14 april 1931, dag van de proclamatie van de Tweede Republiek. Foto: Fair Use

Tweespalt in Spanje tussen republikeinen en koningsgezinden

Op 14 april was het 90 jaar geleden dat de Tweede Spaanse Republiek werd uitgeroepen. Twee dagen eerder, op 12 april 1931, wonnen republikeinen en socialisten de gemeenteraadsverkiezingen. De Republiek kwam er omdat de toenmalige monarchie zich typeerde door haar systematische corruptie. Veel Spanjaarden waren ook erg teleurgesteld omdat koning Alfonso XIII de dictator generaal Miguel Primo de Rivera had gesteund. Over de vraag of Spanje wel beter af is met de huidige parlementaire monarchie of juist moet transformeren tot een republiek, bestaat er diepe verdeeldheid.

woensdag 14 april 2021 13:43
Spread the love

 

Spanjaarden hoopten op een betere wereld en bij de aanvang van de Tweede Republiek in 1931 dansten de mensen op straat van vreugde. Maar vijfeneenhalf jaar later, toen de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) begon, was het feest voorbij. De landbouwhervorming was mislukt vanwege het verzet van de grootgrondbezitters die weigerden om hun privileges op te geven. De onderwijshervorming stootte op virulent verzet van de elites en de kerk die het gevaarlijk vonden dat Spanjaarden leerden lezen en schrijven.

De poging van de republikeinse regering om de macht van het leger aan banden te leggen, zorgde voor wrevel bij de legertop die een geschikt moment zochten om een militaire staatsgreep te plegen. De Republiek had politieke blunders begaan en was niet in staat het oude corrupte systeem uit te roeien.

Oplichterij van de eeuw

Spanje is al twee keer in haar lange geschiedenis een republiek geweest. De eerste duurde van 1873 tot 1874 en de tweede, van 1931 tot 1939. Na de Eerste Spaanse Republiek werd het Koninkrijk hervat maar na de Tweede Spaanse Republiek werd het land een dictatuur met opnieuw een generaal, Francisco Franco, als dictator. Deze dictatuur eindigde in 1975 toen Franco overleed. Om de republikeinen de pas af te snijden liet hij zich opvolgen door Koning Juan Carlos I. Voor de franquisten was de terugkeer van de monarchie één van de condities voor een overgang van dictatuur naar democratie. Veel Spanjaarden voelden zich om de tuin geleid. En het was niet enkel een gevoel.

De Britse historicus en Spanjekenner Paul Preston is van mening dat Spanjaarden keer op keer in de steek zijn gelaten door de elite: “Het volk had dikwijls alleen de keuze tussen apathie of geweld: Apathie was er bij de Spanjaarden rond de enorme verkiezingsfraude ten tijde van de restauratie en daarna”.[1]

Vandaag dromen Spaanse republikeinen van een Derde Republiek en willen af van het koningshuis. Maar de andere helft van Spanje is koningsgezind. De overlevering, van generatie op generatie, van de beleving van de Spaanse Burgeroorlog, de dictatuur van Franco en de democratische transitie bepalen nog steeds voor een belangrijk deel de blik van voor- en tegenstanders op de monarchie.

Op naar een Derde Republiek?

Als gevolg van de Catalaanse kwestie en sinds Spanje een linkse PSOE-Unidas Podemos coalitieregering heeft, valt het op dat in Madrids rijkere wijken steeds meer officiële Spaanse vlaggen, de ‘Rojigualda’s’ aan gevels wapperen. Maar Spanje telt twee nationale vlaggen die gekoesterd worden en in arbeiderswijken zie je hier en daar de republikeinse driekleur aan de balkons hangen.

2014, Puerta del Sol,  pro-republiek betoging. Foto: Sven Tuytens

Knoeiende elite

De kloof tussen koningsgezinden en republikeinen werd in de zomer van 2020 heel zichtbaar toen de ooit zo populaire oud-koning Juan Carlos I in zelfverkozen ballingschap in Abu Dhabi ging. Door een smeergeldaffaire en Zwitserse bankrekeningen was zijn aanwezigheid in Spanje onhoudbaar geworden.

De onschendbaarheid van de oud-koning zorgde voor ruzie tussen de coalitiepartners: de koningsgezinde PSOE vond dat men de koning met rust moest laten, terwijl men er bij Unidas Podemos op stond dat de koning verantwoording af moet leggen. Het uitlekken van details over een zakendeal met Saoedi-Arabië waarbij de vorst miljoenen smeergeld in eigen zakken stak, bracht zijn imago onherstelbare schade toe.

Referendum

Koningsgezinden hopen dat zijn zoon koning Felipe VI nu de Spaanse monarchie uit het slop kan halen. Zij vrezen dat in een politiek sterk verdeeld- en territoriaal gefragmenteerd land als Spanje, het belangrijk is dat er iemand boven de partijen staat.

Spaanse vlag, Madrid. Foto: Sven Tuytens

De voorstanders van de republiek vinden dat een monarchie niet meer van deze tijd is en hopen dat er een referendum komt. Ze denken dat een republiek bovendien een oplossing kan bieden om de van Spanje vervreemde Catalanen weer aan boord te krijgen.

Meer dan een referendum, is het vandaag belangrijk dat monarchisten en republikeinen hun krachten bundelen om de Spaanse democratie te beschermen. “Te beginnen met de monarchie en vervolgens de kerk, heeft geen enkele nationale kracht ooit iets anders gedaan dan aan eigen belang te denken”, schreef de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset in 1921. De huidige, sterk groeiende, opportunistische kracht die het eigen belang dient heet Vox, een extreemrechtse partij die zich laten inspireren door het regime van dictator Franco. Eens de macht in handen, maakte Franco een einde aan de republiek. De koningsgezinden die de militaire staatsgreep in 1936 gesteund hadden en hoopten dat de generaal snel de monarchie zou herstellen, kwamen er bedrogen uit.

 

Note:

[1] Paul Preston, A People Betrayed: Corruption, Political Incompetence and Social Divisions, Spain 1874-2014, Penguin Random House, 2019.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!