Judas and the Black Messiah: Politieke Black Cinema.
Filmrecensie -

Shaka Kings ‘Judas and the Black Messiah’: Politieke moord in the USA

Dat Hollywood diversifieert heeft meer te maken met commerciële dan met politieke of ethische overwegingen. Maar het positieve gevolg is wèl dat meer zwarte filmmakers aan bod komen en meer Afro-Amerikaanse verhalen verteld worden. Soms zelfs erg straffe verhalen, zoals Shaka Kings ‘Judas and the Black Messiah’. Een krachtig drama over het leven en de dood van Fred Hampton, de charismatische jonge Black Panther-leider die in de turbulente late jaren zestig vermoord werd door het Amerikaanse repressie-apparaat. De focus ligt daarbij op de criminaliteit van een systeem en vooral ook op het collectieve karakter van de nog altijd actuele strijd. In de woorden van Hampton, “waar er mensen zijn, is er macht.”

vrijdag 7 mei 2021 16:50
Spread the love

 

“Inspired by true events” lezen we tegen een wazige achtergrond in het openingsbeeld van Shaka Kings Judas and the Black Messiah (2021). Wanneer de focus verschuift en het beeld scherper wordt blijken we middenin een pauzemoment van een interview (voor de documentaire Eyes on the Prize part 2) te zitten. Een transpirerende zwarte man (“wil er iemand zijn zweet wegvegen?”) blikt weg wanneer de documentairemaker off-screen vraagt naar zijn activiteiten eind jaren zestig. Meteen volgt een snedige sampling van archiefbeelden en fragmenten uit Agnès Varda’s Black Panthers (1968). Met historische gebeurtenissen, personages en uitspraken. Steden die in vuur staan (“Look at them flames lighting up the sky”), woedende menigten, hevige botsingen.

Shaka Kings Judas and the Black Messiah: Driving Fred Hampton.

Those are not riots”, klinkt het, “those are rebellions.” En “mensen rebelleren omwille van de toestand, niet omwille van individuen.” Terwijl woorden als ‘gemeenschap’ en ‘revolutie’ vallen. Wanneer de camera uitzoomt blijken de beelden geprojecteerd te worden in een aula gevuld met overheidsambtenaren en ordehandhavers. FBI directeur J. Edgar Hoover wijst de Black Panther Party aan als grootste bedreiging voor Amerika (“meer dan de Russen”) en introduceert een counter-intelligence-programma (Cointelpro) om te voorkomen dat “er in hun midden een zwarte Messias opstaat die de communisten, de anti-oorlogsbeweging en Nieuw Links verenigt.” Een kandidaat? Fred Hampton, aldus Hoover. Bewijs? Hamptons “We’re gonna fight capitalism with socialism”-quote moet volstaan.

De executie van een politiek leider

Een traditionele ‘expositie’, waarbij als inleiding het verhaal geduid en de personages voorgesteld worden, ontbreekt in Judas and the Black Messiah. Regisseur Shaka King zet de toon door een gevoel van spanning en dreiging in een (door paranoia gedomineerd) tijdsgewricht en temidden een (gewelddadige) sfeer te plaatsen. Meteen daarop wordt dat gevoel hernomen in een genre scène begeleid door een zenuwachtige jazzy score. Een autodief moet op de vlucht slaan en ontsnapt maar net aan een door het autodak klievend mes van een belager. Twee zaken worden daarbij samengebracht: geschiedenis en cinema.

Shaka Kings Judas and the Black Messiah: De moord op Black Panther leider Fred Hampton.

Enerzijds dramatiseert Judas and the Black Messiah het politieke en privéleven van Fred Hampton, de leider van de Illinois afdeling van de radicale Black Panther Party die brutaal vermoord werd tijdens een inval door de politie van Chicago op 4 december 1969. Een gegeven dat terloops aan bod kwam in Aaron Sorkins The Trial of the Chicago 7 uit 2020. In tegenstelling tot de meer versluierde moorden op Malcolm X en Martin Luther King werd de betrokkenheid van de FBI bij deze operatie, die naast Hampton ook Mark Clark het leven kostte, amper verborgen gehouden. Dat er 99 politiekogels werden afgevuurd (en 1 door de Panthers) tijdens een ochtendlijke ‘huiszoeking’ (een ‘shoot-in’ volgens Hamptons advocaat) vonden de autoriteiten geen probleem (dat Hamptons acht maanden zwangere verloofde Deborah Johnson hardhandig weggesleept werd evenmin) en onderzoek wees uit dat in het kader van de operatie Cointelpro de FBI de moord gepland had.

