De overeenkomst werd gesloten tussen Canada en verschillende groepen die de oorspronkelijke bewoners van het grondgebied vertegenwoordigen. Het gaat om de First Nations-volkeren en de Inuit. In totaal wordt een bedrag van 40 miljard Canadese dollars vrijgemaakt, omgerekend 28 miljard euro.
Het moet een oplossing bieden voor First Nations-mensen die schade hebben geleden door discriminerende onderfinanciering. Maar een deel van het geld dient ook als morele schadevergoeding voor Inheemse gezinnen die getroffen werden door het beleid van de verblijfsscholen.
Culturele genocide
Vanaf ongeveer 1850 werden kinderen van de Canadese First Nations en Inuit bij hun ouders weggehaald om hen in strenge katholieke internaten onder dwang tot het christendom te bekeren en verplicht te assimileren. Wie de eigen taal sprak, onderging lijfstraffen, Inheemse klederdracht was streng verboden. Een Waarheids- en Verzoeningscommissie noemde het systeem in 2015 culturele genocide.
Ouders wisten vaak niet waar hun kinderen naartoe gestuurd werden, en contact was nagenoeg onmogelijk. In sommige gevallen was er zelfs sprake van ontvoering.
In de strenge kostscholen, gerund door kloosterorden en gefinancierd door de Canadese overheid, kwamen mishandeling, verwaarlozing en ondervoeding dermate vaak voor dat er een hoog sterftecijfer was onder de kinderen. Volgens het rapport van de Waarheids- en Verzoeningscommissie, dat als basis diende voor de compensatieregeling, kwam 1 op 25 kinderen hun scholing niet levend door. Canadese soldaten in de Tweede Wereldoorlog hadden een betere overlevingskans.
Op de terreinen van verschillende voormalige kostscholen zijn massagraven gevonden. Afgelopen zomer werden nabij twee voormalige verblijfsscholen de stoffelijke resten gevonden van in totaal bijna 1000 personen, de meeste onder hen Inheemse kinderen. Zeker 150.000 kinderen hebben in de instellingen gewoond. De laatste school sloot in 1996.
“Compensatie is nog geen gerechtigheid, maar het geeft wel aan dat we ons op een helend pad voorwaarts bevinden”, zegt Roseanne Archibald, topvrouw van belangenorganisatie Assembly of First Nations, over het principeakkoord.
Discriminatie door onderfinanciering
Ook vandaag leven veel Inheemse gemeenschappen in een inferieure positie. Zowat de helft van hen leven in reservaten met gebrekkige basisinfrastructuur en een armoedegraad die dubbel zo hoog is als in de rest van het land. Volgens een overheidsrapport uit 2017 sterven First Nations-mensen drie keer zo vaak door zelfmoord als niet-Inheemse Canadezen, en Inuit zelfs negen keer zo vaak.
Indigenous Services Canada (ISC), een overheidsdienst opgericht om een betere dienstverlening te voorzien voor Inheemse gemeenschappen, zegt ook dat de klimaatverandering en de COVID-19-pandemie de ongelijkheden hebben vergroot waarmee First Nations-families te maken krijgen.
Volgens het Canadese Tribunaal voor de Rechten van de Mens worden Inheemse gezinnen nog steeds gediscrimineerd, onder meer door onderwijs en kinderwelzijn onvoldoende te financieren in de reservaten. De helft van het bedrag van het principeakkoord wordt gebruikt voor hervormingen om die pijnpunten aan te pakken, de andere helft dient ter compensatie.
“Het compensatiepakket erkent dat de discriminatie door de overheid ertoe heeft geleid dat First Nations-kinderen van hun ouders en gemeenschappen werden weggenomen”, aldus Archibald. “Nu moeten we ons concentreren op de heropleving van onze talen, ceremonies en cultuur.”
De overeenkomst moet nog worden goedgekeurd door het Canadese Tribunaal voor de Rechten van de Mens het Federale Gerechtshof.