Analyse -

Kelly Reichardts ‘First Cow’: De Amerikaanse ontstaansgeschiedenis anders bekeken

Met haar alternatieve western ‘First Cow’ doorprikt Kelly Reichardt de mythes rond het ontstaan van de Verenigde Staten. Tegelijk voegt de onafhankelijke Amerikaanse filmmaker een nieuw hoofdstuk toe aan de in 2006 met ‘Old Joy’ gestarte kroniek van ‘smalltown America’ die ondertussen al ‘Wendy and Lucy’, ‘Meek’s Cutoff’, ‘Night Moves’ en ‘Certain Women’ bevat. ‘First Cow’ is het verhaal van een koe, van de kolonisatie van het Amerikaanse Westen, van vriendschap en van handelsgeest. Het portret ook van twee outsiders die (over)leven aan de ‘American frontier.’

woensdag 7 juli 2021 09:40
Spread the love

“Elk filmproject leidt me naar plaatsen die ik anders niet zou leren kennen,” stelt Kelly Reichardt (° 1964), “een film is een pad op een ontdekkingsreis.”  Het avontuur begint in First Cow (2019) met poëtische woorden van William Blake (“The bird a nest, the spider a web, a man friendship”), twee door een hond aan de oever van een rivier opgegraven naast elkaar liggende skeletten en een met goederen volgestouwd binnenschip dat de Columbia rivier in Oregon opvaart.

First Cow: Into the wild.

Een motto en beelden die meteen de toon zetten. Dit is contemplatieve cinema die van het heden naar het verleden gaat om via het verhaal van twee vrienden en outsiders ook het portret te schetsen van het chaotische land dat ‘melting pot’ Amerika zou worden. Met een thema dat de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker al bezighoudt sinds River of  Grass (1994), Old Joy (2006) en Wendy and Lucy (2008) over Meek’s Cutoff (2010) tot Night Moves (2013) en Certain Women (2016): de mens als speelbal van de botsing tussen natuur en beschaving.

Kelly Reichardt. Regisseur-scenarist van First Cow.

Landverhuizers en de pionierssamenleving

First Cow is, na Meek’s Cutoff, Reichardts tweede revisionistische western en speelt andermaal in haar geliefde Pacific Northwest. “Wanneer je het over Amerikaanse mythes hebt kom je nu eenmaal in het Westen terecht,” bekent ze aan Total Film. De microkosmos van het kapitalisme bevindt zich in de bossen en de modder van Oregon anno 1821. Meer bepaald in negorij Fort Tillicum, waar immigranten uit Europa en Azië een pioniersgemeenschap opbouwen. Een vlot brengt de eerste koe naar de handelspost waar een gecultiveerde Brits landeigenaar de lakens uitdeelt en twee jonge immigranten, de Chinees King-Lu en joodse kok Cookie, aan de armoede willen ontsnappen door lekkere koekjes aan de man te brengen. Daar hebben ze melk voor nodig. Die stelen ze, elke nacht opnieuw, van ‘The Cow’. Een listig en succesvol plan. Tot Chief Factor onraad ruikt.

Jon Raymond is Reichardts vaste scenarist en de verfilming van zijn roman The Half Life uit 2004 was een lange, gezamenlijke droom. Maar het duo schrapte en veranderde veel voor First Cow. “De koe zat niet eens in het boek,” bekent Reichardt aan NRC, “ze werd het vehikel om iets te zeggen over Amerika voor het Amerika werd.” Bewust kozen ze voor een inclusieve versie van de Amerikaanse scheppingsmythe. “In de literatuur en meer nog in films is het gezichtspunt erg eenzijdig,” benadrukt Reichardt in De Filmkrant, “het gaat vaak over verovering, over wraak, over witte, sterke mannen.” Samen met Raymond besloot ze het verhaal een andere kant op te sturen. Letterlijk, de ‘Go West’ beschavingstrek wordt vervangen door de convergentie van mensen die uit het noorden, het zuiden en het oosten komen. Niet toevallig domineren niet-Europese migranten. Wat de clash tussen natuur en beschaving complexer maakt.

First Cown: Outsiders King-Lu en Cookie. Orion Lee en John Magaro.

Handel en wandel

Door het van-oost-naar-west scheppingsverhaal te vernietigen, en de indianen in het verhaal te betrekken, buigen de makers ook het vooruitgangsgeloof om. Pioniers kwamen van overal en de Blackfeet indianen trokken al lang door de vlaktes. Die diversiteit vertaalt zich in een niet rechtlijnige geschiedenis waar vooruitgang en regressie elkaar afwisselen. Ras en klasse spelen minder in deze periode. Toch voel je de spanning opborrelen, met dank aan het oprukken van handel en geld. “Deze plek maakte nog geen deel uit van een natie, er speelde een strijd tussen allerlei verschillende belangen en de hiërarchie was nog niet vastgesteld,” aldus Raymond in De Filmkrant, “niemand was er de baas, daarom is het zo’n boeiend moment.”

De frontier die First Cow in beeld brengt is een soort pre-Amerika, een Amerika dat nog geen Amerika is. Geen homogene cultuur zoals we in de traditionele western te zien krijgen, maar een cocktail die een ontwikkeling op gang brengt. “Dit is het prille, prille begin van corporate Amerika,” stelt Reichardt in Total Film, “de eerste corporation, de eerste trappers, zijn er en hun aanwezigheid transformeert de mensen, de omgeving en de dieren.” Bovendien was “niet iedereen wit, alle rassen maar ook alle klassen waren vertegenwoordigd.” In de chaos ontstonden er spanningen. Waren er botsingen. “Macht is iets wat altijd aan het schuiven is,” zegt Reichardt in De Filmkrant, “het ene moment ligt de een boven, dan zegt iemand iets en keert het helemaal om.”