Scenaristen Shaka King en Will Berson gebruiken een Trojaans Paard om dit schandaal te belichten: een misdaadthriller in seventies stijl (King is fan van Sidney Lumets Al Pacino misdaaddrama Dog day afternoon). Het verhaal van de moord op Hampton (Daniel Kaluuya) wordt verteld vanuit het standpunt van William O’Neal (LaKeith Stanfield), een FBI informant die infiltreert bij de Black Panthers en uiteindelijk niet enkel het plan van Hamptons woning levert maar de leider ook een slaapmiddel toedient. Spionage en verraad dus en deze genre-elementen worden versterkt door Sean Bobbitts noir fotografie, de beklemmende muzikale score en het sinistere complot opgezet door FBI agent Roy Mitchell (Jesse Piemons) in opdracht van FBI baas J. Edgar Hoover (Martin Sheen).

Regisseur Shaka King en acteur Lakeith Stanfield.

Politieke cinema in de droomfabriek

De genre-invalshoek kreeg Shaka King aangereikt door de broers Keith en Kenny Lucas. Hij vond hun pitch – “The Departed (Scorsese’s misdaadinfiltranten drama) in de wereld van Cointelpro” – briljant maar besefte dat Hollywood financiering problematisch bleef. “Er zijn geen biopics over Louis Armstrong, Joe Louis of Rosa Parks”, klonk het in The New Yorker, “een film over een minder bekende, radicale figuur was dan ook weinig evident.” Een drie uur durende film die alle aspecten tot hun recht laat komen zat er zeker niet in, “we konden geen Lincoln of Once Upon a Time in Hollywood maken. Daarom kozen we voor de genre-insteek. Dat we deze film konden maken (bij Hollywoodgigant Warner) is een mirakel.”

Dat wonder is te danken aan het feit dat Ryan Coogler door het commercieel succes van zijn comic-adaptatie Black Panther voldoende macht en aanzien verwierf om als producer zijn schouders onder het project te kunnen zetten. Tegelijk is de aandacht van Hollywood voor Afro-Amerikaanse thema’s gegroeid en dwong Black Cinema zijn plaats af. Met recent films als Harriet, MLK/FBI, Ma Rainey’s Black Bottom, One Night in Miami, The United States vs. Billie Holiday en Da 5 Bloods.

Judas and the Black Messiah: Politieke cinema in een genre jasje.

“Ik denk dat Cooglers Fruitvale Station een van die films was die wat ik gekscherend het Black Excellence Industrial Complex noem, op gang bracht”, aldus King, “Selma en Moonlight ook. De studio’s zagen plots winstmogelijkheden en daardoor geraakten meer films gemaakt. Wat fantastisch is.” Hij was ook blij “met het artistiek en politiek advies van Barry Jenkins en Ava DuVernay. Samenwerking maakt alles en iedereen beter.” Illusies over een filmindustrie die diversifieert heeft King evenwel niet. “Ik doorzie wat ze aan het doen zijn” zegt hij in GQ, “maar tegelijk zeg ik tegen alle homies om hun kans te grijpen nu de deur nog open staat.”

Een revolutionaire missie

I am a revolutionary!”, roept Fred Hampton in een opzwepende speech wanneer hij net is vrijgelaten uit de gevangenis. “Je bent een dichter”, zegt Deborah. De rebelse, radicale quotes liggen voor het rapen tijdens Hamptons redevoeringen. “Hervorming is enkel de meesters die slaven leren om betere slaven te zijn.” “Politiek is oorlog zonder bloedvergieten, oorlog is politiek met bloedvergieten.” “We bekampen racisme niet met racisme maar met solidariteit. We bestrijden kapitalisme niet met zwart kapitalisme, we bestrijden kapitalisme met socialisme.” En als antwoord aan zijn geliefde Deborah: “Zoals Che Guevara zei, ‘woorden zijn mooi, daden nog mooier’.”

