niet fysiek, maar spiritueel. Voor mensen als Lyuda leidt elke barst in hun onwankelbare overtuigingen tot hun spirituele dood. En dat is tragisch.”

Lyuda is getuige van de verbijstering en de paniek van de lokale leiders wanneer ze vast geraken in de fabriek en via de riolen moeten ontsnappen (“je kan vuil worden” krijgen ze te horen van KGB-ers) maar ook van het bloedbad en de chaos wanneer het vuur wordt geopend op de massa. Wanneer haar dochter Svetka, die de kant van de demonstranten koos, verdwenen blijkt en ze getuige is van de pogingen van de autoriteiten om de gruwel te verdoezelen – letterlijk wanneer het bloed niet te verwijderen blijkt en meteen een nieuwe asfaltlaag wordt gelegd – kantelt haar wereldbeeld.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!: Protest en repressie.

Niet dat ze plots een verbitterde anticommuniste wordt. Lyuda heeft vooral heimwee naar Stalin en blijft hoopvol. Haar laatste woorden zijn niet toevallig “We zullen beter worden.” Maar het is de complexe realiteit die haar parten speelt. “Vroeger was duidelijk wie de onze waren en wie de vijand”, sakkert Lyuda.

Ze heeft privileges (ze wordt bediend in een aparte kamer van de staatswinkel), maar leeft niet riant (in de kleine badkamer plast ze terwijl haar dochter doucht) en wordt duidelijk gebruikt door de machtshebbers (die Lyuda haar oproep om “de hooligans zwaar te straffen” op papier laten zetten zodat ze later als brein achter de afrekening kan worden weggezet). Haar blik wordt langzaam kritischer en Lyuda laat zich niet afleiden van de zoektocht naar haar dochter (naar een spoor, een lichaam) maar rebels wordt ze nooit. Of zelfs maar kwaad. Het geeft aan hoe tragisch ze is.

Gestileerde tragedie

Konchalovsky toont in strak gechoreografeerde scènes de explosie van geweld en de impact daarvan op de demonstranten. Zijn zwart-witfotografie belet dat de bloederige gruwel de film overheerst zonder dat de dood uit beeld wordt geweerd. Samen met de keuze voor een vierkant beeldformaat situeert het zwart-wit Dear Comrades! ook visueel in het verleden. Voor Andrei Konchalovsky is het een manier om het tijdperk waarin het gebeuren zich afspeelt zijn historische authenticiteit te bezorgen. “Te veel in de jaren zestig gesitueerde films voelen vals en kunstmatig aan,” stelt de regisseur-scenarist in Sight and Sound, “zonder enige overeenkomst met Sovjetfilms uit die tijd zoals The Cranes are Flying (Mikael Kalatozov, 1957) en Ballad of a Soldier (Grigoriy Chukhray, 1959).”

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!

Daarom werd het “mijn doel om nauwgezet en gedetailleerd de Sovjetunie van de jaren zestig te reconstrueren. Ik denk dat de Sovjet-mannen en -vrouwen van het naoorlogse tijdperk, zij die tijdens Wereldoorlog II vochten tot de zege, een film verdienen die een eerbetoon is aan hun zuiverheid en de tragiek die voortvloeide uit het besef dat hun communistische idealen verschilden van de realiteit die zich rond hen ontwikkelde.”

Daardoor balanceert Dear Comrades! tussen utopie en dystopie, ontbreekt in deze terugblik cynisme en sarcasme. Pijn, verdriet en teleurstelling primeren op woede en kritiek waardoor deze tragedie ondanks de omvang van het drama heel melancholisch aanvoelt. Mensen zijn voor de regisseur van Siberiade, Maria’s Lovers, Runaway Train en The Inner Circle belangrijker dan (politieke) systemen en hij focust dan ook op hun mentaliteit en emoties. Sober, stijlvol en krachtig. Het levert met Dear Comrades! een indringende historische film op.

Andrei Konchalovsky’s Dear Comrades!: Een doodgezwegen bloedbad.

 

DEAR COMRADES! van Andrei Konchalovsky. Rusland 2020, 121’. Met Julia Vysotskaya, Vladislav Komarov, Andrei Gusev, Yulia Burova, Sergei Erlish. Scenario Elena Kiseleva & Andrei Konchalovsky. Fotografie Andrey Naydenov. Montage Karolina Maciejewski & Sergey Taraskin. Production Design Irina Ochina. Dvd distributie Cherry Pickers.

‘Dear Comrades!’ van Andrei Konchalovsky

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!