Op 21 oktober overleed een jonge man in Calais. Aangereden door een vrachtwagen. Leeftijd, nationaliteit en naam onbekend. Hij stierf net als Yasser1 van zestien uit Soedan. Ook Yasser kwam op 28 september onder een vrachtauto terecht in de transportzone van Transmarck Calais toen hij in een oplegger probeerde te kruipen om in Engeland te komen.
Na Yassers dood gingen drie Fransen op 11 oktober in de kerk Saint-Pierre in Calais in hongerstaking: de activisten Anaïs en Ludovic, en een priester, Philippe. Ze hebben drie eisen. “Om te beginnen,” zegt Anaïs, “moet er een eind komen aan de ontruiming en de afbraak van de kampen tijdens het zogenaamde winterbestand dat bij de vluchtelingen in Calais nooit is gerespecteerd.”
“Ook de inbeslagname van tenten en bezittingen van de vluchtelingen moet ophouden. Dat gebeurt nog altijd systematisch en illegaal tijdens de ontruimingen. En ten slotte moet er een echte dialoog komen tussen de plaatselijke overheid en de ngo’s.”
Ludovic merkt alvast één positief resultaat: “Onze actie heeft een solidariteitsbeweging op gang gebracht omdat er een duidelijk en ondubbelzinnig standpunt wordt ingenomen over wat hier gebeurt.” Philippe vindt het vooral belangrijk dat zich niet telkens weer dezelfde gruwelijke feiten herhalen.
Een strakke wind zweept de golven van het Kanaal op zodat de veerboten van Groot-Brittannië naar de Franse kust op en neer dansen. Op tweeënveertig kilometer van het strand in Calais kun je aan de horizon de witte krijtrotsen van Dover zien. Vanuit de duinen rondom de stad lijkt Groot-Brittannië niet zo ver weg.
Toch is Londen voor velen zo goed als onbereikbaar door de met prikkeldraad afgezette metalen hekken die de haven van Calais hermetisch afsluiten. In 2016 werd een kilometerslange omheining opgetrokken als onderdeel van de beruchte anti-migrantenmuur.
De omheining kwam er na de brutale ontruiming van de Jungle van Calais, om te verhinderen dat vluchtelingen Groot-Brittannië zouden bereiken door aan boord te klimmen van vrachtwagens die in de haven moeten halthouden. De toevloed van mensen is echter niet te stuiten.
Volgens de meest recente gegevens van de lokale overheid in Calais hebben minstens 9551 asielzoekers in 2020 met bootjes de Britse kust bereikt. Het Italiaans persbureau ANSA heeft het over ongeveer 1000 mensen die in de nacht van 9 en 10 oktober uit het water werden gehaald of werden opgepakt tijdens het inschepen in kleine bootjes bij hun vertrek uit Frankrijk.
Bij helder weer kun je ’s nachts kleine knipperlichtjes zien tussen de sterren. Dat zijn geen satellieten, maar drones die de zeventig kilometer lange kustlijn vanaf Boulogne over Calais tot Duinkerke bewaken. Op 20 juli ondertekenden Priti Patel en Gerald Darmanin, ministers voor Binnenlandse Zaken van Groot-Brittannië en Frankrijk, een verdrag over de strijd tegen illegale immigratie.
Daarin stond onder andere het gebruik van hoogtechnologische toestellen en een grotere aanwezigheid van de politie aan de Franse kust tot in Dieppe, nog verder naar het noordwesten. Verder kwam er nog meer infrastructuur om de toegang tot het Kanaal te belemmeren.
“Het Kanaal is heel gevaarlijk, maar toch proberen mensen nog dagelijks Groot-Brittannië te bereiken via de zee”, meldt Emma van Human Rights Observers (HRO), een ngo die de mensenrechtenschendingen in het gebied in kaart brengt. “Als gevolg zitten meer dan 1800 mensen tussen Calais en Duinkerke in zorgwekkende omstandigheden te wachten op een kans om naar Groot-Brittannië te vertrekken.”
