Kinderen feestin in een Sahrawi-vluchtelingenkamp in Algerije. Foto: spsrasd.info
Gabrielle Lefèvre, Entre les Lignes,

Vonnis EU-Hof van Justitie overwinning internationaal recht Westelijke Sahara

Het Hof van Justitie van de EU heeft bevestigd dat de exploitatie van grondstoffen van een volk en de daarmee gepaard gaande commerciële activiteiten enkel en alleen mogelijk zijn met de instemming van dat volk. Met dat oordeel komen de lucratieve deals van de EU met Marokko over de exploitaitie van grondstoffen in de Westelijke Sahara opnieuw op losse schroeven te staan.

woensdag 20 oktober 2021 15:02
Spread the love

 

Het zijn barre tijden voor de koning van Marokko, voor zijn regering en voor de Europese Commissie. De lucratieve onderhandse deals tussen de Europese Commissie en Marokko moeten zich plooien naar de regels van het internationaal recht dat de aanspraak van zowel volkeren als staten op rechtvaardigheid, vrede en waardigheid beschermt.

In een vonnis van 73 rijk gestoffeerde pagina’s lang toont het Tribunaal niet het minste begrip voor de associatieovereenkomst tussen de EU en Marokko. Deze overeenkomst werd gesloten over de rug van de Sahrawi-bevolking wiens grondgebied, de Westelijke Sahara, al sinds 1975 door het Marokkaanse regime wordt bezet1.

Bij de bezetting van het grondgebied van de Sahrawi door Marokko werd een deel van de autochtone bevolking over de grens naar Algerije verdreven. Met 175.000 overleven ze er in vluchtelingenkampen, waar ze volledig afhankelijk zijn van Algerijnse en internationale hulp. De rest van de Sahrawi werd voor het merendeel – het gaat om 700.000 mensen – verbannen naar stads- en dorpswijken die door militairen worden bewaakt.

Ze hebben geen recht op deugdelijk werk en staan machteloos tegenover de diefstal van hun gronden, hun woningen en hun natuurlijke rijkdommen. Deze bevolking, die meedogenloos onderdrukt wordt, claimt echter onvermoeibaar haar recht op zelfbeschikking.

VN erkent recht op zelfbeschikking Sahrawi

De VN erkennen dat recht en hebben, in de schoot van het Speciaal Comité voor Dekolonisatie van de VN, de Westelijke Sahara opgenomen in hun lijst van ‘niet-zelfbesturende gebieden’. Dikwijls wordt er naar de Westelijke Sahara verwezen als ‘de laatste kolonie van Afrika’.

Naar het voorbeeld van de met landmijnen bezaaide barrière die Noord- en Zuid-Koreaanse families uit elkaar houdt, heeft Marokko tussen de twee bevolkingsgroepen een gigantische muur van zand opgetrokken en overvloedig van mijnen voorzien. Zo wil het regime beletten dat de Sahrawi zich weer verenigen.

Polisario-vrijheidsstrijders in 1980. Foto: Robert la Roche/CC BY-SA 4:0

Het gebied puilt dan ook uit van de rijkdommen: grote hoeveelheden fosfaten, rijke visgronden in zee, uitgelezen kusten voor surftoeristen, omvangrijke zandwinning voor de versteviging van de stranden van de Canarische Eilanden, strooizout voor onze wegen als het bij ons sneeuwt, meloenen en tomaten die als ‘Marokkaans’ aan de man gebracht worden maar in feite van de Sahrawi gestolen zijn en geteeld worden met water uit de grondwaterbekkens.

Alle winst verdwijnt in de zakken van Marokkaanse zakenmannen en van de koning zelf, met de schuldige medewerking van buitenlandse bedrijven. De Sahrawi blijven met lege handen achter, zonder enige vorm van financiële compensatie.

Westelijke Sahara wordt geplunderd

Na eerdere veroordelingen in 2016 en 2018 staken de EU en Marokko hun bedenkelijke entente in een nieuw juridisch jasje. Ze pakten uit met een overlegstructuur die zich richtte tot de door Marokko aangestelde lokale overheden en tot ngo’s en lokale zaakvoerders die enkel zichzelf vertegenwoordigen.

Opnieuw werden daarbij de Sahrawi volledig genegeerd. De Sahrawi-bevolking wordt juridisch en politiek vertegenwoordigd door de verzetsorganisatie Polisario2. De door deze organisatie uitgeroepen Sahrawi Arabische Democratische Republiek wordt erkend door de Afrikaanse Unie, maar uiteraard niet door bezetter Marokko.

Terwijl onze Europese politieke vertegenwoordigers de ogen sluiten voor deze plunderpraktijken en de voor ons en voor de Marokkaanse nomenklatoera winstgevende handelsrelaties doodgemoedereerd verderzetten, dringt het EU-Hof van Justitie er met dit vonnis bij de EU op aan om zich te schikken naar de bepalingen van het internationaal recht.

Zakenbelangen mogen nooit primeren op het zelfbeschikkingsrecht van volkeren. Alleen zelfbestuur biedt de garantie dat die volkeren ten volle van de opbrengst van hun natuurlijke rijkdommen kunnen genieten.

Onmiddellijk na de uitspraak van het arrest was Josep Borrell, de Spaanse hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken, er als de kippen bij om zijn Marokkaanse vrienden gerust te stellen. Hij verzekerde hen dat dit nieuwe gegeven niet van aard was om de uitstekende relaties tussen Marokko en de EU te verstoren.

Het moge duidelijk zijn: niemand is tegen die economische relaties op zich gekant, maar het wettelijk kader moet wel gerespecteerd worden. De EU zou er beter bij de Marokkaanse staat op aandringen om zich aan de VN-resoluties te houden en zich niet langer te verzetten tegen een referendum over zelfbeschikking voor de Sahrawi. Pas als die voorwaarden vervuld zijn, kunnen Europese bedrijven hun economische relaties met Marokko en de Westelijke Sahara binnen een veilig juridisch kader verderzetten.

Ondertussen moeten de multinationals, en in het bijzonder de Franse (want Frankrijk schaart zich in deze zaak nagenoeg onvoorwaardelijk achter Marokko), op eieren lopen. Hun activiteiten op het bezette grondgebied van de Westelijke Sahara zouden wel eens kunnen uitgelegd worden als medeplichtigheid aan plundering van natuurlijke rijkdommen, als medeplichtigheid aan de misdaad van kolonisatie door middel van omvolking (door Marokko te helpen bij het overbrengen van Marokkaanse migranten-arbeiders naar de bezette gebieden).

Nu het Tribunaal van het Europees Gerechtshof dit arrest heeft geveld, valt niet uit te sluiten dat het aantal klachten fors zal toenemen, en dat zou wel eens een flinke schep droog zand in de raderen van deze geoliede zakenmachine kunnen gooien3.

 

Dit is het eerste deel van het artikel Sahara occidental – Maroc: une victoire du droit international, vertaald door Ronald Decelle. Het tweede deel met de recensie van het boek ‘La Dernière Poignée de Sable’ wordt afzonderlijk gepubliceerd.

 

Notes:

2   Polisario is de Spaanse afkorting van Frente Popular de Liberación de Saguia el Hamra y Rio de Oro (de oude namen van deze voormalige Spaanse kolonie).

3   ‘Crime de colonisation par peuplement’. Casestudy over de economische activiteiten van de Franse bedrijven in de Westelijke Sahara. Antoine Quéré. Uitgeverij APSO (Amis du Peuple du Sahara Occidental).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!