Foto: ABVV
DeWereldMorgen

“Overheidsgeld voor dienstenchequesector moet naar huishoudhulpen gaan, niet naar aandeelhouders”

De winsten in de dienstenchequesector van de huishoudhulpen zijn in 2020 op peil gebleven, zo toont een nieuwe, op gegevens van de Nationale Bank gebaseerde, studie van de vakbonden. Dankzij een grote hoeveelheid aan overheidsmiddelen, konden aandeelhouders 29 miljoen euro aan dividenden uitkeren. "Dit geld is dus niet naar de huishoudhulpen zelf gegaan, terwijl zij het beste van zichzelf hebben gegeven tijdens de ergste gezondheidscrisis ooit."

maandag 13 december 2021 14:02
Spread the love

“De werknemers verdienen betere loon- en arbeidsvoorwaarden verdienen”, aldus de vakbonden. Achter de winsten in de sector schuilt het werk van vrouwen en mannen die het beste van zichzelf hebben gegeven tijdens de ergste gezondheidscrisis ooit, zeggen zowel ABVV, ACV als ACLVB. “Om deze slechte verdeling van de middelen aan te klagen werden het voorbije weekend verschillende acties gevoerd.”

Grote ‘reuzen’ zien enorme winsten in 2020

De studie werd uitgevoerd op basis van jaarrekeningen van meer dan 450 ondernemingen die werden neergelegd bij de Nationale Bank. Ze objectiveert de economische situatie in de sector van de dienstencheques.

Enerzijds noteren de vakbonden een daling van de omzet in de sector met gemiddeld 15%. Deze daling is een gevolg van de coronacrisis, gezinnen werden afgeschrikt door Covid-19. Deze gezinnen hebben (tijdelijk) geen beroep meer gedaan op huishoudhulpen, maar dit leidde niet tot een spectaculaire daling van de activiteiten. “Ondanks deze daling stellen we vast dat de winsten wel op peil blijven. Er werd voor 47 miljoen euro winst geboekt. Deze winsten zitten geconcentreerd bij de grootste ondernemingen. De ‘reuzen’ Poetsbureau en Trixxo realiseren op zichzelf respectievelijk 6,4 en 5 miljoen euro winst in 2020. De sector gedraagt zich beter dan verwacht. Bepaalde ondernemingen, zoals Trixxo, zagen hun winst vertienvoudigd tijdens de coronacrisis”, vertelt Tommy Jonckheere van het ACLVB. De 24 grootste ondernemingen van de sector draaien zo 75% van de omzet en 50% van de winst (zelfs 75% in 2019) van de sector.

Welverdiende premie van € 200 misgelopen

Het grootste probleem is, zeggen de vakbonden, dat die extra middelen en winst in verkeerde zakken terechtkomen. “De commerciële ondernemingen van de sector hebben 30 miljoen euro aan dividenden doorgestort naar de aandeelhouders in 2020 (64% van de winst). Dat is evenveel als in 2019 terwijl de conjunctuur toen beter was. Indien het geld voor deze dividenden was gebruikt voor de 150.000 werknemers van de sector, hadden ze elk een welverdiende premie van € 200 kunnen ontvangen. Maar neen, de ondernemingen willen niets geven aan diegenen die tijdens de coronacrisis als onmisbaar werden beschouwd”, gaat Issam Benali van ABVV verder.

Winsten geboekt dankzij subsidies

Kris Vanautgaerden van ACV Voeding en Diensten voegt eraan toe dat dit nog een groter pijnpunt vormt omdat de inkomsten van de ondernemingen in deze sector hoofdzakelijk uit subsidies bestaan. “Wanneer een gebruiker 9 euro per uur betaalt voor een huishoudhulp, past de overheid het dubbele bij. Dit beleid heeft als doel een correcte verloning aan de huishoudhulpen te bieden. Maar we zien dat de aandeelhouders ermee weg lopen. De lonen in deze sector behoren tot de allerlaagste: gemiddeld 1150 euro bruto per maand. Dat gaat zelfs tot onder de armoededrempel: 1248 euro, volgens het Belgische statistiekbureau Statbel. Met dergelijk inkomen stellen 78% van de huishoudhulpen medische consultaties uit omwille van financiële redenen”, aldus Kris.

Wat ze minstens verdienen

Hoewel de vakbonden en werkgevers al maanden onderhandelen (op sectoraal vlak), lopen de gesprekken muurvast. En dat vinden de vakbonden problematisch: “De huishoudhulpen hebben het beste van zichzelf gegeven tijden de coronacrisis. Zelfs nu werken ze bij 5 à 10 verschillende gezinnen per week, met een voortdurend risico op besmetting. Zij moeten hun deel ontvangen.

Wij vragen verbeteringen inzake koopkracht, zoals de invulling van de 0,4%, en een verhoogde terugbetaling van de verplaatsingsonkosten. Want momenteel bedragen de verplaatsingsonkosten ongeveer 10% van het loon van de huishoudhulpen en moeten ze die zelf financieren. Het is niet normaal dat ze moeten betalen om te kunnen werken. Maar Federgon, de werkgeversfederatie van de dienstencheques, heeft er geen oren naar. Ze wil de verplaatsingsvergoeding slechts verhogen met 0,02 euro per kilometer – verhoging van € 0,13 naar € 0,15/km – wat niets voorstelt. Wij vragen een tussenkomst in de reële kosten, dat wil zeggen € 0,37/km zoals dat de norm is voor de ambtenaren. Ter vergelijking: € 0,02 voor de werknemers, tegenover 30 miljoen voor de aandeelhouders.”

Onaangekondigde acties

De drie vakbonden (ACV, ABVV, en ACLVB) klagen de hypocrisie van de werkgevers aan door middel van onaangekondigde acties. Dit deden ze door in heel België op de uitstalramen van verschillende kantoren van de grote commerciële dienstencheque-ondernemingen stickers aan te brengen. Zo bekritiseren ze de werkgevers die hoge winsten maken en dividenden uitkeren, maar geen marge hebben voor een degelijk sociaal akkoord. De actievoerders brachten de boodschap van de huishoudhulpen duidelijk naar buiten: “Het overheidsgeld moet ten goede komen aan de huishoudhulpen en niet aan de aandeelhouders.”

Actie tegen oneerbiedige lonen van huishoudhulpen. Foto: ABVV

Actie tegen oneerbiedige lonen van huishoudhulpen. Foto: ABVV

Actie tegen oneerbiedige lonen van huishoudhulpen. Foto: ABVV

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!