“Ondanks de bepaling van het VN-Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen dat mensen binnen de 500 meter van hun verblijfplaats toegang moeten hebben tot water, lopen de vluchtelingen vaak 5 kilometer ver om water te vinden. Natacha Bouchart, burgemeester van Calais, maakte het nog erger toen zij voedselbedelingen in de stad verbood zodat de mensen niet meer naar het centrum van de stad zouden komen.”
“De bewoners van de tentenkampen worden fysiek en psychologisch mishandeld”, besluit Emma. “De mensen die uitgezet worden, krijgen een nummer. De ontruimingen door de gendarmerie van Calais en de oproereenheden Compagnies Républicaines de Sécurité (CRS) in Duinkerke zijn erg intimiderend en gewelddadig.”
Het is bijna middag in Grande-Synthe. In de garage die als keuken dienstdoet, hebben vrijwilligers van de vereniging Salam net eten klaargemaakt voor de vluchtelingen die in de Jungle van Duinkerke wonen.
“De mensen hier komen vooral uit Koerdistan, Afghanistan en Vietnam”, zegt Tita, een vrijwilligster, die wegtrok uit de Zuid-Italiaanse regio Calabrië en jaren geleden in Frankrijk is terechtgekomen. “We kunnen al die mensen niet laten omkomen van de honger”, zegt ze, terwijl ze in de bestelwagen kruipt om naar het tentenkamp te rijden.
Tussen Grande-Synthe en Duinkerke, op een plein tussen de spoorlijn en industriële gebouwen, staan al heel wat mensen, soms gezinnen met kinderen, te wachten op een warme maaltijd. Een jongen zingt een lied in het Sorani, een Koerdisch dialect, terwijl mensen in de rij gaan staan.
“Ik ben anderhalf jaar geleden weggegaan uit Suleimaniya, een stad in Iraaks Koerdistan”, vertelt de 21-jarige Serwan. “Griekenland, Turkije, Calabrië, daarna de Frans-Italiaanse grens in Oulx en ten slotte Parijs en Duinkerke. Ik wil naar mijn familie in London om voor dokter te studeren.”
Een onverharde weg vol plassen loopt van het plein naar een grote groep tenten. Sommigen trekken een barak op, anderen bakken spiesjes. Een klein meisje danst in de modder. “Ik ben twee keer teruggestuurd door de Britse grenspolitie”, vertelt de 29-jarige Abro die gevlucht is uit Kaboel.
“Ik heb lange tijd in Duitsland gewoond. Daar heb ik mijn ex-partner en mijn dochtertje achtergelaten. Ze is nog maar 9 maanden. Als ik Groot-Brittannië vannacht niet kan bereiken, ga ik terug naar hen en dan vraag ik daar asiel aan.”
Bij de Oude Lidl, het grootste kamp van Calais, dicht bij het parkeerterrein Transmarck, wonen ongeveer 400 mensen. Noleen verzorgt een brandwonde aan het been van een Eritrese jongen. “We behandelen vaak kwetsuren die het resultaat zijn van politiegeweld. Een paar maanden geleden werd een man door een politiehond gebeten in zijn hoofd en zijn armen en benen.”
De eerstehulpploeg zorgt voor basisgezondheidszorg in de kampen. Ali tolkt voor hen. Hij komt uit Soedan. “Nu ben ik dokter!”, lacht hij. In Oekraïne studeerde hij twee jaar medicijnen, maar in Kiev mocht hij niet eens zijn huis uit.
“De mensen zijn agressief en er is veel racisme. Ik had het gevoel alsof ik in de gevangenis zat.” Ali is pas een paar dagen in Calais. “Ik probeer me voor te stellen dat ik alleen maar op reis ga. Ik kan nog altijd teruggaan”, grijnst hij, terwijl hij een keelsnoepje uit de wikkel haalt.