First Cow: Toby Jones als Chief Factor.

Misdaad en kapitalisme

First Cow stelt dat de eerste immigratiegolf heel anders was dan de mythe ons wil doen geloven. Deze alternatieve western onderstreept dat handel een bepalende factor werd. En dat kapitalisme en misdaad verstrengeld bleken. De jonge ‘ondernemers’ King-Lu en Cookie beschikken in dit nog ongevormd land niet over startkapitaal. Diefstal (van melk) wordt de start van een bloeiende handel. Fortuinen worden opgebouwd met succesvolle misdaden; dat is de bijgedachte van de Amerikaanse Droom. “No way for a poor man to start,” zegt King-Lu, “You need capital… or a crime.” De geboorte van Amerika, het land van melk en honing, is minder romantisch dan kleurrijke westerns ons vaak voorspiegelen. Veel brutaler en traumatischer. Dixit Reichardt en Raymond.

Hun protagonisten zijn outsiders. Ze halen etenswaren uit de natuur maar exploiteren hun omgeving niet, ze voelen zich deel van een eco-systeem. King-Lu duikt naakt op, de vrienden gaan vaak haast letterlijk op in de natuur en gebruiken een holle boomstam als kluis. Zo lijken ze de voorbode van Henry David Thoreau’s Walden, or: Life in the Woods (dat enkele jaren later gepubliceerd zal worden). Ze zijn geen veroveraars of winnaars die de wildernis willen temmen en geschiedenis wensen te schrijven. Evenmin narcisten die zich wentelen in wantrouwen, cynisme en individualisme. Nee, dit duo wil in harmonie met de natuur leven en vertrouwt instinctief zowel op elkaar als op samenwerking. Ook wanneer alles er op wijst dat harmonie een illusie zal blijven in de nieuwe handelswereld.

First Cow: Natuur versus handel.

Een aards perspectief

Kelly Reichardt is een erg visueel filmmaker. Haar dialogen zijn kort en krachtig maar vooral haar beelden zeggen alles. Ondanks Reichardts passie voor natuur heeft haar beeldtaal weinig te maken met de poëtische lyriek van een Terrence Malick (Days of Heaven, The New World, The Tree of Life). Ze plaatst haar camera ook vaag laag maar niet om de natuur een heroïsch karakter te geven. Wel om aarde, stof en slijk te tonen. Om dingen dicht bij de grond te laten spelen. “Ik heb First Cow heel intiem willen houden,” zegt de filmmaker in NRC, “ondanks dat hij door de lange bomen en het gebrek aan horizon in het bos ook een heel verticale film is. Maar Cookie is altijd dicht bij de grond bezig. Paddestoelen verzamelen. Bessen plukken. Op een laag krukje bij het vuur aan het kloppen, malen, bakken.”

Het draait bovendien ook altijd om mensen bij Reichardt, hoe adembenemend en majestueus de natuur ook moge zijn. En hoe fascinerend het groene labyrint waar de personages door dwalen ook is. Het vierkante 4:3 beeldformaat versterkt die menselijke insteek, de intimiteit van het aardse perspectief. Tegelijk illustreert het kader de waarachtigheid van het gebeuren. “Ik hou erg van research,” vertelt de filmmaker aan NRC, “van in het landschap zijn en daar het verhaal ontdekken.”

First Cow: Kelly Reichardts alternatieve western.

Authentiek en contemplatief

Research loopt bij Reichardt naadloos over in voorbereiding van de filmopnamen. Samen met haar crew en met acteurs die bij First Cow ook leerden vuur maken, koeien melken en koekjes bakken. Om die handelingen automatisch en dus geloofwaardig uit te beelden wanneer de camera draait. “Ik hou niet van een term als naturalisme of realisme, maar wel van het streven naar authenticiteit of waarachtigheid,” geeft Reichardt aan, “in de zogeheten pioniersjaren waren mensen altijd met hun handen bezig, er was nog geen consumptiemaatschappij. Alles wat ze wilden hebben, moesten ze zelf maken.”

First Cow is een artisanale film. Handgemaakt. Vanuit de buik. Onsentimenteel emotioneel. Een buddy movie die afrekent met machismo en macht, een heist movie die narratieve cinema ondergraaft en een revisionistische western die de mythes rond het ontstaan van de VS deconstrueert. First Cow is ook een film die wringt, zacht oogt maar harde noten kraakt. Van Kelly Reichardt is geweten dat ze als lesgever filmstudenten altijd vraagt “Where’s the anger in your movies? Draw from your anger.” Om vast te stellen dat ze vaak “welke woede, waar moeten we woedend om zijn?” teruggekaatst krijgt. “You should be angry” herhaalt Reichardt telkens. Haar films zijn zelden, op Night Moves na, aanklachten maar woede vormt wel telkens een onderstroom. Vandaar dat First Cow zo urgent, krachtig en hedendaags aanvoelt.

First Cow: Een viervoeter als pionier.

 

FIRST COW van Kelly Reichardt. USA 2019, 122’. Met John Magaro, Orion Lee, Toby Jones. Scenario Kelly Reichardt en Jonathan Raymond naar ‘The Half Life’ van Jonathan Raymond. Muziek William Tyler. Fotografie Christopher Blauvelt. Montage Kelly Reichardt. Distributie: The Searchers. Vanaf 28 juli.

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!