Analyse - Laura Faure, Fondation Travail Université,

Ondervertegenwoordigd in technologische beroepen: waarom worden vrouwelijke informatici doodgezwegen?

De ontwikkeling van de technologiesector speelde niet in het voordeel van vrouwen. Ze zijn vandaag de dag ondervertegenwoordigd bij het ontwerpen van digitale technologieën. In deze analyse bekijken we de verschillende oorzaken van die ondervertegenwoordiging. Zo zien we dat een verlaagde drempel om een loopbaan te starten in deze sector een noodzakelijke maar gebrekkige voorwaarde blijkt om gelijkheid te bereiken. De integratiedrempels voor vrouwen in de digitale sector spreiden zich namelijk over de gehele loopbaan uit.

dinsdag 20 april 2021 11:42
Spread the love

Uiterst beperkte vertegenwoordiging en mogelijkheden

Ada Lovelace (1815 – 1852), het brein achter het eerste bekende algoritme[1], was een pionier in de computerwetenschappen. Echter, haar naam en haar rol raakten vergeten tot en met de jaren 1970. In die periode kende de informaticasector immers haar opkomst. Tegelijkertijd vertegenwoordigden toen steeds meer en meer vrouwen de sector. Voor vrouwen betekende informatica inderdaad een weg naar de ingenieursberoepen. Sindsdien is hun vertegenwoordiging in de ICT-sector gestaag afgenomen.

In een rapport uit 2018 schetst de Europese Commissie een verontrustend beeld[2]: vrouwen vertegenwoordigen iets minder dan een kwart van de afgestudeerden van de ICT-gerelateerde opleidingen in Europa. Daarenboven zijn er vooral heel weinig vrouwen die daadwerkelijk in deze beroepssector gaan werken en er daarna ook in blijven. Inderdaad, ze beslaan niet meer dan 15% van de IT-afgestudeerden die actief zijn in de sector. Het drop-outpercentage ligt in dat segment ongeveer viermaal zo hoog als bij mannen en dan vooral bij vrouwen tussen 30 en 44 jaar.[3]

Hun vertegenwoordiging varieert ook naargelang hun specialisatie. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO, 2007) toont dat vrouwen de helft van de minder gekwalificeerde functies zoals analisten, operators en databasebeheerders bezetten, terwijl zij minder dan een op de tien hooggekwalificeerde functies, zoals computer- en elektronica-ingenieurs belichamen[4]. Tot slot schommelt het percentage vrouwen dat management- en ingenieurswetenschappen studeert ongeveer rond de 20%.[5]

De digitale technologie heeft de groei van ondernemerschap gestimuleerd alsook de oprichting van start-ups. Ook daar zijn vrouwen nog steeds sterk ondervertegenwoordigd. De EU Startup Monitor beschrijft de typische oprichter als man (82,8%), hoog opgeleid (84,8%) en in de 30. Het verslag vermeldt ook dat meer dan driekwart[6] van de oprichters hun spaargeld geheel of gedeeltelijk inbrengen om van start te gaan, vóór de tussenkomst van familieleden of business angels.[7] Dat er een beroep wordt gedaan op persoonlijke spaargelden kan een eerste vorm van ongelijkheid vormen, want vrouwen zijn over het algemeen minder goed betaald dan mannen. Dat komt door salarisverschillen, deeltijdwerk, enz.

Ten tweede representeert de toegang tot kapitaal een van de grootste obstakels waarmee vrouwen te kampen krijgen wanneer zij digitaal willen ondernemen. In het VK hebben mannelijke ondernemers naar verluidt tot 86% meer kans dan vrouwen om startkapitaal te verkrijgen[8]. Een belangrijke opmerking daarbij is dat de investeringssector nog steeds grotendeels uit mannen bestaat.

Investeringen in door vrouwen begonnen digitale start-ups representeren slechts minder dan 10% van het totaal in deze sector. Daarnaast zouden vrouwelijke beleggers meer “risicomijdend” zijn[9]. Dat blijkt uit een studie waarin het investeringsgedrag tussen mannen en vrouwen wordt vergeleken. Men zou dat kunnen verklaren worden door genderstereotypen die heersen rond de noodzakelijke vaardigheden om bepaalde taken uit te voeren, zoals de analyse van een bedrijfsplan voor een project. Daarbovenop speelt dat zich af in een omgeving waar vrouwen in de minderheid zijn.

