Nobelprijswinnaar voor de Vrede, Henri La Fontaine, verklaarde in 1913 dat het idee van oorlog zelf moet worden afgeschaft en vervangen worden door die van het recht. Deze buitengewone man werd geciteerd door Didier Vivier van de Koninklijke Academie van België tijdens de uitreiking van de Internationale Prijs Henri La Fontaine aan de laureaat, de onafhankelijke school Ahazaza in Rwanda.
Wat is immers een beter wapen tegen oorlogen en tegen alle onrecht dan onderwijs, tegen het aanleren van rede en kritisch denken? Faouzia Charfi, voorzitster van de prijsuitreiking, lichtte dat idee uitvoerig toe. Zij is hoogleraar aan de universiteit van Tunis en lid van de Tunesische Academie van Letteren, Wetenschappen en Kunsten.
De school is het belangrijkste obstakel tegen obscurantisme (het doelbewuste streven om andere mensen in onwetendheid te houden en zelfstandig denken te verhinderen nvdr.), tegen haatzaaiende taal, tegen bedreiging van de vrede en tegen identitair isolationisme.
Charfi verklaarde dat we door de geschiedenis van de wetenschap te onderwijzen, de mooiste bladzijden uit de archieven van de mensheid doorgeven. Daar voegde ze aan toe dat het doorgeven van de passie om de wereld te ontdekken, ook de humanistische wereldvisie doorgeeft.
Daaraan herinnert ons het verhaal van Hypathia, de Egyptische wetenschapsvrouw die de andere filosofen van haar tijd overtrof, maar die in 415 door obscurantistische christelijke monniken werd vermoord.
Ook het verhaal van Giordano Bruno herinnert ons hieraan. Hij was een Italiaanse filosoof en kosmoloog, die in 1600 door de katholieke inquisitie naar de brandstapel werd gebracht.
Dan hebben we ook nog Galileo, die tot aan zijn dood in 1642 gevangen werd gehouden door de katholieke kerk. Hij werd immers bestempeld als ketter met zijn theorie over het heliocentrisme (de theorie dat de zon, niet de aarde, het centrum van het heelal is, nvdr).
Dit is eveneens het verhaal van fouten, valse aanwijzingen en ruzies tussen wetenschappers, zo legt Faouzia Charfi nog uit. Daarnaast is dit ook het verhaal van grote revoluties tegen dogma’s en voor het gezonde verstand: rede doet geweld zowel aan de verbeelding als aan de illusies. Het begrijpen van natuurverschijnselen blijft echter een moeilijke opgave.
Dankzij de seculiere school en de ontwikkeling van het kritisch denken, kunnen experimenten die de leerlingen uitvoeren deze theorieën valideren en er kritische vragen over opwerpen. Zo ontwikkelen ideeën zich.
Dit is het tegenovergestelde van de religieuze aanpak zoals die vervat zit in boeken als de Veda’s (de oudste en heiligste composities van het hindoeïsme nvdr.) of de Koran. De rede bevrijdt ons van het op identiteit gebaseerde discours en van het obscurantisme, al dan niet gebaseerd op een retrograde interpretatie van een godsdienst. De actualiteit toont ons eens te meer dat meisjes de eerste slachtoffers zijn van deze plagen. De status van de vrouw is immers de grote uitdaging van de moderniteit, concludeert Faouzia Charfi.
In de seculiere privé-school Ahazaza, in een kleine plattelandsgemeente in het zuiden van Rwanda, bepleiten leerkrachten in hun onderwijs vrede, geweldloosheid en verdraagzaamheid. Een systeem van studiebeurzen stelt kansarme kinderen op die manier in staat toegang tot degelijk onderwijs te krijgen.
Armoede in onze democratieën
Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen toegang hebben tot onderwijs moeten onze democratieën versterkt worden. De maatschappij dient niet alleen gebaseerd te zijn op de wet, maar eerder op solidariteit tussen alle geledingen van de samenleving.
Om dat te verwezenlijken is armoede de voornaamste uitdaging voor een modern, geëngageerd humanisme zoals Henri La Fontaine dat belichaamt. Op dat vlak was La Fontaine een visionair, aldus Olivier De Schutter, hoogleraar en VN-speciaal-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten.
Fontaine belichaamde een transnationale visie waarin regeringen niet langer de enige meesters zijn en waarin de notie van collectivisme die van het “algemeen belang” introduceert. Fontaine promootte een visie die concreet gestalte heeft gekregen in de huidige andersglobalistische bewegingen en in de experimenten met participatieve democratie die tegenwoordig opbloeien.
Het collectivisme van Henri la Fontaine staat voor het gezamenlijk bouwen aan een toekomst, zonder dat aan de staat over te laten, stelt Olivier De Schutter. Deze notie van collectivisme dwingt ons vragen te stellen bij het falen van onze maatschappij, die niet inclusief genoeg is en waar individuen verweten worden arm te zijn of gedwongen worden “nuttig” te zijn voor de maatschappij. Dit dominante model legt deze normen op ten koste van de individuele en collectieve behoeften.
Christine Mahy, secretaris-generaal van het Waals Netwerk tegen Armoede, legt dit eveneens uitvoerig toe. Onvermoeibaar herinnert zij ons eraan dat de armen, “zij die van alles veel te weinig hebben”, door de andere klassen van de samenleving niet “gezien” worden.
Bijvoorbeeld de overstromingen van de voorbije zomer in ons land hebben dat aangetoond. Veel van zij die het zwaarst door de ramp werden getroffen, waren al arm en woonden bij gebrek aan beter in door overstroming bedreigde gebieden.
Huisvesting is echter niet zomaar een consumptieproduct, stelt Mahy. Huisvesting moet op een collectieve manier worden behandeld en de notie van privé-eigendom moet herzien worden. Vastgoedinvesteerders privatiseren het land, het water, de lucht, het landschap, de huizen, de velden, de bossen etc. van de gemeentes.
Mahy beklemtoont eveneens dat het niet normaal is dat het recht op voedsel niet langer gewaarborgd is in een land zo rijk als België. Zo wordt de plaatselijke landbouwproductie niet langer gegarandeerd en moeten dagelijks 500.000 mensen voedselpakketten halen.
Daarnaast verspilt het geknoei van de overheid veel geld en worden er geen structurele oplossingen gevonden. Voorbeelden van dergelijke oplossingen zijn gemeenschappelijke landbouwactiviteiten in de steden en vrij gekozen overheidsbanen naar het voorbeeld van de nul-werklozengemeenten …
Armoede kost de overheid veel geld door de slechte levensomstandigheden, ziektes, werkloosheid en de delinquentie die er het gevolg van zijn. Daarentegen geeft de staat net geld aan verenigingen die armoede privatiseren in plaats van te investeren in de menselijke rijkdom van de slachtoffers van ongelijkheid en een gebrekkig economisch systeem.
Onze constante strijd bestaat erin de mensen deze ongelijkheden te doen inzien, zegt zij. Onze strijd bestaat erin rechten en rijkdom in vraag te stellen in het licht van de ongelijkheden en te komen tot een collectieve verdeling om de situatie van de armen beter te maken dan voorheen.
Ze benadrukt dat deze strijd dient om de vele rijkdommen te zien, ook die van de armen. Armen zijn nu eenmaal rijk aan expertise over armoede, over met moeite rondkomen, werk en niet-werk, solidariteit op straat en in de buurt en ideeën over andere manieren van leven.”
‘L’éducation, clef de la paix et de la solidarité’ van Gabrielle Lefèvre werd gepubliceerd door Entre les Lignes op 23 september 2021 en vertaald door Roebi Block.