Judas and the Black Messiah: Dominique Fishback als muze van de militante dichter.

Het militante en radicale karakter van Hampton en de Black Panther Party was in de turbulente sixties het resultaat van de toenemende onvrede en woede over politiegeweld, stevige economische beproevingen, de aanslepende Vietnamoorlog en raciale discriminatie. Cruciaal was dat de Panthers burgerrechten verbonden met sociaal-economische rechten én de gemeenschappelijke belangen van zwarten, latino’s en arme witten benadrukten. Daarbij counterden ze de verdeel en heers politiek van de overheid met een oproep tot samenwerking tussen alle opposanten van de overheid en zijn ‘pigs’ (de politie was als repressieapparaat bijzonder gehaat).

Samenwerking en verraad

Die mogelijke coalitie wordt in Judas and the Black Messiah geïllustreerd via een meeting van de verschillende groepen (die herinnert aan de openingsscène in Walter Hills uit 1979 daterende ‘gang movie’ The Warriors) en Hamptons uitspraak “waar er mensen zijn is er macht.” King geeft ook aan dat dit, meer dan de paramilitaire look (met zwarte baretten en leren jassen) van de beweging, de echte reden is waarom Hoover waarschuwde voor de “zwarte Messias” en geloofde dat “de gevangenis enkel een tijdelijke oplossing is, Hampton moet geëlimineerd worden.”

Judas and the Black Messia: Fred Hampton and the gang.

Hier verschijnt de “Judas” op het toneel. Kruimeldief Bill is vatbaar voor chantage (er hangt immers gevangenisstraf boven zijn hoofd) en verward bij gebrek aan moreel kompas (Roy weet dat hij beet heeft wanneer Bill tijdens een ondervraging onverschillig reageert op de dood van Malcolm X en Martin Luther King). Af en toe licht twijfelend levert de man die zich opwerkt tot hoofd veiligheid van de Panther afdeling nuttige informatie aan de FBI en tracht hij de Panthers in de val te lokken (door hen aan te sporen een bomaanslag te plegen).

Judas and the Black Messiah benadrukt de ambiguïteit van deze ‘mol’ maar ook zijn menselijkheid. Niet door empathie te creëren maar door voor complexiteit bij de karakterschets te zorgen. En door de clichés te overstijgen. Idem trouwens voor zijn Nemesis. Fred Hampton is geen symbool of gedoemd individu maar een jongeman wiens karakter meerdere facetten vertoont. De zelfzekere spreker blijkt in de nabijheid van zijn geliefde onzeker en tijdens het bezoek aan de moeder van een gevallen kameraad kwetsbaar.

Shaka Kings Judas and the Black Messiah: De mol en de manipulator.

Drama en emoties

Alhoewel er geen eenduidigheid is bij de twee protagonisten ontstaat er wel spanning tussen de dubbelhartigheid van ‘Judas’ Bill en de integriteit van ‘Messias’ Fred. Ze hebben wel een ding gemeen: de gewoonte te ‘acteren’ in hun dagelijks leven. Ze spelen de rol die van hen verwacht wordt (Fred) of die ze toebedeeld kregen (Bill). Bill omarmt dit acteren het meest. “Een politie badge is angstaanjagender dan een pistool”, stelt hij, “met een badge heb je een leger achter je.” Een verwijzing naar de vlotheid waarmee agenten wegkomen met brutaliteiten (de thematiek van #BlackLivesMatter gaat helaas al even mee) maar ook naar het corporatisme van de politie.

