Essay -

‘Le Dernier Métro’: Liefde en lockdown door de ogen van François Truffaut

“Ik leid een routineus leven. De avonturen spelen zich af op het scherm”, merkt de Franse filmmaker Truffaut terloops op tijdens een interview op de sublieme ‘Ultra Collector’ Blu-ray- en dvd-editie van zijn meesterwerk ‘Le Dernier Métro.’ Niet toevallig schreef collega Eric Rohmer bij Truffauts overlijden in 1984 “het scherm was zijn leven”. Zelf zag hij zich als “een man van gevoelens” en die emoties borrelen op in zijn met 10 Césars bekroonde ode aan het theater en de liefde. Voor Truffaut waren cinema en liefde magisch, maar steeds ook “une joie et une souffrance” zoals een dialoogzin aangeeft.

donderdag 1 juli 2021 10:25
Spread the love

 

“Ik ben een fan van Jean Renoir”, bekent François Truffaut (1932-1984) in een van de vele documentaires op deze wondermooie editie, “ik hou van sterke personages, dan heb je minder verhaal of actie nodig”. Net als o.m. La Peau Douce (1964), Les deux anglaises et le continent (1971) en La Femme d’a côté (1981) is Le Dernier Métro (1980) een stijlvolle, literair getinte en moreel geladen film die draait rond sfeer en mensen. Zonder nadrukkelijke boodschap maar met humanistische inslag. Zo speelt Le Dernier Métro tijdens de Duitse bezetting en alhoewel de Joden-vervolging aan bod komt, is het vooral een liefdesdrama over beproefde passies: verhinderde relaties en onderdrukte gevoelens.

Prod DB © Films du Carrosse: François Truffaut en Jean-Pierre Leaud draaien L’amour en fuite.

Verwoestende passie

Geen toeval want er loopt door Truffauts oeuvre een rode draad die getuigt van fascinatie voor (of bezetenheid door) levenslustige personages die door verwoestende passie op de grens van liefde en dood balanceren. Heel extreem en letterlijk in La Femme d’a côté maar ook in Le Dernier Métro waar op de theater-bühne een variant van een dialoog uit het amour fou-verhaal La Sirène du Mississippi (1969) herhaald wordt. “Est-ce que l’amour fait mal?” “Oui, l’amour fait mal: comme les grands oiseaux rapaces, il plane au-desus de nous, il s’immobilise et nous menace.” En: “Te regarder est une joie et une souffrance.” Zelf vond hij de opzet van zijn film eenvoudig: “Ik wou voor het theater doen wat ik voor film had gedaan in La Nuit Américaine (1973): de kroniek van een groep die werkt zodanig kaderen dat de eenheid van plaats, tijd en actie gerespecteerd wordt.”

Samen met scenariste Suzanne Schiffman (in Jérôme Wybons ‘Dans les coulisses du Dernier Métro’ lezen we hoe Jean-Claude Grumberg tijdens de opnamen moest depanneren om personages te herwerken) verbond Truffaut de thema’s theater en bezetting in (het één jaar na de pijnlijke flop L’amour en fuite gedraaide) Le Dernier Métro. Naar eigen zeggen “een liefdesfilm die onze afkeer van welke vorm van racisme en intolerantie, maar ook onze diepe liefde voor theatermensen die dit vak onder alle omstandigheden uitoefenen, uitdrukt.” Truffaut bewonderde Jean Renoirs Le Carrosse d’or (hij noemde er zijn productiefirma naar) en liet er zich door inspireren.

Le Dernier Métro: Theater tijdens de Duitse bezetting.

Balanceren tussen toneel en leven

De grote vraag in Renoirs Franse klassieker, waar begint het theater, waar eindigt het leven, zou de rode draad door een drieluik worden. Helaas geraakten enkel de delen over film (La Nuit Américaine) en theater (Le Dernier Métro) af, voor het luik over music hall L’Agence magic ontbrak Truffaut de tijd. Het met tien Césars bekroonde Le Dernier Métro werd Truffauts grootste commerciële succes. We maken kennis met het publieke bestaan en het geheime leven van een toneelgezelschap tijdens de Duitse bezetting. De theatermakers trachtten integriteit en overlevingsdrang te combineren terwijl ze zowel artistiek (door de collaborerende criticus Daxiat) als fysiek (de nazi’s houden theater Montparnasse argwanend in het oog) worden bedreigd. De bezieler van het gezelschap, Lucas Steiner, verkeert in een extreme lockdown (het publiek moet rekening houden met een avondklok). Iedereen denkt dat de Joodse toneelmaker het land heeft verlaten maar hij houdt zich schuil in de kelder van het theater. Echtgenote en gezelschapsleider Marion komt er ’s avonds op bezoek zodat ze kan fungeren als souffleur voor regisseur Jean-Loup Cottins.

