Als winkelbediende werk je standaard flexibele uren. Als ik iemand hoor over “multitasken” dan moet ik eens lachen, dat doen we van het moment dat we beginnen te werken, totdat we de winkel weer buiten gaan. Je past je aan afhankelijk waar er handen nodig zijn. Je probeert altijd even vriendelijk een klant, die je aanspreekt op zoek naar dit of dat artikel, verder te helpen. En lichte jobs die zijn er niet. Draaien van rechts naar links aan de kassa. Stretchen van het onderste tot het bovenste schap voor wie de rekken vult. De koude in de koeling of aan de verstoog, de warmte in de bakkerij. Vandaag de vroege, morgen de sluit. En extra druk op zaterdag.
Onze lonen, die liggen niet op het bovenste schap. Eerder bij de laagste van het land. Een collega die bij een andere grote keten werkt, toonde mij haar loon. Twintig jaar moet ze werken voor ze aan een 14 euro bruto per uur komt. En een voltijdse kan je bij hen niet krijgen. In de keten waar ik werk zitten we iets hoger, maar niet veel. Een collega in mijn winkel heeft een loopbaan van al 44 jaar. Hij vertelde mij eens hoeveel pensioen hij zal krijgen na jaren te werken als winkelbediende. Geen 1.300 euro. Lage lonen, vaak geen voltijdse roosters, dat wil ook zeggen dat de collega’s – in meerderheid vrouwen – moeten blijven werken. Ook als het fysiek zwaar wordt, wil je zorgen dat je nog een loon hebt waarmee je kan leven. Vroeger stoppen met werken is voor de meeste collega’s niet aan de orde, dat kunnen we ons niet permitteren.
In het jaar van de coronapandemie is nu voor meer mensen duidelijk geworden, dat onze job helemaal niet zo vanzelfsprekend is, en zelfs essentieel. Het coronaproof werken werd vooral meer werken. En zwaarder werk. Mondmaskers de hele dag. Discussies met verantwoordelijken om het aantal klanten en karretjes te verminderen. Stress van het werk in een binnenruimte, waar elke dag duizenden mensen passeren. Bezorgdheid om gezinsleden of ouders met een hoger risico te besmetten. En vooral: duizenden discussies met klanten. De regering deed misschien persconferenties om telkens nieuwe maatregelen aan te kondigen. Maar wij mochten de discussies gaan voeren: “Mevrouw, kan u alstublieft alleen komen winkelen? Mijnheer, zou u uw mondmasker op willen zetten, ja ook over de neus ja. En afstand houden, graag.”
Als je dan ziet hoeveel de CEO en de aandeelhouders van de supermarkten krijgen, en dat mensen die er keihard voor werken met een kluitje van max 0,4 procent in het riet gestuurd worden, dat maakt mij boos! Elke keten maakt records bekend: super omzet, ongeziene winsten. Maar buiten eenmalige premies verandert er aan onze lage lonen niets.
Wel, ik wil loon naar werk. En ook eens een stuk vis kunnen eten bij mijn boter, want de vis is te duur. Daarom stond ik helemaal achter de staking op 29 maart. En vind ik dat er een nieuwe actiedag moet komen als de regering en de bedrijfsleiders ons nu nog geen recht willen geven op een deftige loonsverhoging. Het wordt tijd dat niets nog vanzelfsprekend is.