In dat bedreigende klimaat nemen vrouwen minder beleggingsrisico’s dan hun mannelijke collega’s. De studie wijst evenzeer op de neiging van mannen om een negatiever oordeel te vellen wanneer vrouwen een project voorstellen aan een uitsluitend mannelijk publiek. Deze risicovermijding zou ook kunnen geanalyseerd worden vanuit het standpunt van vrouwen die aan een project voor digitaal ondernemerschap zouden willen beginnen.

Dat kan door bijvoorbeeld vraagtekens te plaatsen bij de effecten van thema’s die op vrouwen van in de dertig wegen. Dan denken we aan het moederschap bijvoorbeeld. Die factoren zouden ongunstige effecten betekenen voor hun loopbaankeuze. De uitdagingen hebben dus evenzeer te maken met de toegang tot startkapitaal als met het evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke investeerders.

Hoe komt het dat vrouwen uit de IT-beroepen zijn verdwenen?

Ook al gaat het om snelgroeiende sectoren waar er initiatieven genomen worden om een grotere diversiteit in organisaties te bevorderen, toch plaatsen we In dit beknopte overzicht plaatsen vraagtekens bij het voortbestaan van mechanismen die vrouwen uitsluiten van het innovatieproces.

Het aantal vrouwelijke afgestudeerden in de IT-domeinen begon te stagneren vanaf de jaren tachtig. Daarentegen nam het aantal mannelijke afgestudeerden in deze sectoren sterk toe naarmate het vakgebied zich ontwikkelde en zich meer specialiseerde.[10]

De sterke vertegenwoordiging van vrouwen in de begindagen van de informatica en de geleidelijke marginalisering ervan kan gedeeltelijk worden verklaard door de veranderende perceptie rond informatica. Aanvankelijk werd het beschouwd als een “sociaal aanvaardbare” baan voor vrouwen in die tijd – er was namelijk geen fysieke kracht voor nodig-, de kans op ongelukken was klein en het was geen baan waar je vuil van wordt. De komst de microcomputer (homecomputer) veranderde geleidelijk dat beeld en leidde tot de constructie van de denkbeeldige opvatting van “geek” of hacker-computerwetenschapper. Deze opvattingen gelden nog steeds maar ze weerspiegelen de realiteit niet.[11][12]

Deze elementen hebben er ongetwijfeld voor gezorgd dat vrouwen verdwenen uit ICT-sector. Echter, vandaag de dag zorgen ze er nog steeds voor dat het voor vrouwen moeilijk blijft om in deze sector te blijven.

De metafoor van “lekke pijplijn”

De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de ICT-sector zou het gevolg zijn van het “lekke pijplijn”-fenomeen.[13] Deze metafoor werd aanvankelijk gebruikt om de drop-out van vrouwen in de academische wereld te conceptualiseren. Maar In deze context beschrijft het de geleidelijke verdwijning van vrouwen tijdens ICT-studies en -carrières. Dit op het eerste gezicht zinvolle beeld reduceert loopbaantrajecten tot een lineair en homogeen concept. In de werkelijkheid bestaat die immers uit verscheidene factoren: levenslang leren, beroepsheroriëntering, loopbaanonderbrekingen, migratie, ouderschap, enz.

Bovendien houdt de metafoor geen rekening met de terugkeer naar het werk na een loopbaanonderbreking voor privéredenen. Die komt overigens meer voor bij vrouwen dan bij mannen.  In feite betekent het soms een achteruitgang, door bijvoorbeeld een onder gekwalificeerde functie te aanvaarden of het verlies van het voormalige professionele netwerk. Dat is niet het geval voor de mannelijke tegenhangers, die over het algemeen over meer mogelijkheden beschikken om een positieve en lineaire professionele progressie te handhaven. De mogelijkheden waarover vrouwen beschikken om hun loopbaan te ontwikkelen hangen immers grotendeels af van de werkorganisatie (flexibiliteit en onvoorspelbaarheid van de werktijden, veelvuldig reizen, informeel leren, enz.) of van de maatschappijorganisatie. Dan kijken we vooral naar zorg voor kinderen of anderen, dat vaak onnodig gedegradeerd wordt tot de huiselijke sfeer.

