Petrochemie Antwerpen. Foto: Panatomix/CC BY-SA 2:0
DeWereldMorgen

Ondanks schande voor milieu, krijgt chemiebedrijf Evonik permanente vergunning

Chemiebedrijf Evonik in de Antwerpse haven kreeg op 10 november 2021 een permanente vergunning van de provincie Antwerpen. Waarom Bond Beter Leefmilieu vindt dat die vergunning er nooit had mogen komen? Het chemiebedrijf loost PFOS in de Schelde, doet geen moeite haar grote NOx-uitstoot te reduceren en houdt zich niet aan de Europese regelgeving. BBL gaat in beroep.

vrijdag 10 december 2021 13:12
Spread the love

 

“Dit is al de vierde vergunning op korte tijd die volkomen tekortschiet op het vlak van milieu, klimaat en volksgezondheid. Is dat toeval? Nee. Het is een symptoom van een laks vergunningenbeleid dat er niet in slaagt om milieu- en klimaatregels au sérieux te nemen. Dit zorgt enkel voor rechtsonzekerheid en komt de Vlaamse industrie allesbehalve ten goede”, zegt Tycho Van Hauwaert, beleidsexpert Industrie van Bond Beter Leefmilieu.

Na IneosTotalEnergies en BP Chembel sprong ook de vergunning van Evonik bij Bond Beter Leefmilieu in het oog, omwille van de milieu-impact: 550.000 ton CO2, 810 ton NOx (stikstofoxide, schadelijk voor zowel de biodiversiteit als de mens [1]) en 21 ton NH3 (stikstof). En dat is niet alles. Het bedrijf loost ook nog PFOS in de Schelde. Een overheid die zich ‘voorzichtig en redelijk persoon’ gedraagt, zou de analyse maken van zo’n milieu-impact en er nadien alles aan doen om die impact tot een minimum te beperken. De vergunningverlener, de afgevaardigden van de provincie Antwerpen, lieten dat allemaal na.

Milieubeleid anno 2021: PFOS lozen en stikstof uitstoten

Ook in 2019 verleende de provincie Antwerpen een vergunning aan 3M, met een vrijgeleide om PFOS te lozen. Pas toen het PFOS-schandaal en de daarmee gepaarde vervuiling aan het licht kwam in de media, stelde de provincie die beslissing bij. “Maar blijkbaar heeft de provincie niets geleerd uit de saga: ook Evonik heeft een lozingsvergunning voor PFOS op zak, en draagt zo bij tot de vervuiling in de Westerschelde. Erger nog, Evonik zegt geen enkel idee te hebben waar haar PFOS vandaan komt. Ze krijgt van de provincie ongeveer 1 jaar de tijd om dat uit te zoeken”, aldus Bond Beter Leefmilieu. Ter vergelijking: 3M kreeg in september een dagvaarding van minister van Leefmilieu Zuhal Demir in de bus met de eis alle documenten en bronnen van PFOS binnen de maand te bezorgen. Twee maten en twee gewichten.

Bij Evonik komt daar ook nog eens stikstof bij kijken. Het bedrijf is verantwoordelijk voor een significant hoge stikstofdepositie – stikstofdioxiden mengen zich in de natuur – in verschillende waardevolle natuurgebieden. “De stikstof vliegt zelfs tot in de Kalmthoutse heide en heeft een negatieve impact op de volksgezondheid. Toch komt Evonik weg met argumenten als “Het is technisch niet haalbaar” of ‘niet kostenefficiënt’ om het probleem in te perken. Een besparing op kap van onze volksgezondheid en gezonde leefomgeving”, zegt Bond Beter Leefmilieu.

“Door geen maatregelen te nemen voor hun verbrandingsinstallaties, kunnen ze ook niet voldoen aan de Europese emissieniveaus. Zo stoten de branders 297 mg NOx/Nm³ uit, terwijl dat volgens de nieuwe regelgeving slechts 200 mg NOx/Nm³ kan zijn”, klinkt het. Nog frappanter is het feit dat Evonik in een nota aan Europa vroeg of de norm toch niet 300 mg mocht zijn. Milieu-experts van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Department Omgeving maakten naar aanleiding van de milieuvergunning dezelfde opmerkingen. Maar de provincie, die doet niets.