Maar illusie en leugens hebben hun prijs. In het O’Neal-interview dat, zowel gerecreëerd als via een documentair fragment, fungeert als boekensteun in de narratieve structuur van Judas and the Black Messiah zien we de FBI informant niet bekennen (“I was in the struggle” klinkt het vaag) maar wel aarzelen en breken. Voor de eindgeneriek geeft een tekst mee dat hij de avond dat de documentaire werd uitgezonden zelfmoord pleegde. Uit het integrale interview dat op YouTube circuleert blijkt dat Bill zich erg bewust was van zijn positie als acteur en de invloed daarvan op zijn geweten. “I felt bad about it”, zegt hij verwijzend naar de moord op Hampton (en zijn eigen bijdrage daaraan), “then I got mad. And then I had to conceal those feelings, which made it worse. I couldn’t say anything. I just had to continue to play the role.

Judas and the Black Messiah: Chairman Fred wordt toegejuicht en bespied.

Opruiende geschiedenisles

Bijzonder tragisch maar Shaka King stuurt Judas and the Black Messiah niet in de richting van het louterende individuele trauma verhaal. Daarvoor is het collectieve aspect te belangrijk. Verankerd in Hamptons “kapitalisme bekampen met socialisme” voornemen. “De vraag is hoe een socialistische levensstijl eruitziet”, zegt de regisseur, “daarom legden we de nadruk op het vormen van coalities, op mensen die samenleven, op discussies die gevoerd worden en altijd over ‘the people’ gaan. Tegenpool O’Neal omhelst eerder een kapitalistische ideologie. Individualistisch, egoïstisch, narcistisch. De ‘ik wil dit, ik bereik het met gelijk welke middelen’ visie.”

Tegelijk is Judas and the Black Messiah ook een aanklacht tegen het geweld en de repressie van een staatsapparaat dat alle middelen inschakelt om het verzet tegen discriminatie en onrechtvaardigheid te onderdrukken. Een verzet ook tegen een politiestaat die crimineel gedrag onbestraft laat (een bordje vertelt dat de slachtoffers van de politie raid wel financieel vergoed werden maar niemand bestraft werd). Shaka Kings politieke undercovertragedie is een opruiende geschiedenisles, een woedekreet die uitschreeuwt hoe actueel en urgent dit verhaal uit het verleden nog altijd is. Omdat het cynische en gewelddadige reactionaire systeem nog steeds slachtoffers blijft maken.

Judas and the Black Messiah: Shaka Kings bijdrage aan de Black Excellence Industrial Complex.

Naast woede zit er echter ook hoop, emotionele kracht en poëtische schoonheid in Judas and the Black Messiah. Getuige de narratief ‘overbodige’ scène (het inlassen van dergelijke momenten is een erfenis van de Amerikaanse seventies cinema van Hal Ashby & co) waarin een Panther lid een door de politie neergeschoten collega (die later mysterieus zal sterven) bezoekt in het hospitaal. Zonder elkaar te zien (een agent fungeert als buffer) beginnen ze samen de opening van Claude McKays iconisch gedicht ‘If We Must Die’ (geschreven in 1919 als reactie op racistische aanvallen op de Afro-Amerikaanse gemeenschap) te citeren: “If we must die – let it not be like hogs. Hunted and penned in an inglorious spot, While round us bark the mad and hungry dogs, Making their mock at our accursed lot.” Een pijnlijk maar mooi moment. Zoals het slot van dit gedicht (“Like men we’ll face the murderous, cowardly pack, Pressed to the wall, dying, but fighting back!”) blijft Judas and the Black Messiah onder de huid kruipen.

Judas and the Black Messiah: Martin Sheen als J. Edgar Hoover.

 

JUDAS AND THE BLACK MESSIAH van Shaka King. USA 2021, 126’. Met Lakeith Stanfield, Daniel Kaaluya, Jesse Plemons, Dominique Fishback. Scenario Wil Berson & Shaka King. Muziek Mark Isham & Craig Harris. Fotografie Sean Bobbitt. Montage Kristan Sprague.

Te bekijken via (koop) Google Play, iTunes, Apple TV, YouTube en (huur vanaf 12 mei) via Proximus, Telenet, Google Play, iTunes, Apple TV, YouTube.

Het The Warriors moment van Judas and the Black Messiah. Met Daniel Kaluuya.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!