In de nacht van 6 op 7 juli 2021 werd president van Haïti Jovenel Moïse in zijn privé-woning vermoord door een twintigtal Colombiaanse en meerdere Haïtiaanse huurmoordenaars. Ongeveer veertig personen werden sindsdien aangehouden. Vier van hen zijn intussen vrijgelaten. Het onderzoek vordert echter niet: noch de motieven voor de moord, noch de namen van de opdrachtgevers zijn aan het licht gekomen.
Recent is wel enig schot gekomen in het onderzoek. De zaak is echter nog niet echt ontward. Toch worden twee dingen duidelijk: het ging om een afrekening binnen de plaatselijke oligarchie en er is een radicale verandering nodig om een einde te stellen aan de straffeloosheid.
Mario Antonio Palacios, een van de leiders van de Colombiaanse huurmoordenaars, die erin was geslaagd naar Jamaica te vluchten, werd aan de VS uitgeleverd. Dat laat toe het onderzoek weer op gang te brengen.
Het heeft er onder meer toe geleid dat enkele dagen later een andere sleutelfiguur in de Dominicaanse Republiek werd aangehouden: gewezen drugshandelaar en Haïtiaanse zakenman Rodolphe Jaar. Hij zou het commando gedeeltelijk hebben gefinancierd.
Al blijven vele vragen onbeantwoord, toch draagt die dubbele aanhouding bij aan de hypothese van een afrekening binnen de Haïtiaanse elite. Bovendien ondermijnt ze de meegaande, zelfs neokoloniale lezing van deze misdaad en, meer algemeen, van de beproevingen die Haïti doormaakt.
Lessen uit het onderzoek
Nu al kunnen verschillende lessen worden getrokken uit de ontwikkeling van het onderzoek. De twee aanhoudingen gebeurden buiten Haïti, in het tweede geval onmiddellijk nadat de aangehouden persoon het land had verlaten. En ze werden geïnitieerd door het gerecht van de VS. Dat bevestigt de passiviteit van de Haïtiaanse gerechtelijke macht.
Vervolgens legt de verscheidenheid van de profielen van de betrokken daders de samenstelling van de machthebbers in Haïti bloot en toont ze een foto van zijn oligarchie: militairen, politiemensen, zakenlui en politici.
Het was blijkbaar heel gemakkelijk om met behulp van enkele Colombiaanse huurmoordenaars een staatsgreep op te zetten door zich voor te doen als Amerikaanse anti-drugsagenten – wat sommigen inderdaad ooit waren geweest. Dat getuigt zowel van het misprijzen voor Haïti als van de aantasting van zijn soevereiniteit op internationaal vlak.
Rodolphe Jaar, gewezen drugshandelaar, agent van de DEA1 en zakenman, met het alias Whiskey, typeert een oligarchie die de top uitmaakt en monopoliseert van de staat en haar economie in een van de meest ongelijke landen ter wereld. Jaar komt uit een van de rijkste families, heeft de nationale franchise van Coca-Cola en heeft banden met ex-president Michel Martelly2, waarvan Jovenel Moïse de kroonprins was en onder wiens stolp hij blijkbaar is blijven zitten.
Het parcours van Whiskey illustreert hoe de elite is gegroeid met internationale steun, want haar macht en middelen komen in eerste instantie voort uit haar relaties met de VN. Haar parcours toont vooral de vermenging van openbaar en privé, van wettelijke en onwettelijke grenzen in een milieu waar politiek, zaken en geldverduistering door elkaar lopen.
In de context van deze vervloeiing met de openbare instellingen, heeft de drugshandel zijn terrein uitgebreid en lijkt Whiskey een rol te hebben gespeeld in de uitschakeling van Jovenel Moïse.
De belangrijkste les blijft nochtans het failliet van de strategie die Washington volgt en die volgzaam door de EU werd overgenomen. De Haïtiaanse staat is slachtoffer van gewapende bendes en is te zwak om zich ertegen te verzetten.
De staat moet versterkt worden. Voor de VS betekent dat de politie versterken. Sinds 2010 hebben ze 220 miljoen euro’s aan politiediensten bezorgd … met de bekende resultaten als gevolg. Het probleem op die manier blijven bekijken laat toe hetzelfde beleid voort te zetten, het eigen falen te ontkennen en elke andere optie te negeren.
De gewapende benden vormen niet zozeer een vreemde entiteit in de Haïtiaanse staat. Ze zijn eerder een aanduiding van het feit dat de oligarchie zich die benden heeft toegeëigend en in haar dienst gesteld.
Vandaar de aanklacht van de Haïtiaanse verenigingen voor mensenrechten op de ‘vergangstering’ van de staat. Dit banditisme loopt door tot de top van het staatsapparaat. Ariel Henry, de huidige eerste minister, staat rechtstreeks onder verdenking voor de moord, via verschillende verdachten. Met een van hen heeft hij de nacht van de moord verschillende keren getelefoneerd.
Verlangen naar verandering
De paradox van de internationale strategie bestaat erin te beweren de Haïtiaanse staat te kunnen versterken door te steunen op de kaste die zich de openbare macht heeft toegeëigend, door op te roepen tot een Haïtiaanse oplossing maar tegelijk een kortsluiting in de soevereiniteit van het volk te bewerkstelligen en door een consensus te eisen tussen de grote meerderheid van de bevolking die de teugels van haar bestemming in eigen handen wil nemen met daartegenover een oligarchie die niets van haar voorrechten wil loslaten.
Deze paradoxale diplomatie vindt haar samenhang in de weigering van het alternatief dat de meerderheid van de Haïtiaanse actoren vooropstelt: een ‘breuk-overgang’. Een dergelijke overgang zou toelaten de voorwaarden te scheppen voor een kans op een goede afloop van het onderzoek in de moord op Jovenel Moïse – en alle andere. Omgekeerd zou het einde van de straffeloosheid de uitweg kunnen voorbereiden uit de duivelse kringloop waarin Haïti al zo lang gevangen zit.
Bij gebrek aan radicale verandering zijn Washington en Europa veroordeeld te werken zoals de Haïtiaanse regering, door te doen alsof ze handelen … alsof er niets aan de hand is, alsof het onderzoek niet wijst op hun directe en indirecte verantwoordelijkheid door hun optreden of gebrek eraan, door te doen alsof Haïti niet het land is geworden met het grootste aantal ontvoeringen ter wereld, door te doen alsof de bevolking niet haar verlangen naar verandering had uitgesproken en door te doen alsof morgen niet slechter zou zijn dan vandaag.
Haïti: un tournant dans l’enquête sus l’assassinat du président Jovenel Moïse van Frédéric Thomas verscheen bij het Centre Tricontinental (CETRI) en als Carte Blanche in La Libre Belgique op op 22 januari 2022.
Notes:
1 De Drugs Enforcement Administration is een Amerikaanse overheidsdienst (nvdr).
2 Martelly was president van 2011 tot 2016. Hij werd in 2011 ‘verkozen’ in zeer betwistbare omstandigheden nadat hij onder druk van de VS werd toegelaten tot de tweede ronde ten kost van een ander kandidaat die meer stemmen had behaald. De tweede ronde verliep nog meer frauduleus dan de eerste (nvdr).