“Het verhaal van Kleine Amal2 is mooi”, zegt Mohannad van achter zijn toonbank in Grande-Synthe. “Ze komt uit Syrië net als ik en ze reist als vluchteling door heel Europa. Maar ik weet niet meer of ze op weg is naar haar ouders in Groot-Brittannië. Weet jij of het waargebeurd is?”
Hij wacht op het antwoord terwijl hij een falafel opwarmt. “Ik ben gevlucht voor de oorlog en ik zat al maanden in de Jungle van Calais toen ik besloot om te blijven en mijn droom waar te maken: een restaurant uitbaten.”
Net zoals overal waren het ook in Calais de kinderen die Kleine Amal verwelkomden, de gigantische pop die symbool staat voor alle onbegeleide minderjarigen en vluchtelingen. In Calais groeide de voorstelling uit tot een echte protestmars als steunbetuiging voor de hongerstakers.”
Honderden mensen werden begeleid door tromgeroffel en strijdliederen. Een van de kinderen droeg een bord met de boodschap ‘Niemand is illegaal’. Iemand anders schreef: ‘Je bent een kind tot je 18 jaar wordt. Yasser was pas 16’.
Zonder schoenen en met opgetrokken schouders komen jonge Eritreeërs rond een vrijwilliger staan. Ze hebben schipbreuk geleden. Ze zijn uitgeput en ze staan er futloos bij. Alleen hun ogen glanzen. “We vertrokken vanuit Boulogne, maar na 18 kilometer viel de motor stil. Er stond veel stroming op zee. We belden om hulp, maar niemand kwam ons redden. We moesten wel terugroeien.”
Nahom laat ons een filmpje zien op zijn gsm. Na vijf uur hebben ze op eigen kracht het strand bereikt, en toen moesten ze – blootsvoets – nog meer dan een kilometer lopen voor ze bij de bestelwagen van Collective Aid in Coquelles kwamen waar je kleren en schoenen kunt krijgen.
Kayleigh maakt een lijstje van wat er nodig is voor de schoenbedeling vanmiddag. Het dekzeil klappert in de wind. Thee en koffie staan te dampen en gsm’s liggen op te laden in een kluwen van gekleurde kabels. Veel mensen komen schuilen op de banken van de Infobus. Eritrese muziek knalt uit de luidspreker.
Een forse zuidwestenwind geselt het parkeerterrein achter het BMX-parcours van Calais waar die ochtend dicht op elkaar staande tenten werden weggeruimd. Een lege kinderwagen wordt door de wind tegen het hek geduwd.
“Vanmorgen kwam de politie”, vertelt Emma van HRO. “Iemand was nog niet wakker, ze sleepten hem zijn tent uit en namen alles mee.” Een paar tenten liggen op hun zij. Een jongen trekt zijn jas uit om ze over de schouders van een klappertandende vriend te leggen. “We werden vanmorgen uit onze tent geranseld”, zegt Daniël, terwijl hij zijn lippen op elkaar klemt.
De fotoreportage gaat verder onder de voetnoten.
Vertaling Bea De Koster. Deze reportage is geen Creative Commons. Voor overname, contacteer Giacomo Sini op shardanazim@gmail.com (Engels of Italiaans).
Notes:
1 Alle namen in deze reportage werden veranderd om de identiteit van de vluchtelingen te beschermen. Deze fotoreportage toont geen herkenbare foto’s van de vluchtelingen. Hun medewerking aan deze reportages wordt door de overheid gebruikt als bewijs van ‘onwil tot integratie’. Alleen vrijwilligers komen herkenbaar in beeld.
2 ‘Kleine Amal’ is de 3,5 meter grote wandelende pop die een Syrisch meisje op de vlucht voorstelt. De organisatie achter deze reuzenpop wandelde met haar door Turkije, Griekenland, Italië, Frankrijk, Zwitserland, Duitsland, België en Groot-Brittannië om aandacht te vragen voor de jonge vluchtelingen