De wisselwerking tussen deze verschillende elementen bemoeilijkt de loopbaanontwikkeling in de technologiesector. Daaraan kunnen we nog talrijke vooroordelen toevoegen die de legitimiteit van vrouwen voor jobs in deze sector uithollen. Onder vooroordelen verstaan we zowel de seksistische vooroordelen als de gevolgen van een gedifferentieerde socialisatie van vrouwen. Dan doelen we vooral op de socialisatie in het dagelijkse leven en op school. Dat blijft de relatie met technologie vormgeven.

Er zijn verschillende cruciale elementen voor toekomstige opleidingsoriëntatie: genderstereotypen, de devaluatie van vaardigheden en het vertrouwen in de eigen vaardigheden, sociale of familiale druk en de afwezigheid van vrouwelijke rolmodellen in het onderwijs van technische vakken. Naast hun sterke symbolische rol zijn vrouwelijke rolmodellen eveneens bronnen van leren en aanspreekpunten in professionele netwerken voor toekomstige generaties. Bovendien hebben vrouwen de neiging hun eigen vaardigheden negatiever te beoordelen dan mannen.

Vooroordelen in het diversiteitsbeleid

Verschillende vormen van gendervooroordelen over het parcours, de rol en de houding van vrouwen dringen door in de professionele sfeer, variërend van een verondersteld onvermogen om privé- en beroepsverantwoordelijkheden te combineren tot openlijk seksistische opmerkingen of gedrag. Deze vooroordelen kunnen soms leiden tot discriminatie bij de loopbaanontwikkeling. Zo kan een aanwervingsquota invoeren een gebrek aan genderdiversiteit in de IT-beroepen steeds meer tegengaan.

Zolang er niets wordt gedaan om “de mannencultuur van de ICT-wereld” grondig te wijzigen, kunnen, volgens Morley en Collet[14], die beleidsmaatregelen pro aanwerving van vrouwen geen doeltreffend antwoord vormen. Zoals zij uitleggen, is deze belangrijke perspectiefwissel eerder gericht op de omvorming van de werkomgeving dan op maatregelen om de algemene achterstand van vrouwen op het gebied van bijvoorbeeld vaardigheden of attitudes in de sector in te halen.

Een andere valkuil is het idee dat de vaardigheden van vrouwen de vaardigheden van mannen aanvullen. Dankzij hun specifieke en erkende kwaliteiten op het gebied van organisatie, onderhandeling en consensusvorming, vormen ze een aanwinst voor het bedrijf en een aanvulling op het werk van mannen, die technisch georiënteerd zouden zijn. Deze opvatting breekt echter niet met een genderdimensie in de arbeidsverdeling. Die blijft ervan uitgaan dat voorgenoemde vaardigheden van nature vrouwelijker zijn, in tegenstelling tot technische vaardigheden, die het voorrecht blijven van mannen in een ogenschijnlijk meer gediversifieerde omgeving.[15]

Macht van vrouwen op de digitale wereld vergroten

De ICT-sector die zich aanpast om een gemeenschappelijk, gender inclusief wereldbeeld te verkrijgen, is cruciaal voor een machtsverhoging van vrouwen in de sector. In dat opzicht analyseren Morley en Kuntz[16] de praktijken van vrouwen in de technologiewereld volgens drie machtsmodaliteiten:

“Macht met” verwijst naar de opbouw van netwerken van vrouwelijke ICT-deskundigen en/of mensen in machtsposities in de technologiewereld, met als doel informatie en advies uit te wisselen, formele barrières voor kennistoegang te overwinnen en ruimtes te creëren die vrij zijn van bewust of onbewust seksisme. Deze ruimtes zijn bijvoorbeeld trainingen, conferenties of hackathons[17]. Deze aanpak berust op de zichtbaarheid van vrouwen die actief zijn in de ICT om ruimten te creëren voor ondersteuning, opleiding en participatie, gericht op de ontwikkeling van zelfvertrouwen en het doen gelden van de eigen plaats binnen deze professionele omgeving.