Resultaat is een chaotische toestand. Daxiat sabelt het opgevoerde toneelstuk neer omdat hij Steiner wil treffen, Marion merkt dat de Duitse verantwoordelijke officier zelfmoord pleegde en hoofdacteur Bernard Granger wordt actief in het verzet. Maar ook emoties werken verwarrend. Voor acteur Bernard (Gérard Depardieu) is kijken naar Marion (Cathérine Deneuve) “tegelijk genieten en lijden” terwijl de theaterdirectrice een spel van aantrekken en afstoten blijft spelen. Het sluitstuk van de amoureuze driehoek, Lucas, tracht regisseur en toeschouwer te blijven maar wordt door een ovatie van het publiek uit de schaduw van de coulissen gelokt. Truffaut laat realiteit in fictie overlopen via een hospitaalkamer die zich op de scène blijkt te bevinden. Terwijl de rivalen genieten van applaus erkennen ze elkaars bestaan. De vrouw hoeft niet langer te kiezen, plaatst zich tussen beide mannen. Als link en motor.

Le Dernier Métro: François Truffauts meest bekroonde film.

Een passie voor literatuur

De jonge François Truffaut wou schrijver worden. Tijdens haar gesprek met de filmmaker toont Anne Sinclair tijdens het tv-programma ‘L’invité du jeudi’ in 1980 een fragment uit een documentaire waarin de camera hem volgt naar zijn favoriete tweedehandsboekenwinkel in de Montmartre wijk (op het plaatselijke kerkhof zou hij begraven worden). Truffauts passie voor oude boeken is aandoenlijk. Maar de verzamelaar botst op zijn limieten. “U hebt al alles, mijnheer Truffaut”, verzucht de verkoper wanneer de cineast niets kan kopen. Waarop Truffaut liefdevol de boeken blijft strelen. Aan Sinclair bevestigt de filmmaker dat hij autodidact was, “ik leerde alles in het actieve leven en dankzij boeken.” Door leven, lezen en schrijven dus.

Geen wonder dat hij bij de geboorte van de dochter van Tessa Racine, die meewerkte aan Le Dernier Métro en Vivement Dimanche!, een brief schreef aan de pasgeborene waarin hij afsprak om haar dertiende verjaardag te vieren op 19 februari 1996. Truffaut stierf veel vroeger, maar het schrijven inspireerde Racine tot een kortfilm die meegenomen werd in deze Collector’s Edition. La Petite Graine (1998) opent met de brief van 26 februari 1983: “Chère Sarah, bienvenue parmi nous. Tu verras, ce n’est pas drôle tous les jours mais enfin … Parfois la vie est une tartine de confiture, d’autres fois une tartine de … Toujours est-il qu’il faut la manger jusqu’au bout.”

Le Petite Graine: Truffaut op begraafplaats Montmartre.

Vintage Truffaut. Sarah zwerft daarna door het Parijs van de cineast, terwijl ze aan Robinson Stévenin (vader acteur/regisseur Jean-François ontmoeten we op een set) de filmvisie van Truffaut uitlegt, citeert uit diens oeuvre (tijdens een busrit voert ze de “une joie en souffrance” dialoog op), stuit op het weerbarstige kat fragment uit La Nuit Américane), kijkt naar Truffaut filmaffiches, bladert door boeken en laat een briefje achter op het graf van de man met wie ze een afspraak had. Een mooi eerbetoon.

Terug in de tijd

Zowel actrices Paulette Dubost, Andréa Ferréol en Sabine Haudepin als medewerkers Florent Bazin, Alain Tasma en Tessa Racine blikken terug op het draaien van Le Dernier Métro in een documentaire, maar de afstand tussen nu en toen komt verder enkel aan bod in het boekje Dans les coulisses du ‘Dernier Métro van Jérôme Wybon. Want deze collector’s edition (met een visual ontworpen door de Brit Jonathan Burton) bevat vooral documentaires en tv-programma’s gemaakt in het jaar van de filmrelease.

Interessant, want zo belicht DoP Nestor Almendros hoe moeilijk het was om het juiste kleurpallet te vinden voor een kleurenfilm over de bezettingsjaren (pas bij Vivement Dimanche! mocht Truffaut opnieuw in zwart-wit te filmen) die in het collectieve onderbewustzijn verbonden zijn met zwart-wit. “We kozen niet voor een minutieuze recreatie maar voor het terugvinden van de geest van de tijd” klinkt het. Ook boeiend is de toelichting omtrent het gebruik van ‘valse’ belichting bij de opvoering van het theaterstuk op de bühne en de realistische belichting in de coulissen. Dat liet Truffaut toe om in zijn epiloog verwarring te creëren en fictie te laten overlopen in realiteit.