Tycho Van Hauwaert van BBL voegt toe: “De beroepsprocedure tegen Evonik wordt een lakmoesproef voor de ministeriële instructie over stikstof. Maar de Vlaamse regering had het nooit zover mogen laten komen. We wachten, samen met de bedrijven en investeerders, al een lange tijd op een definitief akkoord rond de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof)”, zegt Tycho Van Hauwaert van BBL.

Zachte heelmeesters maken stinkende wonden

Of er een link is tussen de milieuaanvragen van TotalEnergies, BP Chembel en Evonik, lijkt BBL vanzelfsprekend. “Natuurlijk, dit is geen toeval meer. Dat Vlaanderen te laks omgaat met het vergunningenbeleid en onze industrie is duidelijk. Keer op keer legt ze laksere normen op. Die laksheid sluipt in de milieuvergunningsaanvragen en de milieueffectenrapporten van de bedrijven. Die denken dat het wel goed komt, en aanvaarden de lage lat van Vlaanderen met dankbaarheid.”

“Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden”, stelt BBL. “De toekomst voor de zware industrie wordt steeds precairder. Op vlak van stikstof heerst er heel wat rechtsonzekerheid (gedane toezeggingen van de overheid worden niet gewaardborgd, red.). 3M moest al een deel van haar productieproces sluiten omdat het alsnog het milieubeleid moet volgen. Als de bedrijven niet meer vergund kunnen worden doordat er geen duidelijk perspectief is en door gebrek aan industrieel milieu-en klimaatbeleid, dan gaat onze industrie terug naar af. Deze investeringsonzekerheid komt niemand ten goede.”

Wat is het toekomstbeeld voor onze industrie?

Maar, de hamvraag is: welke industrie willen wij in de toekomst? “Dat de industrie voor een grote omslag staat, is duidelijk. Nieuwe processen, hernieuwbare grondstoffen en meer elektrificatie en circulariteit, … Maar, als we in Vlaanderen de weg blijven plaveien voor een industrie die de leefomgeving stelselmatig overbelast (doordat Vlaanderen kiest voor de zwakste stikstofnormen, zit het stikstofbad vol), dreigt er voor die nieuwe activiteiten van de industrie geen plaats meer te zijn.”

BBL benadrukt dat als we voorop willen lopen in een duurzaam industriebeleid, de Vlaamse overheid veel beter haar best zal moeten doen. “Ze zullen moeten kiezen voor de strengste normen en toekomstbestendige activiteiten. In ruil levert ze de industrie een helder en betrouwbaar transitiekader voor de toekomst. Alleen dat zal de juiste investeringen aantrekken.”

“Elke aanvraag voor een omgevingsvergunning is een kans voor een bedrijf om te tonen hoe ze haar milieu-impact tot een minimum wil beperken. Maar de Vlaamse regering maakt van de vergunning eerder een recht om te vervuilen, dan een instrument om ons leefmilieu en gezondheid zo goed mogelijk te beschermen” zegt Tycho Van Hauwaert van BBL.

Ook de bedrijven hebben een verantwoordelijkheid naar hun werknemers toe, vindt BBL. “Zij zien de verschillende toekomstscenario’s van veel dichterbij en kunnen belangrijke keuzes maken voor de toekomst van het bedrijf. Doordat Evonik nalaat een klimaatplan op te stellen, zet het bedrijf, net zoals de raffinaderij van Total, haar activiteiten en vele jobs op de helling. Is het niet verstandiger om te anticiperen op de toekomst, dan te wachten tot -vroeg of laat- een minister of rechter de boite sluit?”

 

Notes:

[1] Stikstofdioxide (NOx) kan voor mensen schadelijk zijn. NOx kan doordringen tot in de kleinste vertakkingen van de luchtwegen. De longen gaan minder goed werken.

Ook zorgt NOx in de natuur voor een afname van de biodiversiteit. Door depositie (stikstofoxiden slaan neer in de natuur), dringt stikstof door tot in de bodem en in het algemeen de natuur. Planten die goed groeien op een voedingsrijke bodem, zoals gras en brandnetels, verdringen planten die groeien op een schrale bodem. Als die planten verdwijnen, sterven ook de dieren uit die van die planten leven. Uiteindelijk groeien minder soorten planten, waardoor ook dieren sterven. Bron: RIVM.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!