“Macht voor ” verwijst naar de ontwikkeling van technologieën die rechtstreeks inspelen op de behoeften van vrouwen en hun empowerment ondersteunen. Dit perspectief wordt gelijkgesteld met femtech. Dat is het innovatiegebied dat toepassingen en diensten ontwikkelt om de autonomie van vrouwelijke gebruikers te verbeteren, bijvoorbeeld op het gebied van reproductieve gezondheid[18]. Innovatie is gebaseerd op inzicht in de levenscontext, zodat toepassingen zin hebben en overeenkomen met de realiteit van de vrouwen die ervan gebruikmaken.

Tot slot verwijst “innerlijke macht” naar de bevestiging en de creatie van een autonome identiteit via technologie. Dit was het geval met het cyberfeminisme, een artistieke stroming uit de jaren ’90 die technologieën beschouwde als een ruimte voor de expressie van een digitale vrouwelijke identiteit, bevrijd van traditionele modellen. Dit perspectief omhelst meer dan het loutere gebruik van het net als mediaruimte, door de wens om de normatieve uitdrukkingskaders van online identiteiten te transformeren om zo de feministische strijd te voeren[19]. Die identiteitskwestie is nog lang niet opgelost. Dat getuigen deze twee voorbeelden: vrouwelijke lichamen die afwijken van de schoonheidsnormen kennen nog veel censuur en kritiek op sociale netwerken alsook de hyperseksualisering van vrouwelijke lichamen in videospelletjes. “Innerlijke macht” streeft er dus naar de kaders van de online identiteitsuitdrukking te transformeren en te bevrijden van de vergelijking met een dominant model.

Deze benaderingen rond macht hebben iets gemeenschappelijk, namelijk de opbouw van niet gemengde netwerken en de constructie via deze netwerken van een individuele, collectieve en professionele identiteit door en voor vrouwen.

Ongelijkheden in toegang en professioneel gebruik

Naast het specifieke probleem van de technologische beroepen neemt de ongelijkheid bij de toegang tot en het gebruik van digitale technologie ook toe. In een context waarin het professionele gebruik van ICT zich in tal van sectoren ontwikkelt, vormt dit een steeds belangrijker risico voor de integratie en de evolutie op de arbeidsmarkt. Op het eerste gezicht zijn de verschillen in toegang aanzienlijk kleiner geworden. In 2018 vormt het aandeel niet-gebruikers van digitale technologie in de leeftijdsgroep van 15 tot 74 jaar in België ongeveer 9% voor mannen en 11% voor vrouwen[20]. Deze cijfers houden echter geen stand bij toetsing aan andere sociaal-economische factoren.

Wanneer bijvoorbeeld de toegang wordt vergeleken op basis van de samenstelling van het huishouden, bevinden alleenstaande vrouwen zich in een meer kwetsbare situatie, zoals blijkt in  Wallonië, waar 30% niet over een internetaansluiting beschikt. In sommige beroepen waar vrouwen in de meerderheid zijn, zoals de zorg of het onderwijs, wordt steeds meer gebruik gemaakt van digitale hulpmiddelen om de relaties met anderen (patiënten, studenten, hun familie, enz.) te plannen en te beheren, of om het werk te ondersteunen (ondersteuning van onlinecursussen, opleiding en informeel leren, enz.) Deze transformaties zouden kunnen worden geïntegreerd als een dimensie van beroepsongelijkheden, zodat het effect ervan op de verbetering of verslechtering van de arbeidsomstandigheden en de mogelijkheden om digitale vaardigheden op de werkplek van vrouwen te waarderen, te analyseren.

Een uitdaging voor de toekomst van jobs

Ter conclusie kan worden gesteld dat de afwezigheid van vrouwen in de zo belangrijke technologiesector een probleem is voor de arbeidstoekomst en een meer egalitaire samenleving. Het stelt de mondiale verhouding tot werk en de deconstructie van normen ter discussie, maar benadrukt ook de invloed van een digitale technologie, ontworpen door en voor mannen, op onze verbeelding en onze sociale voorstellingen. Aandacht voor de ruwe kanten van het persoonlijke en professionele traject van vrouwen, alsmede de deconstructie van seksistische vooroordelen in de technologiesector en in het beeld dat de samenleving over vrouwen uitstraalt, zijn essentiële punten in het streven naar gelijkheid. Bij het ontwerp staan de toepassing en het gebruik van technologieën die bij het ontwerp, de toepassing en het gebruik van technologieën op het spel.