Le Dernier Métro: Toneel en werkelijkheid versmelten.

Nouvelle Vague roots

“Een negatief artikel trekt meer aandacht, het is gewoon opwindender”, vertelt Truffaut aan Anne Sinclair om zijn polemische Cahiers du cinéma-bijdragen te verklaren. Terwijl hij duidelijk maakt dat de Nouvelle Vague niet echt een stroming was gedragen door gelijkgezinde filmliefhebbers. “Het was een groep verbonden door een droom”, aldus Truffaut, “maar toen die droom gerealiseerd werd gingen de verschillen opvallen. De groep was voorbestemd om uit elkaar te vallen.” Naast Le Dernier Métro, de bekroonde film die aan het einde van zijn carrière Truffaut de status van Franse meester bezorgde, brengt Carlotta ook de Nouvelle Vague parel La Peau Douce (1964) opnieuw uit via een Speciale Editie. Zo kunnen we herontdekken hoe intens de jonge Truffaut was.

L’amour c’est l’affaire des femmes”, zei Truffaut bij de release, “liefde is een zaak van vrouwen en andere onderwerpen dan liefde interesseren me niet. Liefde is het onderwerp der onderwerpen, het is de motor van de mensheid en onze enige gemeenschappelijk noemer. Elk liefdesverhaal verdient een film en ik zou 25 keer dezelfde scène kunnen draaien met verschillende personages.” De slotscène van La Peau Douce was zijn uitgangspunt: een vrouw (vertolkt door Cathérine Deneuve’s zus Françoise Dorléac) schiet haar echtgenoot neer in een vol restaurant. Hoe het tot die wanhoopsdaad gekomen is, blijkt uit het traject van de betrokkenen.

La Peau Douce: Verstrengelde passies.

We zien hoe een koppel uit elkaar groeit, hoe de man een passionele relatie aanknoopt met een airhostess en hoe gebrekkige communicatie leidt tot de fatale afloop. Het centrale personage van La Peau Douce, intellectueel Pierre Lachenay (Jean Desailly), deelt Truffauts passie voor Balzac (net als zijn alter-ego Antoine Doinel in o.m. Les Quatre Cents Coups en Baisers Volés) maar is een zwak figuur. “Ik hou van fragiele personages”, aldus Truffaut, “die liefde deel ik met Renoir en daarom kan ik geen films maken volgens Amerikaanse criteria.” Truffaut zou die kwetsbaarheid blijven koesteren maar naast stuurloze en onvolwassen mannen voerde hij toch vooral krachtige, en zelfs een tikje magische, vrouwen op. Die dragen Le Dernier Métro, ook al is een man in lockdown het ‘geheim’ van de film. Vrouwen waren, net als cinema en boeken, altijd wonderlijk voor Truffaut. Vandaar dat achter het geheim een mysterie schuilgaat. Die cocktail van geheim en mysterie creëerde de magie die François Truffaut een (film)leven lang bezighield.

La Peau Douce: Françoise Dorléac.

 

LE DERNIER MÉTRO van François Truffaut. Frankrijk, 1980, 132’. Met Catherine Deneuve, Gérard Depardieu, Jean Poiret, Andrea Férriol,  Heinz Bennent. Scenario Suzanne Schiffman & François Truffaut. Muziek Georges Delerue. Fotografie Nestor Almendros. Montage Martine Barraqué. Extra’s DVD/Blu-ray Ultra Collector Boek Jérôme Wybon, Inleiding, Commentaar Jean-Pierre Azéma, Serge Toubiana & Gérard Depardieu, verwijderde scène, kortfilm La Petite Graine, interview Truffaut, documentaires. Distributie Carlotta Films.

LA PEAU DOUCE van François Truffaut. Frankrijk, 1964, 113’. Met Jean Desailly, Françoise Dorléac. Nelly Benedetti, Daniel Cecaldi. Scenario Jean-Louis Richard & François Truffaut. Muziek Georges Delerue. Fotografie Raoul Coutard. Montage Claudine Bouché. Extra’s DVD/Blu-ray Edition Prestige Inleiding, Commentaar Jean-Louis Richard & Serge Toubiana, interview Françoise Dorléac & Nelly Benedetti, Première interview Truffaut, analyse Nicolas Saada, documentaire met interview Truffaut. Distributie Carlotta Films.

Le Dernier Métro: Catherine Deneuve.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!