 

Laura Faure

Het artikel L’absence des femmes dans les métiers des technologies- Pourquoi les informaticiennes ont disparu? werd vertaald door Roebi Block. Laura FAURE is Research Officer bij de vzw Fondation Travail-Université (FTU). Deze Belgisch-Franstalige organisatie wil een band scheppen tussen de wereld van de arbeid en de universitezit. Zie de lijst van de FTU-partners hier.

 

[1] Algoritme betekent hier een programmering, een opeenvolging van instructies die een machine zonder menselijke tussenkomst kan uitvoeren.

[2] Europese Comissie. Women in the digital age: final report, 2018.

[3] Ibib.

[4] Castaño, Cécilia, Webster, Juliet. “Understanding Women’s Presence in ICT: the Life Course Perspective”, International Journal Castaño, Cécilia, Webster, Juliet. “Understanding Women’s Presence in ICT: the Life Course Perspective”, International Journal of Gender, Science and Technology, 2011/3 (n°2), pp. 364 – 386.

[5] IWEPS, Egalité entre les femmes et les hommes en Wallonie. Cahier 3. Photographie statistique Enseignement, 2018. De cijfers betreffen het hoger onderwijs in Frankrijk.

[6] Europese Comissie, EU Startup Monitor, 2018.

[7] Een term waarmee individuele investeerders in innoverende bedrijven worden aangeduid. Ze stellen zowel hun kapitaal als hun ervaring en professioneel netwerk ter beschikking.

[8] Europese commissie op. Cit.

[9] Bellier Annie, Idi Cheffou Abdoulkarim, « Investissements et projets entrepreneuriaux face aux stéréotypes de genre », Management & Avenir, 2019/2 (N° 108), p. 43-62.

[10] Collet, Isabelle, « Effet de genre : le paradoxe des études d’informatique », tic&société [En ligne], Vol. 5, n° 1    2011, mis en ligne le 05 octobre 2011, consulté le 12 mars 2021.

[11] Collet, Isabelle, ibid.

[12] In verband met de culturele voorstellingen van computerwetenschappers en geeks, vooral op het scherm, en de invloed daarvan op de genderverhoudingen: zie de reeks van drie artikels “Geeks on Screen”. De reeks begint met de geschiedenis van vrouwen in computerberoepen, en de verschillende aspecten van deze voorstellingen in film en televisie .

[13] Castaño, Cecilia et Webster, Juliet, op Cit.

[14] Morley, Chantal et Collet, Isabelle, « Femmes et métiers de l’informatique : un monde pour elles aussi », Cahiers du Genre, 2017/1 (n°62), p. 183-202.

[15] Stevens, Hélène, op cit.

[16] Morley, Chantal et Kuntz, Pascale, « Empowerment des femmes par les technologies numériques : pouvoir avec, pouvoir pour et pouvoir intérieur », Terminal, 2019 (n°125-126).

[17] De term hackathon is een samentrekking van de woorden “hack” en “marathon”. Een hackathon is een bijeenkomst van vrijwillige ontwikkelaars gedurende meerdere dagen om in teams samen te werken aan innovatieve digitale en technologische projecten.

[18] De WHO omschrijft reproductieve gezondheid als “een gezondheidstak die zich bezighoudt met het voortplantingsproces en het functioneren van het voortplantingssysteem gedurende de gehele levenscyclus”. De organisatie benadrukt dat actie moet worden ondernomen om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt verantwoorde, bevredigende en veilige seks te hebben, te kiezen of hij al dan niet ouder wil worden, en toegang te hebben tot veilige en betaalbare voorbehoedsmiddelen en gezondheidsdiensten, waaronder verloskundige en gynaecologische diensten.

[19] « Être dans le corps d’une femme : renouveau du cyberféminisme », France Culture, 07 novembre 2016.

 

[20] Brotcorne, Périne, Uses of digital technologies and services in Belgium: what can be learnt from statistics in 2018, BELSPO, 2019.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!